[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verzamelbrief opdracht staatscommissie rechtsstaat

Rechtsstaat en Rechtsorde

Brief regering

Nummer: 2023D21258, datum: 2023-05-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-787).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -787 Rechtsstaat en Rechtsorde.

Onderdeel van zaak 2023Z08856:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 787 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR RECHTSBESCHERMING EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2023

Het doet ons deugd u te mogen meedelen dat de staatscommissie rechtsstaat (hierna: staatscommissie) op 13 maart 2023 formeel is ingesteld, door middel van publicatie van het instellingsbesluit.1

Middels deze verzamelbrief wordt ingegaan op de openstaande verzoeken vanuit uw Kamer en op de toezeggingen die op de staatscommissie betrekking hebben. Het betreft de motie van de leden Omtzigt en Van Dam van 19 januari 2021,2 een vijftal toezeggingen en daarmee verband houdend een verzoek van de Commissie van Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer van 22 juni 2022.3 Hierop zal achtereenvolgens worden ingegaan.

Uitvoering motie-Omtzigt/Van Dam tot instelling van een staatscommissie

Op 26 januari 2021 is de motie van de leden Omtzigt en Van Dam in de Tweede Kamer aangenomen (Handelingen 2020/21, nr. 48, item 14). In deze motie is het kabinet verzocht om voorbereidingen te treffen om een staatscommissie in te stellen die in brede zin het functioneren van de rechtsstaat analyseert en met voorstellen komt om deze te versterken, en de Kamer daarover te informeren. Directe aanleiding voor deze motie was het rapport Ongekend onrecht.4 Daarin wordt geconstateerd dat de grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden en dat burgers daardoor ernstig in de knel zijn gekomen. De staatsmachten worden in dat rapport opgeroepen bij zichzelf te rade te gaan hoe een herhaling daarvan in de toekomst kan worden voorkomen.

Eerder – bij brief van 3 december 20215 – hebben de toenmalige Minister voor Rechtsbescherming en de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Eerste en Tweede Kamer geïnformeerd over de naar aanleiding van deze motie getroffen voorbereidingen voor de instelling van de staatscommissie. Sindsdien is met actieve inbreng vanuit elk van de staatsmachten het voorbereidingstraject doorlopen. Er heeft een drietal tripartite overleggen plaatsgevonden, waarbij telkens deelnemers uit de drie staatsmachten aanwezig waren.6

In deze tripartite overlegstructuur is consensus bereikt over de voordracht voor een voorzitter, het profiel van de overige leden van de staatscommissie en over de taakopdracht van de staatscommissie. Deze taakopdracht en daarbij behorende toelichting heeft de basis gevormd voor het op 10 februari 2023 gepubliceerde instellingsbesluit.

De ministerraad heeft op 25 november 2022 conform de voordracht vanuit het tripartite overleg ingestemd met de benoeming van de heer Henk Kummeling als voorzitter. Op 3 februari jl. heeft de ministerraad ingestemd met de benoemingen van leden van de Staatscommissie rechtsstaat.7 Het betreft de leden Eva González Pérez, Corissa Abdoeljamil, Kutsal Yesilkagit, Ernst Numann, Kees Vendrik, Fatma Çapkurt, Diantha Vliet en Marc Hertogh.

De staatscommissie is direct na instelling voortvarend met haar werkzaamheden begonnen. De staatscommissie zal voor 1 juni 2024 haar advies aanbieden aan het kabinet, waarna de commissie wordt opgeheven.8

Toezeggingen

In de aanloop naar de instelling van de staatscommissie rechtsstaat, tijdens het Commissiedebat over de conceptopdracht van de staatscommissie rechtsstaat van 14 april 2022,9 hebben wij een vijftal toezeggingen gedaan. Deze treft u hieronder, gevolgd door een toelichting over hoe hieraan gevolg is gegeven:

1) Dat de «rule of law» als leidend principe wordt meegenomen in het tripartite overleg.

2) Dat in dit tripartite overleg tevens de aspecten samenwerking tussen de staatsmachten, eventueel te nauwe betrokkenheid en de benoemingen in nevenfuncties, zoals ingebracht door rapporteur Omtzigt, zullen worden betrokken.

3) Dat de begeleidingscommissie ook tripartite wordt samengesteld, dus Tweede Kamer, Eerste Kamer en rechterlijke macht.

4) Dat de suggestie van een «red team rechtsstaat» aan de staatscommissie wordt meegegeven. Dit is dan een «red team» dat input geeft aan de staatscommissie.

5) Dat in de opdracht aan het einde van de eerste alinea ook de rechterlijke macht wordt genoemd.

Ad 1) De rule of law als leidend principe

Ten aanzien van de eerste toezegging kunnen wij bevestigen dat de «rule of law» een leidend principe is geweest in het tripartite overleg en dat dit erin heeft geresulteerd dat de «rule of law» en de rechtsstatelijke cultuur als grondslag is opgenomen in de opdrachtomschrijving van de staatscommissie.10

Ad 2) Benoemingen en nevenfuncties

In navolging van het verslag van het Commissiedebat, heeft de Commissie van Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer op 22 juni 2022 verzocht om een verduidelijking van de wijze waarop deze toezegging is samengevat.11 De Commissie heeft meer specifiek gevraagd of de staatscommissie deze punten als opdracht ziet en niet enkel meeneemt in het tripartite overleg.

Het antwoord luidt bevestigend. In artikel 2, eerste lid, onder b van het instellingsbesluit gaat bijzondere aandacht uit naar de benoemingsprocedures en nevenfuncties binnen de staatsmachten. In de nota van toelichting bij het instellingsbesluit wordt voorts benadrukt dat de benoemingsprocedures en de formele regels alsmede de feitelijke omgang ten aanzien van nevenfuncties mede invloed kunnen hebben op hoe in de praktijk de (leden van) de staatsmachten zich tot elkaar verhouden. Voorts wordt in de nota van toelichting het volgende benadrukt: «Bij voorstellen over deze benoemingsprocedures en nevenfuncties zijn onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit, deskundigheid en ervaring belangrijke waarden.»

Ad 3) Tripartite begeleidingscommissie en 4) een «red team rechtsstaat»

Ten aanzien van de derde toezegging, is in het tripartite overleg overeengekomen dat de staatscommissie, in verband met haar onafhankelijke positie, haar eigen werkwijze bepaalt en dat het aan haar is om te besluiten tot het instellen van een begeleidingscommissie. Daarmee houdt ook de vierde toezegging verband. Het «red team rechtsstaat» is in het tripartite overleg onder de aandacht gebracht. Overeengekomen is ook hier dat het aan de staatscommissie is om te besluiten tot het instellen van een «red team rechtsstaat». Dit is opgenomen in de nota van toelichting bij het instellingsbesluit.

Ad 5) Benoeming rechterlijke macht in de opdrachtomschrijving

Met betrekking tot de laatste toezegging is aan de rechterlijke macht in de opdrachtomschrijving aandacht besteed door verwijzing naar het verzekeren van de effectieve rechtsbescherming in gerechtelijke procedures.

Dan rest ons nog de staatscommissie rechtsstaat succes toe te wensen in de uitvoering van de opdracht die haar is gegeven.

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot


  1. Besluit van 10 februari 2023, nr. 2023000264 houdende instelling van een staatscommissie rechtsstaat (instellingsbesluit staatscommissie rechtsstaat), Stcrt. 2023, nr. 7635, d.d. 13 maart 2023.↩︎

  2. Kamerstuk 35 510, nr. 12.↩︎

  3. VKC-verzoek Justitie & Veiligheid Tweede Kamer, d.d. 22 juni 2022.↩︎

  4. Kamerstuk 35 510, nr. 2.↩︎

  5. Kamerstukken 29 279 en 35 510, nr. 691 met bijlagen; Kamerstuk F met bijlagen. Zie ook: Kamerstuk 29 279, nr. 715).↩︎

  6. Aangesloten waren rapporteurs namens de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, de President van de Hoge Raad, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Rechtsbescherming. Voorts was de Vice-President van de Raad van State betrokken bij de verdere voorbereiding van het tripartite overleg door de regeringsdelegatie.↩︎

  7. Op grond van artikel 3, derde lid, van het instellingsbesluit.↩︎

  8. Op grond van artikel 4 van het instellingsbesluit.↩︎

  9. Kamerstuk 29 279, nr. 711.↩︎

  10. Artikel 2, eerste lid, aanhef van het instellingsbesluit.↩︎

  11. Verzoek commissie d.d. 22 juni 2022.↩︎