Verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op adviezen Adviescollege Nederlandse Gebarentaal (Kamerstuk 36200-VII-172)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2023D46356, datum: 2023-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-VII-79).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: Y.C. Kling, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 VII-79 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2023Z19194:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-12-13 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-21 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-01-18 15:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024
Nr. 79 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 17 november 2023
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 27 juni 2023 over de reactie op adviezen Adviescollege Nederlandse Gebarentaal (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 172).
De vragen en opmerkingen zijn op 13 september 2023 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 15 november 2023 zijn de vragen, mede namens de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, voor Langdurige Zorg en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
Hagen
Adjunct-griffier van de commissie,
Kling
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Minister
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de reactie op de adviezen van het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal. Graag willen deze leden de volgende vragen aan de Minister stellen.
Vraag 1
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gaat een vervolgoverleg organiseren om verder te kijken naar de mogelijkheden voor Nederlandse Gebarentaal (NGT) onderwijs aan ouders van dove en slechthorende kinderen. Wat is de beoogde periode voor dit gesprek? Kan er een tijdpad geschetst worden wanneer de mogelijkheden in kaart zijn gebracht en geïmplementeerd kunnen worden?
Antwoord
Het onderwijs in Nederlandse Gebarentaal wordt bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat begin 2024 in gesprek met het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal over de signalen en zorgen rondom het ongevraagde advies.
Vraag 2
Artikel 3 lid 2 van de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal stelt dat in samenspraak met provincies, gemeenten, waterschappen en het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal (Adviescollege NGT) gekeken wordt hoe NGT bevorderd kan worden. Het Adviescollege NGT heeft zojuist haar eerste adviezen geleverd. Welke rol ziet de Minister in dezen weggelegd voor de decentrale overheden? Gaan zij op de korte termijn ook acties ondernemen? Zo ja, hoe? Welke acties?
Antwoord
Decentrale overheden hebben een belangrijke rol in het contact met en de informatievoorziening aan gebarentaligen. Het is belangrijk om te bevorderen dat er toegankelijke informatie voor gebarentalige burgers is op alle overheidsniveaus, ook op het decentrale niveau. In lijn met artikel 3 van de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal ben ik bezig met de voorbereiding van beleidsregels die zien op de wijze waarop het gebruik van de Nederlandse Gebarentaal bij openbare toespraken van de leden van het kabinet, in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer door mij wordt bevorderd. Daarbij worden de adviezen van het Adviescollege NGT betrokken, zoals ik ook heb aangekondigd bij mijn brief1 van 27 juni jongstleden. Op dit moment worden er gesprekken gevoerd met het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal, de VNG, IPO en de Unie van Waterschappen om tot concrete, passende, voldoende dekkende en uitvoerbare beleidsregels te komen. Daarbij moet worden opgemerkt dat de beleidsregels die door mij in voorbereiding zijn niet de medeoverheden kunnen binden. Voor het opstellen van decentraal beleid op dit onderwerp neemt mijn ministerie een stimulerende en faciliterende rol, maar de bevoegdheid voor het vaststellen van eventuele nadere regels voor decentrale overheden ligt bij de decentrale overheden zelf. Ik zal begin volgend jaar een gezamenlijk overleg organiseren met de koepelorganisaties van decentrale overheden om in gesprek te gaan over beleidsregels. Naar aanleiding hiervan zal ik u informeren over de concrete acties die worden ondernomen binnen de decentrale overheden.
Vraag 3
Hoe ziet de Minister erop toe dat ook binnen de decentrale overheden informatie voldoende beschikbaar en toegankelijk is voor gebarentaligen?
Antwoord
Gemeenten, provincies en waterschappen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van de Wet erkenning Nederlandse gebarentaal. Zoals volgt uit artikel 3 lid 2 van de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal worden er vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ook gesprekken gevoerd met de koepelorganisaties over de nog vast te stellen beleidsregels en de gevolgen daarvan voor de decentrale overheden.
Vraag 4
Goed om te lezen dat er op voorhand gezorgd wordt dat gebarentaligen voldoende geïnformeerd worden als het om de verkiezingen gaat. Worden er maatregelen getroffen tijdens de verkiezingen/het stemmen om ervoor te zorgen dat ook hier sprake is van een inclusief klimaat en zo ja, welke?
Antwoord
Het is belangrijk dat deelname aan de verkiezingen voor iedereen toegankelijk is, ook voor mensen met een auditieve beperking. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de organisatie en toegankelijkheid van de verkiezingen. Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden gemeenten gestimuleerd en ondersteund om de toegankelijkheid van verkiezingen te versterken. Zo is er een webinar over toegankelijke verkiezingen georganiseerd, hier was ook aandacht voor toegankelijkheid voor mensen met een auditieve beperking.
Verschillende gemeenten richten een stembureau in met leden die gebarentalig zijn. Dit maakt het makkelijker voor gebarentaligen om zelfstandig te kunnen stemmen. Bij voorgaande verkiezingen was dat bijvoorbeeld het geval in Utrecht, Groningen, Amsterdam en Rotterdam. Gemeenten kunnen ook ondersteuning in gebarentaal aanbieden of gebruik maken van een apparaat dat gesproken taal in tekst op scherm kan omzetten. Verder kunnen kiezers op de website waarismijnstemlokaal.nl nagaan welke toegankelijkheidsvoorzieningen er in een stemlokaal aanwezig zijn.
Vraag 5
Betreffende crisiscommunicatie wordt het volgende gezegd: «Het Adviescollege adviseert, in lijn met artikel 4 van de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal, dat in crisissituaties informatie vanaf het eerste moment ook in NGT beschikbaar is ...». Neemt de Minister ook dit advies over? Zo ja, hoe?
Antwoord
Ja, ik neem dit advies over. Juist tijdens een crisis is het belangrijk om iedereen te voorzien van de juiste informatie. Het is dan ook van groot belang dat er bij de crisiscommunicatie beschikbaarheid is van een tolk Nederlandse Gebarentaal. Er is door de NCTV (Nationaal Crisiscentrum) een beschikbaarheidsregeling getroffen, waardoor van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat (ook in het weekend) een tolk NGT beschikbaar is ten behoeve van een persconferentie. Gemeenten en veiligheidsregio’s kunnen ook gebruikmaken van deze dienst.
Daarnaast is er NL-Alert, het alarmmiddel van de overheid dat mensen waarschuwt en informeert bij noodsituaties. Dit jaar wordt de NL-Alert App gelanceerd. Deze app is speciaal ontwikkeld voor mensen met een visuele en auditieve beperking. Zo worden mensen die doof of slechthorend zijn, via de app niet alleen gewaarschuwd met het gebruikelijke doordringende alarmgeluid, maar daarnaast ook met lichtflitsen. De mogelijkheden om de app in de toekomst ook te gebruiken voor doorvertaling van tekst naar NGT worden onderzocht.
Vraag 6
Als de Minister geen meerwaarde ziet in het opstellen van een (informele) lijst van geregistreerde tolken door de overheid, hoe wordt er dan op toegezien dat overheden gebruikmaken van de al bestaande lijsten, daar het van belang is dat gebarentaligen kwalitatief goede ondersteuning krijgen?
Antwoord
Ik deel de mening dat het van belang is dat gebarentaligen kwalitatief goede ondersteuning krijgen. Juist om de kwaliteit van ondersteuning te waarborgen wordt er gewerkt met bestaande registers voor tolken. Vanuit de door UWV uitgevoerde tolkvoorziening leef-, werk- en onderwijsdomein, belegd bij de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, wordt gewerkt met tolken die ingeschreven moeten staan bij het Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken. Dit register stelt voorwaarden rondom de opleiding en nascholing van geregistreerde tolken. Daarnaast is er, zoals in de kabinetsreactie2 genoemd, in opdracht van de Minister van Justitie en Veiligheid een register met beëdigde tolken en vertalers tot stand gekomen (het Register Beëdigde Tolken en Vertalers). Opdrachtgevers die werkzaam zijn in het justitiedomein moeten verplicht tolken vanuit dit register inzetten. Ook dit register voldoet aan bepaalde kwaliteits- en integriteitscriteria. Deze registers zijn openbaar en daarmee te raadplegen voor alle overheden. In het gezamenlijk overleg dat vanuit BZK wordt georganiseerd met de koepelorganisaties van decentrale overheden over de op te stellen beleidsregels zal ik hen actief wijzen op het bestaan van deze registers.
Vraag 7
Kan de Minister aangeven hoe de bekendheid van de communicatiebehoeften en mogelijkheden voor de inzet van gediplomeerde tolken bij zowel justitie en politie, als bij (medewerkers van) alle andere overheidslagen concreet vergroot gaat worden?
Antwoord
Diverse organisaties in de straf- en vreemdelingenketen hebben een afnameplicht van beëdigde tolken op het C1-niveau. Dit geldt ook voor de tolken Nederlandse Gebarentaal. De inkoopcontracten bevatten de eis dat er tolken Nederlandse Gebarentaal worden ingezet vanuit het eerdergenoemde Register beëdigde tolken en vertalers. De communicatie, mede over de inzet van gediplomeerde tolken, ligt bij de opdrachtgevende organisaties binnen het justitie domein en niet bij de gebruikers van gediplomeerde tolken. De koepelorganisaties hebben kennisgenomen van adviezen en de kabinetsreactie en op basis hiervan zijn we in gesprek over hoe de toegang van gebarentaligen tot tolken bij de decentrale overheden kan worden gewaarborgd. Hierbij wordt ook verwezen naar de bestaande registers die hierboven zijn genoemd. Er is ook een groeiende groep gemeenten die gebruikmaakt van Teletolk waarmee doven en slechthorenden een tolk Nederlandse gebarentaal kunnen inschakelen voor hun telefonisch contact met de gemeente.
Vraag 8
In hoeverre is er momenteel sprake van een tolkentekort?
Antwoord
In het advies geeft het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal aan dat er een tolkentekort wordt ervaren. Ook geeft het Adviescollege aan dat het tolkentekort door toenemende vraag recent verder is opgelopen. Aan de vraag- en aanbodkant bij de inzet van tolken NGT spelen verschillende factoren een rol waardoor er geen duidelijk zicht is op het tolkentekort. Tolken werken als zzp’er waardoor zij zelf hun beschikbaarheid bepalen en opdrachten aannemen. Daarnaast kunnen zij parttime werken of andere werkzaamheden verrichten. Ook worden tolken ingezet op meerdere domeinen. Bij de tolkvoorziening die het UWV verstrekt in het leef- (VWS), werk- (SZW) en onderwijsdomein (OCW) is over de afgelopen jaren bekend hoeveel tolkopdrachten er zijn aangevraagd en hoeveel tolkuren er zijn ingezet. Vanuit Justitie en Veiligheid wordt er voor het justitiële domein gebruikgemaakt van cijfers uit de monitoring van de tolkdienstverlening, die via de categorie tolk- en vertaaldiensten worden ingekocht. Hieruit kan een beeld worden opgemaakt over de levering van de tolkdiensten. Buiten deze domeinen is het op dit moment niet bekend om hoeveel opdrachten er jaarlijks zijn. Er zijn onlangs gesprekken gestart met belangengroepen van tolkgebruikers en tolken NGT over het ervaren tolkentekort en oplossingsrichtingen. Als onderdeel daarvan brengen UWV en Berengroep3 in kaart welke informatie er geleverd kan worden met betrekking tot de tolkuren voor het leef-, werk- en onderwijsdomein. Op basis daarvan kan worden vastgesteld welke informatie ontbreekt en op welke manier nader onderzoek meer zicht kan bieden op het ervaren tolkentekort en mogelijke oplossingen. Dit onderzoek zal zich niet alleen beperken tot het leef-, werk- en onderwijsdomein, maar ook op andere domeinen waar tolken kunnen worden ingezet waaronder (decentrale) overheden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister waarin zij reageert op de adviezen van het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal (Adviescollege NGT). Deze leden vinden het belangrijk dat gebarentaligen volwaardig kunnen participeren in de samenleving. Zij herinneren aan het SCP-rapport «Lang niet toegankelijk» (juni 2021), waarin geconstateerd werd: «Deelnemers met een auditieve beperking gaven aan zich vaak geïsoleerd te voelen en weinig toegang te hebben tot de wereld van horende mensen. Maar weinig horende beheersen gebarentaal, waardoor mensen met een auditieve beperking er niet van uit kunnen gaan dat ze met onbekenden kunnen communiceren. Zij ervaren geen problemen met de fysieke toegang tot allerlei plekken, maar des te meer met de sociale toegang.»
Vraag 1
De leden van de CDA-fractie constateren dat één onderdeel van de brief van de Minister urgent is nu het kabinet is gevallen en de Tweede Kamerverkiezingen vervroegd zijn. Het Adviescollege NGT pleit ervoor «dat gebarentalige burgers beter geïnformeerd deel kunnen nemen aan verkiezingen, door informatie in NGT(-vertalingen) beschikbaar te maken, opdat het actieve en passieve kiesrecht van gebarentaligen optimaal gewaarborgd wordt.»
De Minister schrijft, dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de aanloop naar een verkiezing landelijk campagne voert om kiezers te attenderen op de verkiezingen en hen te motiveren om te gaan stemmen. Is de tv-commercial voor de Tweede Kamerverkiezingen in november al gereed? Wat is het bereik geweest van de tv-commercial in NGT bij eerdere verkiezingen? Welke aanvullende video’s over verkiezingen worden dit jaar nog door ProDemos en andere organisaties zoals Dovenschap aangeboden in NGT?
Antwoord
Op dit moment loopt een brede publiekcampagne «Elke Stem Telt» om kiezers te attenderen op de aankomende Tweede Kamerverkiezing en te motiveren om te gaan stemmen. De tv-commercial vormt een onderdeel van deze publiekscampagne. Deze wordt ook beschikbaar gesteld met een gebarentolk. De tv-commercial met gebarentolk zal te zien zijn op NPO2 en wordt rondom het doven- en slechthorende journaal uitgezonden. Daarnaast is de opname in NGT te zien via www.elkestemtelt.nl, de webpagina op rijksoverheid.nl met alle informatie over de verkiezingen en op het YouTube kanaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook wordt de opname aangeboden aan gemeenten met het verzoek deze te verspreiden via hun gemeentelijke kanalen. Daarnaast worden belangenorganisaties, bijvoorbeeld voor mensen met een auditieve beperking, geattendeerd op de video. Wij verzoeken hen deze ook via hun kanalen te verspreiden en onder de aandacht te brengen bij hun achterban. Omdat de tv-commercial met gebarentaal door verschillende organisaties verspreid wordt, is het niet te achterhalen wat het exacte bereik bij eerdere verkiezingen is geweest. Vanuit Prodemos worden er in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezing wederom video’s in NGT ontwikkeld. De eerste video’s staan reeds online en gaan over wat de Tweede Kamer doet en hoe de politiek werkt. Er volgt nog een video over hoe stemmen werkt. Dit materiaal wordt onder de aandacht gebracht bij gemeenten en belangenorganisaties om verder te verspreiden.
Vraag 2
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de overheid zich voortdurend bewust moet zijn van de toegankelijkheid en effectiviteit van al haar communicatie. Dit geldt in het bijzonder voor crisiscommunicatie. Deze leden vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot de implementatie van artikel 7, eerste lid, Wet veiligheidsregio’s. Wanneer zal de structurele basisvoorziening zijn gerealiseerd voor een gegarandeerde inzetbaarheid van een tolk NGT wanneer een gezagsdrager de bevolking in het kader van een crisis toespreekt in een georganiseerd persmoment?
Antwoord
Zoals genoemd in de beantwoording van vraag 5 van de VVD-fractie, is er een beschikbaarheidsregeling getroffen waardoor er ten alle tijden een tolk NGT beschikbaar is ten behoeve van crisiscommunicatie. Deze regeling is ook ten behoeve van de veiligheidsregio’s. Dat betekent dat bij iedere crisissituatie, ook op regionaal of lokaal niveau, gebruik kan worden gemaakt van de landelijke voorziening voor de inzet van een tolk NGT.
Vraag 3
De leden van de CDA-fractie constateren dat communicatie met dove gebarentaligen een extra inspanning vergt van alle overheidsorganen. De Minister kondigt aan dat zij op basis van gesprekken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Raad voor de Rechtspraak een voorstel zal doen voor beleidsregels. Ligt de voorbereiding op schema, zodat de beleidsregels nog dit jaar kunnen worden afgerond, zo vragen deze leden.
Antwoord
Op dit moment worden er vanuit mijn ministerie gesprekken gevoerd met het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal en de koepels om tot concrete, voldoende dekkende en uitvoerbare beleidsregels te komen. Deze beleidsregels zullen, in lijn met artikel 3 van de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal, zien op de wijze waarop het gebruik van de Nederlandse Gebarentaal bij openbare toespraken van de leden van het kabinet, in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer door mij wordt bevorderd. Ik streef ernaar om de beleidsregels voor mijn eigen ministerie dit najaar vast te leggen. Vervolgens zal ik beleidsregels voorleggen aan de ministerraad om rijksbreed beleidsregels vast te stellen ter bevordering van het gebruik van de Nederlandse Gebarentaal. Daarbij moet worden opgemerkt dat de beleidsregels die door mij in voorbereiding zijn niet de medeoverheden kunnen binden. Voor het opstellen van decentraal beleid op dit onderwerp neemt mijn ministerie een stimulerende en faciliterende rol, maar de bevoegdheid voor het vaststellen van eventuele nadere regels voor decentrale overheden ligt bij de decentrale overheden zelf. Zoals eerder aangegeven zal ik begin volgend jaar een gezamenlijk overleg organiseren met de VNG, IPO en de Unie van Waterschappen om in gesprek te gaan over de beleidsregels.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie
De leden van de fracties van PvdA- en GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de reactie van het kabinet op de adviezen van het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal. Deze leden hebben voor dit moment enkele vragen aan de Minister.
Vraag 1
PvdA- en GroenLinks-fractie graag van de Minister een nadere, concrete tijdlijn willen vragen wanneer het opvolgen van de aanbevelingen van het Adviescollege zal plaatsvinden.
Antwoord
Enkele aanbevelingen van het Adviescollege zijn al opgevolgd. Zo is er bijvoorbeeld een beschikbaarheidsregeling getroffen waardoor er in een crisissituatie vanaf het eerste moment communicatie in NGT beschikbaar is. Met betrekking tot het gevraagde advies op artikel 3 beleidsregels gericht op het bevorderen van het gebruik van de Nederlandse Gebarentaal zal ik dit najaar beleidsregels opstellen voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Begin volgend jaar initieer ik een overleg met de koepelorganisaties van de decentrale overheden over het opstellen van decentraal beleid op dit onderwerp. Zoals eerder is aangegeven, zijn de decentrale overheden hier zelf verantwoordelijk voor en heeft mijn ministerie daarbij een stimulerende en faciliterende rol.
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 1 van de VVD-fractie zal begin er begin 2024 een gesprek plaatsvinden tussen het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nadere opvolging van het ongevraagde advies omtrent het aanbod van Nederlandse Gebarentaal aan horende ouders van dove en slechthorende kinderen.
Vraag 2
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie lezen met instemming dat de Minister het gebruik van NGT in aanloop naar de verkiezingen wil bevorderen. Deze leden vragen de Minister expliciet naar de inzet van een tolk NGT bij verkiezingsdebatten op de publieke omroep. Voor mensen die communiceren via de NGT is het van belang dat zij zich goed kunnen laten informeren over de standpunten van politieke partijen die aan de verkiezingen deelnemen. De grotere verkiezingsdebatten in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen vormen een belangrijk onderdeel van de verkiezingscampagne. Deze leden vinden het daarom van belang dat deze debatten – net als bijvoorbeeld bij het journaal en bij de persconferenties over corona – getolkt worden. Graag een reactie van de Minister hierop.
Antwoord
Het is belangrijk dat mensen die gebruik maken van NGT toegang hebben tot goede informatie over de standpunten van politieke partijen en verkiezingsdebatten kunnen volgen. Het inzetten van tolken bij de verkiezingsdebatten is aan de omroepen zelf. De NPO heeft voorzien dat drie debatten zullen worden getolkt in NGT. Het gaat hierbij om het Jeugdjournaaldebat op 19 november en twee verkiezingsdebatten op 21 november.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de stukken betreffende de reactie op adviezen van het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal. Deze leden hebben nog een aantal vragen over de volgende onderdelen van de brief.
Vraag 1
Er is overigens ook een register beëdigde tolken en vertalers dat wordt beheerd door Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) in opdracht van de Minister van Justitie en Veiligheid. Dit register is zowel een kwaliteits- en integriteitsregister. Deze leden zien dan ook geen meerwaarde in het beheren door de overheid van een informele lijst van tolken en vertalers naast de bestaande registers (pagina 4). Zij zien er mogelijk wel de meerwaarde van in om doven en slechthorenden ervan op de hoogte te stellen dat er al bestaande registers zijn die ze kunnen raadplegen. Zou het mogelijk zijn om dit actief te communiceren naar doven en slechthorenden in Nederland, en zou de Minister kunnen inventariseren welke middelen het ministerie beschikt om dit te kunnen bewerkstelligen?
Antwoord
In lijn met artikel 6 EVRM zijn diverse organisaties in de straf- en vreemdelingenketen verplicht beëdigde tolken uit het register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv) in te zetten. In opdracht van de Minister van Justitie en Veiligheid wordt dit register beheert door Bureau Wbtv en de inzet van registertolken gemonitord. De inzet van registertolken (ook NGT) volgt uit een wettelijke verplichting, na de stelselherziening staat er druk op het aantal registertolken in combinatie met het aantal in te zetten tolken vanuit het register. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft uw Kamer eerder bericht in te zetten op gerichte interventies voor de ontwikkeling van dit register.4 Aangezien de inzet van deze tolken volgt uit een wettelijke verplichting waarbij tolken worden ingezet door de opdrachtgevende organisatie is het niet verstandig om dit actief te communiceren naar organisaties of partijen die geen wettelijke verplichting voor de inzet van deze tolken hebben. De inzet van Rbtv-tolken is een verplichting voor alle opdrachtgevers die via de Categorie Tolk- en vertaaldienstverlening bij Justitie en Veiligheid ingekocht worden. Wel spreken diverse vertegenwoordigers van verschillende departementen met de vertegenwoordigers van gebruikers en tolken gebarentaal om de belangen van hen over te brengen.
Vraag 2
Wanneer hier inzicht in is informeert de Minister van Justitie en Veiligheid hierover de Kamer halfjaarlijks (pagina 5). Deze leden vragen de Minister om een concrete datum of kwartaal vast te stellen waarop antwoord gegeven kan worden op de informatieaanvraag in de brief (aangaande tarieven van tolken).
Antwoord
Op 24 juni 2022 heeft de Minister van Justitie en Veiligheid toegezegd dat de Kamer halfjaarlijks geïnformeerd wordt over de monitoring op de tolk- en vertaaldienstverlening op geaggregeerd niveau. De laatste kamerbrief rondom de monitoring is op 26 juni 2023 aan de Kamer gepresenteerd.5 De eerstvolgende stand van zaken rondom de monitoring zal in december aan uw Kamer aangeboden worden. In deze monitoringsbrieven wordt een actuele stand van zaken gedeeld over de monitoring van de tolkdienstverlening die via de categorie tolken en vertalers worden ingekocht. Aangezien de tariefsmonitoring een nieuw onderdeel betreft van deze monitoring dient deze nog geïmplementeerd te worden via de vernieuwde contracten, zodra hier meer informatie over bekend is zal dit op geaggregeerd niveau toegevoegd worden aan de monitoringsbrieven vanuit de Minister van Justitie en Veiligheid.
Vraag 3
Complicerend hierbij is dat gebarentaal niet universeel is en de vreemdeling vaak ook geen officiële gebarentaal uit het land van herkomst spreekt. In veel gevallen wordt daarom gekozen voor een relay-tolk die de Nederlandse gebarentaal omzet naar het Nederlands en van daaruit vertaalt naar de andere taal. Deze inzetten worden op maat ingeregeld door de tolkencoördinatoren van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) (pagina 5). Deze leden vragen de Minister om te bekijken of dit proces ook geïntegreerd kan worden op Europees niveau, zodat er niet twee tolken aanwezig hoeven te zijn bij dergelijke gesprekken?
Is het mogelijk om dit op Europees niveau te bewerkstelligen zodat dit proces van specifieke kennis en maatwerk breder getrokken kan worden, en misschien wel digitaal aangeboden kan worden (en daarmee efficiëntie bevordert en kosten vermindert)?
Antwoord
De werkwijze met een relay-tolk vraagt naar zijn aard altijd de inzet van minimaal twee personen. De IND laat weten dat er zover bekend in Nederland geen tolken zijn die zowel de specifieke gebarentaal van een vreemdeling spreken én kunnen tolken naar het Nederlands. De IND geeft aan geen voorstander te zijn van de digitale inzet van tolken. Dit heeft te maken met het belang van non-verbale communicatie bij gebarentaal waardoor digitale communicatie te kwetsbaar is. Het is daarom niet wenselijk om dit op Europees niveau te integreren.
Vraag 4
Als laatste adviseert het Adviescollege NGT te verkennen in hoeverre het nu al ervaren aanwezige tekort aan beschikbare tolken zich zal ontwikkelen als de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal verder geïmplementeerd wordt. Ook het kabinet ziet het tolkentekort (pagina 5). De leden van de BBB-fractie vragen de Minister om indien mogelijk onderzoek te laten doen naar hoe het vaststellen van nieuwe tarieven voor tolken eventueel de tekorten zouden kunnen verminderen.
Antwoord
Bij het ervaren tolkentekort spelen meerdere factoren een rol, zie hiervoor ook de beantwoording van vraag 8 van de VVD-fractie. Het vaststellen van nieuwe tarieven zal niet per definitie leiden tot een (directe) vermindering van de ervaren tekorten van tolken. Op dit moment wordt er door het UWV en Berengroep in kaart gebracht welke informatie er geleverd kan worden met betrekking tot de tolkuren en opdrachten voor het leef-, werk- en onderwijsdomein. Op basis daarvan zal worden bepaald of er breder onderzoek verricht kan worden naar het ervaren tolkentekort en op welke manier nader onderzoek meer zicht kan bieden op de mogelijke oplossingen, waaronder de tarieven.
Kamerstuk 36 200 VII, nr. 172↩︎
Kamerstuk 36 200 VII, nr. 172↩︎
Berengroep is een externe organisatie die op basis van een Europese aanbesteding de tolkvoorziening op het gebied van bemiddeling, voorlichting en facturatie namens het UWV uitvoert.↩︎
Kamerstuk 29 936, nr. 73↩︎
Kamerstuk 29 936, nr. 73↩︎