Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Formele Raad WSBVC van 27 en 28 november 2023 (Kamerstuk 21501-31-726)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D46203, datum: 2023-11-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D46203).
Onderdeel van zaak 2023Z19036:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-11-14 14:00: Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 27-28 november 2023 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-12-06 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-19 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
2023D46203 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 9 november 2023 ontvangen Geannoteerde Agenda Formele Raad WSBVC van 27 en 28 november 2023 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 726).
De voorzitter van de commissie,
Kuzu
Adjunct-griffier van de commissie,
Van den Broek
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
II Antwoord/Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ten behoeve van de Formele Raad te Brussel. Deze leden hebben nog wel enkele vragen.
De leden van de D66-fractie steunen zoals bekend de lijn van de Minister ten aanzien van de Richtlijnvoorstel Platformwerk. Wel maken deze leden zich zorgen over het krappe tijdspad. Kan de Minister schetsen wat de posities van de Raad en het Europees Parlement (EP) zijn, in bijzonder ten aanzien van het weerlegbaar rechtsvermoeden? En, hoe waarschijnlijk acht de Minister de kans dat er tijdig een akkoord bereikt wordt, voordat het wisseljaar begint?
Ook op andere dossiers kunnen de leden van de D66-fractie zich vinden in de vaak bekende lijn van de Minister. Ten aanzien van de Raadsconclusies transitie zorgsystemen hebben deze leden nog wel enkele vragen: in hoeverre is er ruimte is om ook andere verschillen (bijvoorbeeld in culturele achtergrond of sociaal economische status (SES)) ook mee te nemen in de raadsaanbevelingen voor holistische zorg? Want deze leden zien dat verschillende groepen in de samenleving niet de zorg krijgen die passend is en dat zorgt voor ongelijkheid. Hoe gaan deze aanbevelingen bijdragen om de verschillen te overbruggen?
De leden van de D66-fractie begrijpen dat de Europese Commissie, naar aanleiding van een verzoek van de Europese Raad uit juni 2023, een mededeling over demografische verandering heeft gepresenteerd met daarin een toolbox die is gestructureerd rond vier pijlers. Deze leden vragen het kabinet naar een toelichting bij de Nederlandse invulling van de vier pijlers. Hoe past het «zorgen voor toegankelijke hoogwaardige kinderopvang» bij de noodzakelijkheid van het nieuwe financieringsstelsel in de kinderopvang en de rol van de overheid hierin, vragen deze leden concreet.
De leden van de D66-fractie vragen ten aanzien van het ondersteunen van jongere generaties om hun vaardigheden te ontwikkelen fractie, naar het beleid om een leven lang ontwikkelen te ondersteunen: wordt dit ook vanuit de pijlers over demografische ontwikkeling ondersteund? Zo ja, hoe krijgt dit vorm?
De leden van de D66-fractie constateren dat de positie van oudere generaties wordt verbeterd dankzij de Wet toekomst pensioenen, maar passend arbeidsmarktbeleid kan breder zijn dan dat volgens deze leden. Hoe zorgt het kabinet ervoor dat afspraken in collectieve arbeidsovereenkomsten aansluiten bij een flexibele arbeidsmarkt waarin mensen niet tot hun pensioenleeftijd zwaar werk blijven doen, maar tijdig kiezen voor om- of bijscholing om minder zwaar werk te gaan doen en zo vroege uittreding te minimaliseren, terwijl tegelijkertijd de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers wordt verstevigd, vragen deze leden aan het kabinet.
Voorts begrijpen de leden van de D66-fractie dat de Commissie op 15 november met een wetgevend voorstel komt om arbeidsmatching tussen Europese Unie (EU-)werkgevers en werkzoekenden uit derde landen te vergemakkelijken met een EU Talent Pool als IT-platform. Deze leden vragen het kabinet om een toelichting op hoe dit platform eruit gaat zien, welke groepen werknemers er gebruik van kunnen maken, hoe het kabinet het gebruik ervan wil aanmoedigen en hoe de vaardigheden van gebruikers van het platform gepresenteerd kunnen worden. Kunnen gebruikers via dit platform eenvoudig worden doorverwezen naar regelingen om hun opleiding en vaardigheden te verbeteren in het kader van een leven lang ontwikkelen, vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de Minister in te gaan op het punt van het weerlegbaar rechtsvermoeden werknemerschap en de positie van de Raad en het EP tijdens de meest recente trilogen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de Minister daarnaast aan te geven wat het belang is van een goed en duidelijk gedefinieerd rechtsvermoeden voor de Europese markt en voor Nederland.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de Minister hoe Nederland het doet op het punt van de digitalisering van de grensoverschrijdende administratieve samenwerking tussen socialezekerheidsinstellingen. En hoe in dit soort digitale samenwerking de bescherming van de persoonlijke levenssfeer geborgd wordt en wie daar voor verantwoordelijk is?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie maken van de gelegenheid gebruik tot het stellen van vragen naar aanleiding van de naderende Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 27-28 november 2023.
Mededeling en Raadsconclusies digitalisering sociale zekerheid
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Europese Commissie op 6 september jl. een beleidsstuk heeft gepresenteerd getiteld «Digitalisering coördinatie sociale zekerheid: het vrije verkeer op de eengemaakte markt vergemakkelijken». Deze leden vragen hoe, bezien in een Europese context, de Minister vindt dat Nederland «scoort» als het gaat om de digitalisering van de grensoverschrijdende administratieve samenwerking tussen socialezekerheidsinstellingen. Zit Nederland in de voorhoede, de middenmoot of meer in de achterhoede? Moet Nederland op dit vlak nog stappen zetten en zo ja, welke stappen dienen er op korte en wat langere termijn gezet te worden?
Deze leden vragen welke waarborgen de Minister bij de Europese socialezekerheidspas (ESSPASS) pilot nodig acht voor de bescherming van persoonsgegevens van werkenden. Hoe wordt daar in de pilot in voorzien?
Niet geagendeerde onderwerpen
Tot slot willen de leden van de CDA-fractie nog een tweetal onderwerpen belichten die niet op de agenda staan. Allereerst met betrekking tot de Richtlijn Platformwerk. Eerder dit jaar zijn de trilogen tussen de Raad en het EP over het Richtlijnvoorstel Platformwerk van start gegaan. In eerste instantie is ervoor gekozen te focussen op onderdelen van de richtlijn waar de posities van de Raad en het EP niet al te ver uiteen liggen (onder meer het onderwerp algoritmisch management). Recente berichtgeving geeft aan dat de trilogen nu ook focussen op wat vermoedelijk het grootste pijnpunt zal zijn in de onderhandelingen: het inroepbaar rechtsvermoeden werknemerschap. Dit beoogt schijnzelfstandigen onder platformwerkers de mogelijkheid te geven om een werknemersstatus en bijbehorende sociale rechten te verwerven. Acht de Minister het mogelijk dat uiterlijk begin komend jaar de trilogen afgerond zijn? Zijn Raad en EP tijdens de triloog op 9 november dichter bij een compromis gekomen?
Daarnaast constateren de leden van de CDA-fractie dat de Europese Commissie recent een beleidsstuk heeft gepresenteerd over «Demografische verandering in Europa: een gereedschapskist voor actie». De «toolbox» is gestructureerd rond vier pijlers waaronder de eerste aangeeft dat ouders ondersteund moeten worden door gezin en betaald werk beter met elkaar te verzoenen, met name door te zorgen voor toegankelijke hoogwaardige kinderopvang en een goed evenwicht tussen werk- en privéleven. Ziet de Minister hierin handvaten om een extra stap te zetten met modern werkgeverschap? Ziet de Minister in de toolbox parallellen met de gezinsvisie die het CDA eerder dit jaar heeft uitgebracht?1 Zo ja, welke maatregelen kunnen hieruit overgenomen worden?
Welke punten uit de Commissiemededeling «Demografische verandering in Europa: een gereedschapskist voor actie» acht de Minister specifiek op sociale zaken en werkgelegenheid (SWZ)-gebied van belang? Zijn er tussentijdse bevindingen van de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen die mogelijk betrokken kunnen worden bij de aankomende formatie in Nederland?
II Antwoord/Reactie van de Minister
CDA, 16 februari 2023, «Nieuwe gezinsvisie», (https://www.cda.nl/gezinsvisie).↩︎