Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2023-2024

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 1307 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2023

Hierbij ontvangt u de Klimaatnota 2023, de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de beschouwing op de Klimaatnota van de afdeling Advisering van de Raad van State (RvS). Met de Klimaatnota legt het kabinet, zoals vastgelegd in de Klimaatwet, verantwoording af over het gevoerde Klimaatbeleid.

Klimaat- en Energieverkenning 2023 van het PBL

De KEV heeft volgens de Klimaatwet de functie om de voortgang van het klimaatbeleid te monitoren. Eenmaal per jaar moet de KEV op duidelijke en integrale wijze verslag doen van de volle breedte van het gevoerde klimaat- en energiebeleid en de verwachte effecten daarvan. Het PBL geeft met de KEV 2023 aan dat het 55%-doel zich binnen de geraamde bandbreedte bevindt, maar nog niet met voldoende zekerheid gerealiseerd wordt en dat er maximaal moet worden ingezet op de uitwerking van het geagendeerde beleid.

Beschouwing afdeling Advisering van de Raad van State

In lijn met de Klimaatwet heeft de afdeling Advisering van de Raad van State de een beschouwing gedaan op concept-Klimaatnota. De RvS concludeert dat de knelpunten in de uitvoering van het beleid beheersbaar moeten worden gemaakt om een tijdige uitvoering van het klimaatbeleid te kunnen verzekeren en de reductiedoelstelling met voldoende zekerheid in zicht te brengen. Om de stap van papier naar praktijk te kunnen maken zijn daarbij heldere politieke keuzes nodig. Het kabinet deelt deze conclusie en is voortvarend aan de slag gegaan met de uitwerking van het beleid en blijft hieraan werken in zijn demissionaire periode. In de bijlage van de Klimaatnota gaat het kabinet specifieker in op de beschouwing en de adviezen daarin.

Klimaatnota

Met Prinsjesdag is de Tweede Kamer al geïnformeerd over de effecten van het nieuwe beleid op de 2030-doelen met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen (Kamerstuk 32 813, nr. 1291). Deze Klimaatnota bevat de uitgebreidere voortgangsrapportage over het klimaatbeleid. Het kabinet concludeert in de Klimaatnota dat Nederland met het ingezette beleid op koers kan komen voor ten minste 55% reductie in 2030, mits de uitwerking en uitvoering van dat beleid voortvarend doorgang vindt.

De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten