[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijlage - Voorstel voor aanpassing werkafspraken voor het vertrouwelijk informeren van de commissie Financiën

Bijlage

Nummer: 2023D44923, datum: 2023-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Aan de minister van Financiën - Aanpassing van de bestaande werkafspraken voor het vertrouwelijk informeren van de commissie Financiën over (mogelijk) koersgevoelige onderwerpen; verzoek om reactie voor 6 december 2023 (2023D44922)

Preview document (🔗 origineel)


Voorstel voor aanpassing werkafspraken met Tweede Kamercommissie voor Financiën

Ministerie van Financiën – Tweede Kamer, commissie Financiën

  1. Vertrouwelijk (mondeling) overleg vindt plaats op het moment dat niet kan worden uitgesloten dat een overheidsmaatregel moet worden getroffen en de aanleiding en mogelijke oplossingsrichtingen voldoende in kaart zijn gebracht om in een vertrouwelijk overleg aan de Tweede Kamer te kunnen toelichten.

Noodzaak tot vertrouwelijkheid van dit overleg kan bijvoorbeeld zijn koersgevoelige, bedrijfsgevoelige, of toezichtvertrouwelijke informatie, bijvoorbeeld inzake het voornemen tot het aangaan of uitbreiden van staatsdeelnemingen waarop wettelijke geheimhoudingsbepalingen van toepassing zijn, waardoor voorafgaande autorisatie en het openbaar informeren in het kader van het budgetrecht niet mag of wenselijk wordt geacht.

  1. Het eerste vertrouwelijke overleg in een besloten commissievergadering vindt plaats op initiatief van de Minister, indien er vaststaat dat er sprake is van vertrouwelijke informatie. De Minister neemt daartoe telefonisch contact op met de voorzitter van de vaste Kamercommissie Financiën en deelt mee dat hij graag op vertrouwelijke basis met de commissie wil overleggen. Daarbij wordt het onderwerp van het overleg niet genoemd.

Vervolgoverleg in een besloten commissievergadering vindt plaats op initiatief van de Minister dan wel op initiatief van de commissievoorzitter.

De commissievoorzitter zal de commissiegriffier informeren.

De commissievoorzitter en de commissiegriffier zullen direct nadat zij zijn geïnformeerd een verklaring met betrekking tot vertrouwelijkheid tekenen. Daarbij wordt de standaardverklaring gebruikt (zie bijlage verklaring insiders).

De commissievoorzitter zal in afstemming met de commissiegriffier en de minister telkens vaststellen wie er voor een vertrouwelijk overleg uitgenodigd dienen te worden. Uitgangspunt daarbij is dat alle fracties en groepen, of afsplitsingen daarvan in de gelegenheid gesteld dienen te worden met één woordvoerder deel te nemen aan het overleg.

Uit de afstemming tussen commissievoorzitter, commissiegriffier en Minister komt de maximale kring van eventuele insiders tot stand voor een vertrouwelijk overleg waarbij de geheimhoudingsplicht op grond van artikel 15.13, eerste lid, van het Reglement van Orde1 van toepassing is en waarbij voor de ontvangen vertrouwelijke informatie het mededelingsverbod van artikel 10 van de Verordening marktmisbruik (MAR) geldt.

Uitgenodigde Kamerleden tekenen voorafgaand aan deelname aan het eerste vertrouwelijke overleg een verklaring. Daarbij zal het onderwerp van het overleg niet genoemd worden. Kamerleden dragen zelf zorg voor de geheimhouding van de ontvangen vertrouwelijke informatie. Indien uitgenodigde Kamerleden geen verklaring tekenen, nemen zij niet deel aan het vertrouwelijke overleg en zullen zij de vertrouwelijke informatie niet ontvangen.

De commissiegriffier houdt de insiderlijst bij, met alle bijkomende verplichtingen. De Minister, als bron van de Koersgevoelige Informatie (KGI), kan dan volstaan met de Tweede Kamer, met als contactpersoon de commissievoorzitter, als entiteit op de eigen insiderlijst te vermelden.

Als een relevante toezichthouder erom vraagt, moet de Tweede Kamer de eigen insiderlijst overleggen.

  1. De commissievoorzitter nodigt de aldus besproken leden uit deel te nemen aan een vertrouwelijk overleg. Die uitnodiging dienen zij geheim te houden, los van de vraag of zij wensen deel te nemen aan het vertrouwelijke overleg. Ook het feit dat er een overleg wordt gehouden, dienen zij geheim te houden.

In Parlis en/of andere informatiesystemen van de Tweede Kamer wordt geen informatie opgenomen over het vertrouwelijke overleg.

Het vertrouwelijk overleg vindt plaats vanwege de wenselijkheid van tijdige betrokkenheid van de Kamer/commissie.

Leden die besluiten het overleg bij te wonen, worden ten laatste bij aanvang van het overleg op de hoogte gesteld van het onderwerp. Zij zouden dan alsnog kunnen besluiten geen kennis te willen nemen van de informatie, maar dienen ook dan geheimhouding te betrachten over het onderwerp alsmede het plaatsvinden van het overleg.

Tijdens het overleg worden de aanwezige leden door de Minister geïnformeerd. Tijdens het overleg kunnen de leden (technische) vragen stellen, leden wordt niet om instemming gevraagd, evenmin wordt er gevraagd naar hun (fractie)standpunt.

  1. Vanuit het Ministerie van Financiën nemen ten hoogste deel aan het overleg:

  • De Minister van Financiën.

  • Eén of meer Financiënambtenaren.

Indien betrokkenheid van toezichthouders noodzakelijk is nemen vanuit de toezichthouder ten hoogste deel aan het overleg de in rang hoogst verantwoordelijke vertegenwoordiger van de toezichthouders en één of meer medewerkers.

  1. Vanuit de Tweede Kamer nemen op enig moment ten hoogste deel aan het overleg2:

  • Voorzitter commissie Financiën.

  • Eén Kamerlid per fractie en groep of afsplitsingen daarvan. Een Kamerlid dat is verhinderd kan alleen worden vervangen door zijn/haar fractievoorzitter.

  • Een griffier of adjunct-griffier van de commissie Financiën.3

  • Een kenniscoördinator van de commissie Financiën.4

  • Eventueel één stenograaf van de Dienst Verslag en Redactie.

  1. Alle deelnemers van de zijde van de Kamer aan het overleg tekenen vooraf een verklaring waarmee zij bevestigen dat zij kennis hebben genomen van het mededelingsverbod en de overige verplichtingen die uit de MAR voortvloeien. Deze verklaring legt geen verplichtingen op die verder gaan dan de MAR. Eenieder die verzocht is een verklaring te tekenen, wordt door de commissiegriffier van de commissie op een insiderlijst geplaatst. De getekende verklaringen worden door de commissiegriffier bewaard.

Mochten leden van de commissie met hun fractievoorzitter over de verkregen informatie willen overleggen, dan melden zij dat vooraf aan de commissiegriffier. Die geeft aan hen een gelijkluidende verklaring mee, die de fractievoorzitter dient te ondertekenen voordat hij van het commissielid informatie ontvangt. Daarbij zal het onderwerp van het overleg voor het ondertekenen van de verklaring niet genoemd worden. De getekende verklaring wordt weer ingeleverd bij de commissiegriffier en die voegt de naam van de fractievoorzitter toe aan de insiderlijst en bevestigt dit aan de fractievoorzitter. De fractievoorzitter draagt zelf zorg voor de geheimhouding van de ontvangen vertrouwelijke informatie. Mocht de fractievoorzitter hierover willen overleggen met andere fractievoorzitters, dan dient hij zich eerst via de commissiegriffier ervan te vergewissen dat die andere fractievoorzitter ook op de insiderlijst is opgenomen. Is dat niet het geval, dan kan de fractievoorzitter niet over de vertrouwelijke informatie overleggen met de fractievoorzitter die niet is opgenomen op de insiderlijst. Mochten leden van de commissie met een insider-Kamerlid uit de Eerste Kamer willen overleggen, dan dienen zij dit eerst aan te geven bij de commissiegriffier van de Tweede Kamer, zodat de commissiegriffier met de commissiegriffier van de Eerste Kamer kan uitzoeken welke leden in de Eerste Kamer op de betreffende insiderslijst zijn opgenomen.5

  1. De informatieverschaffing kan worden ondersteund door vertrouwelijk opgestelde en getoonde presentaties van de zijde van Financiën en/of de toezichthouder. Eventuele stukken kunnen voorafgaand aan het overleg ter inzage beschikbaar worden gesteld aan de betrokken Kamerleden. Inzage zal plaatsvinden bij de commissiegriffier of adjunct-griffier. De minister voorziet hiertoe in een openbare aanbiedingsbrief waarin in ieder geval de gegevens vermeld worden zoals gespecificeerd in artikel 2, tweede lid, en artikel 4a, eerste lid van de Regeling vertrouwelijke stukken van de Tweede Kamer.6 Onverminderd hetgeen in voornoemde Regeling is bepaald, kunnen stukken ook tijdens een vertrouwelijk overleg ter inzage beschikbaar worden gesteld. Tijdelijke terinzagelegging is in uitzonderlijke gevallen mogelijk, conform hetgeen bepaald in artikel 4b van de Regeling vertrouwelijke stukken van de Tweede Kamer.7 Voorafgaand aan een schriftelijk of mondeling vertrouwelijk overleg met de minister van Financiën kunnen de vertrouwelijke verslagen van een (schriftelijk of mondeling) overleg tussen de Eerste Kamer en de minister van Financiën, indien deze van belang zijn voor het overleg, ter inzage worden aangeboden aan de betrokken Kamerleden.

  2. Geheimhouding is een expliciete voorwaarde om aan het overleg deel te nemen. Van het overleg kan door de commissiegriffier in overleg tussen de commissievoorzitter en de Minister besloten worden tot het maken van een verslag. Dat kan een verslag op hoofdlijnen zijn of een beschrijving van het proces. Het verslag, dat naar zijn aard even vertrouwelijk is als het overleg zelf, kan, met de eventueel in het overleg gepresenteerde of uitgereikte documenten en de eventueel gemaakte aantekeningen van de leden, worden opgeslagen in de kluis van de commissiegriffier totdat de informatie wel openbaar kan worden gemaakt.

Indien de commissie een (vertrouwelijk) stenografisch verslag zou wensen te laten opmaken, dient een stenograaf van de Dienst Verslag en Redactie aan de vergadering deel te nemen. Een stenografisch verslag kan dienstig zijn voor de paper trail, indien daarin wordt vastgelegd wie aanwezig waren, en dat zij op wettelijke bepalingen gewezen zijn.

  1. De commissievoorzitter en de minister overleggen over het moment waarop de verstrekte informatie openbaar kan worden gemaakt.


  1. Dit artikel geldt sinds 1 april 2021 en correspondeert met artikel 143 uit het oude Reglement van Orde, dat is geciteerd in de geldende werkafspraken.↩︎

  2. Het wordt wenselijk geacht de opsomming van mogelijke “insiders” aan de zijde van de Tweede Kamer uit te breiden.↩︎

  3. Een adjunct-griffier van de commissie moet zo nodig de commissiegriffier kunnen vervangen bij het in ontvangst nemen van de vertrouwelijke stukken en/of bij afspraken voor inzage door leden. De terugvaloptie in de huidige werkafspraken betreft vervanging door de commissiegriffier van een andere commissie, die doorgaans inhoudelijk minder goed ingevoerd zal zijn in de materie. In de werkafspraken met de Eerste Kamercommissie voor Financiën is de mogelijkheid opgenomen om een stafmedewerker (vergelijkbaar met een adjunct-griffier bij de Tweede Kamer) kennis te laten nemen van koersgevoelige informatie.↩︎

  4. Kennisname door een kenniscoördinator kan van toegevoegde waarde zijn voor de commissie indien de kwestie begrotingstechnisch ingewikkeld is en de staf de commissie hierover van gedegen advies wil voorzien.↩︎

  5. Deze toevoeging vormt het spiegelbeeld van de bepaling uit de werkafspraken die zijn gemaakt met de Eerste Kamer.↩︎

  6. Dit gedeelte van deze toevoeging betreft een aanscherping van de huidige werkafspraken. De Regeling vertrouwelijke stukken bepaalt slechts dat in de openbare brief de afzender en de datum dient te staan, en – zo mogelijk – het onderwerp van de brief. Op grond van die brief kan de commissie in de procedurevergadering vaststellen of zij het vertrouwelijke karakter van de brief voldoende gemotiveerd vindt.↩︎

  7. In dat artikel wordt gevraagd om een motivering van de tijdelijkheid van de terinzagelegging.↩︎