[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Nationaal Actieplan Dakloosheid en beschermd wonen (Kamerstuk 29325-155)

Maatschappelijke Opvang

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D39702, datum: 2023-09-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D39702).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z12466:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D39702 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over het Nationaal Actieplan Dakloosheid en een aantal ontwikkelingen met betrekking tot beschermd wonen1.

De voorzitter van de commissie,

Smals

De adjunct-griffier van de commissie,

Heller

Inhoudsopgave

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

II. Reactie van de Staatssecretaris

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis en de bijbehorende brief van de Staatssecretaris. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

De leden van de VVD-fractie merken op signalen te krijgen uit de praktijk dat er een tekort is aan met name veilige vrouwenopvang. Herkent de Staatssecretaris deze signalen? Zo ja, wat gaat de Staatssecretaris daar aan doen?

De leden van de VVD-fractie merken verder op dat de Staatssecretaris in de brief aangeeft bezig te zijn met het dashboard dat naar aanleiding van de motie-Mohandis/Van den Hil2 wordt opgesteld. Zij lezen verder dat de Staatssecretaris daar eind 2023 uitgebreider op terugkomt. Genoemde leden kijken uit naar een hopelijk zo spoedig mogelijk nader bericht hierover.

In de brief van de Staatssecretaris staat verder vermeld dat gemeenten een regionaal plan ontwikkelen gebaseerd op het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis. Waar staan de gemeenten in de ontwikkeling van dit plan? De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris wanneer de gemeenten deze plannen klaar moeten hebben.

Het nationaal actieplan heeft als leidend principe dat huisvesting een mensenrecht is. Hoe veel woonplekken zijn er tot nu toe als onderdeel van het actieplan gerealiseerd? Is het aantal gerealiseerde woonplekken onderdeel van de monitor?

De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris of het tempo waarmee woonplekken voor dak- en thuisloze mensen beschikbaar komen voldoende is om het groeiend aantal dak- en thuisloze mensen te huisvesten. Heeft de Staatssecretaris zicht op waar centrumgemeenten staan in de kwantitatieve opgave om dak- en thuisloze mensen te huisvesten? Worden de doelgroep van dak- en thuisloze mensen voldoende meegenomen in de woonzorgvisies die gemeenten in regionaal verband ontwikkelen?

De leden van de VVD-fractie vernemen graag van de Staatssecretaris of alle gemeenten beleid hebben ontwikkeld op het gebied van preventie van dakloosheid. Hebben alle centrumgemeenten time-out en respijtvoorzieningen gecreëerd om (terugval in) dakloosheid te voorkomen? Is een gebrek aan voldoende ambulante begeleiding (lage- en kortlopende indicaties) een reden dat mensen dakloos worden? Zo ja, wat gaat de Staatssecretaris daar aan doen?

Heeft de Staatssecretaris zicht op het aantal slaapzalen in de maatschappelijke opvang? Op welke termijn worden slaapzalen getransformeerd naar eenpersoonskamers?

De leden van de VVD-fractie merken op dat als onderdeel van het plan van aanpak kwetsbare EU-burgers zes gemeenten middelen hebben ontvangen om dakloosheid onder EU-burgers aan te pakken. Welke acties hebben gemeenten tot nu toe in gang gezet? Kan de Staatssecretaris dit inzichtelijk maken? Hoe veel opvangplekken voor dakloze EU-burgers zijn er inmiddels gerealiseerd? Gaan meer gemeenten hiermee aan de slag? Zo ja, welke?

Bemoeizorg is een belangrijke vorm van hulp om zorgmijders te bereiken. Het kabinet heeft toegezegd voor de zomer met een actieonderzoek naar bemoeizorg te komen en de Kamer te informeren. De leden van de VVD-fractie merken op dat blijkt dat er enorme verschillen tussen gemeenten zijn wat de inzet van bemoeizorg betreft. Wat gaat de Staatssecretaris vanuit zijn rol doen om de inzet van bemoeizorg te stimuleren? Vindt de Staatssecretaris dat bemoeizorg decentraal belegd moet blijven? Waarom wel, of waarom niet?

Kan de Staatssecretaris, in samenwerking met de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie (BZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), tellingen volgens de Ethos-definitie mogelijk maken en hen hierbij gezamenlijk ondersteunen in alle regio’s die nog geen telling gepland hebben staan?

Kan de Staatssecretaris aangeven op welke manier onafhankelijke belangenbehartigers en mensen met ervaringskennis zullen worden betrokken bij het onderzoek naar de voortgang van het Nationaal Actieplan Dakloosheid?

De leden van de VVD-fractie willen van de Staatssecretaris weten wat er nu concreet gebeurt om dakloosheid onder jongeren te voorkomen. Zij vragen de Staatssecretaris of er extra stappen gezet worden om te voorkomen dat jongeren dakloos raken. Zo ja, hoe pakt de Staatssecretaris dat aan?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Deze leden delen de zorgen van de Staatssecretaris over de druk over de maatschappelijke opvang. Met name nu de winter voor de deur staat, is het van belang dat de opvang voldoende is, voor iedereen die daar aanspraak op wil maken. Een aantal steden biedt permanente winteropvang aan, terwijl andere steden enkel de koudweerregeling hanteren om dakloze mensen op te vangen. Hoe reflecteert de Staatssecretaris op deze verschillen tussen gemeenten? Gaat de Staatssecretaris een standaard ontwikkelen voor de winteropvang van dakloze mensen (werkwijze en ruimtelijke- en bouweisen)? Daarnaast hebben de leden van de D66-fractie nog de volgende vragen.

Inzicht dakloosheid

Het Nationaal Actieplan Dakloosheid Eerst een Thuis heeft als leidend principe dat huisvesting een mensenrecht is. Hoe veel woonplekken zijn er tot nu toe als onderdeel van het Nationaal Actieplan gerealiseerd? Is het aantal gerealiseerde woonplekken onderdeel van de monitor? Wanneer wordt de monitor voor het eerst door centrumgemeenten ingevuld en wanneer wordt daarover voor het eerst gerapporteerd aan de Kamer? Heeft de Staatssecretaris zicht op het aantal slaapzalen in de maatschappelijke opvang? Op welke termijn worden slaapzalen getransformeerd naar eenpersoonskamers?

De Staatssecretaris schrijft dat er verschillende acties in gang zijn gezet om dakloosheid beter in kaart te brengen. De leden van de D66-fractie delen de opvatting dat het duidelijker in kaart moet worden gebracht waar dakloosheid zich afspeelt. Kan de Staatssecretaris toelichten in hoeverre de voorgenomen acties volgens planning verlopen? Is bijvoorbeeld het dashboard dakloosheid inmiddels bestuurlijk vastgesteld, zoals vermeld? En hoe verhoudt dit dashboard zich weer tot de kwantitatieve meting op basis van Ethos-Light? Kan in de doorontwikkeling van de monitor dakloosheid, in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van de ethoslight categorieën en de Ethoslight telmethode?

Deze leden hebben ook vragen aan de Staatssecretaris over de lokale uitvoering. In de Kamerbrief van de Staatssecretaris staat vermeldt dat gemeenten een regionaal plan ontwikkelen gebaseerd op het Nationaal Actieplan Dakloosheid Eerst een Thuis. Waar staan de gemeenten in ontwikkeling van dit plan? Wanneer vindt de Staatssecretaris dat gemeenten deze plannen klaar moeten hebben? Kunnen de gemeenten in deze regionale plannen en de uitwerking daarvan, hun gemeenteraden inzicht en uitleg geven in de kosten en de uitgaven voor preventie, om- en afbouw van de opvang en ondersteunend aanbod aan dakloze mensen? Kunnen (centrum)gemeenten tenminste eenmaal per jaar een voortgangsrapportage (kwantitatief en kwalitatief) voorleggen aan hun gemeenteraad ter informatie en verantwoording? Hoeveel centrumgemeenten rapporteren jaarlijks aan hun gemeenteraad? Er lijken ook lokale verschillen te zijn in de ambities. Zo constateren deze leden dat bijvoorbeeld de gemeente Rotterdam de ambitie die door de Staatssecretaris wordt gesteld niet deelt. Hoe kan de landelijke ambitie gehaald worden als die niet breed wordt gedragen? Voor maatschappelijke opvang en aanpak dakloosheid is jaarlijks 450 miljoen euro (via de Wmo 2015) beschikbaar. Vindt de Staatssecretaris het van belang dat gemeenteraden zich kunnen buigen over de besteding daarvan? Hebben alle gemeenten beleid ontwikkeld op het gebied van preventie van dakloosheid en het voorkomen van huisuitzettingen? Hebben alle centrumgemeenten time-out en respijtvoorzieningen gecreëerd om (terugval in) dakloosheid te voorkomen? Is een gebrek aan voldoende ambulante begeleiding (lage- en kortlopende indicaties) een reden dat mensen dakloos worden? Zo ja, wat gaat de Staatssecretaris daar aan doen, zo vragen deze leden?

De leden van de D66-fractie zouden ook nog graag zien dat mensen met ervaringskennis kunnen meepraten over het lokale beleid. Hoe zorgt de Staatssecretaris ervoor dat ervaringsdeskundigen meepraten met het lokale beleid en hoe monitort hij dit, zo vragen deze leden.

Ook maken de leden van de D66-fractie zich zorgen over de haalbaarheid van de transformatie van opvang naar wonen. Maatschappelijke opvangpartijen ontvangen door stijging van het aantal dakloze mensen in Nederland in toenemende mate de vraag van verschillende gemeenten om over te gaan tot slaapzalen en vooralsnog niet te transformeren naar wonen of naar eenpersoonskamers. Hoe monitort de Staatssecretaris deze transformatie, welke (financiële) middelen kunnen gemeenten inzetten voor de transformatie en hoe gaat de Staatssecretaris deze transformatie verder stimuleren?

De paradigmashift volgens de bewezen effectieve Housing First systeemaanpak, is gebaseerd op een aantal kernprincipes. De introductie van de Nederlandse term Wonen Eerst zorgt in de praktijk voor veel nodeloze begripsverwarring, en gaat gepaard met het risico dat een wildgroei aan pragmatische tussenoplossingen ontstaat. Dit riskeert het uitblijven van de noodzakelijke omslag van opvang naar wonen. De Housing First systeemaanpak is géén keuzemenu. Het is zaak dat dat het Rijk hierop toeziet en begripsverwarring voorkomt. Kan de Staatssecretaris aangeven wat het verschil is tussen Wonen Eerst en Housing First als systeemverandering? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe hij denkt dat Wonen Eerst zal leiden, uiteindelijk, tot Housing First? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe hij aankijkt tegen gemeenten die middelen gaan inzetten voor meer/en of kwalitatief betere opvang in plaats van wonen? In hoeverre is dat in lijn met het Housing first-principe? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe 2,8 miljoen euro aan onderzoeksgelden (NWO) gaan bijdragen aan het onderbouwen van de paradigmashift en de noodzaak tot radicale verandering?

Belangenbehartigers

Hoe gaat de Staatssecretaris zorgen voor de aanwezigheid van onafhankelijke belangenbehartigers in alle centrumgemeenten? De aanwezigheid van onafhankelijke belangenbehartigers kan geborgd worden door een andere actie in het plan van aanpak, namelijk een landelijk dekkend netwerk van sociaal-juridische ondersteuners. Hoe ziet de Staatssecretaris dit?

Hoe gaat de Staatssecretaris monitoren of mensen met ervaringskennis op een betekenisvolle manier meepraten over het lokale plan van aanpak? Hoe beoordeelt de Staatssecretaris plannen die niet tot stand zijn gekomen met ervaringskennis en onafhankelijke belangenbehartigers?

Kan de Staatssecretaris aangeven op welke manier onafhankelijke belangenbehartigers en mensen met ervaringskennis zullen worden betrokken bij het onderzoek naar de voortgang van het Nationaal Actieplan Dakloosheid (het onderzoek waarmee invulling wordt gegeven aan de motie-Westerveld, zoals beschreven in de brief van 30 juni jl.)?

EU-burgers

De leden van de D66-fractie hebben geconstateerd dat de Staatssecretaris niks schrijft over de aanpak van dakloze EU-burgers. In hoeverre onderschrijft hij dat de regel is dat EU-burgers met een arbeidsverleden minimaal een halfjaar de werknemersstatus behouden en dus recht op gelijke behandeling hebben, en dat dit bij burgers die langer dan een jaar aaneengesloten hebben gewerkt zelfs voor onbepaalde tijd het geval is, zolang zij ingeschreven zijn bij het UWV en beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt? Klopt het dat veel gemeenten daar nu geen uitvoering aan geven? Kan de Staatssecretaris inzicht bieden in hoeveel EU-burgers dakloos zijn in Nederland en in hoeverre dit aantal toeneemt? Worden er vanuit het demissionaire kabinet middelen beschikbaar gesteld om dakloosheid onder EU-burgers te bestrijden als uit de evaluatie blijkt dat meer nodig is? Worden deze middelen gefinancierd vanuit de reguliere middelen voor de aanpak dakloosheid of komt er kabinetsbrede financiering voor de aanpak van dakloosheid onder arbeidsmigranten?

Als onderdeel van het Plan van Aanpak kwetsbare EU-burgers hebben zes gemeenten middelen ontvangen om dakloosheid onder EU-burgers aan te pakken. Welke actie hebben gemeenten tot nu toe in gang gezet? Hoeveel opvangplekken voor dakloze EU-burgers zijn er inmiddels gerealiseerd? Gaan meer gemeenten hiermee aan de slag? Zo ja, welke?

Ook zijn deze leden zeer benieuwd zijn naar de evaluatie van het Plan van Aanpak EU-migranten. De evaluatie van de pilot die in 2023 in zes steden draaide zou doorslaggevend zijn voor het vervolg van opvang en ondersteuning aan EU-migranten. Hoe staat het hiermee en wat gebeurt er met de nu opgebouwde hulp en opvang als de pilots onverhoopt niet voldoende succesvol zijn voor een vervolg? Wanneer krijgen gemeenten uitsluitsel over het vervolg van deze aanpak? Gaan ook de Ministers van SZW en van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een bijdrage leveren aan de opvang van op straat gezette arbeidsmigranten? Genoemde leden zien in de G40 een toename van dakloze EU-migranten en vragen een passend ondersteuningsaanbod voor deze doelgroep.

In 2020 heeft Bureau HHM onderzoek gedaan naar de zogenaamde remigrantengezinnen. Er is geen vervolg gegeven aan dit onderzoek en de aanbevelingen. Noch het Actieplan Dakloosheid, noch het Programma «Een Thuis voor Iedereen» besteden aandacht aan deze groep dakloze gezinnen, die zogenaamd zelfredzaam zijn. Zowel de G4, als de Kinderombudsman en de Nationale ombudsman hebben om beleid gevraagd om dakloosheid van deze groep te voorkomen en aan te pakken. Waarom heeft de Staatssecretaris de aanbevelingen uit dit rapport niet opgepakt?

Beschermd wonen/thuis

Het wetsvoorstel met het woonplaatsbeginsel is door de Kamer controversieel verklaard. Kan de Staatssecretaris toelichten welke stappen hij nog wel doorzet op dit thema, zo lang er nog geen nieuw kabinet is? Welke stappen nemen gemeenten nu al om de beweging naar Beschermd Thuis te realiseren? Leidt dit uitstel tot vertraging van de stappen die gemeenten nu al ondernemen om van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis te gaan? Zo ja, hoe gaat de Staatssecretaris dit voorkomen? Wat vindt de Staatssecretaris dat er aan voorzieningenaanbod en ondersteuningsstructuur in gemeenten aanwezig moet zijn om succesvol door te decentraliseren?

Onbegrepen gedrag

De Staatssecretaris schrijft dat hij voor het einde van dit jaar de Kamer informeert over de uitkomsten van het gesprek met het Leger des Heils over passende ondersteuning voor dakloze mensen met onbegrepen gedrag. Tegelijkertijd hebben de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV) en de Minister voor Langdurige Zorg en Sport (LZS) een Kamerbrief verstuurd3 over de vervolgaanpak van mensen met onbegrepen gedrag. Waarom is de Staatssecretaris hier niet bij betrokken, zo vragen deze leden. Nu is de aanpak vormgegeven samen met ggz en politie, maar was het niet ook nuttig geweest om gemeenten en maatschappelijke opvangpartijen hieraan bij te laten dragen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris en hebben daarover nog enkel vragen en opmerkingen.

Deelt de Staatssecretaris de mening van het CBS dat de statistieken tienduizenden daklozen verbergen? Zo nee, waarom niet? Deelt de Staatssecretaris de mening van het CBS dat het aantal daklozen rond de 100.000 uitkomt? Zo nee, waarom niet? Komen de illegale immigranten hier nog bovenop? Welk deel van de daklozen betreft mensen met de Nederlandse nationaliteit? Welk deel komt uit Midden- en Oost-Europa? Wat gaat de Staatssecretaris doen aan de explosieve toename van mensen die in tentjes in parken slapen, zoals in Den Haag bij de Joodse begraafplaats en de Bosjes van Poot? Wanneer hebben de Nederlanders die in tentjes slapen een huis en zijn de niet-Nederlanders terug naar het land van herkomst?

De Staatssecretaris zet in op «eerst een huis» en hij omarmt het idee dat dakloosheid in eerste instantie een woonprobleem is. De leden van de PVV-fractie merken op dat er een groot tekort aan woningen is en vragen hem hoe het doel van nul daklozen in 2030 bereikt gaat worden in de huidige oververhitte woningmarkt. Genoemde leden willen weten hoe de Staatssecretaris op korte termijn gaat zorgen voor een woning voor al deze 100.000 daklozen.

De leden van de PVV-fractie constateren dat de groep mensen met een baan maar zonder huis toeneemt. Wat doet de Staatssecretaris voor deze mensen? Herkent de Staatssecretaris de signalen dat steeds meer mensen in hun auto wonen?

Hoe gaat de Staatssecretaris voorkomen dat er aankomende winter mensen op straat belanden omdat er een gigantische tekort aan betaalbare woningen is, de maatschappelijke opvang vol zit en de doorstoom naar een reguliere woning veel te lang duurt? Is de Staatssecretaris bereid deze mensen op te vangen in cruiseschepen of hotels? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PVV-fractie vrezen voor meer huisuitzettingen door betaalachterstanden door de hogere lasten. De Staatssecretaris geeft aan dat er bij huisuitzettingen passende hulp wordt geboden, zoals een andere huisvestingsoplossing. Kan de Staatssecretaris aangeven welke opties er nog voorhanden zijn? Waar is nog plek om te wonen?

Hoeveel huisuitzettingen hebben er het afgelopen jaar plaatsgevonden? Voor hoeveel mensen is er na huisuitzetting een andere huisvestingsoplossing gevonden?

Het aantal dakloze jongeren is de afgelopen jaren met vijftig procent gestegen. In de brief is hierover slechts een alinea van vijf zinnen opgenomen, waarin de Staatssecretaris onder meer verwijst naar de Voortgangsbrief Jeugd. Welke concrete maatregelen neemt de Staatssecretaris om te voorkomen dat jongeren uit een gesloten instelling vertrekken zonder passende woonruimte?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie maken graag van de gelegenheid gebruik enkele aanvullende en verduidelijkende vragen te stellen naar aanleiding van de brief van de Staatssecretaris.

Volgens het CBS is het aantal daklozen in Nederland afgelopen jaar gedaald. Uit de cijfers blijkt dat er in 2022 26.600 mensen tussen de 18 en 65 jaar dakloos waren. Het jaar daarvoor ging het nog om 32.000 mensen. Daklozenorganisaties herkennen de afname niet en vragen zich af of er niet grote groepen buiten beeld blijven. Zij stellen zelfs dat het aantal dak- en thuislozen stijgt. Kan de Staatssecretaris op deze verschillende standpunten/cijfers reageren? Van welke cijfers gaat het Ministerie van VWS uit? Het CBS gaat namelijk uit van registraties, maar de opvangorganisaties hebben vaak te maken met dak en thuislozen die niet geregistreerd zijn. Hoe kijkt de Staatssecretaris naar dit probleem?

Dan de brief van de Staatssecretaris over de uitvoering van het Nationaal Actieplan Dakloosheid en beschermd wonen. De leden van de CDA-fractie lezen deze brief als «»werk in uitvoering». Er wordt nog veel overlegd, voorbereid en samen met gemeenten en organisaties op zaken teruggekomen. De leden van de CDA-fractie snappen dat de uitvoering van dit beleid overleg en afstemming vraagt, maar zij vragen de Staatssecretaris of hij wat meer kan inzoomen op uitkomsten /resultaten. Welke actie(s) hebben concreet geleid tot vermindering van het aantal dak en thuislozen sinds het commissiedebat van december 2022? Het is immers nu eind september 2023. Wat is er al bereikt en waar zijn wij op de goede weg? Hoe verhouden deze acties zich tot de – aldus de hulporganisaties – toename van het aantal dak- en thuislozen?

Dan de uitvoering van de motie van de leden Werner en Mohandis4 over het in overleg met veldpartijen te bevorderen dat bij een vertrek uit de gesloten jeugdzorg, omdat een jongere 18 jaar is geworden (of 21 jaar in geval van verlengde jeugdhulp), ook uit wordt gegaan van het principe «wonen eerst» en tijdig overleg wordt gevoerd om te zorgen dat er een woonplek is voor de jongere. De leden van de CDA-fractie vinden het positief om te horen dat de Staatssecretaris dit wettelijk wil regelen, maar wat heeft het overleg met de veldpartijen nu opgeleverd? Een wetgevingstraject is iets van de lange adem. Wat doet de Staatssecretaris in de tussentijd om dit op de agenda van veldpartijen te houden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de SP-fractie lezen dat de Staatssecretaris zich bewust is van de signalen en de zorgen die er leven rondom het Nationaal Actieplan Dakloosheid. Genoemde leden vinden echter dat bepaalde zorgen onvoldoende geadresseerd worden. Zo vragen de leden van de SP-fractie zich af hoe de ambitie in het Nationaal Actieplan Dakloosheid kan worden behaald als gemeenten zelf niet overtuigd lijken van de haalbaarheid van die ambitie? Kan de ambitie wel worden behaald wanneer bepaalde gemeenten, zoals bijvoorbeeld Rotterdam, deze ambitie niet delen? Genoemde leden vragen de Staatssecretaris hoe hij ervoor gaat zorgen dat gemeenten nu en in de toekomst de nationale ambitie onderstrepen en blijven onderstrepen. Welke stappen gaat de Staatssecretaris ondernemen of heeft hij reeds ondernomen om gemeenten daarnaast ervan te doordringen van de noodzaak om te komen met een integrale aanpak van dakloosheid?

Genoemde leden vragen de Staatssecretaris daarnaast aan te geven wat het verschil is tussen Wonen Eerst en de oorspronkelijke systeemaanpak Housing First? Als er geen verschillen zijn, kan de Staatssecretaris daarbij aangeven hoe zij denkt dat Wonen Eerst uiteindelijk zal leiden tot de systeemverandering van Housing First?

De leden van de SP-fractie verzoeken de Staatssecretaris verder aan te geven hoe hij aankijkt tegen gemeenten die middelen gaan inzetten voor meer en/of kwalitatief betere opvang in plaats van wonen? Deze leden verzoeken de Staatssecretaris ook aan te geven hoe de 2,8 miljoen onderzoeksgelden (NWO) gaan bijdragen aan het onderbouwen van de paradigmashift en de noodzaak tot radicale verandering? Deelt de Staatssecretaris de zorg van de leden van de SP-fractie dat er geen sprake kan zijn van een paradigmashift, noodzakelijk om de ambitie te behalen, indien de aanpak dakloosheid vooral of uitsluitend de verantwoordelijkheid blijft van afdelingen die gaan over maatschappelijke opvang en/of zorg?

Tot slot willen genoemde leden nog het belang van het voldoende betrekken van ervaringsdeskundigen en andere belangenbehartigers bij het Nationaal Actieplan Dakloosheid verder onderstrepen. Genoemde leden vragen de Staatssecretaris hoe hij gaat zorgen voor de aanwezigheid van onafhankelijke belangenbehartigers in alle centrumgemeenten. De aanwezigheid van onafhankelijke belangenbehartigers kan geborgd worden door een andere actie in het plan van aanpak, namelijk een landelijk dekkend netwerk van sociaal-juridische ondersteuners. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe hij dit ziet? De leden van de SP-fractie vragen ook hoe de Staatssecretaris gaat monitoren of mensen met ervaringskennis op een betekenisvolle manier meepraten over het lokale plan van aanpak? Hoe zullen plannen worden beoordeeld die niet tot stand zijn gekomen met ervaringskennis en onafhankelijke belangenbehartigers? Kan de Staatssecretaris tot slot aangeven op welke manier onafhankelijke belangenbehartigers en mensen met ervaringskennis zullen worden betrokken bij het onderzoek naar de voortgang van het Nationaal Actieplan Dakloosheid?

Tot slot vragen genoemde leden hoe de Staatssecretaris tellingen volgens de Ethos-definitie mogelijk gaat maken. Gaat de Staatssecretaris alle regio’s, die nog geen telling gepland hebben staan, financieel ondersteunen? Zo ja, op welke manier en zo nee, waarom niet?

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie hebben de brief van de Staatssecretaris met interesse gelezen. Zij waren wat teleurgesteld over de inhoud van de brief. Bij de meeste onderwerpen wordt verwezen naar het einde van het jaar voor updates of meer informatie. Deze leden hadden gehoopt dat er inmiddels al meer voortuitgang te melden is en hopen de in de brief toegezegde informatie vóór het commissiedebat dat gepland is in december te ontvangen.

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie hebben de nieuwe cijfers van het CBS over het aantal daklozen gezien. Het CBS concludeert dat het aantal daklozen gedaald is, maar daklozenorganisaties stellen hier grote vraagtekens bij. Zij herkennen de afname niet en registeren juist een stijging van het aantal geregistreerde dakloze mensen en vragen de Staatssecretaris of grote groepen niet buiten beeld blijven. Kan de Staatssecretaris reageren op deze discrepantie tussen de cijfers en het praktijkveld? Klopt het dat minderjarige kinderen, daklozen boven 65, economisch daklozen, mensen die tijdelijk in een gevangenis of ggz-kliniek verblijven en na ontslag geen woning hebben, niet worden meegeteld? Waarom is dat zo? Hoe kijkt de Staatssecretaris naar een andere rekenmethode om daklozen letterlijk te tellen, wat onder andere door Valente wordt voorgesteld? Kan de Staatssecretaris bij het CBS de cijfers per gemeente opvragen van het aantal mensen dat in de gemeente staat ingeschreven via een briefadres en deze cijfers aan de Kamer sturen? En hoe staat het met de implementatie van de Ethos-light classificatie? Is er een concreet implementatieplan?

Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een thuis

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie lezen in de Kamerbrief dat alle centrumgemeenten een regionaal plan maken in lijn met het Actieplan Dakloosheid, dat wordt vastgesteld door alle colleges van burgemeester en Wethouders (B&W) in de regio. Hoe staat het met het ontwikkelen van deze regionale plannen? Is er een deadline wanneer de gemeenten deze plannen klaar moeten hebben?

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie zijn benieuwd hoeveel woonplekken tot nu toe zijn gerealiseerd als onderdeel van het Nationaal Actieplan. Is het tempo waarmee woonplekken voor dak- en thuisloze mensen beschikbaar komen voldoende om het aantal dak- en thuisloze mensen te huisvesten? De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie zijn ook benieuwd of het dashboard inmiddels voor het eerst is ingevuld door de centrumgemeenten? Is het aantal gerealiseerde woonplekken ook onderdeel van het dashboard? Wanneer is het dashboard echt beschikbaar? Hoe wordt gevolg gegeven aan het dashboard, als daaruit blijkt dat er problemen zijn? Wat is de taakverdeling dan? De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie zijn benieuwd in hoeverre de Staatssecretaris zicht heeft op waar centrumgemeenten staan in de kwantitatieve opgave om dak- en thuisloze mensen te huisvesten. Wat gaat de Staatssecretaris doen wanneer gemeenten achterblijven in de huisvestingsopgave?

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie krijgen signalen dat er in toenemende mate de vraag is van gemeenten om – door de stijging van het aantal dakloze mensen – over te gaan tot slaapzalen en dus niet te transformeren naar wonen of eenpersoonskamers. Herkent de Staatssecretaris deze signalen? Zo ja, wat vindt hij daarvan? Monitort hij deze transformatie? Hoeveel slaapzalen zijn er op dit moment? Welke financiële middelen kunnen gemeenten inzetten om wel toe te werken naar deze transformatie? En hoe gaat de Staatssecretaris de transformatie verder stimuleren? De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie zien dat er ook in het komend jaar 65 miljoen euro beschikbaar is gesteld voor de aanpak van dakloosheid, zoals ook afgesproken in het coalitieakkoord. Zij begrijpen dat in de septembercirculaire van het gemeentefonds 55 miljoen euro is toegekend aan de centrumgemeenten via een decentralisatieuitkering (Brede aanpak dakloosheid). Voor 2024 en daarna staat geen bedrag vermeld in de septembercirculaire. Hoe en wanneer komen gemeenten te weten welk bedrag zijn tot 2030 gaan ontvangen om de doelstelling van de Verklaring van Lissabon te halen? Waarom staat in de septembercirculaire 2023 geen reeks voor de komende jaren? Waar wordt de ontbrekende 10 miljoen euro in 2023 aan besteed?

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris invulling aan de motie-Westerveld5 wil geven door een onderzoek in te plannen naar de voortgang van de aanpak van dakloosheid, inclusief financiële middelen en de daaraan gekoppelde doelstelling uit de Lissabon Verklaring, om in 2030 het aantal dakloze mensen naar nul te reduceren. Dit onderzoek wil hij echter pas uitvoeren in de periode 2024–2026, zodat het gebruikt kan worden als tussentijdse evaluatie om de voortgang op het behalen van de doestellingen te evalueren en indien nodig bij te sturen. Genoemde leden vinden de uitvoering van het onderzoek in de periode 2024–2026 wat laat. De motie is in 2022 aangenomen, en het was juist de bedoeling om op tijd onderzoek te doen, zodat er nog bijgestuurd kan worden om de doelstelling in 2030 te halen. Is dit bijstellen nog wel haalbaar als de eerste resultaten pas in 2026 bekend worden? Dan zijn er immers nog maar vier jaar te gaan. Kan de Staatssecretaris uitleggen hoe hij dit ziet en waarom het onderzoek niet eerder wordt gedaan?

Verschillende hulporganisaties slaan alarm over het gebrek aan opvangplakken van dakloze EU-burgers. De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie zijn benieuwd hoe het staat met de evaluatie van het Plan van Aanpak EU-migranten? Welke actie hebben gemeenten tot nu toe in gang gezet? Hoeveel opvangplekken voor dakloze EU-burgers zijn er inmiddels gerealiseerd? Hoe staat het met de evaluatie en wat gebeurt er met de nu opgebouwde hulp en opvang als de pilots onverhoopt niet voldoende succesvol zijn voor een vervolg? Wanneer krijgen gemeenten uitsluitsel over het vervolg van deze aanpak? Leveren de Ministers van SZW en EZK ook een bijdrage aan de opvang van op straat gezette arbeidsmigranten? De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie zijn ook benieuwd op welke manier vervolg is gegeven aan het onderzoek naar remigrantengezinnen uit 2020 door Bureau HHM? Wat is er gedaan met dit onderzoek en de aanbevelingen?

We zitten inmiddels in het najaar van 2023 en over een paar maanden is het weer winter. De leden van de GroenLinks- en PvdA- fractie zijn benieuwd hoe hierop wordt voorbereid. Een aantal steden bieden permanente winteropvang aan, terwijl andere steden enkel de koudweerregeling hanteren om dakloze mensen op te vangen. Hoe reflecteert de Staatssecretaris op deze verschillen tussen gemeenten? Hoe reflecteert de Staatssecretaris op het feit dat de koudweerregeling enkel van kracht is bij vorst? Vindt de Staatssecretaris dat gemeenten gedurende de winterperiode op permanente basis extra opvang moeten beiden? Gaat de Staatssecretaris een standaard ontwikkelen voor de winteropvang van dakloze mensen, hierbij denkend aan een bepaalde standaard werkwijze, eisen aan veiligheid en hygiëne en eisen aan gebouwen/ruimtes?

Huisuitzettingen

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie ondersteunen het beleid om huisuitzettingen zoveel mogelijk te voorkomen. Hebben alle gemeenten beleid ontwikkeld op het gebied van preventie van dakloosheid en het voorkomen van huisuitzettingen? Hebben alle centrumgemeenten time-out en respijtvoorzieningen gecreëerd om terugval in dakloosheid te voorkomen? Is een gebrek aan voldoende ambulante begeleiding (lage- en kortlopende indicaties) een reden dat mensen dakloos worden? Zo ja, wat gaat de Staatssecretaris daar aan doen?

Voorkomen van dakloosheid onder jongeren de uit de jeugdzorg uitstromen

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie lezen in de brief een verwijzing naar de Voortgangsbrief Jeugd. In die brief waren echter weinig concrete acties te lezen vanuit de Staatssecretaris om dakloosheid onder jongeren te voorkomen. Welke extra stappen neemt de Staatssecretaris om te voorkomen dat jongeren na verblijf in de jeugdzorg dakloos worden? En in hoeverre wordt deze groep ook apart geregistreerd in de monitor waar het CBS en de VNG aan werken voor het in beeld brengen van daklozen?

Bemoeizorg

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris in de brief een actieonderzoek aankondigt naar bemoeizorg. Voor de zomer zou de Kamer geïnformeerd worden over de planning hiervan. Hoe staat het inmiddels hiermee? Er zijn enorme verschillen tussen gemeenten wat de inzet van bemoeizorg betreft. Wat gaat de Staatssecretaris vanuit zijn rol doen om de inzet van bemoeizorg te stimuleren?

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben de brief van de Staatssecretaris met interesse gelezen. De leden van de fractie delen de zorgen over de ontvangen signalen en de urgentie om acties uit het Nationaal Actieplan Dakloosheid tot uitvoering te brengen. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij met de motivatie van de Staatssecretaris om dak- en thuisloosheid terug te dringen. Zij hebben enkele vragen over het huidige beleid.

In het actieplan is een grote taak weggelegd voor de gemeenten. In de taakstelling voor de gemeenten staat dat gemeenten eigen beleid moeten ontwikkelen, wat vervolgens vastgesteld moet worden door het College van B&W. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris hoe ver gemeenten hiermee over het algemeen zijn. Wanneer vindt de Staatssecretaris dat gemeenten deze plannen klaar moeten hebben? Hoe gaat de Staatssecretaris erop toezien dat gemeenten de ambitie uit het actieplan onderschrijven en daarbij de streefdatum halen. Deze leden vragen hem ook wat de stand van zaken is rond de uitvoering van motie-Grinwis/Werner6.

Er zijn groepen dak- en thuislozen die in het huidige beleid tussen wal of schip dreigden te raken in dit actieplan. Denk aan EU-burgers, (arbeids)migranten, migranten die geen status hebben gekregen, derdelanders, jongeren, en ga zo maar door. In hoeverre zijn groepen als deze voldoende in beeld bij gemeenten, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie? In hoeverre is er extra aandacht nodig voor speciale groepen dak- en thuislozen? Hoe wil de Staatssecretaris extra aandacht voor deze groepen realiseren?

In het actieplan staat dat er met betrekking tot EU-burgers pilots gestart zijn en worden gestart. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris of deze pilots succesvol geweest zijn en welke lessen hier nu al uit getrokken kunnen worden.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de Staatssecretaris toeziet op het inzetten van ervaringsdeskundigen door gemeenten. Worden alle geluiden uit de samenleving gewogen en meegenomen door de Staatssecretaris? Zij vragen hem verder of de doelgroep dak- en thuislozen meegenomen wordt in de woonzorgvisies die gemeenten ontwikkelen.

De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich zorgen over de wijze waarop de overheid schulden int bij haar burgers. De stappen die het Rijk de afgelopen jaren heeft gezet, zoals betalingsregelingen, gaan in de goede richting, maar de overheid blijft de grootste schuldeiser en deze schulden zijn vaak mede de reden dat mensen dak- of thuisloos raken. Genoemde leden vragen in hoeverre de Staatssecretaris zicht heeft op het effect van de wijze van schuldinning door het Rijk als oorzaak van het dak- of thuisloos raken van mensen. Zij vragen of er naast betalingsregelingen ook andere manieren zijn om de schuldinning menselijker te maken. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hierover ook hoe gemeenten in deze manier van werken kunnen worden meegenomen, gezien zij ook schulden eisen en in schulden en dak- of thuislozen verschillende verantwoordelijkheden hebben, namelijk als schuldeiser, schuldhulpverlener en als verantwoordelijke voor opvangbeleid voor dak- en thuislozen.

De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich zorgen om de instroom van dak- en thuislozen en hebben hierover een aantal vragen. Allereerst vragen deze leden of de Staatssecretaris op de hoogte is van de situatie in verschillende gemeenten, waar, door de bouwcrisis, te weinig conventionele opvangplekken zijn voor dak- en thuislozen. Is de Staatssecretaris welwillend om in kaart te brengen om hoeveel woonplekken het in alle gemeenten gaat, en of gemeenten ondersteund kunnen worden in het opzetten van tijdelijke onconventionele woonplekken?

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben vervolgens een vraag over huisuitzettingen. Deze leiden in duizenden gevallen nog steeds tot dak- en thuisloosheid, ook onder gezinnen. De ombudsman heeft hier recent nog uitspraken over gedaan. Gezinnen belanden in allerlei tijdelijke woonoplossingen en mensen voelen zich feitelijk dakloos door onrust en stress. Kinderen zijn hier volgens de ombudsman vaak onzichtbaar. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe het kan dat er ondanks de inspanningen van de Staatssecretaris nog steeds gezinnen uit huis gezet worden? Kan de Staatssecretaris ook in kaart brengen om hoeveel kinderen het hier gaat? Is er in alle gevallen goede aandacht voor hun situatie?

De invoeringsdatum van het woonplaatsbeginsel en het nieuwe verdeelmodel is nader uitgesteld. De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich hier zorgen om, omdat de VNG voorheen aangaf dat de regionale samenwerking onder druk komt te staan als hier niet tijdig stappen op gezet worden. Het leidt tot onrust en vragen bij de gemeenten. Kan de Staatssecretaris garanderen dat de invoering op 1 januari 2025 wel lukt? En hoe worden gemeenten in de tussentijd tegemoetgekomen?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in hoeverre er beleid is op het realiseren van woonvoorzieningen voor mensen die ontslagen worden uit een (gesloten) (zorg)instelling. Deze leden vragen of het mogelijk is om gemeenten een huisvestingsplicht te geven voor mensen die uit een (gesloten) (zorg)instelling. Genoemde leden vragen in het bijzonder of de Staatssecretaris op de hoogte is van de problemen bij de huisvesting van gedetineerde burgers na detentie. Kan de visie hierop worden meegenomen in de inventarisatie die de Minister van JenV gaat doen met betrekking tot de uitstroom van cliënten uit een forensische kliniek?

De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich zorgen om signalen vanuit maatschappelijke opvang. De druk daar wordt hoger doordat er steeds meer «zorgbehoevende gevallen» aankloppen. Hoe verklaart de Staatssecretaris deze toename? Hoe kunnen organisaties en gemeenten geholpen worden bij de opvang van deze gevallen? Hoe kunnen gemeenten voorkomen dat deze groep mensen op straat belanden?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen verder in hoeverre de Staatssecretaris zicht heeft op de ontwikkelingen bij het afbouwen van het aantal slaapzalen en het in plaats daarvan opzetten van eenpersoonskamers.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

In afwachting van de brede, uitgebreide voortgangsrapportage eind dit jaar nemen de leden van de BBB-fractie kennis van de brief van de Staatssecretaris.

De leden van de BBB-fractie vragen de Staatssecretaris hoe kan worden voorkomen dat het omarmen van het uitgangspunt dat dakloosheid in de eerste plaats een woonprobleem is en geen zorgprobleem die onverhoopt leidt tot een tekort aan aandacht voor problematiek rond dakloosheid die géén woonprobleem is. Deze leden zijn benieuwd of in beeld is gebracht welke types dakloosheid vallen te onderscheiden, voor welke mensen en welke problematiek daarbij speelt. Niet om nodeloze statistieken te fabriceren, maar vanuit de behoefte aan inzicht in wat werkt – en wat niet werkt.

De Staatssecretaris schrijft dat dakloosheid geen individueel probleem is, maar een probleem van ons allemaal. Dat klinkt fraai, maar de leden van de BBB-fractie kunnen zich voorstellen dat mensen zonder dak boven hun hoofd de gedachte zouden kunnen krijgen dat hun individuele probleem als minder urgent wordt ervaren wanneer het wordt gecollectiviseerd. Een probleem van iedereen kan een probleem zijn van niemand in het bijzonder. Deze leden ontvangen graag een reflectie daarop van de Staatssecretaris. Dezelfde aarzeling hebben deze leden bij het lezen van de uitweiding over integrale samenwerking, afstemming en bestuurlijke afspraken. Betekent deze alomvattende aanpak voor de individuele dakloze dat er sneller zicht komt op een dak boven zijn hoofd? We hebben het tenslotte over een Nationaal Actieplan, niet over een Landelijk Vergaderplan. De leden van de BBB-fractie hopen dan ook dat het door VNG te ontwikkelen dashboard geen misverstand laat bestaan over de harde resultaten op weg naar het ambitieuze doel van nul daklozen in 2030.

De invoering van het woonplaatsbeginsel voor Beschermd Wonen, dat gemeenten verantwoordelijk maakt voor beschermd wonen voor hun eigen inwoners, verschuift met een jaar naar 1 januari 2025. De leden van de BBB-fractie zijn benieuwd of het gesteggel rond het verdelen van de middelen een negatieve weerslag heeft op het streven om dakloosheid te verminderen. Deze leden vragen de Staatssecretaris erop toe te zien dat allerlei discussies over de verdeling van taken en bevoegdheden, over afstemming en samenwerking, over verantwoordelijkheden en geldstromen de energie niet wegzuigt van de eigenlijke opgave: actie ondernemen tegen dakloosheid.

Terugkomend op het uitgangspunt dat dakloosheid geen zorgprobleem is, vragen de leden van de BBB-fractie zich toch af of hierbij mogelijk de wens de vader van de gedachte is. Met reden, immers gaat de Staatssecretaris in zijn brief uitvoerig in op allerlei situaties van dakloosheid en beschermd wonen die rechtstreeks verband houden met uiteenlopende zorggerelateerde zaken. Wat in de aanpak mist, althans in zijn brief gaat de Staatssecretaris niet nader daarop in, is het aspect werk. Werk geeft stabiliteit in het leven, een inkomen en het draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde. Graag vernemen deze leden hoe de Staatssecretaris hier tegenaan kijkt.

II. Reactie van de Staatssecretaris


  1. Kamerstuk 29 325, nr. 155.↩︎

  2. Kamerstuk 29 325, nr. 144.↩︎

  3. Kamerstuk 25 424, nr. 670.↩︎

  4. Kamerstuk 29 325, nr. 152.↩︎

  5. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 73.↩︎

  6. Kamerstuk 29 325, nr. 14.↩︎