Uitstel inwerkingtredingsdatum bedrag ineens
Wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens)
Brief regering
Nummer: 2023D30788, datum: 2023-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36154-8).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36154 -8 Wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens).
Onderdeel van zaak 2023Z12918:
- Indiener: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-09-05 16:30: Extra procedurevergadering commissie SZW (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-12 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-09-14 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 154 Wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens)
Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2023
Op 19 januari 2023 heb ik uw Kamer laten weten een voorgenomen inwerkingtredingsdatum van het keuzerecht bedrag ineens op 1 januari 2024 haalbaar te achten met het oog op zowel voldoende tijd voor de parlementaire behandeling als tijdig informeren van deelnemers zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken.1
De regering vindt het belangrijk dat deelnemers goed worden geïnformeerd over het keuzerecht voor opname van een bedrag ineens van het ouderdomspensioen. Dit vergt allereerst goede informatie vanuit pensioenuitvoerders en daarnaast voldoende tijd voor een deelnemer om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Het is belangrijk dat pensioenuitvoerders deelnemers tijdig informeren over het keuzerecht. De (vertegenwoordigers van) pensioenuitvoerders hebben aangegeven na instemming van beide Kamers tenminste zes tot negen maanden nodig te hebben om deelnemers goed te kunnen informeren. Daarnaast dienen pensioenuitvoerders voldoende tijd te hebben om het keuzerecht te kunnen implementeren.
In de Regeling van werkzaamheden van 20 juni jl. heeft uw Kamer ingestemd met het verzoek van het lid Smals (VVD) om het wetsvoorstel herziening bedrag ineens (Kamerstuk 36 154) vlak voor of net na het zomerreces plenair te behandelen (Handelingen II 2022/23, nr. 95, Regeling van Werkzaamheden). Dit laat minder dan zes maanden voor het tijdig informeren van deelnemers. Ik kan daarom – mede namens Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst – niet anders concluderen dan dat de voorgenomen inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2024 niet meer haalbaar is.
Van pensioenuitvoerders hoor ik dat er deelnemers zijn die de pensioendatum uitstellen om gebruik te kunnen maken van het bedrag ineens. Er zal daarom een goede balans gevonden moeten worden tussen enerzijds het bieden van voldoende tijd voor de pensioenuitvoering vanwege implementatie en informatieverstrekking en anderzijds het voorkomen van onnodige vertraging van de introductie van het bedrag ineens. Gelet op het bovenstaande zal het keuzerecht bedrag ineens niet eerder dan 1 juli 2024 inwerkingtreden, waarbij zij opgemerkt dat de uiteindelijke datum afhankelijk zal zijn van de voortgang van het parlementaire proces.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
C.J. Schouten
Kamerstuk 36 154, nr. 6.↩︎