[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Onderzoeksrapport 'Evaluatie Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen'

Wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet en de Wet op het notarisambt in verband met het doorberekenen van de kosten van toezicht en tuchtrechtspraak aan de beroepsgroepen (Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen)

Brief regering

Nummer: 2023D45218, datum: 2023-10-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34145-22).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34145 -22 Wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet en de Wet op het notarisambt in verband met het doorberekenen van de kosten van toezicht en tuchtrechtspraak aan de beroepsgroepen (Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen).

Onderdeel van zaak 2023Z18810:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

34 145 Wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet en de Wet op het notarisambt in verband met het doorberekenen van de kosten van toezicht en tuchtrechtspraak aan de beroepsgroepen (Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen)

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2023

Zoals aangekondigd in de kabinetsreactie van 29 juni 2022 op het onderzoeksrapport «Evaluatie Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG)» ontvangt u hierbij het onderzoeksrapport «Evaluatie Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen».1

Dit onderzoek is in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in de periode september 2022 tot september 2023 uitgevoerd door een team van onderzoeksbureau Cebeon – Centrum Beleidsadviserend Onderzoek.

Het algemene beeld dat uit deze evaluatie naar voren komt, is dat volgens onderzoekers het hoofddoel van de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen, te weten een bezuiniging voor het Rijk, is gerealiseerd omdat kosten die eerst op het Rijk drukten ten laste zijn gebracht van de publiekrechtelijke beroepsorganisaties voor de advocatuur, het notariaat en de gerechtsdeurwaarders. Tegelijkertijd constateren onderzoekers dat de betrokken beroeps-, toezicht-, en tuchtrechtorganisaties zich niet kunnen vinden in het principe dat alle kosten worden doorberekend. De beroepsgroepen zijn niet de enige belanghebbenden bij goed functionerend toezicht en tuchtrecht. Naar hun mening dient dit ook een algemeen belang.

Onderzoekers hebben op basis van de bevindingen een viertal aanbevelingen gedaan. Een aantal raakt de drie juridische beroepen advocatuur, notariaat en gerechtsdeurwaarders gezamenlijk en één aanbeveling specifiek de gerechtsdeurwaarders. In tegenstelling tot notarissen en advocaten kunnen gerechtsdeurwaarders namelijk de kosten voor toezicht en tuchtrecht niet doorbelasten. Deze aanbeveling raakt aan het SEO onderzoeksrapport Kwaliteitsfonds voor gerechtsdeurwaarders dat ik uw Kamer heb aangeboden in mijn brief van 26 oktober 2023 over de thematafels civiele invorderingsketen ter uitwerking van motie van het lid van Beukering-Huijbregts c.s. (Kamerstuk 35 570 XV, nr. 58)2.

Gegeven de samenhang met de daarin aangekondigde verkenning die ik samen met de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen ga uitvoeren naar een goed functionerende invorderingsketen alsmede de gesprekken die ik komende tijd met de juridische beroepen wil voeren over de aanbevelingen uit het rapport, volgt de inhoudelijke kabinetsreactie in het voorjaar van 2024.

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind


  1. Kamerstuk 35 925 VI, nr. 155.↩︎

  2. Kamerstuk 24 515 en 29 279, nr. 729.↩︎