[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D37665, datum: 2023-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36435-IX-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36435 IX-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota).

Onderdeel van zaak 2023Z15470:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

36 435 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);

de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).

De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 (inclusief nota van wijziging1) van het Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).

Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande (tabel 1) toegelicht. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutaties op het artikel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1.000 5 10
=> 1000 10 20

De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Miljoenennota opgenomen.

2. Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)

Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 3.385.897 121.347 3.507.244
Uitgaven (1) + (2) 3.237.036 121.347 3.358.383
Apparaatsuitgaven (1) 3.092.952 109.303 3.202.255
Personele uitgaven 2.626.218 145.557 2.771.775
Eigen personeel 2.176.792 100.117 2.276.909
Inhuur externen 441.390 45.013 486.403
Overig personeel 8.036 427 8.463
Materiële uitgaven 466.734 – 36.254 430.480
ICT 37.943 1.376 39.319
Bijdrage aan SSO's 322.863 – 24.116 298.747
Overig materieel 105.928 – 13.514 92.414
Programma-uitgaven (2) 144.084 12.044 156.128
Bekostiging 0 0 0
Vergoeding proceskosten 0 0 0
Garanties 171 10 181
Garantie procesrisico's 171 10 181
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 13.251 880 14.131
Waarderingskamer 2.349 140 2.489
Kadaster 2.765 168 2.933
Kamer van Koophandel 321 20 341
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 7.816 552 8.368
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.138 28 4.166
Internationale Douaneraad 185 11 196
Overige internationale organisaties 3.953 17 3.970
Opdrachten 348.237 – 5.059 343.178
ICT opdrachten 276.693 – 9.205 267.488
Overige opdrachten 71.544 4.146 75.690
Bijdrage aan agentschappen 9.277 278 9.555
Bijdrage Logius 4.458 196 4.654
Bijdrage overige agentschappen 4.819 82 4.901
(Schade)vergoeding 1.890 13.907 15.797
(Schade)vergoedingen – 1.310 13.715 12.405
Vergoeding proceskosten 3.200 192 3.392
Rente 178.020 2.000 180.020
Belasting- en invorderingsrente 178.020 2.000 180.020
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken – 410.900 0 – 410.900
Toerekening uitgaven aan Douane – 203.543 0 – 203.543
Toerekening uitgaven aan Toeslagen – 207.357 0 – 207.357
Ontvangsten (3) + (4) 207.669.528 5.720.078 213.389.606
Programma-ontvangsten (3) 207.581.310 5.714.078 213.295.388
waarvan: Belastingontvangsten 206.590.976 5.525.178 212.116.154
Bekostiging 162.943 15.000 177.943
Doorbelasten kosten vervolging 162.943 15.000 177.943
Rente 612.219 173.900 786.119
Belasting- en invorderingsrente 612.219 173.900 786.119
Boetes en schikkingen 215.172 0 215.172
Ontvangsten boetes en schikkingen 215.172 0 215.172
Apparaatsontvangsten (4) 88.218 6.000 94.218
Verplichtingen 3.385.897 121.347 3.507.244
waarvan garantieverplichtingen 326 10 336
Garantie procesrisico's 326 10 336
waarvan overige verplichtingen 3.385.571 121.337 3.506.908

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De personele uitgaven in 2023 worden € 146 mln. hoger geraamd. Dit is het saldo van zowel opwaartse als neerwaartse bijstellingen, waarbij de grootste mutaties hier worden toegelicht. De toename betreft met name de loonbijstelling (€ 138 mln.). De tranche 2023 van de loon- en prijsbijstelling is in de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting van Financiën (artikel 10) in verband met prijsstijgingen en een stijging in de cao-lonen en de sociale premies. De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen. Daarnaast worden er meer uitvoeringskosten voor Fraude Signalering Voorziening / Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (FSV/MSNP) geraamd (€ 16 mln.) die in 2022 niet tot besteding kwamen vanwege vertraging in de wetgeving. Tenslotte is het budget met € 33 mln. naar beneden bijgesteld op basis van de prognose van de loonkosten over 2023.

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven worden € 36 mln. lager geraamd. Dit is het saldo van zowel opwaartse als neerwaartse bijstellingen. Vanwege de prijsbijstelling wordt het budget voor materiële uitgaven met € 27 mln. opgehoogd. Daarnaast is het budget met € 61 mln. naar beneden bijgesteld op basis van de prognose van de materiële uitgaven over 2023.

(Schade)vergoeding

Het budget voor schadevergoedingen wordt € 14 mln. hoger geraamd. Dat komt met name omdat de compensatiekosten voor het tegemoetkomingsbeleid voor personen die nadelige gevolgen hebben ondervonden aan de Fraude Signalering Voorziening (FSV) of onterecht zijn afgewezen voor het traject Minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (MSNP) hoger worden geraamd (€ 12 mln.). Deze middelen kwamen in 2022 niet tot besteding vanwege vertraging in de wetgeving.

Ontvangsten

Belastingontvangsten

In de Miljoenennota 2024 worden de mutaties van de Belastingontvangsten in het lopende begrotingsjaar 2023 toegelicht. De aansluiting met de Miljoenennota en de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit.

Totaal belastingontvangsten 254.985.782 6.223.604 261.209.386
– /- Afdracht Gemeentefonds 41.517.210 379.891 41.897.101
– /- Afdracht Provinciefonds 3.061.537 46.503 3.108.040
– /- Afdracht BES-fonds 53.977 19.080 73.057
– /- Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds 3.762.082 252.952 4.015.034
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen 206.590.976 5.525.178 212.116.154

Bekostiging

De ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten worden hoger geraamd aangezien de realisatiecijfers in 2023 boven de raming liggen.

Rente

De ontvangstenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt met € 174 mln. verhoogd. Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste liggen de realisaties boven de raming gezien de ontvangen vennootschapsbelasting en inkomensheffing en de belastingrente die hiermee samen hangen hoger uitvallen dan verwacht. De raming is daarom met € 145 mln. verhoogd. Daarnaast wordt er in 2023 meer invorderingsrente over de uitgestelde belastingschuld naar aanleiding van Corona verwacht (€ 13 mln.), aangezien er minder afstel van betaling wordt verwacht dan waar eerder in de raming rekening mee is gehouden. Tenslotte start het herstelproject invorderingsrente later dan eerder voorzien, waardoor terugbetalingen van de invorderingsrente doorschuiven van 2023 naar 2024 (€ 13 mln.).

Artikel 2 Financiële markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.031.230 – 15.709 1.015.521
Uitgaven 1.031.230 – 15.709 1.015.521
Bekostiging 7.332 159 7.491
Accountantskamer 1.460 0 1.460
Muntcirculatie 4.309 809 5.118
IMVO convenanten 30 0 30
Overig 1.533 – 650 883
Opdrachten 1.010.063 – 17.941 992.122
Wijzer in geldzaken 1.634 0 1.634
Vakbekwaamheid 5.261 0 5.261
Uitvoeringskosten SRH 1.000 59 1.059
Schadeloosstelling SRH 1.000.750 – 18.000 982.750
Overig 1.418 0 1.418
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 12.635 2.073 14.708
Bijdrage AFM BES-toezicht 705 0 705
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES 2.020 1.100 3.120
Bijdrage toezicht en handhaving MIF 130 0 130
Bijdrage PSD II 0 0 0
Bijdrage FEC 3.795 663 4.458
Overig 5.985 310 6.295
Storting/onttrekking begrotingsreserve 625 0 625
Dotatie begrotingsreserve DGS BES 0 0 0
Dotatie begrotingsreserve NHT 625 0 625
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 575 0 575
IASB 441 0 441
(Caribean) Financial Action Task Force 134 0 134
Ontvangsten 8.528 0 8.528
Bekostiging 2.000 0 2.000
Ontvangsten muntwezen 2.000 0 2.000
Opdrachten 1.455 0 1.455
Wijzer in geldzaken 1.455 0 1.455
Ontvangsten 5.073 0 5.073
Overig 5.073 0 5.073
Verplichtingen 1.031.230 – 15.709 1.015.521
waarvan garantieverplichtingen 0 0 0
Garantie SRF 0 0 0
waarvan overige verplichtingen 1.031.230 – 15.709 1.015.521
Muntcirculatie 4.309 809 5.118
Vakbekwaamheid 5.261 0 5.261
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES 2.020 1.100 3.120
Bijdrage FEC 3.795 663 4.458
Schadeloosstelling SRH 1.000.750 – 18.000 982.750
Overige betalingsverplichtingen 15.095 – 281 14.814

Toelichting

Verplichtingen

Overige verplichtingen

Schadeloosstelling SNS REAAL Holding (SRH)

In het arrest van 21 april 2023 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vaststelling van de omvang van de schadeloosstelling, voortvloeiend uit de onteigening van SNS REAAL op 1 februari 2013. Met deze uitspraak is de uitspraak van de Ondernemingskamer van 11 februari 2021 definitief geworden en is het proces van uitbetaling van de vastgestelde schadeloosstelling gestart2. Het proces van aanvragen, beoordelen en uitbetalen zal enkele maanden in beslag nemen. In het geval van afwijzing kan mogelijk bezwaar en beroep volgen, waardoor nog uitbetaling in latere jaren mogelijk is. Daarom is via een kasschuif budget uit 2023 doorgeschoven naar latere jaren.

Uitgaven

Opdrachten

Zie toelichting over de Schadeloosstelling SRH onder «Verplichtingen».

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 17.447.003 – 1.603.027 15.843.976
Uitgaven 3.019.762 – 299.476 2.720.286
Garanties 20 0 20
Regeling Bijzondere Financieringen 20 0 20
Leningen 0 0 0
Lening KLM 0 0 0
Opdrachten 3.146 524 3.670
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen 3.146 524 3.670
Opstart Invest International 0 0 0
Vermogensverschaffing/-onttrekking 3.012.000 – 300.000 2.712.000
Kapitaalinjectie TenneT 1.822.000 – 220.000 1.602.000
Afdrachten Staatsloterij 100.000 0 100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL 330.000 – 80.000 250.000
Kapitaalinjectie Invest International 260.000 0 260.000
Kapitaalinjectie regionale netbeheerders 500.000 0 500.000
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 4.596 0 4.596
NLFI 4.596 0 4.596
Storting/onttrekking begrotingsreserve 0 0 0
Dotatie begrotingsreserve Gasunie 0 0 0
Ontvangsten 1.353.308 666.201 2.019.509
Garanties 11.808 0 11.808
Premieontvangsten garantie KLM 11.808 0 11.808
Premieontvangsten Gasunie 0 0 0
Premieontvangsten garantie FMO 0 0 0
Leningen 0 0 0
Aflossing lening KLM 0 0 0
Vermogensverschaffing/-onttrekking 1.337.000 666.201 2.003.201
Aan-/verkoop vermogenstitels 0 666.201 666.201
Afdrachten Staatsloterij 100.000 0 100.000
Dividenden staatsdeelnemingen 1.237.000 0 1.237.000
Winstafdracht DNB 0 0 0
waarvan: Griekse inkomsten SMP 0 0 0
waarvan: rente-inkomsten ESM 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 4.500 0 4.500
NLFI 4.500 0 4.500
Verplichtingen 17.447.003 – 1.603.027 15.843.976
waarvan garantieverplichtingen 14.438.500 – 1.196.151 13.242.349
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen – 1.561.500 0 – 1.561.500
Garantie FMO 16.000.000 – 1.196.151 14.803.849
waarvan overige verplichtingen 3.008.503 – 406.876 2.601.627
Lening SRH – 11.259 0 – 11.259
Kapitaalinjectie TenneT 1.822.000 – 220.000 1.602.000
Afdrachten Staatsloterij 100.000 0 100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL 330.000 – 187.400 142.600
Kapitaalinjectie Invest International 260.000 0 260.000
Kapitaalinjectie regionale netbeheerders 500.000 0 500.000
Overige betalingsverplichtingen 7.762 524 8.286

Toelichting

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Garantie FMO

Dit betreft een wisselkoerscorrectie op het garantieplafond voor de garantie FMO. De vernieuwde garantieovereenkomst van de Nederlandse Staat met FMO is samen met de eerste suppletoire begroting aan de Kamer gepresenteerd. In de garantieovereenkomst staat dat de garantie 16 mld. USD bedraagt, maar abusievelijk was de garantie in de eerste suppletoire begroting opgenomen als 16 mld. EUR. Met deze bijstelling wordt dit gecorrigeerd.

Overige verplichtingen

Kapitaalinjectie TenneT

Na validatie door een extern adviseur is de kapitaalstorting voor TenneT in 2023 met € 220 mln. naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling is het gevolg van de toekenning van financieringsvoordelen van TenneT Holding aan TenneT Nederland. Daarmee is de kapitaalbehoefte voor de Nederlandse activiteiten in 2023 lager dan eerder geraamd.

Kapitaalinjectie Invest-NL

In 2023 vindt een correctie van € 187,4 mln. plaats op het verplichtingenbudget. Vanwege het verlaagde investeringsdoel van Invest-NL voor 2023 en nog niet benutte verplichtingen uit eerdere jaren is het verplichtingenbudget aangepast. Middels deze mutatie wordt dit gecorrigeerd.

Uitgaven

Vermogensverschaffing/-onttrekking

Kapitaalinjectie TenneT

Zie toelichting onder «Verplichtingen».

Kapitaalinjectie Invest-NL

Om het kasritme aan te laten sluiten op de meerjarenraming van Invest-NL, wordt budget doorgeschoven naar latere jaren. Via deze kasschuif wordt € 80 mln. uit 2023 toegevoegd aan het budget in 2026 en 2027 (jaren waarin naar verwachting meer kapitaal nodig is). Het totaal van de beoogde kapitaalinjecties wijzigt niet, er vindt alleen een verschuiving plaats.

Ontvangsten

Vermogensverschaffing/-onttrekking

De ontvangsten nemen in 2023 met ten minste € 666,2 mln. toe. Dit komt door de verkoop van aandelen ABN AMRO door de Staat via de beurs en de inkoop van aandelen door ABN AMRO. De ontvangsten betreffen de verkoopopbrengst tot en met mei 2023.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 2.993.083 415.371 3.408.454
Uitgaven 410.226 60.068 470.294
Garanties 75.145 0 75.145
EIB pan-Europees garantiefonds 75.145 0 75.145
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 333.200 59.846 393.046
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen 19 53.001 53.020
Rentecompensatie ESM 0 0 0
Wereldbank 308.181 6.845 315.026
EBRD 25.000 0 25.000
Kapitaalinleg ESM 0 0 0
Bijdrage EU voor rente Oekraïne 0 0 0
Leningen 0 0 0
Teruggave winsten 0 0 0
Opdrachten 1.881 222 2.103
Technische assistentie 1.881 122 2.003
Overige opdrachten 0 100 100
Ontvangsten 95.284 0 95.284
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 5.144 0 5.144
Ontvangsten IFI's 1.954 0 1.954
Ontvangsten ESM Kapitaal 3.190 0 3.190
Leningen 90.140 0 90.140
Aflossing lening Griekenland 0 0 0
Renteontvangsten lening Griekenland 90.140 0 90.140
Aflossing lening Oekraïne 0 0 0
Renteontvangsten lening Oekraïne 0 0 0
Verplichtingen 2.993.083 415.371 3.408.454
waarvan garantieverplichtingen 2.725.829 359.625 3.085.454
Garantie aan DNB inzake IMF 1.472.384 0 1.472.384
ESM – 24.710 0 – 24.710
EFSM 0 – 90.265 – 90.265
AIIB 96 0 96
Wereldbank 669 0 669
SURE 0 – 19.295 – 19.295
NGEU 0 469.185 469.185
MFB 215.390 0 215.390
MFB Headroomgarantie 1.062.000 0 1.062.000
waarvan overige verplichtingen 267.254 55.746 323.000
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen – 37 56.001 55.964
Wereldbank – 333 – 477 – 810
EBRD 100.000 0 100.000
Kapitaalinleg ESM 0 0 0
Bijdrage EU voor rente Oekraïne 165.743 0 165.743
Technische assistentie kiesgroeplanden 1.881 122 2.003
Overige betalingsverplichtingen 0 100 100

Toelichting

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM)

Nederland staat voor haar aandeel in het EU-bni inclusief het Verenigd Koninkrijk garant voor de uitstaande leningen van het EFSM inclusief de bijbehorende renteverplichting. De resterende rente van de lening daalt naar gelang de tijd vordert, wat bekent dat het Ministerie van Financiën voor een jaar minder aan uitstaande rente garant staan. Daarnaast daalt de garantie verder door een lichte daling in het Nederlandse aandeel in het EU-bni inclusief het Verenigd Koninkrijk.

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

Nederland staat voor haar aandeel in het EU-bni garant voor de uitstaande leningen van SURE inclusief de bijbehorende renteverplichting. De uitgifte van leningen voor SURE is gestopt per 21 december 2022. Het uitstaande leningenbedrag blijft daarmee gelijk. De resterende rente van de lening daalt naar gelang de tijd vordert, wat bekent dat we voor een jaar minder aan uitstaande rente garant staan.

Next Generation EU (NGEU)

De NGEU-garantie wordt omhoog bijgesteld naar aanleiding van nieuwe renteverwachtingen en een aanpassing op basis van de renteverplichting bij de uitgifte van een nieuwe leningen.

Overige verplichtingen

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

De EIB heeft alle aandeelhouders verzocht om deel te nemen aan het EU For Ukraine Trust Fund (EU4U). Met het EU4U initiatief van de EIB wordt beoogd om de wederopbouw en het herstel van de kritieke infrastructuur en huisvesting van Oekraïne vanuit de EIB de komende periode (2023/2024) voort te kunnen zetten. De beschikbare middelen vanuit de EU-begroting ten behoeve van de EIB zijn momenteel vrijwel uitgeput en zonder nieuwe garantiedekking kan de Bank geen nieuwe activiteiten ontplooien. EU4U is derhalve bedoeld als een tijdelijke overbrugging totdat financiering wordt gevonden binnen de EU-begroting. Nederland zal € 52 mln. aan dit EIB-initiatief bijdragen.

Uitgaven

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

Zie toelichting onder «Verplichtingen».

Wereldbank

De openstaande betaling voor de International Bank for Reconstruction and Development (Wereldbankonderdeel) is berekend in USD, maar wordt betaald in EUR. Daarom wordt deze uitgave met € 6,8 mln. bijgesteld aan de hand van de recente wisselkoers.

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 10.101.366 – 2.000 10.099.366
Uitgaven 188.366 – 2.000 186.366
Opdrachten 25.122 – 1.000 24.122
Kostenvergoeding Atradius DSB 18.900 0 18.900
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten 6.000 – 1.000 5.000
Overige uitgaven 222 0 222
Garanties 93.000 – 1.000 92.000
Schade-uitkering EKV 87.000 0 87.000
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten 6.000 – 1.000 5.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve 70.244 0 70.244
Mutatie begrotingsreserve EKV 70.244 0 70.244
Ontvangsten 147.182 0 147.182
Garanties 123.150 0 123.150
Premies EKV 70.244 0 70.244
Premies herverzekering leverancierskredieten 3.000 0 3.000
Schaderestituties EKV 44.906 0 44.906
Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten 5.000 0 5.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve 24.032 0 24.032
Mutatie begrotingsreserve EKV 24.032 0 24.032
Verplichtingen 10.101.366 – 2.000 10.099.366
waarvan garantieverplichtingen 10.000.000 0 10.000.000
Exportkredietverzekeringen 10.000.000 0 10.000.000
waarvan: aangegane garantieverplichtingen 10.000.000 0 10.000.000
waarvan: vervallen garantieverplichtingen 0 0 0
waarvan overige verplichtingen 101.366 – 2.000 99.366
Kostenvergoeding Atradius DSB 18.900 0 18.900
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten 6.000 – 1.000 5.000
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten 6.000 – 1.000 5.000
Storting begrotingsreserve EKV 70.244 0 70.244
Overige betalingsverplichtingen 222 0 222

Toelichting

De mutaties op het niveau financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform RBV, zie ook de Leeswijzer op pagina 4). Toelichting van deze mutaties blijft derhalve achterwege.

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 3.762.082 252.952 4.015.034
Uitgaven 3.762.082 252.952 4.015.034
Bijdrage aan medeoverheden 3.762.082 252.952 4.015.034
Bijdragen aan gemeenten 3.356.808 240.725 3.597.533
Bijdragen aan provincies 405.274 12.227 417.501
Ontvangsten 3.762.082 252.952 4.015.034

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Bijdrage aan medeoverheden

Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag in het gemeente- of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel wordt in het btw-compensatiefonds (BCF) gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer declareren bij het BCF (circa € 253 mln.). Per saldo is de mutatie neutraal.

Artikel 9 Douane

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 757.589 19.137 776.726
Uitgaven (1) + (2) 757.589 19.137 776.726
Apparaatsuitgaven (1) 505.451 22.261 527.712
Personele uitgaven 500.013 21.950 521.963
Eigen personeel 484.340 4.234 488.574
Inhuur externen 15.455 16.334 31.789
Overig personeel 218 1.382 1.600
Materiële uitgaven 5.438 311 5.749
ICT 1.476 78 1.554
Bijdrage aan SSO's 156 9 165
Overig materieel 3.806 224 4.030
Programma-uitgaven (2) 252.138 – 3.124 249.014
Bekostiging 0 0 0
Overige bekostiging 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.405 83 1.488
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 1.405 83 1.488
Opdrachten 43.786 – 3.296 40.490
ICT opdrachten 21.057 370 21.427
Overige opdrachten 22.729 – 3.666 19.063
Bijdrage aan agentschappen 3.352 86 3.438
Bijdrage overige agentschappen 3.352 86 3.438
(Schade)vergoeding 52 3 55
Vergoeding proceskosten 52 3 55
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 203.543 0 203.543
Toegerekende uitgaven van Belastingen 203.543 0 203.543
Ontvangsten 605 0 605
Apparaatsontvangsten 605 0 605

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De belangrijkste mutaties ten opzichte van de vastgestelde begroting zijn:

– De tranche 2023 van de loon- en prijsbijstelling is bij de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). Deze loon- en prijsbijstelling is nu naar rato doorgezet naar de begroting van Douane (€ 28 mln.).

– Er heeft budgetherschikking plaatsgevonden van eigen personeel naar externe inhuur (€ 24 mln.).

– Het programma douanewetboek van de Unie (DWU) is een langlopend programma dat is gericht op de implementatie van nieuwe Europese richtlijnen in de systemen en werkwijzen van de Douane. Door de tijdslijnen van de totstandkoming en concretisering van de richtlijnen (besluitvorming in EU-verband) is het moment van het daadwerkelijk kunnen implementeren gewijzigd. Dit resulteert in een bijstelling van de te realiseren uitgaven naar latere jaren (– € 7 mln. in 2023).

Artikel 13 Toeslagen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.520.035 – 91.482 1.428.553
Uitgaven (1) + (2) 2.002.009 – 125.618 1.876.391
Apparaatsuitgaven (1) 491.696 – 38.615 453.081
Personele uitgaven 473.339 – 36.652 436.687
Eigen personeel 175.791 – 6.653 169.138
Inhuur externen 296.548 – 32.426 264.122
Overig personeel 1.000 2.427 3.427
Materiële uitgaven 18.357 – 1.963 16.394
ICT 210 65 275
Bijdrage aan SSO's 231 – 231 0
Overige materiële uitgaven 17.916 – 1.797 16.119
Programma-uitgaven (2) 1.510.313 – 87.003 1.423.310
Bijdrage aan ZBO's/RWT's – 125 251 126
Bijdrage overige ZBO's/RWT's – 125 251 126
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.165 – 365 3.800
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties 4.165 – 365 3.800
Opdrachten 44.385 2.724 47.109
ICT opdrachten 81 1 82
Overige opdrachten 44.304 2.723 47.027
Bijdrage aan medeoverheden 100.227 4.599 104.826
Bijdrage aan medeoverheden 100.227 4.599 104.826
(Schade)vergoeding 1.154.304 – 94.212 1.060.092
Compensatie toeslagengedupeerden 342.686 4.534 347.220
Kwijtschelden private schulden 149.997 – 4.305 145.692
Herstelprogramma voor kinderen 514.032 21.400 535.432
Herstelregeling voor ex-partners 82.909 – 72.089 10.820
Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen 47.000 – 45.300 1.700
Overige (schade)vergoedingen 17.680 1.548 19.228
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 207.357 0 207.357
Toegerekende uitgaven van Belastingen 207.357 0 207.357
Ontvangsten 0 22.088 22.088
Programma-ontvangsten 0 22.088 22.088

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De verlaging van het budget voor personele uitgaven met per saldo circa € 36,7 mln. kent verschillende redenen. De belangrijkste zijn:

– Budgetten voor verschillende initieel in 2023 geplande werkzaamheden inzake de hersteloperatie toeslagen verschuiven deels naar latere jaren (zie de toelichting onder «(Schade)vergoeding»). In lijn daarmee wordt € 62,1 mln. van het budget voor personele uitgaven door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) middels een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.

– Vanwege loon- en prijsbijstelling wordt het budget voor personele uitgaven met circa € 23,2 mln. opgehoogd.

(Schade)vergoeding

De verlaging van het budget voor (schade)vergoeding met per saldo circa € 94,2 mln. kent verschillende redenen. De belangrijkste zijn:

– Circa € 72,1 mln. van het budget in 2023 voor de ex-partnerregeling schuift door naar latere jaren om het ritme in de begroting aan te laten sluiten bij het verwachte moment van uitbetaling.

– € 45,3 mln. van het budget in 2023 voor de regeling voor benadeelden rondom de huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget (HZK) schuift door naar latere jaren om het ritme in de begroting aan te laten sluiten bij het verwachte moment van uitbetaling.

– Zoals gemeld in de 14e voortgangsrapportage over de hersteloperatie toeslagen3 verwacht UHT dat als de huidige instroom in 2023 doorzet er eind 2023 ruim 68.000 aanmeldingen zijn, en dus meer dan de eerder verwachte 63.000. Op basis van een doorrekening van de impact voor 2023 van deze verwachte ontwikkeling is er in dit jaar meer budget nodig dan het eerder toegekende budget voor 2023 voor het uitbetalen van de kindregeling. Ten behoeve van het herstelprogramma voor kinderen wordt daarom € 21,4 mln. uit latere jaren middels een kasschuif naar voren gehaald naar 2023.

Ontvangsten

In verband met het ontvangen van een creditnota van Sociale Banken Nederland (SBN) wordt het ontvangstenbudget incidenteel opgehoogd met circa € 22,1 mln. Het uitgavenbudget wordt met hetzelfde bedrag verhoogd.

3. Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)

Artikel 11 Financiering staatsschuld

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 36.973 9.393 46.367
Uitgaven 36.973 9.393 46.367
Opdrachten 21 0 22
Overige kosten 21 0 22
Rente 5.348 – 184 5.164
Rente vaste schuld 4.353 – 8 4.345
Rente vlottende schuld 976 – 202 774
Rente derivaten lang 19 26 45
Leningen 31.604 9.577 41.181
Aflossing vaste schuld 31.604 50 31.654
Mutatie vlottende schuld 0 9.527 9.527
Ontvangsten 51.933 – 1.902 50.031
Rente 30 0 30
Rente vlottende schuld 30 0 30
Rente derivaten lang 0 0 0
Leningen 51.903 – 1.902 50.001
Uitgifte vaste schuld 50.001 0 50.001
Mutatie vlottende schuld 1.902 – 1.902 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente vaste schuld

De rentetarieven, die door het CPB zijn geraamd in de MEV vallen hoger uit dan eerder geraamd, waardoor de verwachte rentelasten voor de nog uit te geven schuld hoger uitvallen. Echter bij de gerealiseerde uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Omdat deze rentetarieven lager waren dan geraamd, vallen de verwachte rentelasten per saldo met € 8,0 mln lager uit in 2023.

Rente vlottende schuld

De raming van de rentelasten vlottende schuld valt lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld. Daarnaast is de korte rente door het CPB hoger geraamd in de MEV dan de rente waarmee in de Voorjaarsnota 2023 rekening is gehouden. Hierdoor dalen de verwachte rentelasten per saldo met € 0,2 mld. in 2023.

Rente derivaten lang

De rentelasten op de langlopende derivaten zijn naar verwachting € 26 mln. hoger in 2023 ten opzichte van de Voorjaarsnota 2023 als gevolg van de gestegen rente.

Leningen

Aflossing vaste schuld

De raming van de aflossing vaste schuld wijzigt (€ 50 mln.) in 2023 als gevolg van de inkoop van schuld en een gewijzigde dollarkoers in de MEV-raming van het CPB.

Mutatie vlottende schuld

De omvang van de vlottende schuld daalt naar verwachting met € 9,5 mld. in het lopende jaar. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zoveel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

Ontvangsten

Leningen

Mutatie vlottende schuld

Als gevolg van het sterk afgenomen kastekort zal de omvang van de vlottende schuld in 2023 naar verwachting niet oplopen maar kleiner worden. Daarom is de mutatie op de vlottende schuld niet langer geraamd als een ontvangst (instroom van middelen als gevolg van extra lenen), maar als een uitgave.

Artikel 12 Kasbeheer

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 5.079 547 5.626
Uitgaven 5.079 547 5.626
Rente 2.879 347 3.226
Rente kasbeheer 2.879 347 3.226
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer 0 0 0
Leningen 2.200 0 2.200
Verstrekte leningen 2.200 0 2.200
Mutaties in rekening-courant en deposito's 0 200 200
Mutaties in rekening courant en deposito 0 200 200
Ontvangsten 24.206 2.957 27.163
Rente 109 11 120
Rente kasbeheer 109 11 120
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer 0 0 0
Leningen 1.095 21 1.116
Ontvangen aflossingen 1.095 21 1.116
Mutaties in rekening-courant en deposito's 23.002 2.925 25.927
Mutaties in rekening courant en deposito 23.002 2.925 25.927

Toelichting

Verplichtingen en Uitgaven

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentelasten kasbeheer is hoger dan geraamd bij de Voorjaarsnota 2023 (€ 0,3 mld.). Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie en de nieuwe rentestanden in de MEV-raming van het CPB.

Mutaties rekening-courant en deposito

De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van decentrale overheden (€ 0,2 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.

Ontvangsten

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentebaten kasbeheer is hoger dan geraamd bij de Voorjaarsnota 2023 (€ 11 mln.). Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie en de nieuwe rentestanden in de MEV-raming van het CPB.

Leningen

Op basis van de actuele inzichten is de verwachting dat de aflossingen op de leningen, die door de agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten, hoger uitvallen dan eerder geraamd (€ 21 mln.).

Mutaties rekening-courant en deposito

De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van RWT’s (€ 0,9 mld.) en sociale fondsen (€ 2,0 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.

4. Niet-beleidsartikelen

Artikel 8 Apparaat

Verplichtingen 387.446 23.782 411.228
Uitgaven 387.446 23.694 411.140
Personele uitgaven 244.237 10.867 255.104
Eigen personeel 231.410 5.324 236.734
Inhuur externen 11.768 5.515 17.283
Overig personeel 1.059 28 1.087
Materiële uitgaven 143.209 12.827 156.036
ICT 20.073 4.666 24.739
Bijdrage aan SSO's 42.412 7.093 49.505
Overig materieel 80.724 1.068 81.792
Ontvangsten 58.147 0 58.147
Apparaatsontvangsten 58.147 0 58.147

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De mutatie op personele uitgaven en verplichtingen van € 10,9 mln. is het saldo van opwaartse en neerwaartse begrotingsmutaties binnen artikel 8 Apparaat. De opwaartse uitgavenmutaties zijn onder andere het resultaat van een overboeking van de loon- en prijsbijstelling (ca. € 17 mln.) en de eindejaarsmarge (€ 1 mln.) vanuit artikel 10 Nog onverdeeld. De neerwaartse uitgavenmutaties komen onder andere voort uit een herschikking van personeel naar materieel (€ 3 mln.) en een vrijval van verwachte onderuitputting ten gunste van het generale beeld (€ 4 mln.).

Materiële uitgaven

De mutatie op materiële uitgaven en verplichtingen van € 12,8 mln. is het saldo van meerdere begrotingsmutaties binnen artikel 8 Apparaat. De hogere uitgaven zijn onder andere het resultaat van overboekingen vanuit artikel 10 Nog onverdeeld vanwege de prijsbijstelling (ca. € 8 mln.), de eindejaarsmarge (€ 1 mln.) en kosten voor het project Digitaliseren Schatkistbankieren (€ 1,5 mln.) Daarnaast heeft er nog een herschikking van personeel naar materieel plaatsgevonden van € 3 mln.

Artikel 10 Nog onverdeeld

Verplichtingen 386.115 – 370.711 15.404
Uitgaven 386.115 – 370.711 15.404
Nog te verdelen 386.115 – 370.711 15.404
Loonbijstelling apparaat 206.255 – 205.542 713
Prijsbijstelling apparaat 109.368 – 104.393 4.975
Onvoorzien programma 601 – 351 250
Onvoorzien apparaat 69.891 – 60.425 9.466
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Nog te verdelen

Hieronder staan de belangrijkste wijzigingen genoemd ten opzichte van de vastgestelde begroting:

– De loon- en prijsbijstelling 2023 is bij de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de Financiënbegroting op artikel 10 Nog onverdeeld en is nu naar rato doorverdeeld naar de verschillende artikelen (– € 294 mln.).

– De eindejaarsmarge is bij de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan artikel 10 Nog onverdeeld en wordt nu overgeheveld naar de (beleids)artikelen (– € 31,2 mln.). Het grootste deel (€ 28 mln.) is overgeheveld naar artikel 1 Belastingen voor de compensatie- en uitvoeringskosten voor gedupeerden van de Fraude Signalering Voorziening (FSV) en onterechte afwijzing van Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). Vanwege vertraging in de wetgeving zijn middelen in 2022 (zowel voor uitvoering als voor compensatie) niet tot besteding gekomen en vallen de kosten voor FSV/MSNP in 2023 hoger uit.

– Vanuit artikel 10 Nog onverdeeld is eenmalig budgettaire ruimte beschikbaar gesteld ten gunste van het generale beeld (– € 31 mln.).

– De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil ten opzichte van Centraal Economisch Plan 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024 (– € 72 mln.).

– De raming voor de belasting- en invorderingsrente en ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten wordt naar boven bijgesteld (zie de toelichting bij artikel 1). Middels een overboeking wordt het budget op artikel 10 Nog onverdeeld met € 60 mln. opgehoogd.


  1. Kamerstukken II, 2022–2023 36 350 IX, nr. 3↩︎

  2. Kamerstukken II 2022–2023, 33 532, nr. 94↩︎

  3. Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 31 066, nr. 1235↩︎