[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Appreciatie van de motie van het lid Van der Plas over nageschakelde technieken opnemen in de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Kamerstuk 30175, nr. 442)

Luchtkwaliteit

Brief regering

Nummer: 2023D28427, datum: 2023-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30175-447).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30175 -447 Luchtkwaliteit.

Onderdeel van zaak 2023Z11950:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

30 175 Luchtkwaliteit

Nr. 447 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2023

Tijdens het Tweeminutendebat «Aanscherping van de uitstootnormen voor fijnstof uit pluimveestallen» op 13 juni 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 92) met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft het lid Van der Plas een motie1 ingediend die de regering verzoekt om binnen aanzienlijke termijn nageschakelde technieken op te nemen in de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen. Op 20 juni 2023 heeft het lid Van der Plas deze motie aangehouden en gevraagd om een brief met een inhoudelijke appreciatie van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In deze brief geef ik, mede namens de Minister voor Natuur en Stikstof, de gevraagde appreciatie.

In mijn brief aan de Kamer van 25 november 20222 ben ik ingegaan op de selectie van te subsidiëren technieken in het kader van de investeringsmodule van de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv). Een belangrijk aandachtspunt daarbij is dat nageschakelde technieken (zoals luchtwassers) een verdergaande emissiereductie van verschillende emissies, waaronder fijnstof, geur en ammoniak, kunnen opleveren in vergelijking met de brongerichte technieken die op dit moment beschikbaar zijn. Het grotere potentieel van nageschakelde technieken is relevant, omdat hiermee meer emissiereductie te behalen is.

Tegelijkertijd kleven aan bepaalde nageschakelde technieken nadelen, voor bijvoorbeeld brandveiligheid of dierenwelzijn. Ik heb daarbij rekening te houden met de motie van het lid Ouwehand3 en de motie van het lid Vestering c.s.4 die hierop aandacht vragen. Dit leidt tot het dilemma dat de meest effectieve technieken voor emissiereductie uit stallen voor bepaalde diercategorieën vanuit andere oogpunten juist minder gewenst zijn.

De brongerichte aanpak verschilt van nageschakelde technieken, waarbij de emissies eerst ontstaan en de stalruimte bereiken, en vervolgens pas uit de lucht worden verwijderd voordat de lucht de stal verlaat. Bij een brongerichte techniek wordt de uitstoot van verschillende emissies zoveel mogelijk voorkomen, door emissies bij de bron aan te pakken.

Mijn eerder ingezette beleid, met ondersteuning via de Sbv-regeling, is gericht op brongerichte en integrale emissiereductie. Voor toekomstige openstellingen van de investeringsmodule van de Sbv ben ik voornemens om per techniek te beoordelen of het wenselijk is om deze te subsidiëren. Het onderscheid tussen brongerichte en nageschakelde technieken is niet altijd zwart-wit. Om dat goed te kunnen doen worden door de WUR per diercategorie zowel brongerichte als nageschakelde technieken op de relevante aspecten beoordeeld. Voor zover een techniek nadelen heeft voor bijvoorbeeld brandveiligheid of dierenwelzijn, worden ook mogelijke mitigerende maatregelen verkend. Ik kan niet op deze beoordeling vooruitlopen.

Op dit moment werk ik met de Minister voor Natuur en Stikstof aan een nieuwe openstelling van de Sbv-investeringsmodule in het kader van de aanpak piekbelasting. De Minister voor Natuur en Stikstof heeft de Kamer op 12 juni jl. geïnformeerd5 over deze aanpak. Hierbij wordt, volgens het ingezette beleid, gekeken naar subsidie van brongerichte ammoniak reducerende technieken. Als de scope van deze subsidieregeling moet worden aangepast (van alleen brongericht naar ook nageschakeld), vraagt dat onder meer om notificatie bij de Europese Commissie en dat kost (extra) tijd. Dat zou betekenen dat de aangekondigde openstelling op een later moment in het jaar of zelfs pas begin volgend jaar zal kunnen plaatsvinden. Die vertraging vind ik onwenselijk.

Daarom ontraad ik deze motie.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema


  1. Kamerstuk 30 175, nr. 442.↩︎

  2. Kamerstukken 29 383 en 28 973, nr. 386.↩︎

  3. Kamerstuk 32 670, nr. 134.↩︎

  4. Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 67.↩︎

  5. Kamerstukken 30 252 en 35 334, nr. 96.↩︎