Opbrengst actieagenda schadelijke praktijken en vervolginzet alsmede een beleidsreactie naar aanleiding van de resolutie omtrent huwelijkse gevangenschap
Aanpak huiselijk geweld
Brief regering
Nummer: 2023D36952, datum: 2023-09-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28345-268).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Mede ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Beslisnota bij Kamerbrief over opbrengst actieagenda schadelijke praktijken en vervolginzet alsmede een beleidsreactie naar aanleiding van de resolutie omtrent huwelijkse gevangenschap
- Routekaart schadelijke praktijken
- Rapportage behaalde resultaten en uitgevoerde activiteiten uit de actieagenda schadelijke praktijken 2020-2022
Onderdeel van kamerstukdossier 28345 -268 Aanpak huiselijk geweld.
Onderdeel van zaak 2023Z15247:
- Indiener: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Medeindiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- : Maatschappelijk domein (inclusief Huiselijk geweld, kindermishandeling en geweld in afhankelijkheidsrelaties) (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-26 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-27 15:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
28 345 Aanpak huiselijk geweld
31 015 Kindermishandeling
Nr. 268 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 september 2023
Schadelijke praktijken zijn ernstige vormen van huiselijk geweld die niet passen bij de normen en waarden van onze Nederlandse samenleving. Zij beperken mensen in hun rechten en vrijheden en zijn daarmee een schending van de mensenrechten. Deze praktijken kunnen verschillende vormen aannemen, waarbij het Kabinet zich met name richt op de aanpak van vrouwelijke genitale verminking (VGV), eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap. Hoewel deze geweldsvormen nog te veel onder de radar blijven en harde cijfers ontbreken, blijkt uit 1500 meldingen per jaar bij Veilig Thuis1 en vele signalen bij andere organisaties dat in Nederland nog altijd duizenden mensen – vaak jongeren – te maken krijgen met schadelijke praktijken. Vaak gaat dit om ernstige vormen van mishandeling. Het is onacceptabel dat deze praktijken voorkomen in onze samenleving en elk nieuw slachtoffer is er een te veel.
Om schadelijke praktijken in beeld te krijgen, te stoppen en duurzaam op te lossen hebben de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Minister voor Rechtsbescherming – mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Minister van Buitenlandse Zaken (BZ) – uw Kamer in februari 2020 de actieagenda schadelijke praktijken toegezonden.2 Met deze impuls hebben wij stevig ingezet op preventie, (vroeg)signalering, hulpverlening en repressie van schadelijke praktijken. De actieagenda liep tot eind 2022, maar de maatschappelijke opgave voor het voorkomen en bestrijden van deze vormen van geweld blijft bestaan. Wij gaan daarom onverminderd voort met de inzet op het voorkomen en bestrijden van deze vormen van geweld.
Met deze brief informeren wij uw Kamer – mede namens de eerdergenoemde bewindspersonen – over:
1. De resultaten uit de actieagenda schadelijke praktijken 2020–2022;
2. De vervolginzet in de aanpak schadelijke praktijken;
3. Een beleidsreactie naar aanleiding van de resolutie van de Raad voor Europa over huwelijkse gevangenschap.
1. De resultaten uit de actieagenda schadelijke praktijken 2020–2022
Er is gedurende de looptijd van de actieagenda veel in gang gezet, met dank aan de inzet van velen. In het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de aanpak van huiselijk geweld waaronder schadelijke praktijken. Wij vinden het belangrijk om deze aanpak vanuit het Rijk aan te jagen en te faciliteren. De belangrijkste resultaten en activiteiten sinds de aan uw Kamer aangeboden voortgangsrapportages3, betreft onderstaande acties:
a. Professionalisering
b. Voorlichting in gemeenschappen waar schadelijke praktijken voorkomen
c. Routekaart schadelijke praktijken voor gemeenten
d. Erkenning van kindhuwelijken
e. Signalering van schadelijke praktijken door grenspersoneel
f. Inzet op meer verbinding en inzicht
g. Inwerkingtreding van de wet Huwelijkse gevangenschap per 1 juli 2023
Hieronder gaan wij nader in op deze resultaten en activiteiten. Als bijlage bieden wij u een rapportage aan over de overige behaalde resultaten en uitgevoerde activiteiten.
a. Professionalisering
Pharos heeft zich samen met partners ingezet om de leidraad medische zorg voor vrouwen en meisjes met vrouwelijke genitale verminking breed onder de aandacht te brengen bij relevante medische beroepsgroepen (bijvoorbeeld: verloskundigen, gynaecologen en plastisch chirurgen) en te implementeren. Op 21 juni 2022 is de leidraad onder de aandacht gebracht in een webinar. Deze webinar is in het najaar van 2022 beschikbaar gesteld als opleidingsmateriaal voor relevante beroepsgroepen waarbij Pharos zich heeft ingezet om het Webinar opgenomen te krijgen in relevante (na)scholingsmomenten. Daarbij is ook een animatiefilmpje beschikbaar over vrouwelijke genitale verminking. In aanvulling hierop is er een e-learning ontwikkeld voor een brede groep professionals in de domeinen zorg, onderwijs en veiligheid, waarin zij informatie krijgen over het signaleren van schadelijke praktijken en welke handelingsmogelijkheden er zijn bij signalen. De e-learning is op 22 juni 2022 gelanceerd en in september 2022 bij verschillende organisaties onder de aandacht gebracht. De e-learning wordt de komende periode opnieuw onder de aandacht gebracht bij professionals om het gebruik hiervan te stimuleren binnen de betrokken beroepsgroepen.
b. Voorlichting in gemeenschappen waar schadelijke praktijken voorkomen
De Federatie van Somalische Associaties Nederland (FSAN) heeft – in samenwerking met zelforganisaties4 – in verschillende steden voorlichtingsbijeenkomsten voor risicogroepen van schadelijke praktijken georganiseerd. Middels de voorlichtingsbijeenkomsten zijn deelnemers uit de risicogroep bereikt en honderden exemplaren van de strafbaarheidsverklaring VGV verspreid. Deze verklaring, ook wel bekend als de «Verklaring tegen meisjesbesnijdenis», is een document dat mensen mee kunnen nemen op reis om aan de familie in het buitenland te laten zien dat vrouwelijke genitale verminking in Nederland strafbaar is en zeer schadelijk voor de gezondheid. Daarnaast is de doelgroep ook bereikt doordat er door sleutelpersonen in verschillende steden huiskamergesprekken en huisbezoeken zijn gevoerd over schadelijke praktijken.
c. Routekaart schadelijke praktijken voor gemeenten
Er is een routekaart schadelijke praktijken voor gemeenten ontwikkeld. De routekaart geeft handvatten om de ketenaanpak van schadelijke praktijken in te richten en te versterken, met goede voorbeelden uit gemeenten die een ontwikkelde aanpak hebben. Naast gemeenten kunnen ook Veilig Thuis-organisaties en andere relevante ketenpartners gebruik maken van de routekaart. De routekaart is toegevoegd als bijlage bij deze brief. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft de routekaart verspreid onder gemeenten en Veilig Thuis organisaties en toegelicht in een Webinar.
d. Erkenning van kindhuwelijken
Uw Kamer is op 22 maart 2022 per brief geïnformeerd over het besluit om erkenning van kindhuwelijken nadat beide huwelijkspartners de meerderjarige leeftijd hebben bereikt niet categorisch uit te sluiten.5 Redenen hiervoor zijn dat een dergelijke maatregel de rechtspositie schaadt van de betrokken partners, het niet bijdraagt aan de bescherming tegen kindhuwelijken omdat hiermee naar verwachting in het buitenland geen kindhuwelijk minder om wordt gesloten, en het in strijd kan komen met het verdragsrechtelijk gewaarborgde recht op familie- en gezinsleven. Onze inzet is en blijft gericht op het voorkomen en bestrijden van gedwongen kindhuwelijken door middel van een gerichte nationale en internationale aanpak die stevig inzet op de preventie van dit soort praktijken en het beschermen van slachtoffers daarvan.
e. Signalering van schadelijke praktijken door grenspersoneel
Samen met de betrokken partijen waaronder luchthaven Schiphol, NIDOS en de Koninklijke Marechaussee (hierna: KMar) is besloten om de alertheid te verhogen bij vluchten naar het buitenland waarbij meisjes het gevaar lopen om slachtoffer te worden van vrouwelijke genitale verminking. Door de KMar zijn – in afstemming met Veilig Thuis – grensgerelateerde signalen opgesteld voor het grenspersoneel op de luchthavens om mogelijke slachtoffers tijdig in het vizier te krijgen en (potentieel) slachtofferschap te voorkomen. Op deze wijze dragen de grensgerelateerde signalen bij aan de verhoogde alertheid en informatiegestuurd werken. Dit biedt grenspersoneel een handelingsperspectief bij vermoedens van slachtofferschap. De nieuwe werkinstructie zal aan de hand van trainingsdagen onder de aandacht worden gebracht bij het huidige grenspersoneel en tevens geïntegreerd worden in het opleidingsprogramma van het nieuwe grenspersoneel. Een jaar na de start van deze werkinstructie evalueren wij de verhoogde alertheid op het gebied van vrouwelijke genitale verminking en informeren wij uw Kamer hierover.
Om vrouwelijke genitale verminking blijvend te bestrijden is inzet aan de voorkant (voor vertrek naar het buitenland) essentieel, signalering op de luchthaven is daarbij een laatste redmiddel. Wij blijven ons inzetten om vrouwelijke genitale verminking te voorkomen, op te sporen en te stoppen via de genoemde acties in deze brief. Daarbij is er ook uitvoering gegeven aan de motie van Kamerleden Agema en Maeijer om een scherper en actiever opsporingsbeleid te voeren op het gebied van vrouwelijke genitale verminking.6
f. Inzet op meer verbinding en inzicht
Uit de gesprekken met maatschappelijke partijen bij het opstellen van de actieagenda en het onderliggende verkennende rapport kwam naar voren dat het hulpverleningsveld versnipperd is.7 Het is voor slachtoffers en professionals (die schadelijke praktijken moeten kunnen signaleren en melden) niet altijd duidelijk tot wie zij zich – voor de verschillende verschijningsvormen van schadelijke praktijken – kunnen richten voor hulp of waar zij een melding kunnen doen. Om deze reden is in de actieagenda opgenomen dat er één landelijk expertisecentrum voor schadelijke praktijken zou komen.
Omdat wij met de betrokken organisaties niet tot overeenstemming konden komen over één expertisecentrum hebben wij besloten dit anders vorm te geven. Het doel van deze maatregel was om de specifieke expertise die bij verschillende partijen aanwezig is, beter met elkaar in verbinding te brengen en daarmee naar buiten toe meer structuur en duidelijkheid te bieden. Bijvoorbeeld in het voeren van regie, de communicatie omtrent deze casussen, doorverwijzen bij hulpverlening en het verlenen van hulp aan slachtoffers in het buitenland.
De komende tijd zetten wij samen met de betrokken organisaties in op het versterken van de samenwerking om toch aan dit doel te kunnen voldoen. Ook de eerdergenoemde routekaart schadelijke praktijken voor gemeenten en Veilig Thuis organisaties is een deel van het antwoord op de behoefte aan een betere ketenaanpak, doordat de kaart inzichtelijker maakt wat er nodig is om de stappen in de ketenaanpak goed vorm te geven waar het gaat om de signalering en melding van schadelijke praktijken, het toeleiden naar passende zorg en het bieden van preventie, veiligheid en hulp. De routekaart geeft verder een overzicht van betrokken organisaties en waar men terecht kan voor informatie, advies en hulp.
g. Inwerkingtreding van de wet Huwelijkse gevangenschap
Huwelijkse gevangenschap is een vorm van een schadelijke praktijk waarbij iemand tegen zijn/haar wil in een (religieus) huwelijk vastzit. Het is een ernstige schending van het zelfbeschikkingsrecht. Per 1 juli 2023 kunnen slachtoffers van huwelijkse gevangenschap – op grond van de wet Huwelijkse gevangenschap – hun partners via de rechter verplichten om medewerking te verlenen aan het beëindigen van een (religieus) huwelijk. Daarnaast zetten wij ons middels voorlichting in op het voorkomen van huwelijkse gevangenschap, maar ook op het bieden van hulp aan slachtoffers die een uitweg zoeken.
2. De vervolginzet in de aanpak schadelijke praktijken
De looptijd van de actieagenda is weliswaar voorbij, de maatschappelijke opgave voor het voorkomen en bestrijden van schadelijke praktijken blijft bestaan. Wij gaan daarom onverminderd voort met de inzet op het beter in beeld krijgen, stoppen en duurzaam oplossen van deze vormen van geweld. Vanwege de verantwoordelijkheid van gemeenten in de aanpak van schadelijke praktijken stelt het Rijk hen in staat om hun rol in te nemen door de inzet van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te faciliteren. Wij willen de vervolginzet verder op de volgende manieren realiseren. Wij gaan achtereenvolgens in op onder andere:
− Meerjarenplan Zelfbeschikking 2022–2025
− Allianties emancipatiebeleid
− Internationale samenwerking
− Deskundigheidsbevordering
− Goed vindbare en laagdrempelige hulp
− Zicht op prevalentie
− Huwelijkse uitbuiting
− Preventieve beschermingsbevelen
Meerjarenplan Zelfbeschikking 2022–2025
Uw Kamer is op 4 november 2022 geïnformeerd over het Meerjarenplan Zelfbeschikking 2022–2025 (Kamerstukken 35 341 en 32 175, nr. 17). De inzet van het Meerjarenplan Zelfbeschikking kan als één van de vervolgacties worden gezien van de actieagenda schadelijke praktijken. Om schadelijke praktijken te voorkomen werkt de Minister van SZW – samen met de Minister van OCW en in aansluiting op initiatieven in het onderwijs-, zorg- en strafrechtdomein – aan het bevorderen van zelfbeschikking binnen gesloten gemeenschappen.
Via inzet op bewustwording en het in gang zetten van een mentaliteitsverandering in gesloten gemeenschappen – zoals conservatieve religieuze, migranten- en vluchtelingengemeenschappen – draagt de Minister van SZW eraan bij om groepen in hun kracht te zetten die een beperkte zelfbeschikking ervaren op grond van (restrictieve) normen binnen uiteenlopende etnische en religieuze groepen.
Naast inzet op een mentaliteitsverandering zet het Meerjarenplan Zelfbeschikking ook in op financiële onafhankelijkheid en duurzame participatie van vrouwen met een migratieachtergrond die nu leven in een afhankelijkheidssituatie. Aanvullend zet het Meerjarenplan in op het bevorderen van het cultuur- en gendersensitief werken van professionals en vrijwilligers die zijn betrokken bij de preventie en aanpak van geldzorgen, armoede en schulden. Tot slot biedt het Meerjarenplan ondersteuning aan professionals en ouders bij opvoedingsvragen die samenhangen met het thema Zelfbeschikking.
Uw Kamer is op 11 september nader geïnformeerd over de voortgang van de acties uit het Meerjarenplan Zelfbeschikking (Kamerstuk 35 341, nr. 19).
Project Zelfie
In aanvulling op het Meerjarenplan Zelfbeschikking wordt – binnen de subsidieronde Economische Zelfstandigheid van het programma Vakkundig aan het Werk – door het Ministerie van OCW onder andere uitvoering gegeven aan het project Zelfie, een project in Den Bosch gericht op de arbeidstoeleiding van vrouwelijke statushouders met weinig of geen opleiding. De vrouwen volgen een empowermenttraject en werken aan kennis en vaardigheden om vervolgens met hulp van een jobcoach op zoek te gaan naar een baan of vrijwilligerswerk. Het stimuleren van arbeidsparticipatie – in het bijzonder van sociaaleconomisch kwetsbare vrouwen – is van groot belang om de sociale weerbaarheid van vrouwen te vergroten en kan hen minder kwetsbaar maken voor schadelijke praktijken.8 Het project loopt nog tot eind 2024.
Allianties emancipatiebeleid
Uw Kamer is op 13 februari 2023 per brief9 geïnformeerd over de strategische partnerschappen met allianties van maatschappelijke organisaties om te werken aan emancipatiedoelen. De alliantie Verandering van Binnenuit 2.0 (AVB2.0) draagt bij aan de aanpak van schadelijke praktijken door te werken aan het realiseren van gendergelijkheid en lhbtiq+ gelijkheid in de Nederlandse samenleving.10 De alliantie zet in op het van «binnenuit» verandering bevorderen in gesloten gemeenschappen, door gespreksleiders en andere «voortrekkers» in te zetten met een vergelijkbare culturele en/of religieuze achtergrond. De alliantie beoogt een normverandering te bereiken door het uitvoeren van interventies gericht op omstanders en getroffenen van gender- en lhbti-ongelijkheid, -geweld en -discriminatie. Ook gaat zij gemeenten en professionals die werkzaam zijn binnen het sociaal domein betrekken bij dit proces. Zo zal de alliantie bijvoorbeeld advies geven aan gemeenten over hoe zij verandering in de gemeenschappen binnen hun regio kunnen faciliteren. Via workshops voor lokale informele sleutelpersonen en sociaal professionals deelt zij inhoudelijke kennis en inzichten over schadelijke praktijken als eergeweld, huwelijksdwang, homodiscriminatie en hoe dit speelt binnen gesloten gemeenschappen.
Project SAMEN
De Minister van OCW co-financiert het project Strengthened Assistance for Migrant Empowerment in the Netherlands (SAMEN) van de Internationale Organisatie voor Migratie en Dokters van de Wereld. Binnen dit project wordt onder meer ingezet op het geven van voorlichting en het bieden van hulp en coaching in de strijd tegen seksueel en gendergerelateerd geweld – waaronder schadelijke praktijken – onder kwetsbare migranten van alle gendertypen en het opzetten van een platform voor uitwisseling van ervaringen en kennis tussen verschillende stakeholders (gemeenten, lhbtiq+ vertegenwoordigers, slachtoffers van seksueel en gendergerelateerd geweld, zorgverleners, integratiedeskundigen, politie, online hulpplatforms, opvangcentra en migrantenorganisaties). Het project loopt nog tot augustus 2024.
Inzet voor slachtoffers van schadelijke praktijken in het buitenland
Het Ministerie van BZ levert consulaire bijstand aan slachtoffers van huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap en achterlating in het buitenland. Het ministerie werkt in deze casuïstiek nauw samen met het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA).
Er is tot nu toe in 2023 één consulaire hulpvraag geweest van een slachtoffer van huwelijkse gevangenschap. Het slachtoffer is dankzij ondersteuning van het Ministerie van BZ, de IND en het LKHA teruggekeerd naar Nederland. Het Ministerie van BZ beziet per individueel geval in samenwerking met het LKHA de mogelijkheden om het slachtoffer zo goed mogelijk bij te staan. Daarbij moet wel rekening gehouden worden met lokale wetgeving, met name als er sprake is van een strafbaar feit. Dit valt onder de jurisdictie van het land. Nederland kan niet interveniëren in de rechtsgang van een ander land.
Internationale samenwerking
Het Ministerie van BZ heeft ervoor gepleit om in de VN resolutie (A/HRC/53/L.3/Rev.1) Child, Early and Forced Marriage naast huwelijksdwang ook huwelijkse gevangenschap op te nemen. Dit is succesvol geweest en de resolutie is op 13 juli 2023 aangenomen.
Er is nauw contact met EU-lidstaten om informatie uit te wisselen over het bijstaan van slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating. Het Ministerie van BZ draagt via het postennetwerk bij aan het vinden van NGO’s en lokale hulporganisaties voor hulp bij de opvang van slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating in het buitenland. Tot slot zullen ambassades, waar mogelijk en opportuun, in contact treden met de lokale autoriteiten over huwelijksdwang en achterlating.
Aanvullende acties gericht op het creëren van bewustwording
De Staatssecretaris van VWS zet in op een aantal aanvullende acties gericht op het creëren van bewustwording van schadelijke praktijken onder slachtoffers en omstanders.
− Er wordt een vervolg gegeven aan de in 2022 succesvol uitgevoerde voorlichtingscampagne «Recht op nee», waarbij huwelijkse gevangenschap als nieuw thema is toegevoegd. Deze campagne bevat zowel online als offline materiaal en is speciaal gericht op jongeren.
− Vanuit de actieagenda is een subsidie verleend aan Federatie van Somalische Associaties in Nederland (FSAN)voor het project «Verandering door verbinding met sleutelpersonen», met als doel schadelijke praktijken tegen te gaan, door de directe betrokkenheid van sleutelpersonen in gemeenschappen waar deze praktijken voorkomen. Deze subsidie loopt tot augustus 2024. Gedurende de resterende looptijd zal FSAN huiskamergesprekken en huisbezoeken uitvoeren en regionale verbinders en trainers voor sleutelpersonen blijven rekruteren. De komende tijd wordt onderzocht hoe een vervolg gegeven kan worden aan het ondersteunen van migranten- en zelforganisaties ten behoeve van het creëren van bewustwording en of en hoe dit aanvullend is op de acties die in datzelfde kader vanuit het Meerjarenplan Zelfbeschikking en de Emancipatienota worden ondernomen.
− Voor het creëren van bewustwording is de Verklaring VGV, ook wel bekend als «Verklaring tegen meisjesbesnijdenis» een belangrijk instrument. Deze verklaring is bestemd voor ouders afkomstig uit risicolanden die van plan zijn om op vakantie te gaan naar hun land van herkomst. Jeugdgezondheidszorgprofessionals kunnen deze verklaring meegeven aan deze ouders, zodat zij op vakantie in het buitenland hun familieleden kunnen informeren over de consequenties en strafbaarheid van meisjesbesnijdenis. Ouders kunnen zo hun dochters beter beschermen tegen vrouwelijke genitale verminking. Deze verklaring is beschikbaar in diverse talen. Deze verklaring krijgt een update zodat hij meer effect kan hebben. Hierbij wordt gekeken naar voorbeelden uit het buitenland.
Deskundigheidsbevordering
Naast de bewustwording van slachtoffers en omstanders zetten wij vol in op het herkennen van signalen van schadelijke praktijken door professionals, het bieden van handelingsperspectief en het doorbreken van handelingsverlegenheid onder professionals. Zij hebben een cruciale rol in de aanpak en die willen wij op de volgende manieren ondersteunen en stimuleren.
− Om schadelijke praktijken in de zorg- en onderwijssector tegen te gaan is het noodzakelijk dat zorg- en onderwijspersoneel weet wat te doen bij vermoedens van schadelijke praktijken. De Staatssecretaris van VWS en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zetten zich in om professionals hierin zo goed mogelijk te ondersteunen. Om te stimuleren dat zij bij vermoedens altijd advies vragen voor een goede afweging van de situatie, wordt onderzocht hoe – als verplicht onderdeel van het stappenplan in het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling – een adviesplicht opgenomen kan worden en wat de meerwaarde hiervan is. Ook zal onderzocht worden wat de verwachte effecten zijn van het invoeren van een dergelijke adviesplicht bij vermoedens van schadelijke praktijken. In het onderzoek worden de voordelen van invoering van een adviesplicht afgewogen tegen de mogelijke nadelen en uitvoerbaarheid. Met het inwinnen van advies wordt een professional door een deskundige op het gebied van schadelijke praktijken bijgestaan én ontvangt de professional een passend advies voor de situatie, zodat het vermoedelijke slachtoffer zo goed mogelijk geholpen kan worden. In de eerste helft van 2024 zijn de onderzoeksresultaten naar verwachting gereed. Deze resultaten zullen we met uw Kamer delen.
− Kennis over schadelijke praktijken wordt meegenomen in het speerpunt Deskundigheidsbevordering van de verbeterde inzet ten aanzien van gendergerelateerd geweld. Over die extra inzet wordt uw Kamer in september geïnformeerd.
− De Staatssecretaris van VWS is voornemens subsidie te verlenen aan Pharos waarmee de «Richtlijnmodule voor de preventie van vrouwelijke genitale verminking door de Jeugdgezondheidszorg» ontwikkeld en geïmplementeerd kan worden. Deze richtlijn vervangt het «Standpunt Preventie van Vrouwelijke Genitale Verminking door de Jeugdgezondheidszorg». Het huidige standpunt is verouderd. Uit een traject waar Pharos in gesprek ging met relevante stakeholders binnen de Jeugdgezondheidszorg bleek dat er een «taaktrigger» nodig is om registratie van vrouwelijke genitale verminking te optimaliseren. De richtlijn moet hierin gaan voorzien omdat het zorgt voor meer duidelijkheid en houvast voor professionals die betrokken zijn bij de preventie, signalering en melding van vrouwelijke genitale verminking. Omdat de richtlijnmodule een onderdeel is van de richtlijn Kindermishandeling zal er ook aandacht worden besteed aan de stappen van de Meldcode kindermishandeling. Het doel is om de richtlijnmodule breed te verspreiden en professionals te stimuleren om er naar te handelen en daarmee te komen tot een betere signalering en registratie van vrouwelijke genitale verminking. Ter bevordering van de implementatie van de richtlijnmodule wordt een Slimme Richtlijnmodule ontwikkeld, een beslissingsondersteunende tool die professionals helpt bij het voeren van gesprekken met ouders, het inschatten van risico's en het nemen van weloverwogen beslissingen.
− Tot slot verkent de Staatssecretaris van VWS in gesprek met Pharos en Rutgers de mogelijkheden hoe eerstelijnszorgprofessionals middels deskundigheidsbevordering ondersteund kunnen worden in het omgaan met handelingsverlegenheid. Huisartsen en verpleegkundigen hebben een belangrijke rol in het signaleren en bespreekbaar maken van schadelijke praktijken, maar ervaren rondom dergelijke taboeonderwerpen handelingsverlegenheid door een gebrek aan kennis, deskundigheid en ervaring11. Begin 2024 wordt uw Kamer hier verder over geïnformeerd. Voor onderwijs wordt er ook gericht gekeken welke mogelijkheden er zijn om in te zetten op deskundigheidsbevordering.
Goed vindbare en laagdrempelige hulp
Het is belangrijk dat laagdrempelige hulpdiensten goed vindbaar zijn en de toegang laagdrempelig is, voor zowel slachtoffers als plegers. Onder laagdrempelige hulpdiensten verstaan wij alle vormen van hulp waar geen beschikking voor nodig is. Het gaat hierbij om laagdrempelige hulp voor verschillende doelen, zoals het kunnen doen van een melding, het krijgen van een luisterend oor of het ontvangen van of verwijzen naar hulp.
Mede naar aanleiding van de actieagenda schadelijke praktijken heeft het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van het Ministerie van VWS in 2022 onderzoek gedaan naar laagdrempelige hulpdiensten voor slachtoffers en plegers van dit soort geweld. Onderzocht is wat de ervaringen en behoeften van slachtoffers en plegers van geweld in afhankelijkheidsrelaties zijn ten aanzien van de vindbaarheid, toegankelijkheid en waardering van de laagdrempelige hulp en hoe deze behoeften zich verhouden tot het aanbod van laagdrempelige hulpdiensten.
De resultaten van dit onderzoek zijn begin 2023 gedeeld met uw Kamer.12
De onderzoekers concluderen dat het huidige aanbod in principe voorziet in laagdrempelige hulp voor alle geweldsvormen in afhankelijkheidsrelaties13; er is altijd een organisatie voor elk type van geweld beschikbaar. Toch concluderen de onderzoekers dat ondanks het enorme aanbod, slechts een deel van de slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelatie wordt bereikt.
De onderzoekers doen verschillende suggesties voor verbeteringen. De Staatssecretaris van VWS wil samen met de Minister voor Rechtsbescherming opvolging geven aan de suggesties voor verbetering van laagdrempelige hulp. Het gaat dan concreet om de organisatie van het landschap van laagdrempelige hulpverlening, de kwaliteit van meldpunten en de vindbaarheid van meldpunten. Momenteel worden samen met de VNG gesprekken gevoerd met relevante stakeholders over het benutten van de opbrengsten van het onderzoek.
Zicht op prevalentie
Steeds weer blijkt dat wij onvoldoende weten van de mate waarin schadelijke praktijken voorkomen. Deze geweldsvormen blijven vaak verborgen omdat zij veelal plaatsvinden in gesloten gemeenschappen. Ondanks deze uitdaging blijven wij ons inspannen om zoveel mogelijk zicht te krijgen op de omvang van de problematiek om dit zo effectief mogelijk aan te kunnen pakken en slachtoffers zo goed mogelijk te helpen. Daarom bouwen wij voort op eerdere inspanningen om actuele aantallen te hebben zodat wij effectief beleid kunnen maken. In 2011 heeft Pharos een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar het kwantitatief in kaart brengen van complexe en gevoelige onderwerpen. Vervolgens is in 2019 zowel een prevalentieonderzoek vrouwelijke genitale verminking gedaan14 en een verkenning naar de aard en omvang van schadelijke praktijken15. In de verkenning blijkt dat er over huwelijksdwang en achterlating geen harde cijfers beschikbaar zijn. Zicht op prevalentie is dus hard nodig, ook om ontwikkelingen in kaart te kunnen brengen. Tijdens de periode van de actieagenda heeft Pharos zich ingezet om registratie van schadelijke praktijken te stimuleren om zo beter zicht te krijgen op de omvang van de problematiek. Dit is gedaan door, in nauwe samenwerking met andere (kennis)partijen en migranten- en zelforganisaties, de VGV-registratiesystemen voor verloskundigen en de JGZ te optimaliseren. Ook is er ingezet op het geven van bekendheid aan en monitoren van de medische leidraad zorg voor vrouwen met vrouwelijke genitale verminking. Wij gaan verder met inspanningen om zicht te krijgen op prevalentiecijfers omdat meer begrip nodig is over hoe wijdverspreid schadelijke praktijken zijn in Nederland en welke vormen zij aannemen. Daarom is de Staatssecretaris van VWS voornemens onderzoek uit te laten voeren door Pharos waarmee inzicht wordt verkregen in de omvang van schadelijke praktijken (ook huwelijkse gevangenschap) in Nederland en waarmee in kaart wordt gebracht wat de huidige sociale normen binnen de doelgroep zijn ten aanzien van deze praktijken.
Huwelijkse uitbuiting
Tijdens het Wetgevingsoverleg16 op 9 november 2020 is door de Minister voor Rechtsbescherming benoemd dat in samenspraak met ketenpartners en wetenschappers zou worden verkend of en, zo ja, hoe een wijziging van de strafbaarstelling van mensenhandel (artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht) zou kunnen bijdragen aan de bestrijding van handel in en uitbuiting van mensen, en het profiteren daarvan. Het verslag hiervan heeft de Tweede Kamer op 1 juli 2021 ontvangen. In het coalitieakkoord is vervolgens opgenomen dat het Kabinet een traject zal starten om artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht te moderniseren om vervolging van daders te verbeteren. In dit traject zouden ook de vragen rondom huwelijkse uitbuiting betrokken worden. Een wetsvoorstel dat strekt tot deze modernisering beoogt het wetsartikel waarin mensenhandel is strafbaar gesteld over de gehele linie toegankelijker te maken en voorziet in een uitbreiding van de strafbaarheid ten aanzien van ernstige misstanden in de arbeidssfeer en het profijttrekken uit mensenhandel. Dit voorstel is tot 25 april 2023 door de Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in consultatie gegeven. Hoewel huwelijkse uitbuiting niet specifiek in het wetsvoorstel is opgenomen, blijft uitbuiting, in welke vorm dan ook, op grond van dit artikel strafbaar, ook als die zich voordoet in de context van een huwelijk. Alle vormen van uitbuiting zijn via de strafbaarstelling van mensenhandel strafbaar gesteld. Specifieke strafbaarstelling van bepaalde vormen van uitbuiting, zoals huwelijkse uitbuiting, is daartoe niet nodig.
Voorts kunnen wij melden dat de Europese Commissie op 19 december 2022 een voorstel heeft gedaan voor de herziening van Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan17. Hierin worden gedwongen huwelijken met een uitbuitingsaspect ook meegenomen binnen de aanpak als een vorm van mensenhandel. Dit was reeds mogelijk op basis van overweging 11 van de Richtlijn. Door opname in de bepalingen zelf wordt er meer gewicht gegeven aan dit fenomeen en de noodzaak om dit aan te pakken. De Minister van BZ heeft op 24 februari jl. het BNC-fiche ten aanzien van de voorgestelde richtlijn naar de Tweede Kamer en Eerste Kamer gestuurd.18 Van begin januari tot en met 17 mei jl. hebben de onderhandelingen op Raadsniveau plaatsgevonden en is namens Nederland in lijn met het BNC-fiche onderhandeld. Op 17 mei jl. is de Raad tot een «general approach» gekomen waar Nederland zich goed in kan vinden. Vervolgens is deze laatste versie van de tekst vastgesteld tijdens de JBZ-Raad op 8 en 9 juni (Kamerstuk 32 317, nr. 843).
Naar verwachting zullen in oktober 2023 de onderhandelingen tussen de Commissie, de Raad en het EP plaatsvinden binnen de trilogen. Na deze triloog, en de bijhorende onderhandelingen, zal de herziene richtlijn vastgesteld worden.
Preventieve beschermingsbevelen
Dit najaar start het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum een onderzoek naar de inzet van preventieve beschermingsbevelen bij vermoedens van schadelijke praktijken, waaronder vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en achterlating in het buitenland. Samen met de betrokken organisaties en juridisch deskundigen zullen de huidige mogelijkheden om potentiële slachtoffers te beschermen binnen het civiele recht en het strafrecht in kaart worden gebracht alsook mogelijke oplossingen voor ervaren knelpunten. De Minister voor Rechtsbescherming verwacht uw Kamer de eerste helft van 2024 te informeren over de onderzoeksresultaten.
3. Beleidsreactie naar aanleiding van de resolutie over huwelijkse gevangenschap
Tijdens het Eerste Kamerdebat van 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 9) inzake de twee aangenomen wetsvoorstellen19 tegengaan huwelijkse gevangenschap heeft de Minister voor Rechtsbescherming toegezegd om vanuit het Kabinet een gezamenlijke reactie te geven op de aanbevelingen in de aangenomen resolutie van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa «Finding solutions for marital captivity»20. Hierbij reageren wij op deze aanbevelingen en zetten wij uiteen welke inspanningen door Nederland worden geleverd op het terrein van huwelijkse gevangenschap.
Wij zijn voormalig senator De Boer erkentelijk voor het inbrengen van deze resolutie en de daarin opgenomen aanbevelingen. Het werpt licht op een verborgen probleem binnen onze maatschappij dat een duurzame en effectieve aanpak behoeft. Huwelijkse gevangenschap is een situatie waarin iemand tegen haar of zijn wil in een (religieus) huwelijk blijft, omdat het niet lukt om een ontbinding van dat huwelijk te krijgen.21 Een persoon gevangenhouden in een relatie of huwelijk is een schending van een van de meest fundamentele mensenrechten, namelijk het recht op (individuele) zelfbeschikking. Dit recht geeft eenieder de vrijheid om een relatie met een ander aan te gaan en deze desgewenst te verbreken. Hoewel er weinig concrete cijfers bekend zijn over het aantal slachtoffers van huwelijkse gevangenschap, mede omdat de problematiek zich achter de voordeur afspeelt, blijkt uit prevalentieonderzoek van het Verwey-Jonker Instituut dat zich in Nederland in de jaren 2011 en 2012 naar schatting tussen de 450 en 1700 gevallen van huwelijkse gevangenschap hebben voorgedaan22.
Aanbevelingen
In de resolutie worden verschillende vormen van huwelijkse gevangenschap genoemd. Zo zijn er – onder meer – situaties waarin personen zowel een wettelijk huwelijk als een religieus huwelijk met elkaar aangaan, zij dat wettelijk huwelijk op enig moment ontbinden, terwijl dat religieuze huwelijk blijft voortbestaan. Voor die situaties is de wet tegengaan huwelijkse gevangenschap in het leven geroepen. Met deze wet, die sinds 1 juli 2023 van kracht is, kan een slachtoffer de rechter tijdens een civiele echtscheiding vragen om de partner te verplichten om zijn/haar medewerking te verlenen aan het beëindigen van het religieuze huwelijk. Om meer bewustwording te creëren en handelingsperspectief te bieden voor professionals, juridisch deskundigen en omstanders heeft de Minister voor Rechtsbescherming informatiemateriaal ontwikkeld. Hierin worden (onder meer) de signalen van huwelijkse gevangenschap en de juridische mogelijkheden om huwelijkse gevangenschap te voorkomen of te beëindigen beschreven. Deze informatie is, met het oog op de inwerkingtreding, wederom verspreid onder juridische professionals en andere belangenorganisaties die zich inzetten voor slachtoffers van huwelijkse gevangenschap.
Wij zetten ons naast wetgeving ook op andere wijze in om huwelijkse gevangenschap te bestrijden. Bijvoorbeeld door het bewerkstelligen van een mentaliteitsverandering binnen families dan wel gemeenschappen, het bevorderen van de financiële zelfredzaamheid van slachtoffers en het beschermen van slachtoffers tegen geweld. Hieronder zal per onderdeel worden ingegaan op de ondernomen acties.
Mentaliteitsverandering familie en gemeenschap
Zoals toegelicht werkt de Minister van SZW met het Meerjarenplan Zelfbeschikking23 (2022 – 2025) aan een preventieve aanpak van schadelijke praktijken door in te zetten op het bevorderen van zelfbeschikking binnen gesloten gemeenschappen. Met dit plan draagt de Minister eraan bij om groepen in hun kracht te zetten die een beperkte zelfbeschikking ervaren op grond van (restrictieve) normen binnen uiteenlopende etnische en religieuze groepen.
De Minister van OCW zet zich samen met de Minister van SZW via de alliantie Verandering van Binnenuit 2.0 (2023 – 2028) in op normverandering binnen gesloten gemeenschappen om (onder meer) gendergelijkheid en lhbtiq+ gelijkheid in de Nederlandse samenleving te bevorderen.24 Naar aanleiding van de resolutie is de alliantie verzocht om huwelijkse gevangenschap waar mogelijk te integreren in de inzet van de alliantie.
(Financiële) zelfredzaamheid
Uit onderzoek25 van het Verweij Jonker Instituut blijkt dat verreweg het grootste aantal slachtoffers van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap in een afhankelijke financiële situatie verkeert en niet over een eigen inkomen beschikt. Met het Meerjarenplan Zelfbeschikking wordt tevens bevorderd dat vrouwen die klem zitten in een afhankelijkheidssituatie, die nu nog relatief vaker uitkeringsgerechtigd zijn of geen inkomen hebben, zich bewust worden van hun eigen autonomie en persoonlijke vrijheid. Het financieel weerbaar maken van vrouwen, zoals het hebben van een eigen pinpas of beschikking hebben over werk, helpt om eigen keuzes te maken.
Vrij van geweld
Huwelijkse gevangenschap gaat vaak gepaard met andere vormen van geweld, zoals het plegen of dreigen met (eergerelateerd26) geweld. Dit is in Nederland strafbaar. De aanpak van eergerelateerd geweld samen met huwelijkse gevangenschap kan een andere benadering vragen. Om deze reden kan de politie evenals ketenpartners moeilijke zaken waarbij een eermotief wordt vermoed voor advies voorleggen bij het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld27 (LEC EGG). Het LEC EGG doet onderzoek naar dit soort zaken en is onderdeel van de landelijke politie.
Om meer zicht te krijgen op het aantal slachtoffers die vanwege geweld of andere redenen in een huwelijk gevangen zitten, is de Staatssecretaris van VWS voornemens een prevalentieonderzoek uit te laten voeren naar huwelijkse gevangenschap, waar ook andere vormen van schadelijke praktijken in worden meegenomen. Op deze wijze wordt gevolg gegeven aan een belangrijke aanbeveling uit de resolutie.
Ook geven wij uitvoering aan de aanbeveling die ziet op het voeren van gerichte communicatie-acties omtrent huwelijkse gevangenschap. Zo zal in opdracht van de Staatssecretaris van VWS door Pharos in de online voorlichtingscampagne, «Recht op nee», (onder meer) aandacht worden besteed aan huwelijkse gevangenschap. Met de campagne wordt ingezet op het creëren van bewustwording bij (potentiële) slachtoffers en het bieden van handelingsperspectief.
Internationale aandacht voor huwelijkse gevangenschap
In overeenstemming met de motie van de leden Jasper van Dijk en Valstar28 maakt huwelijkse gevangenschap onderdeel uit van het Nederlands feministisch buitenlandbeleid. Dit beleid richt zich op het versterken van vrouwenrechten, het vergroten van gendergelijkheid en de aanpak van onderliggende machtsstructuren en ongelijkheden.29
Eigen bijdrage bij echtscheidingen
Burgers die te maken hebben met een echtscheiding en niet over voldoende middelen beschikken om een advocaat of mediator te betalen, kunnen gebruikmaken van gesubsidieerde rechtsbijstand. Om in aanmerking te komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand moeten aanvragers voldoen aan specifieke inkomens- en vermogensgrenzen. Op basis van de hoogte van het inkomen wordt tevens de eigen bijdrage vastgesteld. Ondanks de toekenning van gesubsidieerde rechtsbijstand kan de opgelegde eigen bijdrage een financiële drempel vormen voor partijen die willen scheiden. Daarnaast kan er financiële ongelijkheid optreden wanneer één partij de kosten van de procedure zelf moet bekostigen, terwijl de andere partij gesubsidieerde rechtsbijstand ontvangt. Dit kan ertoe leiden dat de minder vermogende partij op enig moment niet meer in staat is om de kosten van de procedure te voldoen en de procedure om die reden moet beëindigen. Hierdoor wordt hem of haar indirect de gang naar de rechter ontzegd en kan een persoon gevangen (blijven) zitten in zijn of haar huwelijk vanwege het niet hebben van de financiële middelen om te kunnen scheiden. Om te voorkomen dat een partij, die herhaaldelijk blijft procederen, de andere partij financieel klem zet, kan de rechter een proceskostenveroordeling opleggen. De Minister voor Rechtsbescherming gaat dit najaar in gesprek met de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) over deze problematiek binnen het rechtssysteem. Hiermee wordt invulling gegeven aan de toezegging aan de Eerste Kamer30 om aandacht te geven over de wijze waarop de financiële ongelijkheid bij gesubsidieerde rechtsbijstand en de ongewenste belemmeringen daarbij worden opgepakt. Een terugkoppeling van dit overleg wordt in het voorjaar van 2024 gegeven.
Afsluiting
Er is gedurende de looptijd van de actieagenda al veel in gang gezet, met dank aan de inzet van velen, zoals informele en migrantenorganisaties die vaak met beperkte financiering en deels op vrijwillige basis aan de oplossing voor zeer complexe problematiek werken. Wij noemen ook de gemeenten, expertisecentra en kennisinstituten die op inspirerende wijze de samenwerking hebben gezocht om de projecten kracht bij te zetten en effectiever te maken.
Het is en blijft onacceptabel dat mensen in Nederland te maken krijgen met schadelijke praktijken, want het gaat hierbij om ernstige vormen van mishandeling. Met de vervolginzet op de aanpak van schadelijke praktijken zoals beschreven in deze brief blijven wij ons, samen met vele anderen, inzetten voor een Nederland waar je je eigen leven kan inrichten zoals je wilt, mag houden van wie je wilt, kan trouwen met wie je wilt en de baas bent over je eigen lichaam.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
CBS (2021), Huiselijk geweld; aard geweld, aanvullende informatie, Veilig Thuis-regio.↩︎
Kamerstukken 28 345 en 31 015, nr. 228.↩︎
Kamerstukken 32 175 en 35 341, nr. 70 en Kamerstuk 29 383, nr. 367.↩︎
Met «zelforganisaties» worden belangenorganisaties bedoeld die zijn opgericht voor en bemenst door de betrokkenen zelf, meestal minderheidsgroepen.↩︎
Kamersutk 33 836, nr. 67.↩︎
Kamerstuk 31 839, nr. 792.↩︎
Kamerstukken 28 345 en 31 015, nr. 228.↩︎
Een verkennend onderzoek naar de preventieve aanpak van schadelijke praktijken in Nederland, Bureau Omlo 2021.↩︎
Kamerstuk 30 420, nr. 380.↩︎
In de kamerbrief van 13 februari 2023 over de allianties vanuit het emancipatiebeleid zijn per abuis onjuiste namen gegeven aan twee partnerorganisaties van de alliantie Verandering van Binnenuit 2.0. Via deze weg volgt een correctie. De alliantie is een samenwerkingsverband tussen kenniscentrum Movisie, het consortium Zelfbeschikking (zeven landelijke (koepel)organisaties voor migranten en vluchtelingen) en LCC+ (een netwerk van organisaties voor lhbti-acceptatie binnen christelijke kringen).↩︎
ZonMW. Opbrengst expertconsultaties kennisagenda aanpak HG en KM. ZonMw. 2019. https://bit.ly/3gz02uT. Accessed 3 August 2023.↩︎
Kamerstuk 28 345, nr. 261.↩︎
Vormen van Geweld in Afhankelijkheidsrelaties: huiselijk geweld, seksueel geweld, ouderenmishandeling, mensenhandel en schadelijke praktijken (zoals eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en vrouwelijke genitale verminking).↩︎
Pharos en Erasmus MC. Vrouwelijke Genitale Verminking. Omvang en risico in Nederland. 2019.↩︎
Andersson Elffers Felix. Verkenning «schadelijke traditionele praktijken». 2019.↩︎
Kamerstuk 35 348, nr. 14.↩︎
Richtlijn (EU), 2022/0426(COD).↩︎
Kamerstuk 22 112, nr. 3627.↩︎
Het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten (tegengaan huwelijkse gevangenschap en enige andere onderwerpen) (Kamerstuk 35 348) en het wetsvoorstel Wijziging van het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten (tegengaan huwelijkse gevangenschap en enige andere onderwerpen) (Kamerstuk 36 123).↩︎
Resolutie Finding solutions for marital captivity d.d. 13 oktober 2022. https://assembly.coe.int/LifeRay/EGA/Pdf/TextesProvisoires/2022/20221017-MaritalCaptivity-EN.pdf.↩︎
Met deze wetswijziging wordt verankerd dat partijen in een religieus huwelijk in beginsel verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan de religieuze echtscheiding. De rechter kan een bevel geven tot medewerking aan de ontbinding van het religieuze huwelijk. Ook wordt geëxpliciteerd dat de rechter een dergelijk bevel als nevenvoorziening kan treffen bij de echtscheiding. Memorie van toelichting «Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten (tegengaan huwelijkse gevangenschap en enige andere onderwerpen»), p. 1.↩︎
Omdat het moeilijk bleek om een goede schatting te maken, is dit onderzoek tot op heden niet herhaald. Verweij Jonker Instituut, 2014, «Zo zijn we niet getrouwd»: een onderzoek naar omvang en aard van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap.↩︎
Kamerstukken 35 341 en 32 175, nr. 17.↩︎
Kamerstuk 30 420, nr. 380, p. 2.↩︎
Verweij Jonker Instituut, 2014, «Zo zijn we niet getrouwd»: een onderzoek naar omvang en aard van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap.↩︎
Eergerelateerd geweld is geestelijk of lichamelijk geweld om de eer van een familie te beschermen of te herstellen.↩︎
Het LEC EGG was eerder op verzoek van de toenmalige Minister van justitie initiator en grondlegger van een deugdelijke registratie van alle zaken die conform de methode LEC EGG zijn behandeld binnen de strafrechtketen en verricht als zodanig zelfstandig wetenschappelijk onderzoek. Sinds 2008 worden in een openbaar jaarverslag de cijfers over de aard en omvang ook beschikbaar gesteld.↩︎
Kamerstuk 32 735, nr. 347.↩︎
Daarnaast heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken ervoor gepleit om in de VN resolutie (A/HRC/53/L.3/Rev.1) Child, Early and Forced Marriage naast huwelijksdwang ook huwelijkse gevangenschap op te nemen. De resolutie is op 13 juli 2023 aangenomen. Zie ook: Internationale samenwerking.↩︎
Toezegging is gedaan tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel gezamenlijk gezag na erkenning op 15 maart 2022 nav vragen door D66 over ongelijkheid van procederende partijen.↩︎