Tekortschietende feitenonderzoeken in de jeugdbescherming
Schriftelijke vragen
Nummer: 2023D36279, datum: 2023-09-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2023Z14965).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P. Kwint, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van zaak 2023Z14965:
- Gericht aan: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Gericht aan: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2023Z14965
Vragen van de leden Kwint (SP) en Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over tekortschietende feitenonderzoeken in de jeugdbescherming (ingezonden 11 september 2023).
Vraag 1
Hoe verklaart u dat ondanks jarenlange inspanningen de verbeterplannen voor waarheidsvinding in de jeugdzorg nauwelijks geleid hebben tot daadwerkelijke verbeteringen?1
Vraag 2
Op welke manier gaat u er zelf voor zorgen dat de broodnodige verbeteringen op het gebied van het feitenonderzoek, en de rechtspositie van ouders en kinderen alsnog doorgang gaan vinden?
Vraag 3
Op welke manier heeft het kabinet geprobeerd bij te sturen gedurende de looptijd van het verbeterplan feitenonderzoek? Op welke momenten heeft u vinger aan de pols gehouden of ingegrepen? Hoe heeft u invulling gegeven aan uw systeemverantwoordelijkheid op dit specifieke punt?
Vraag 4
Deelt u de analyse van de onderzoekers dat 21 verbeterpunten die niet geprioriteerd worden leiden tot een onuitvoerbaar verbeterplan voor een sector die toch al overbelast is? Heeft u kenbaar gemaakt welke verbeterpunten met prioriteit moesten worden opgepakt?
Vraag 5
Zijn er bredere lessen te trekken uit de bevinding van de onderzoekers dat regionale samenwerking onvoldoende is opgepakt en dat verschillen tussen organisaties ertoe leiden dat verbeteringen onvoldoende van de grond komen? Deelt u onze conclusie dat meer centrale regie hier soelaas zou moeten bieden?
Vraag 6
Hoe is het mogelijk dat zelfs een betrekkelijk eenvoudig te nemen maatregel, zoals ouders en kinderen door middel van een waaier informeren over de basisvoorwaarden van een feitenonderzoek door een groot deel van de organisaties en regio’s niet is opgepakt? Dat zou toch de absolute ondergrens moeten zijn?
Vraag 7
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat elke rechter rekening gaat houden met de beschikbaarheid van de gezinsvoogd bij het inplannen van een zitting? Waarom is dit nog altijd niet de staande praktijk?
Vraag 8
Hoe kan het dat uit gesprekken met de sector drie duidelijke urgente verbeterpunten naar voren komen, terwijl gewerkt werd aan 21 verbeterpunten? Op welke manier gaat u alsnog met deze drie zaken aan de slag? Hoe wordt de Kamer op de hoogte gehouden van de voortgang?
Vraag 9
Op welke manier wordt de rechtspositie van ouders en kinderen nu concreet verbeterd? Wanneer zien ouders dat ze in de rechtszaal een gelijkwaardiger positie hebben dan nu het geval is? En dat waarheidsvinding in plaats van de opgeleverde feitenonderzoeken als gegeven beschouwen een grotere rol krijgt?
Vraag 10
Wilt u de vragen uit het schriftelijk overleg van 22 juni 2022 van het lid Omtzigt opnieuw beantwoorden?
Vraag 11
Kunt u een analyse geven dat iedereen ziet dat het feitenonderzoek niet op orde is, tot en met de Inspectie toe, die vorig jaar welgeteld nul onderzoeken zonder fouten vond en iedereen toch gewoon op dezelfde voet doorgaat?
Vraag 12
Kunt u aangeven of de Raad voor de Kinderbescherming (Rvdk) en de gecertificeerde instellingen (GI's) aan feitenonderzoek doen conform artikel 3.3 van de Jeugdwet? Kunt u dit zeer precies onderbouwen?
Vraag 13
Indien het antwoord op de vorige vraag niet onomwonden ja is, wat gaat u dan doen om ervoor te zorgen dat het wel gebeurt?
Vraag 14
Hoeveel kinderen zijn volgens u onterecht uit huis geplaatst omdat het feitenonderoek niet deugde?
Vraag 15
Wat is uw reactie op de conclusie: «We stellen vast dat een koppeling tussen de uitvoering van het Actieplan en het doelbereik niet te maken valt. Het is onmogelijk om binnen dit onderzoek uitspraken te doen over causale relaties, laat staan de relatie tussen uitgevoerde acties en de kwaliteit van feitenonderzoek. Niet alleen wordt in het Actieplan geen koppeling gemaakt van de acties met beoogde, concrete en meetbare effectdoelen, ook zijn de acties zodanig en breed gekozen dat maar beperkt doelbereik ten aanzien van de kwaliteit van feitenonderzoek kan worden verwacht. Voorts zijn de acties slechts ten dele geland in de regio’s waardoor verwachte effecten. achterblijven. Een andere reden is dat naast het Actieplan ook andere initiatieven en gewenste uitvoeringspraktijken zijn ingezet die gericht zijn op kwaliteitselementen die met het Actieplan zijn nagestreefd.»?
Vraag 16
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum, 7 september 2023, Hoe te komen tot een verbetering van feitenonderzoek (repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3289).↩︎