De Amsterdamse voorrangsregeling op woningen voor docenten, die nog altijd onvoldoende merkbaar is voor onderwijspersoneel dat daar werkt
Schriftelijke vragen
Nummer: 2023D31475, datum: 2023-07-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2023Z13231).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Mohandis, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: H. Nijboer, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2023Z13231:
- Gericht aan: H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Gericht aan: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: M. Mohandis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2023Z13231
Vragen van de leden Mohandis en Nijboer (beiden PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de Amsterdamse voorrangsregeling op woningen voor docenten, die nog altijd onvoldoende merkbaar is voor onderwijspersoneel dat daar werkt (ingezonden 6 juli 2023).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u het bericht dat een van de middelen die Amsterdam inzet tegen het lerarentekort leerkrachten voorrang geven op een woning is, maar dat onderwijspersoneel dat in die stad werkzaam is, in veel gevallen onvoldoende ervan merkt doordat de vraag naar woningen groter is dan het aanbod?1
Vraag 2
Ziet u in de landelijke regelgeving belemmeringen die de effectiviteit van zo’n gemeentelijke voorrangsregeling in de weg staan, die u gaat wegnemen? Zo ja, wanneer kunnen wij deze tegemoetzien? Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Ziet u andere mogelijkheden om het lokale lerarentekort tegen te gaan in gebieden waar de nood het hoogst is, nu uit uw correctie op vraag 2 in het Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap blijkt dat de reële «loonstijging» voor leraren in 2022 in het vo slechts-5% bedroeg, wat de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep alleen maar naar beneden drukt?2