Appreciatie van de motie van het lid Koerhuis c.s. over de uitzetting van schipperskinderen stoppen (Kamerstuk 36200-A-95)
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023
Brief regering
Nummer: 2023D31634, datum: 2023-07-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-A-97).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 A-97 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2023Z13322:
- Indiener: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-06 09:30: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-13 17:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-09-04 12:15: Aanvang middagvergadering Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023
Nr. 97 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2023
Hierbij stuur ik u een schriftelijke appreciatie op motie die vandaag is ingediend tijdens het tweeminutendebat Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (Handelingen II 2022/23, nr. 103, Tweeminutendebat MIRT).
De leden Koerhuis, Van der Plas, Stoffer, Van der Graaf en Van den Hill hebben tijdens het tweeminutendebat Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) een motie ingediend over het stopzetten van de uitzetting van schipperskinderen en een commissie op te starten voor het in kaart brengen van de problematiek1. Deze commissie moet daarbij kijken naar de rol van het claimrecht in de problematiek en met oplossingen komen, waarbij het uitgangspunt is dat schipperskinderen hun leven kunnen blijven volgen.
Met de Minister van I&W deel ik dat de binnenvaart belangrijk is voor de economie. Ruim een derde van het totale transport in Nederland wordt door de binnenvaart gedaan. Daarmee is de binnenvaart van groot belang voor onze transportsector. De bestaande vloot, inclusief familiebedrijven, voorziet in een duidelijke vraag van de markt. Via de subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan subsidieer ik de schippersinternaten.
Voor de gehele sector zien we een ontwikkeling dat het aantal schipperskinderen in de loop van de tijd gedaald is, met de bijbehorende dilemma’s. Dit raakt met name één van de stichtingen voor schippersinternaten en met deze stichting ben ik dan ook intensief in gesprek. Ik herken me dan ook niet in de constatering in de motie «vastgelopen in de procedures van het Ministerie van VWS». Daarnaast heb ik KPMG een onderzoek laten uitvoeren naar de normbedragen van de subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan. Dit onderzoek is op 20 juni 2023 naar uw Kamer verzonden2. In dit onderzoek worden verschillende scenario’s geschetst voor de herijking van de normbedragen in de subsidieregeling. Deze maand voer ik hierover nog het gesprek met beide stichtingen voor schippersinternaten en het Landelijk Oudercontact voor de Trekkende beroepsbevolking (LOVT). Besluitvorming hierover vindt na de zomer plaats.
Ik wil niet vooruit lopen op de uitkomsten van de gesprekken en de besluitvorming over het KPMG onderzoek na de zomer. Ik ontraad dan ook de motie.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen