Voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum Caribisch Nederland 2023
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Brief regering
Nummer: 2023D32545, datum: 2023-07-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-IV-90).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Voortgangsrapportage ijkpunt Sociaal Minimum Caribisch Nederland 2023
- Rapport nacontrole coronasteunmaatregelen Caribisch Nederland
- Beslisnota bij Kamerbrief inzake voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum Caribisch Nederland 2023
- Slotverklaring werkconferentie samen tegen armoede
- Verslag werkbezoek aan Bonaire
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 IV-90 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2023Z13661:
- Indiener: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2023-09-06 13:00: Extra procedurevergadering commissie Koninkrijksrelaties (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-13 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2023-10-04 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2024-09-04 12:15: Aanvang middagvergadering Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Nr. 90 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2023
Een groot aantal inwoners van Caribisch Nederland leeft in armoede. Het kabinet heeft de afgelopen jaren diverse maatregelen getroffen om de bestaanszekerheid in Caribisch Nederland te verbeteren, maar nog niet alle inwoners merken dit voldoende in hun portemonnee. Voor veel inwoners geldt dat zij meerdere banen moeten hebben en nog steeds niet rondkomen voor hun gezin. Dat kan niet de bedoeling zijn. Bestaanszekerheid is belangrijk voor alle inwoners van Nederland, dus ook de inwoners van Caribisch Nederland. Inwoners moeten kunnen rekenen op een voldoende en voorspelbaar inkomen waarmee in de minimale kosten van levenshoud kan worden voorzien.
Bestrijding van armoede vraagt om een brede aanpak door een brede coalitie aan partijen. Een maximale inspanning is nodig van departementen die zich inzetten voor het verlagen van kosten van levensonderhoud en het verhogen van inkomens. De slotverklaring die ik, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, samen met het Openbaar Lichaam Bonaire na de werkconferentie «Samen tegen armoede» op 26 mei 2023 tekende, geeft dan ook niet voor niets uitdrukking aan de noodzaak om gezamenlijk op te trekken in de strijd tegen armoede in Caribisch Nederland.1 En die strijd is breed. Armoedebestrijding houdt ook het werken aan welzijn en brede welvaart in. Het gaat niet alleen om inkomen en het verlagen van kosten, maar bijvoorbeeld ook om kansengelijkheid en het verbeteren van schuldhulpverlening.
Hoewel we meermaals met elkaar hebben geconstateerd dat we hier nog grote stappen moeten zetten, wordt hier ook al hard aan gewerkt. In de vijfde voortgangsrapportage over het ijkpunt sociaal minimum die ik u hierbij doe toekomen, leest u daarover. Per beleidsonderwerp staat in deze voortgangsrapportage de huidige stand van zaken opgenomen. In deze begeleidende brief informeer ik u op hoofdlijnen over de gemaakte voortgang. Dit doe ik mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister voor Klimaat en Energie. Hieronder ga ik eerst in op de nodige versnelling die het kabinet dit jaar heeft ingezet. Vervolgens licht ik een aantal ontwikkelingen uit. Ik sluit af met een korte doorkijk naar de maand oktober waarin de commissie sociaal minimum Caribisch Nederland haar rapport oplevert.
1. IJkpunt sociaal minimum
Het verbeteren van de levensstandaard en het bestrijden van armoede is het belangrijkste doel van het gehele kabinet voor Caribisch Nederland.2 In 2014 en 2018 zijn onderzoeken uitgevoerd naar de bestaanszekerheid in Caribisch Nederland. Uit het laatste onderzoek is door het vorige kabinet het beleid voor het ijkpunt sociaal minimum voortgekomen.3 Voor een uitgebreide beschouwing over de totstandkoming van dit beleid, verwijs ik u naar de Kamerbrief bij de voortgangsrapportage van 2022.4 In het kort houdt dit beleid in dat we stapsgewijs de inkomens verhogen. Dit doen we door de minimumuitkeringen onderstand (de bijstand in Caribisch Nederland), algemene ouderdomspension (AOV) en nabestaandenuitkering (AWW) naar het niveau van het ijkpunt sociaal minimum te verhogen en het wettelijk minimumloon (WML) te verhogen tot ruim daarboven (143% van het ijkpunt sociaal minimum). Daarnaast verlagen we de kosten voor wonen, energie, telecom, drinkwater en kinderopvang. Tot slot kan de bestaanszekerheid alleen duurzaam worden verbeterd indien tegelijkertijd wordt gewerkt aan het verstevigen van de economie en arbeidsmarkt.
2. Verhogen inkomens
Vanwege de omvang van de armoedeproblematiek, zoek ik continu naar hoe ik zo snel als mogelijk de opgave aan de inkomenskant kan realiseren. Daarom heb ik besloten om de onderstand, AOV en AWW per 1 januari 2023 procentueel harder te laten stijgen dan het WML. De gewenste verhouding tussen de minimumuitkeringen ten opzichte van het WML is 70% voor alleenstaanden en 100% voor paren. Gezien de problematiek vond ik een tijdelijk kleiner verschil tussen WML en de uitkeringen acceptabel, waarbij het WML dan later toegroeit naar het beoogde niveau.5
De AOV heb ik per 1 januari 2023 zelfs direct verhoogd naar het ijkpunt sociaal minimum.6 Door de AOV te verhogen naar het ijkpunt sociaal minimum ontvangen AOV-gerechtigden per 1 januari 2023 maandelijks $ 1.047, $ 1.1137 en $ 1.175 op respectievelijk Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voor gezinnen met kinderen, heb ik per 1 januari de kinderbijslag verhoogd met $ 20 per kind per maand, boven op de inflatiecorrectie. De volgende versnelling is de verhoging van de onderstand en de AWW naar het ijkpunt sociaal minimum. Dit doe ik per 1 oktober 2023 in plaats van 1 januari 2025 zoals eerder beoogd. Met deze maatregel zijn per 1 oktober aanstaande alle minimumuitkeringen versneld op het niveau van het ijkpunt sociaal minimum gebracht, met uitzondering van (een zeer beperkte groep) paren in de onderstand. Dit komt doordat de onderstand is gemaximeerd op het niveau van het WML en het WML in Caribisch Nederland op dit moment nog lager is dan het ijkpunt voor een paar-huishouden. Het tempo om ook het inkomen van de ca. 35 paren in de onderstand op niveau te krijgen, is dus afhankelijk van de verdere ontwikkeling van het WML. Een eerste vervolgstap is daarvoor voorzien per 1 januari 2024.
In de figuren hieronder staat de ontwikkeling van de hoogte van de uitkeringen AOV en onderstand weergegeven.
Bij de verhoging van het WML heb ik met de stap per 1 januari 2023 een gematigder tempo aangehouden dan wenselijk zou zijn met het oog op het realiseren van het ijkpunt sociaal minimum. Hierbij heb ik meegewogen dat ook werkgevers het afgelopen jaar geraakt zijn door een historisch hoge inflatie. Met inbegrip van de inflatiecorrectie, heb ik het minimumloon op Bonaire, Sint Eustatius en Saba met respectievelijk 18,2%, 14,3% en 15,0% verhoogd. Een gelijktijdige, forse verhoging van de belastingvrije som heeft ertoe geleid dat werkenden op WML niveau optimaal van de verhoging profiteren. Hierover heb ik uw kamer in het najaar van 2022 geïnformeerd.8
Het WML is nu respectievelijk 120%, 131% en 122% ten opzichte van het ijkpunt sociaal minimum voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het WML dient nog te worden verhoogd tot 143% ten opzichte van het ijkpunt sociaal minimum. Dan is de gewenste verhouding tussen de minimumuitkeringen (die op het niveau van het ijkpunt sociaal minimum zijn) en het WML bereikt. Na de zomer betrek ik de relevante stakeholders in Caribisch Nederland bij de beslissing over de verhoging van het WML per 1 januari 2024. Daarbij neem ik ook de bevindingen van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland mee in de overweging. In het najaar informeer ik uw kamer hierover. Hieronder staat de ontwikkeling van het WML weergegeven.
Er ligt een goede basis om op voort te bouwen en verder te werken aan meer bestaanszekerheid voor iedereen. Zo is tussen 2010 en 2023 het wettelijk minimumloon met 70% gestegen op Bonaire en respectievelijk 99% en 97% op Sint Eustatius en Saba. De AOV is tussen 2010 en 2023 op alle drie de eilanden verdubbeld. De onderstand voor een alleenstaande is tussen 2010 en oktober 2023 bijna vervijfvoudigd, bijvoorbeeld van $ 214 naar $ 1.031 per maand op Bonaire. En de kinderbijslag is sinds de invoering in 2016 ruimschoots verdrievoudigd.
Naast het verhogen van de inkomens, werk ik ook aan het verbeteren van het vangnet dat sociale zekerheid biedt aan inwoners die (tijdelijk) niet zelf kunnen voorzien in een inkomen vanwege ziekte, ouderdom of werkloosheid. Hieronder volgt een korte samenvatting van mijn inzet. In paragraaf I van de voortgangsrapportage treft u een uitgebreidere terug- en vooruitblik aan.
Er wordt deze kabinetsperiode een werkloosheidsregeling, een verlofregeling voor begeleiding bij medische uitzending en een tegemoetkoming voor ouders van zorg intensieve kinderen (dubbele kinderbijslag intensieve zorg) ingevoerd in Caribisch Nederland. Bij belanghebbenden is informatie opgehaald over de wensen, mogelijkheden en voorwaarden voor een werkloosheidsregeling. Daarbij houden we rekening met de lokale omstandigheden die vragen om een eenvoudige regeling. De situatie in Caribisch Nederland verschilt namelijk wezenlijk van Europees Nederland. Zo is er geen polisadministratie in Caribisch Nederland, terwijl die in Europees Nederland de basis vormt om het arbeidsverleden van de werknemer vast te stellen. Ik informeer uw kamer eind 2023 verder over de werkloosheidsregeling. Het wetsvoorstel waarin onder andere de dubbele kinderbijslag intensieve zorg (DKIZ) wettelijk wordt verankerd, heb ik nog niet bij uw kamer kunnen indienen. Daarom verleng ik de tijdelijke regeling zodat ouders het recht behouden op de financiële tegemoetkoming in geval van intensieve zorg. In 2022 hebben 91 ouders een aanvraag ingediend voor de tijdelijke regeling, waarvan 64 ouders een tijdelijke tegemoetkoming toegekend hebben gekregen. De Wijzigingswet SZW-wetten Caribisch Nederland, waarin DKIZ wettelijk wordt verankerd, hoop ik zo spoedig mogelijk bij uw kamer te kunnen indienen.
Voor de aanpak van problematische schulden brengt het Nibud in 2023 de aard en omvang van deze problematiek in kaart. Momenteel beschikken we nog over onvoldoende data voor Caribisch Nederland om de omvang te kunnen duiden en een gerichte aanpak daarop te laten aansluiten. Op basis daarvan verken ik samen met de Minister voor Rechtsbescherming welke stappen we kunnen zetten om betere schuldhulpverleningstrajecten in Caribisch Nederland mogelijk te maken.
Tot slot heb ik € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor lokale armoedebestrijding in 2023. Daarvan komt € 0,55 miljoen ter beschikking voor het openbaar lichaam Bonaire ter ondersteuning van het programma aanpak armoede dat op de werkconferentie «samen tegen armoede» is gepresenteerd. Met het openbaar lichaam Sint Eustatius en Saba volgen nog gesprekken over de besteding van de middelen voor lokaal armoedebeleid.
3. Verlagen van de kosten van levensonderhoud
De opgave om de kosten te reduceren is groot en vergt op diverse beleidsterreinen inzet van verschillende departementen en de openbare lichamen. De inzet is om zo snel en gericht mogelijk structurele kostenverlagingen te bewerkstelligen. Gezien de hoge inflatie, die zichtbaar is in de toegenomen elektriciteits-, brandstof- en voedselprijzen staat de bestaanszekerheid van een groeiende groep mensen onder steeds grotere druk. In 2022 heeft het kabinet een extra pakket aan koopkrachtmiddelen ingevoerd om de inkomenspositie van mensen te versterken en om de negatieve effecten van de hoge prijzen in 2022 te dempen. Uit cijfers van het CBS volgt dat de inflatie in het eerste kwartaal van 2023 minder hard is gestegen dan in 2022. De lagere inflatie is in belangrijke mate toe te schrijven aan de subsidie op het vastrecht voor elektriciteit die per 1 november 2022 inging.9 Op Saba wordt het drukkend effect op de inflatie vooral veroorzaakt door een daling van het variabele tarief voor elektriciteit en het goedkoper worden van de benzine. Hieronder volgt een korte weergave van de ontwikkelingen op de grootste kostenposten. In paragraaf I van de voortgangsrapportage treft u een uitgebreidere terug- en vooruitblik aan.
3.1. Wonen
Iedereen heeft een dak boven zijn of haar hoofd nodig. Onvermijdelijk brengt dit kosten met zich mee. Het kabinet vindt het van belang dat iedereen een betaalbaar huis moet kunnen vinden. Wijken moeten leefbaar en prettig zijn om in te wonen. Maatregelen om dit te realiseren zijn opgenomen in de gezamenlijke Beleidsagenda Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor Caribisch Nederland (Beleidsagenda VRO/CN), die op 26 januari jl. aan de Tweede Kamer is gezonden.10 De maatregelen zien onder andere op de verstrekking van een vorm van huurtoeslag (verhuurderssubsidie) in de sociale en particuliere huursectoren, betaalbare middenhuur- en betaalbare koopwoningen; energiebesparing; ruimtelijk beleid en de bouw van sociale huurwoningen. De bouw van de eerste 204 (van de 390) sociale huurwoningen op Bonaire is in december 2022 gestart. De 18 nieuw te bouwen sociale huurwoningen op Saba worden door een financiële injectie van $ 1,3 miljoen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) versneld opgeleverd in de loop van 2023. Elk jaar zult u een voortgangsrapportage ontvangen over de ontwikkelingen van de Beleidsagenda VRO/CN.
3.2. Energie, telecom en drinkwater
Ook in 2023 is de eenmalige energietoelage (ad $ 1.300) voor huishoudens met een laag inkomen uitgekeerd. Dit komt voort uit de aanvullende koopkrachtmaatregelen die nodig waren vanwege de ongekende prijsstijgingen die veel mensen hard in de portemonnee raakten, en nog steeds raakt. Daarnaast worden de vaste kosten van het netbeheer in 2023 naar een nultarief teruggebracht en wordt bij eindgebruikers in 2023 50% van het variabele tarief gedekt door het kabinet voor zover dit tarief boven $ 0,38 per kWh uitkomt. Hiermee worden ook de huishoudens met een laag verbruik effectief bereikt. Deze maatregelen gelden ook voor het MKB in Caribisch Nederland. Met dit pakket is in totaal € 15 miljoen gemoeid.
Het huidige kabinet heeft besloten om de subsidie die kosten van vast internet verlaagd structureel voort te zetten. Hiermee blijft de subsidie voor huishoudens op Bonaire structureel $ 25 per aansluiting en op de Bovenwinden $ 35 per maand. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) werkt daarnaast aan de harmonisatie van de voorwaarden die aan de telecomaanbieders op de eilanden (concessiehouders) worden gesteld (besluit algemene richtlijnen concessiehouders Caribisch Nederland). Daarbij wordt tevens gezorgd voor een betere borging van de bescherming van consumenten en worden ook beperkingen gesteld aan tariefstijgingen. Dit besluit wordt naar verwachting voor de zomer gepubliceerd.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zet zich in voor de toegang tot veilig en betaalbaar drinkwater. Door de fysisch-geografische en demografische kenmerken van de BES-eilanden zijn er hoge kosten verbonden aan de productie en levering (distributie) van drinkwater. Om de prijzen voor huishoudens te verlagen, worden er door IenW subsidies verleend. Ten eerste voor verlaging van de maandelijkse vaste drinkwatertarieven (Sint Eustatius en Bonaire), het transport van reverse osmosis water (Bonaire en Saba) en de prijzen van drinkwaterflessen (Saba). En ten tweede voor investeringen in de drinkwatervoorziening, die anders doorberekend moeten worden aan de huishoudens. De middelen vastgelegd in de «Tijdelijke subsidieregeling drinkwater BES en Rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Bonaire 2018–2024»11 kunnen de nutsbedrijven gebruiken om de hoge kostprijs van het vaste drinkwatertarief te subsidiëren en een lager tarief door te berekenen aan de huishoudens. Saba kan de tijdelijke prijsverlaging van de drinkwaterflessen nu structureel voortzetten.
3.3. Kinderopvang
Zonder goede kinderopvang, is het voor ouders moeilijk om naar werk te gaan. In de afgelopen jaren hebben de kinderopvangorganisaties en openbare lichamen in Caribisch Nederland in het kader van het programma BES(t) 4 kids daarom verder gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van de kinderopvang. Het wetsvoorstel Wet kinderopvang BES is op 16 februari 2023 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee wordt een wettelijke basis voor de inrichting en bekostiging van de kinderopvang in Caribisch Nederland geregeld. Bij de uitwerking is de wet- en regelgeving in Europees Nederland als uitgangspunt genomen. Op onderdelen biedt de regelgeving de mogelijkheid om de vereisten in de wet aan de Caribische context aan te passen.
Het doel van het wetsvoorstel is te komen tot het bevorderen van kansengelijkheid voor kinderen. Dat vraagt om goede pedagogische programma’s in kinderopvang en primair onderwijs. In Caribisch Nederland is de voorschoolse educatie integraal onderdeel in de kinderopvang. Ook is in het wetsvoorstel Wet kinderopvang BES geregeld dat voor kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte ruimte in de kinderopvang is. De kosten voor de kinderopvang voor ouders zullen in de komende jaren verder dalen naar uiteindelijk 4% van de kostprijs van de kinderopvang. Voor ouders die het niet kunnen betalen, kan thans al de ouderbijdrage geheel worden vergoed door het openbaar lichaam.
Beoogd wordt dat het wetsvoorstel met ingang van 1 juli 2024 in werking treedt, met uitzondering van het financieringsgedeelte. Het behalen van deze planning hangt af van de voortgang van het parlementaire proces en de mogelijkheden van de uitvoering en de openbare lichamen voor tijdige implementatie. De structurele verankering van de bekostiging zal op zijn vroegst op 1 januari 2025 ingaan. Om de implementatie en transitie naar het stelsel goed te laten verlopen, is het programma BES(t) 4 kids tot en met 2028 verlengd.
4. Economie en arbeidsmarkt
Werk is ontzettend belangrijk om rond te kunnen komen. Hier liggen verschillende uitdagingen. Uit gesprekken heb ik vernomen dat veel inwoners in Caribisch Nederland meerdere banen nodig hebben om rond te kunnen komen, terwijl één zou moeten kunnen volstaan. Tegelijkertijd zijn er inwoners die nu niet de arbeidsmarkt op kunnen en dat wel willen. Het Rijk en de openbare lichamen willen het beschikbare arbeidsaanbod in Caribisch Nederland optimaal benutten. Bijvoorbeeld door het om- en bijscholen van inwoners naar tekortsectoren. De openbare lichamen geven elk op eigen wijze invulling aan de intensivering die het Rijk sinds 2022 structureel mogelijk heeft gemaakt voor de dienstverlening op arbeidsbemiddeling (€ 1 miljoen per jaar). Op alle drie de eilanden is aandacht voor zowel werkzoekenden die met weinig of geen ondersteuning een (nieuwe) baan kunnen vinden als voor inwoners die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld als gevolg van een handicap. Zoals ook vorig jaar gemeld, wordt er in de periode 2022–2024 ingezet op het op termijn verduurzamen van instrumenten voor werken met een beperking. Voor deze instrumenten (sociale werkplaatsen, loonkostensubsidie en inzet jobcoaches) is op dit moment geen structurele financiering voorhanden. Ik heb wel meerjarig incidentele middelen ter beschikking gesteld, zodat deze kabinetsperiode kan worden benut om tijdelijk gefinancierde instrumenten te continueren, te evalueren en lessen te trekken voor de toekomst. Hierbij geldt dat de ontwikkeling van en de ervaring met deze instrumenten van eiland tot eiland verschilt. Over een mogelijke route naar een duurzaam aanbod en financiering van instrumenten voor werken met een beperking ga ik met de eilanden in gesprek.
5. Commissie sociaal minimum
De sterke stijging van de kosten van levensonderhoud heeft een brede discussie over het sociaal minimum losgemaakt, zowel in het Caribische als Europese deel van Nederland. In Caribisch Nederland is er tot op heden geen (definitief) sociaal minimum vastgesteld, maar wel een ijkpunt voor het sociaal minimum. Het kabinet gaat, net als in Europees Nederland, een sociaal minimum vaststellen voor Caribisch Nederland. Naar aanleiding van de motie van het lid Wuite c.s.12 is de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland ingesteld die, net als de Commissie sociaal minimum Europees Nederland, onderzoek doet naar de hoogte en de systematiek van het sociaal minimum. Haar resultaten verwacht ik uiterlijk op 1 oktober aanstaande. Ik heb u eerder gemeld om in 2024 een sociaal minimum vast te stellen. In lijn met de gewijzigde motie van de leden Wuite en Ceder13 werk ik, vooruitlopend op de uitkomsten van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland, samen met de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een aantal scenario’s uit aan zowel de inkomenskant als de kostenkant, waarbij we ook de financiële consequenties in kaart brengen. De uitwerking van de scenario’s delen wij voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van SZW met uw Kamer.
6. Tot slot
Er zijn dit jaar weer stappen gezet. Beleidsplannen vinden steeds meer uitwerking in concrete acties die de bestaanszekerheid van inwoners van Caribisch Nederland verbetert. En zoals ook eerder in de brief geconstateerd is dat hard nodig. Want tegelijkertijd besef ik goed dat we nog steeds onderweg zijn. De komende jaren blijven in het teken staan van het verbeteren van de bestaanszekerheid. Ik kijk uit naar het rapport van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland en de perspectieven om bestaanszekerheid verder te verbeteren.
Mijn verwachtingen voor 2024, en de jaren die volgen, zijn hoog. Mijn ambitie eveneens. Het verbeteren van de bestaanszekerheid in Caribisch Nederland is en blijft een gezamenlijke opgave. Het vergt inzet op het verhogen van de inkomens en tegelijkertijd inzet op het verlagen van de kosten. Het is van belang dat de inwoners die in armoede leven worden bereikt. Dit vraagt om maatwerk en (meer) samenwerking tussen het Rijk en de openbare lichamen.
Afsluitend wil ik in deze brief nog van de gelegenheid gebruik maken om het openbaar lichaam Bonaire te complimenteren voor het organiseren van de werkconferentie over de aanpak van armoede. Op basis van gelijkwaardigheid gaan we meer opgavegericht en meer als één overheid in gezamenlijkheid verder. Hierbij wil ik ook bezien of en hoe we deze aanpak voor Sint Eustatius en Saba kunnen volgen. Ik maak mij sterk om samen met alle betrokken partijen de bestaanszekerheid in Caribisch Nederland te verbeteren.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
C.J. Schouten
Bijlage II, Slotverklaring Werkconferentie «SAMEN TEGEN ARMOEDE», 25 en 26 mei 2023. Bijlage III bevat daarnaast een kort verslag van mijn werkbezoek aan Bonaire.↩︎
Kamerstuk 35 925 IV, nr. 42.↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 34 775 IV, nr. 45.↩︎
Kamerstuk 36 200 IV, nr. 7.↩︎
Kamerstuk 36 200 XV, nr. 9. Overigens geldt dat het WML al enige tijd ruim boven het ijkpunt ligt.↩︎
Kamerstuk 36 200 XV, nr. 9.↩︎
Dit is inclusief «duurtetoeslag» voor inwoners van Sint Eustatius en Saba.↩︎
Kamerstuk 36 200 XV, nr. 9.↩︎
Kamerstuk 36 200, nr. 77.↩︎
Kamerstukken 36 200 VII en 36 200 IV, nr. 148.↩︎
Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 4 november 2022, nr. IENW/BSK-2022/260807, tot wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling drinkwater BES en rioolwaterzuiveringsinstallatie Bonaire 2018 tot en met 2024 (wijzigingen 2022-II).↩︎
Kamerstuk 36 200 IV, nr. 12.↩︎
Kamerstuk 36 200 IV, nr. 74.↩︎