Toezegging gedaan tijdens het debat over de opvolging van het rapport 'Ongekend onrecht' van 23 mei 2023 en reactie op verzoek commissie inzake overzicht reflectie beloftes kabinet
Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag
Brief regering
Nummer: 2023D28960, datum: 2023-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35510-135).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Rutte, minister van Algemene Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35510 -135 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag.
Onderdeel van zaak 2023Z12176:
- Indiener: M. Rutte, minister van Algemene Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2023-07-04 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-07-06 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2022-2023 |
35 510 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag
Nr. 135 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2023
In het debat van 23 mei 2023 over de opvolging van het rapport «Ongekend onrecht» heb ik aan het lid Inge van Dijk toegezegd met het kabinet in gesprek te zullen gaan over het rapporteren over de stand van zaken van de vervolgacties door bewindspersonen op een vast moment in het jaar en het lid Inge van Dijk over de uitkomst van dit gesprek te informeren (Handelingen II 2022/23, nr. 83, item 26)).
Aan alle bewindspersonen die het aangaat heb ik verzocht de Kamer te informeren over de stand van zaken op de bijna negentig vervolgacties volgend uit de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» (Kamerstuk 35 510, nr. 4) en de moties en toezeggingen uit het daaropvolgende debat van 19 januari 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 45, item 4). De bewindspersonen is verzocht te rapporteren op een jaarlijks terugkerend moment, te weten in het departementaal jaarverslag op Verantwoordingsdag. Daarbij is aan de bewindspersonen verzocht te rapporteren aan de hand van een tabel, bijvoorbeeld zoals gebruikt bij de Kamerbrief over de stand van zaken van de maatregelen van 29 juni 2021 (Kamerstuk 35 510, nr. 60).
Hiermee wordt tevens tegemoet gekomen aan het verzoek van de vaste commissie Binnenlandse Zaken d.d. 2 juni 2023.
De Minister-President,Minister van Algemene Zaken,
M. Rutte