Voornemen tot het sluiten van een verlengingsverdrag Overeenkomst inzake de rechtspositie van de strijdkrachten voor militair personeel en troepenuitrusting tussen de Staat Qatar en het Koninkrijk der Nederlanden, Doha, 16 december 2014 (herdruk)
Voornemen tot verlenging van verdragen
Brief regering
Nummer: 2023D39934, datum: 2023-10-02, bijgewerkt: 2024-06-21 12:53, versie: 6
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24493-100).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 24493 (R1557)-100 Voornemen tot verlenging van verdragen.
Onderdeel van zaak 2023Z16396:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2023-10-03 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-10-12 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2023-12-06 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal | 1/2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
24 493 Voornemen tot verlenging van verdragen
BY/ Nr. 100 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2023
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van de Overeenkomst inzake de rechtspositie van de strijdkrachten voor militair personeel en troepenuitrusting tussen de Staat Qatar en het Koninkrijk der Nederlanden, Doha, 16 december 2014 (Trb. 2015, nr. 12).
Het verdrag met een initiële looptijd van één jaar tot 16 december 2015 zal, na een eerste verlenging die tot 15 december 2017 liep (Trb. 2016, nr. 56), een tweede verlenging die tot 15 december 2018 liep (Trb. 2018, nr. 11), een derde verlenging die tot 15 december 2019 liep (Trb. 2018, nr. 218), een vierde verlenging die tot 15 december 2021 liep (Trb. 2020, nr. 49), en een vijfde verlenging die tot 14 december 2023 loopt (Trb. 2021, nr. 147) met twee jaar, worden verlengd tot 14 december 2025.
Met het oog op het aflopen van de vijfde verlenging van de Overeenkomst op 14 december 2023 is het van belang dat deze zesde verlenging van de Overeenkomst uiterlijk op 14 december 2023 tot stand komt. De overlegging van dit verlengingsverdrag vindt gedeeltelijk plaats tijdens het reces van zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer der Staten-Generaal, maar met inachtneming van Aanwijzing 8.20, derde lid, van de Aanwijzingen voor de Regelgeving, dat ten minste twee derde van de in artikel 9, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen genoemde termijn buiten het reces van beide kamers kan vallen.
Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese deel van Nederland. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
Herdruk i.v.m. toekennen Eerste Kamerletter↩︎