Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28 en 29 november 2023 (Kamerstuk 28676-446)
NAVO
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2023D47267, datum: 2023-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28676-447).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.J. (Rudmer) Heerema, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L.B. Blom, adjunct-griffier
- Beslisnota bij het verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28 en 29 november 2023 (Kamerstuk 28676-446)
- Aanbiedingsbrief
Onderdeel van kamerstukdossier 28676 -447 NAVO.
Onderdeel van zaak 2023Z19466:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-12-12 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-21 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-03-27 10:00: NAVO Ministeriële 3-4 april 2024 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-11-27 10:30: NAVO en OVSE (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
28 676 NAVO
Nr. 447 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 29 november 2023
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de geannoteerde agenda voor de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28 en 29 november 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 446), de geannoteerde agenda voor de OVSE Ministeriële Raad van 30 november en 1 december 2023 (Kamerstuk 36 410 V, nr. 17), het verslag van de NAVO-top in Vilnius van 11 en 12 juli 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 440), en het verslag Ministeriële Raad OVSE van 1 en 2 december 2022 (Kamerstuk 36 200 V, nr. 66).
De vragen en opmerkingen zijn op 20 november 2023 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 28 november 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
R. Heerema
De adjunct-griffier van de commissie,
Blom
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Minister
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de aankondiging van de NAVO Ministeriële Bijeenkomst van 28 en 29 november 2023 en de OVSE Ministeriële Raad van 30 november en 1 december 2023. Zij hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.
NAVO
De leden van de VVD-fractie kijken met interesse naar de aankomende top van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Welke invloed heeft de nieuwe NAVO-strategie voor collectieve zelfverdediging voor de gevraagde inzet van Nederland, nu en in de toekomst?
1. Antwoord van het kabinet
Samen met de andere bondgenoten verwelkomde Nederland tijdens de NAVO-top in Vilnius op 11 en 12 juli 2023 de voorliggende plannen op basis van het actuele Strategisch Concept van de NAVO, inclusief de bijbehorende behoefte aan eenheden en tijdslijnen. Het is duidelijk dat de NAVO van alle bondgenoten een grotere inspanning zal vragen dan voorheen. Hierbij constateerde de NAVO dat voor veel bondgenoten, inclusief Nederland, geldt dat zij van ver komen om hun krijgsmachten weer op te bouwen na jarenlange krimp en bezuinigingen. Het is aan de landen om hier nu en in de toekomst op een geloofwaardige manier invulling aan te geven. Nederland is mede daarom voorstander van een gefaseerde implementatie van de versterking van de NAVO-posture zodat bondgenoten het benodigde voorzettingsvermogen langjarig kunnen garanderen. Net als andere bondgenoten is Nederland daar voortdurend met de NAVO over in gesprek. Voor een realistische en geloofwaardige invulling van de plannen is het bovendien cruciaal dat landen voldoen aan de afspraak om minimaal 2% van het bbp aan defensie te besteden.
Ook vragen deze leden op welke onderdelen van de NAVO-taken Europese landen een grotere verantwoordelijkheid kunnen nemen (in plaats van in grote mate afhankelijk te blijven van de Verenigde Staten). Kan het kabinet dit in meer detail toelichten en hierbij ook de Nederlandse inzet betrekken?
2. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is van mening dat de Europese landen in de NAVO meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor de afschrikking en verdediging van het Europese continent en voor het ondersteunen en stimuleren van een adequate Europese defensie-industrie. Het kabinet beschouwt een versterkte NAVO-EU samenwerking als essentieel voor de veiligheid in het Euro-Atlantisch gebied en pleit voor nauwe samenwerking en coördinatie tussen de EU en de NAVO om de taakverdeling af te stemmen en onnodige duplicatie van initiatieven te voorkomen. Omdat de invulling van de nieuwe regionale verdedigingsplannen van de NAVO nog onderwerp is van gesprek, kan op dit moment nog niet in detail worden ingegaan op de precieze verdeling van verantwoordelijkheden tussen individuele bondgenoten.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat op de vorige NAVO-top afspraken zijn gemaakt tussen bondgenoten om structureel minimaal twee procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan defensie te besteden. Hoe is het kabinet voornemens om andere landen aan te sporen zich ook aan deze norm te houden en landen erop aan te spreken die zich hier structureel niet aan houden en geen stijgend pad hebben richting minimaal 2%?
3. Antwoord van het kabinet
Alle NAVO-bondgenoten hebben zich tijdens de NAVO-top in Vilnius op 11 en 12 juli 2023 gecommitteerd aan de nieuwe Defence Investment Pledgeom minimaal 2% van het bbp aan defensie te besteden. Tijdens de Foreign Ministers Meeting (FMM) zal Nederland het belang van het naleven van deze norm benadrukken als randvoorwaarde voor een geloofwaardige afschrikking en verdediging van het bondgenootschap. Nederland zal tevens wijzen op het belang van deze betrouwbare en voorspelbare financieringsstroom voor de defensie industrie om de productiecapaciteit op te schalen.
De leden van de VVD-fractie stellen dat Oekraïne onverminderd onze militaire steun nodig heeft. Hoewel het besef groeit binnen de NAVO-lidstaten dat meer investeringen in defensie noodzakelijk zijn, worden er nog onvoldoende garanties gegeven aan de industrie om de productiecapaciteit op korte termijn fors te verhogen. Wat is de Nederlandse inzet op het bewerkstelligen van garanties aan de industrie tijdens de aankomende NAVO-top?
4. Antwoord van het kabinet
Het kabinet blijft zich inzetten voor het versnellen van de wapen- en munitieproductie ten behoeve van Oekraïne. Om de productiecapaciteit van de defensie industrie structureel op te kunnen schalen is het allereerst van belang dat er sprake is van een voorspelbare en gestructureerde vraag vanuit NAVO-bondgenoten en EU-lidstaten. In Europees verband worden hier al belangrijke stappen gezet. Zo heeft het kabinet voor 130 mln aan artilleriemunitie voor Oekraïne besteld via het Europees Defensie Agentschap en voor nog eens 130 mln via een Duits geleid project om gezamenlijk artilleriemunitie aan te schaffen. Dit voorbeeld van het gezamenlijk plaatsen van bestellingen bij de defensie-industrie door Europese landen is een belangrijke aanjager geweest om de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie op te schalen. Tegelijkertijd onderneemt de NAVO vergelijkbare initiatieven. Zo kwamen bondgenoten in Vilnius het Defense Production Action Plan (DPAP)overeen, dat onder andere toeziet op nauwere samenwerking tussen de NAVO en de defensie industrie, het bundelen van de individuele vraag van bondgenoten en het wegnemen van belemmeringen om de productie op te schalen. De NATO Support and Procurement Agency (NSPA) vervult hierin reeds een belangrijke rol. Het kabinet acht het van belang dat de inspanningen die de EU en de NAVO in dit verband afzonderlijk van elkaar ondernemen, elkaar blijven aanvullen en ondersteunen. Zo is de Act in Support of Ammunition Production (ASAP) een belangrijk EU-instrument om de Europese defensie-industrie te ondersteunen bij het opschalen van de productiecapaciteit.
Op welke andere manieren wil het kabinet zich inzetten om de wapen- en munitieproductie voor Oekraïne te vergroten?
5. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 4.
Tot slot is het positief dat Nederland als eerste niet-G7 land is gestart met consultaties met Oekraïne over bilaterale veiligheidsgaranties. Welke concrete vervolgstappen hoopt Nederland hierin te zetten tijdens en rondom de aankomende NAVO-top?
6. Antwoord van het kabinet
De gesprekken over de invulling van het bilaterale veiligheidsarrangement tussen Nederland en Oekraïne zullen de komende periode worden voortgezet. Er zijn geen concrete stappen voorzien tijdens de aankomende NAVO Ministeriële. Deze bijeenkomst biedt wel een goede gelegenheid om de Nederlandse inzet met partners te bespreken en samenhang te versterken. Nederland zet in op afronding van de veiligheidsarrangementen voor de volgende NAVO Top in Washington DC.
De leden van de VVD-fractie kijken met ongeduld naar de vorderingen van Zweden om NAVO-lid te worden. Op 16 november zou eindelijk de stemming zijn in het Turkse parlement over het Zweedse NAVO-lidmaatschap. Echter, deze stemming werd op 16 november voor onbepaalde tijd uitgesteld. Wat is de analyse van het kabinet waarom Turkije nu het lidmaatschap van Zweden wederom vertraagt?
7. Antwoord van het kabinet
Nadat President Erdogan het getekende ratificatieprotocol t.b.v. de toetreding van Zweden tot de NAVO op 23 oktober aan het Turkse parlement voorlegde, heeft de Turkse parlementaire buitenlandcommissie op 16 november over de toetreding van Zweden tot de NAVO gesproken. Het kabinet heeft vernomen dat de commissie verdere besprekingen nodig acht voordat tot stemming kan worden overgegaan. Het kabinet en het overgrote merendeel van de NAVO-bondgenoten zijn van mening dat Zweden aan alle voorwaarden heeft voldaan om tot het bondgenootschap te kunnen toetreden en hadden de sterke ambitie Zweden bij de FMM als 32e bondgenoot te kunnen verwelkomen. Op het moment van schrijven lijkt deze ambitie niet meer haalbaar. Het kabinet gaat er desalniettemin van uit dat de parlementaire buitenlandcommissie op korte termijn tot stemming kan overgaan, waarna de nationale ratificatieprocedure in Turkije spoedig na de FMM afgerond kan worden.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de goedkeuring door Hongarije?
8. Antwoord van het kabinet
In Hongarije ligt ratificatie voor aan het Hongaarse parlement. Er is nog geen concrete datum vastgesteld voor een stemming. De Hongaarse regering heeft altijd gesteld dat Hongarije niet de laatste zal zijn om te ratificeren.
Wat is de inzet van het kabinet richting Turkije en Hongarije om de toetreding van Zweden te bevorderen?
9. Antwoord van het kabinet
Het standpunt van het kabinet hierin is glashelder: Zweden voldoet aan de voorwaarden om toe te treden tot de NAVO. Dit standpunt wordt herhaaldelijk overgebracht bij de Turkse en Hongaarse autoriteiten op verschillende niveaus.
De leden van de VVD-fractie delen de opvatting dat het tegengaan van hybride dreigingen een prangende uitdaging is, in het bijzonder ten aanzien van China. Wat is de positie van het kabinet ten aanzien van de vraag in hoeverre een hybride aanval ook valt onder artikel 5 van het NAVO-verdrag?
10. Antwoord van het kabinet
Op de Vilnius top van 11 juli jl. hebben bondgenoten in een gezamenlijk communiqué herbevestigd dat hybride operaties tegen bondgenoten het niveau van een gewapende aanval kunnen bereiken waardoor Artikel 5 van toepassing is. Het kabinet onderschrijft dit communiqué.
Kan het kabinet in meer detail toelichten wat de inzet van de NAVO is om de weerbaarheid van individuele bondgenoten ten aanzien van hybride dreigingen te versterken?
11. Antwoord van het kabinet
De weerbaarheid van individuele NAVO-bondgenoten is van belang voor de afschrikking en defensie van het bondgenootschap. Weerbaarheid is een nationale verantwoordelijkheid. De bondgenoten gingen tijdens de top in Vilnius akkoord met het ontwikkelen van nationale plannen op basis van de resilience objectives. Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de eerder door de NAVO benoemde basisvereisten voor civiele paraatheid en kunnen door bondgenoten gebruikt worden ter aanscherping van nationale weerbaarheidsplannen. Als zodanig kunnen de bondgenoten deze doelstellingen gebruiken om strategische kwetsbaarheden en afhankelijkheden te identificeren en te mitigeren. De NAVO zal vanaf 2026 de voortgang van bondgenoten op de resilience objectivesmeenemen in het NAVO-defensieplanningsproces.
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet om de dialoog en samenwerking tussen de NAVO en de vier Asia-Pacific landen te intensiveren en te verdiepen. Kan het kabinet toelichten naar welk doel het streeft? Met andere woorden, welke vormen en intensiteit van samenwerking zou het kabinet bewerkstelligd willen zien?
12. Antwoord van het kabinet
NAVO-bondgenoten en partners Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea (de «AP4») delen belangen en uitdagingen. Zij hechten net als de NAVO aan de internationale rechtsorde en zijn gebaat bij vrede en veiligheid in de Indo-Pacific. China manifesteert zich steeds nadrukkelijker op het wereldtoneel. Tegelijkertijd is een toenadering waarneembaar tussen Rusland, China en Noord-Korea. Dergelijke ontwikkelingen plaatsen het bondgenootschap voor uitdagingen waaraan we het hoofd moeten bieden. Landen in de Indo-Pacific zijn langer dan de NAVO-bondgenoten blootgesteld aan die uitdagingen. De intensieve samenwerking die het kabinet nastreeft is gericht op het delen van informatie en inlichtingen over de aard van deze uitdagingen alsook versterkte afstemming en coördinatie over de wijze waarop deze het hoofd te bieden. De samenwerking komt via meerdere initiatieven tot uiting, bijvoorbeeld door regelmatige deelname van de AP4 aan NAVO-bijeenkomsten, toppen en gezamenlijke briefings.
Wat is de opvatting van het kabinet ten aanzien van het openen van een NAVO-kantoor of andere type faciliteiten in de vier Asia-Pacific landen?
13. Antwoord van het kabinet
NAVO heeft op dit moment geen eigen kantoor of staflid in de vier Asia-Pacific landen. Het kabinet zou het openen van een NATO liaison officeof andersoortige civiele NAVO-vertegenwoordiging in Japan of, indien daartoe uitgenodigd, een van de andere AP4-partners verwelkomen als vehikel om de nauwere samenwerking die nagestreefd wordt vorm te geven. De wensen van het gastland zijn hierbij leidend.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de NAVO en haar bondgenoten in contact staan met de partnerlanden van de Istanbul Cooperation Initiative en de Mediterranean Dialogue en dat dit eraan kan bijdragen regionale escalatie te voorkomen. Kan het kabinet nader toelichten hoe de NAVO bijdraagt en kan bijdragen aan het voorkomen van regionale escalatie?
14. Antwoord van het kabinet
Het voorkomen van regionale escalatie van het conflict is essentieel en heeft de volle aandacht van het kabinet. Met dat doel staat de regering zowel bilateraal als in EU-verband continu in contact met partners in en buiten de regio. De NAVO is één van de kanalen die het kabinet daarvoor eveneens benut, aangezien ook de NAVO en haar bondgenoten op regelmatige basis contact onderhouden met de landen in de regio. Het Istanbul Cooperation Initiativeen de Mediterranean Dialogue zijn nuttige fora daarvoor.
Is het kabinet voornemens om Turkije aan te spreken op haar kwalijke standpunten en uitingen ten aanzien van Hamas en Israël?
15. Antwoord van het kabinet
Zoals uw Kamer is geïnformeerd per brief op 11 oktober jl. heeft Nederland de aanval van Hamas ten sterkste veroordeeld.1 Nederland, de EU en de Verenigde Staten beschouwen Hamas als een terroristische organisatie. De Turkse president heeft een andere afweging gemaakt en beschouwt Hamas als een legitieme gesprekspartner.
Vanwege de duurzame bilaterale relatie die bestaat tussen Turkije en Nederland vinden met enige regelmaat gesprekken plaats tussen de Turkse en Nederlands autoriteiten. Deze gesprekken betreffen de bilaterale relatie in breedste zin, waaronder t.a.v. gespreksonderwerpen waar Nederland en Turkije van standpunt verschillen. Sinds de terroristische aanval van Hamas op 7 oktober hebben de Nederlandse en Turkse autoriteiten regelmatig contact met elkaar over de situatie in Israël en de Palestijnse Gebieden.
Tot slot, wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de veiligheidssituatie in Irak en de gevolgen hiervan voor de Nederlandse inzet in Irak?
16. Antwoord van het kabinet
Uw Kamer is 21 november jl. door de Minister van Defensie geïnformeerd2 over de veiligheidssituatie in Irak en de gevolgen hiervan voor de Nederlandse inzet ter plaatse.
OVSE
De leden van de VVD-fractie kijken met interesse naar de aankomende raad van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Zij vragen wat de prioriteiten zijn van de OVSE tijdens de aankomende raad. Kan het kabinet toelichten wat de inzet van de OVSE is op dit moment en wat de prioriteiten zijn?
17. Antwoord van het kabinet
De Ministeriële Raad wordt georganiseerd door de politieke voorzitter van de organisatie. Dit jaar is Noord-Macedonië de voorzitter. Het Noord-Macedonisch voorzitterschap heeft als prioriteiten voor deze Ministeriële Raad: de Russische agressie tegen Oekraïne, de toekomst van de OVSE en het versterken van de alomvattende agenda van veiligheid van de OVSE.
Het kabinet heeft een aantal prioriteiten binnen de OVSE. Het kabinet zet in op het behouden van de OVSE als platform van dialoog over veiligheid in de OVSE-regio. Ook zet het kabinet in op het voorkomen, beheersen en vreedzaam oplossen van regionale conflicten, door het doen van verklaringen in de Permanente Raad en het ondersteunen van het werk van de OVSE veldkantoren en OVSE instellingen. Bijvoorbeeld door stille diplomatie vanuit het kantoor van de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden, gezeteld in Den Haag. Nederland steunt met een bijdrage van 1 mln. EUR ook extra-budgettair het Support Programme Ukraine, de opvolger van de Project Coordinator in Ukraineen de Special Monitoring Mission (SMM), om Oekraïne te ondersteunen op o.a. het gebied van ontmijning en tegengaan van straffeloosheid.
De tweede prioriteit is bescherming van mensenrechten. Nederland steunt projecten van de Office for Democratic Institutions and Human Rights(ODIHR), de Representative on Freedom of the Media (RFoM) en OVSE-veldkantoren. Nederland is ook initiatiefnemer van het inzetten van het Moskou-mechanisme waarmee de OVSE onderzoek kan doen naar mensenrechtenschendingen in een OVSE-deelnemende Staat.
De derde prioriteit is wapenbeheersing: hoewel het onder druk staat, wordt dit onderwerp nog elke week in Wenen besproken, en vinden nog steeds observatievluchten plaats onder het Open Skies-verdrag.
De vierde prioriteit is cyber. Nederland is dit jaar de voorzitter van de informele werkgroep (IWG) op het gebied van cyber, waar gewerkt wordt aan vertrouwenwekkende maatregelen tussen landen. Binnen de IWG vinden ondanks de geopolitieke spanningen nog steeds constructieve discussies plaats.
Ook zijn deze leden benieuwd naar de gang van zaken met betrekking tot Rusland die veto’s inzet om de OVSE-doelstellingen te hinderen. Kan het kabinet toelichten op welke manier zij probeert om de destructieve rol van Rusland binnen de OVSE te mitigeren?
18. Antwoord van het kabinet
De Russische Federatie frustreert inderdaad belangrijke institutionele beslissingen, zoals het OVSE-Voorzitterschap, de budgetten voor 2022 en 2023, en de invulling van de vier topfuncties. De inzet van het kabinet is tweeledig. Enerzijds probeert het kabinet waar mogelijk toch consensus te vinden, en hier ook andere deelnemende Staten op aan te spreken, bijvoorbeeld tijdens de Versterkte Permanente Raad afgelopen september. Anderzijds is het ook zaak dat de Russische Federatie niet de mogelijkheid krijgt om via een veto de inspanningen van de OVSE in te perken, bijvoorbeeld op Oekraïne. Daarom zet het kabinet samen met een grote groep gelijkgezinde landen ook in op extra-budgettaire oplossingen. Voorbeelden zijn het Support Programmein Ukraine en belangrijke bijeenkomsten zoals de jaarlijkse OVSE mensenrechtenconferentie in Warschau, die ondanks een Russisch veto toch gewoon plaatsvinden.
De leden van de VVD-fractie steunen het initiatief van Nederland om een agressietribunaal op te zetten in Den Haag. Zijn er reeds concrete plannen om het agressietribunaal daadwerkelijk op te zetten? Zou het kabinet dit kunnen toelichten?
19. Antwoord van het kabinet
Er is consensus onder een geografisch gespreide groep van ruim dertig landen (waaronder naast Oekraïne ook landen van de EU en de G7) dat er een speciaal tribunaal moet komen voor het misdrijf agressie, gepleegd door Rusland jegens Oekraïne. Er is regelmatig overleg over de modaliteiten van een dergelijk tribunaal en hoewel de discussie gestaag vordert is het nog te vroeg om te zeggen welke vorm het tribunaal gaat krijgen en wanneer het daadwerkelijk zal worden opgericht. Het betreft hier immers complexe materie waarbij gevoelige kwesties spelen, zoals de immuniteit van gezagsdragers onder internationaal recht. Nederland speelt een aanjagende rol in de discussies.
Het Nederlandse aanbod gastland van het tribunaal te zijn staat overigens los van de uiteindelijke vorm ervan. Wel moet er, voor vestiging in Den Haag, aan drie voorwaarden worden voldaan: (1) brede internationale politieke en financiële steun, (2) geen afbreuk aan de relatie met en de werkzaamheden van het Internationaal Strafhof, en (3) voldoende capaciteit voor NL als gastland, waaronder financiële dekking om zo’n tribunaal te huisvesten in NL.
Kan het kabinet ook toelichten wat de termijn is, waarop het mogelijk zou zijn om dit tribunaal op te zetten?
20. Antwoord van het kabinet
Zie beantwoording op vraag 19.
De leden van de VVD-fractie kijken met zorgen naar de grote uitvlucht van Armenen uit Nagorno-Karabach, waarbij slechts enkele mensen zijn achtergebleven in Nagorno-Karabach. De gevluchte Armenen zitten nu onder slechte omstandigheden in Armenië, waarbij terugkeer op dit moment nog niet mogelijk lijkt. Wat gaat de Nederlandse inzet zijn tijdens de OVSE-raad?
21. Antwoord van het kabinet
Nederland roept tijdens de OVSE Ministeriële Raad op tot bescherming van de rechten van de Armeense inwoners uit Nagorno-Karabach en het blijven steunen van hun recht op terugkeer, bescherming van cultureel erfgoed en hun eigendomsrechten. Daarnaast roept Nederland beide landen op om deel te nemen aan het EU-vredesproces.
Is het doel van Nederland en in de internationale gemeenschap om terugkeer van de gevluchte Armenen naar Nagorno-Karabach mogelijk te maken?
22. Antwoord van het kabinet
Het Internationaal Gerechtshof (IGH) heeft zich recent uitgesproken dat Azerbeidzjan zorg moet dragen dat alle personen die Nagorno-Karabach na 19 september 2023 hebben verlaten en willen terugkeren, dat veilig, snel en ongehinderd kunnen doen. In lijn met deze uitspraak blijft het kabinet zich in EU-verband uitspreken voor hun recht op terugkeer en het belang om hiertoe de nodige waarborgen te creëren.
Wat voor rol denkt het kabinet dat de OVSE hierin kan spelen?
23. Antwoord van het kabinet
Het secretariaat van de secretaris-generaal van de OVSE volgt de situatie nauwlettend. De OVSE wordt ingezet om boodschappen over te brengen aan Armenië en Azerbeidzjan. De OVSE was het eerste platform waar de EU-27 een verklaring uitsprak tegen de militaire escalatie van Azerbeidzjan. De Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden, kan als onafhankelijke instelling van de OVSE gesprekken voeren met Armenië en Azerbeidzjan, om tot een oplossing te komen om de rechten van de Armeense minderheden in Azerbeidzjan te beschermen.
Ook stelt Azerbeidzjan dat zij liever kijkt naar een regionale oplossing zonder bemiddeling van de Europese Unie (EU), maar met een rol voor bijvoorbeeld Rusland. Hoe wil Nederland zich tijdens de OVSE-raad inzetten om EU-bemiddeling in het conflict te stimuleren?
24. Antwoord van het kabinet
Nederland roept in de nationale verklaring in de OVSE Ministeriële Raad beide landen op tot deelname aan het EU-geleide vredesproces. Nederland zal ook steun uitspreken voor het recht op terugkeer voor de Armeense inwoners van Nagorno-Karabach. Daarnaast zal Nederland deze boodschap waar relevant ook bilateraal en in EU-verband overbrengen.
Ook zijn deze leden benieuwd of de OVSE bereid is in de toekomst nieuwe vredestroepen in te zetten. Wat is hierop het standpunt en de inzet van het kabinet?
25. Antwoord van het kabinet
Het land waar een OVSE-monitoringsmissie plaats zou vinden, moet instemmen met de missie. Azerbeidzjan heeft aangegeven dit niet te willen doen, waardoor de OVSE deze rol niet kan spelen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie danken de Minister voor de bijgevoegde geannoteerde agenda’s.
Hier hebben deze leden nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd over het initiatief om een «Democratic Resilience Center» in het NAVO-hoofdkwartier op te richten. Alhoewel dit idee al vier jaar op de plank ligt is er nog niet een tastbare progressie in te zien, aangezien Hongarije dit nog niet ondertekend heeft. Is de Minister van plan om hier werk van te maken met haar collega’s, zodat dit broodnodige initiatief er zo snel mogelijk komt?
26. Antwoord van het kabinet
Nederland heeft, samen met een groot aantal bondgenoten, herhaaldelijk opgeroepen tot het opzetten van een Democratic Resilience Center. Het kabinet betreurt dat dit initiatief tot dusver niet tot wasdom is gekomen en ondersteunt gaande pogingen gericht op het verbreden van de steunbasis binnen de NAVO.
Als Hongarije alsnog blijft dwarsliggen, welke maatregelen liggen er op tafel gezien de noodzaak van een «Democratic Resilience Center»?
27. Antwoord van het kabinet
Gezien de besluitvorming op basis van consensus ziet het kabinet beperkt kansen om dit initiatief te ontplooien zonder de steun van alle bondgenoten.
De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld dat het parlement van Turkije de behandeling van toetreding van Zweden tot de NAVO heeft uitgesteld. Ook Hongarije heeft laten weten dat Zweden nog meer moet doen om lid te kunnen worden van de NAVO. Het is voor deze leden evident dat beide landen deze toetreding als een uitruilmiddel zien. Welke maatregelen liggen er wederom op tafel als beide landen hiermee doorgaan en het proces uitrekken?
28. Antwoord van het kabinet
Het is overduidelijk dat Zweden aan alle voorwaarden heeft voldaan om tot het bondgenootschap te kunnen toetreden. Het kabinet gaat er derhalve van uit dat de nationale ratificatieprocedures in Turkije en Hongarije spoedig afgerond worden. In zowel Turkije als Hongarije ligt de ratificatie van de toetreding van Zweden tot de NAVO voor aan het parlement. Het kabinet acht het onverstandig om vooruit te lopen op de uitkomst van deze parlementaire procedures.
De leden van de D66-fractie zijn bezorgd over de ontwikkelingen rondom de financiële steun van het Westen richting Oekraïne. President Biden heeft de afgelopen tijd moeite om steunpakketten voor Oekraïne door het Amerikaanse Congres goedgekeurd te krijgen, mede door de interne politieke situatie rond het aftreden van de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Ook zijn er uiteraard zorgen over de mogelijke consequenties van de Amerikaanse verkiezingen volgend jaar november. Deze leden verwachten eveneens dat mogelijk afnemende Amerikaanse steun zal gaan leiden tot een groter beroep op Europese NAVO-lidstaten om de steun voort te zetten. Er zijn al stappen ondernomen door diverse EU-lidstaten om die steun te verhogen met het oog op deze ontwikkelingen. Zo heeft Duitsland zijn financiële steun verhoogd naar acht miljard euro, wat een verdubbeling is. Gezien het feit dat het Nederlandse kabinet een steunpakket van twee miljard euro heeft toegezegd, vragen de leden van de D66-fractie of dit niet verhoogd kan worden in lijn met andere NAVO-lidstaten om ervoor te zorgen dat Oekraïne genoeg steun heeft om Russische agressie het hoofd te bieden.
29. Antwoord van het kabinet
Het voortzetten van steun aan Oekraïne is een prioriteit van het kabinet. Het is in het belang van de Nederlandse veiligheid, welvaart en waarden. Samen met internationale partners doet Nederland er alles aan Oekraïne te steunen zich te verdedigen tegen de aanhoudende Russische agressie. Met de op 17 november jl. aangekondigde steun aan Oekraïne van ruim EUR 2 miljard3 kan Nederland voorlopig het huidige niveau van steun voortzetten en blijft zo een van de belangrijkste partners voor Oekraïne. Toekomstige ophogingen van dit bedrag zijn niet uitgesloten en hangen mede af van het verloop van de oorlog en internationale ontwikkelingen. De aankondiging van de ruim EUR 2 miljard is een belangrijk signaal aan Kyiv – én aan Moskou – dat het kabinet vastberaden is de steun aan Oekraïne voort te zetten. Het kabinet blijft bondgenoten en partners dan ook bij elke gelegenheid oproepen om het maximale te doen in hun steun voor Oekraïne.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd wat het standpunt van het kabinet is inzake het voorstel van voormalig NAVO-chef Rasmussen met betrekking tot het laten toetreden van Oekraïne tot de NAVO, maar dan zonder de gebieden die momenteel de jure onder controle van Kyiv vallen.
30. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is bekend met de uitspraken van de heer Rasmussen in het interview met The Guardian. Op dit moment is geen uitgebreid plan van de heer Rasmussen bekend, het kabinet kan er daarom geen oordeel over vormen.
Tot slot zijn de leden van de D66-fractie verheugd dat de NAVO-lidstaten bereid zijn gebleken om het toetredingsproces van Oekraïne tot de NAVO te versnellen door het afschaffen van het Membership Action Plan voor Oekraïne. Tegelijkertijd vragen deze leden hoe dit zal uitstralen naar Georgië, dat jarenlang voldaan heeft aan alle voorwaarden om het Membership Action Plan te ontvangen. Welke mogelijke (geopolitieke) consequenties verwacht het kabinet in de komende periode voor de positie van Tbilisi?
31. Antwoord van het kabinet
Het is niet de verwachting dat de opstelling van de Georgische autoriteiten ten aanzien van NAVO-lidmaatschap ingrijpend verandert door het afschaffen van het Membership Action Planvoor Oekraïne. Het voldoen aan de voorwaarden in het Membership Action Plan is geen garantie op NAVO-lidmaatschap. Toetreding tot de NAVO geschiedt wanneer alle bondgenoten onderschrijven dat een land er klaar voor is en dat het ten goede komt aan de veiligheid van het bondgenootschap. Het kabinet kijkt in het geval van Georgië ook naar de politieke ontwikkelingen en hervormingen in het land, onder andere in het kader van het EU-toetredingsproces. Op 8 november jl. publiceerde de Europese Commissie het jaarlijkse uitbreidingspakket waar het met de aanbeveling kwam om het kandidaat-lidmaatschap aan Georgië toe te kennen, met dien verstande dat Georgië een aantal verdere stappen onderneemt. Dit tot teleurstelling van Rusland. Het kabinet stuurt uw Kamer op korte termijn een appreciatie van het jaarlijkse EU-uitbreidingspakket.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben daarover de volgende opmerkingen en vragen.
OVSE
De leden van de SP-fractie constateren dat de Tweede Kamer in februari 2022 een SP-motie aannam over versterking van de OVSE (Kamerstuk 35 925 V, nr. 78). In november 2022 benoemden deze leden de noodzaak om de OVSE te vernieuwen en te moderniseren (Kamerstuk 36 200-V, nr. 28). Wat is hiervan terechtgekomen?
32. Antwoord van het kabinet
Sinds februari 20224 staan Oekraïne en de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne bijna wekelijks op de agenda van de Permanente Raad van de OVSE. Ook bij het Forum for Security Cooperation, het OVSE-overlegorgaan van de politiek-militaire dimensie, worden Oekraïne en de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne wekelijks besproken. Vanwege de voortdurende agressie van Rusland tegen Oekraïne is van een zinvolle dialoog met de Russische Federatie over een collectieve veiligheidsorde, gebaseerd op de akkoorden van Helsinki en Parijs echter geen sprake. Tegelijkertijd wordt de OVSE door de overige landen nadrukkelijk gebruikt om samenwerking en veiligheid binnen en tussen deze landen te versterken. Nederland ondersteunt daartoe de OVSE instellingen en veldkantoren, draagt bij aan discussies over actuele veiligheidsvraagstukken en ook hoe de OVSE zo goed mogelijk te doen functioneren.
Het kabinet stelt zich constructief op voor het vinden van oplossingen binnen de OVSE. In het verslag van de Ministeriële Raad 2022 is gedeeld dat het kabinet zich tijdens deze Ministeriële Raad uitsprak voor alternatieve vormen van besluitvorming. Binnen de OVSE is voor de optie «consensus -1» echter onvoldoende steun van de meerderheid van de deelnemende Staten. De OVSE stelt zich creatief op voor het vinden van oplossingen. Op dit moment wordt vanwege het gebrek aan consensus over het budget, gebruik gemaakt van het laatst vastgestelde budget in 2021. Nederland is in gesprek met gelijkgezinde landen hoe om te gaan met de tekorten die vanwege inflatie zijn ontstaan.
In de geannoteerde agenda is te lezen dat er een werklunch is belegd met als thema de toekomst van de OVSE. Helaas valt niet te lezen hoe het kabinet deze discussie ingaat. In het verslag zouden deze leden graag meer lezen over de strategische visie van de OVSE op de Europese veiligheidsarchitectuur op middellange termijn. Wordt er in OVSE-verband nagedacht over scenario’s met en zonder deelname van Rusland?
33. Antwoord van het kabinet
Voor verreweg de meeste OVSE-landen blijft de OVSE een zinvol platform van dialoog over Europese veiligheid. Ook heeft de OVSE een instrumentarium van vertrouwenwekkende maatregelen, instellingen en veldmissies die OVSE landen bijstaan. De inzet van het kabinet is om de organisatie functionerende te houden, ondanks tegenwerking van de Russische Federatie. Het kabinet heeft tijdens de Versterkte Permanente Raad op ministersniveau 26 september jl., alle deelnemende Staten opgeroepen tot bereidheid van het vinden van consensus. Ook draagt Nederland via extra-budgettaire projecten bij aan werkzaamheden van de OVSE. Er is binnen de OVSE bij deelnemende Staten onvoldoende draagvlak voor opties zoals een opschorting van deelname van de Russische Federatie.
De SG OVSE heeft dit jaar initiatief genomen om een netwerk van nationale denktanks op te richten. Het netwerk heeft de rol om als externe onafhankelijke denktanks te adviseren over de toekomst van de OVSE en Nederland hecht waarde aan dit initiatief.
Doet Rusland mee aan besluitvorming over hoofdzaken, zoals de begroting van de OVSE, of is er sprake van «consensus min één»?
34. Antwoord van het kabinet
Ja, de Russische Federatie is een van de deelnemende Staten en heeft daarbij stemrecht binnen de OVSE. Het schorsen of uitsluiten van de Russische Federatie zou theoretisch mogelijk zijn met steun van alle andere 56 deelnemende Staten. Hier is echter onvoldoende steun voor.
De leden van de SP-fractie stellen vast dat de OVSE een van de weinige fora is waar Rusland nog aan deelneemt. In de geannoteerde agenda valt echter te lezen dat »echte politieke dialoog met Rusland nauwelijks plaats [vindt]». Deze leden zouden verwachten dat er in OVSE-kader wordt gesproken over politieke uitwegen uit de oorlog, of heeft men dat zelfs in de OVSE opgegeven?
35. Antwoord van het kabinet
Rusland staat niet open voor een echte dialoog tijdens de besprekingen in de Permanente Raad. Rusland gebruikt de OVSE als forum om desinformatie en propaganda over de oorlog te verspreiden. De grote meerderheid van de deelnemende Staten gebruiken de OVSE om Rusland aan te spreken op diens schendingen van het internationaal recht en van de afspraken die ten grondslag liggen aan de OVSE, vastgelegd in de Helsinki-akkoorden van 1975.
De kabinetspositie is dat Rusland de oorlog op elk moment kan beëindigen door zich terug te trekken uit de bezette gebieden in Oekraïne. Het is aan Oekraïne om te bepalen onder welke voorwaarden en met behulp van welke organisatie Oekraïne vredesonderhandelingen wil starten.
De puur militaire benadering van de oorlog in Oekraïne moet toch een doorn in het oog zijn van diplomaten, terwijl iedereen kan zien dat de oorlog steeds meer in een patstelling terechtkomt. Wat wordt er in OVSE-verband ondernomen om de dialoog aan te gaan, voor of zo nodig achter de schermen?
36. Antwoord van het kabinet
De steun aan Oekraïne van Nederland en internationale partners is niet alleen militair gericht. Nederland heeft een voortrekkersrol bij het tegengaan van straffeloosheid en draagt bij aan wederopbouw in Oekraïne. Binnen de OVSE heeft Nederland zich dit jaar sterk gemaakt voor het inzetten van het Moskou-mechanisme voor onderzoek naar de ontvoering van Oekraïense kinderen door Rusland. Ook heeft Nederland financieel bijgedragen aan het Support Programme Ukraine, wat de facto als een OVSE-veldmissie in Oekraïne functioneert.
Naast Oekraïne was het afgelopen jaar een ander conflict in het OVSE-gebied wereldnieuws, namelijk het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan, dat leidde tot de val van Nagorno Karabagh. Niet alleen was de EU-diplomatie ineffectief, ook de OVSE was onzichtbaar. Hoe verklaart de Minister dit?
37. Antwoord van het kabinet
De OVSE wordt ingezet om boodschappen over te brengen aan Armenië en Azerbeidzjan, bijvoorbeeld tijdens de Ministeriële Raad. Ook tijdens de wekelijkse bijeenkomst van de Permanente Raad wordt de situatie met grote regelmaat geagendeerd. De OVSE was het eerste platform waar de EU-27 een verklaring uitsprak tegen de militaire escalatie van Azerbeidzjan. De Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden kan als onafhankelijke instelling gesprekken voeren om de rechten van minderheden te beschermen.
Ziet zij alsnog een rol voor de OVSE in de oplossing van dit conflict?
38. Antwoord van het kabinet
Ja. De OVSE blijft een platform waar direct met Armenië en Azerbeidzjan gesproken kan worden. Via gesprekken van de Hoge Commissaris inzake Minderheden, maar ook via steun in verklaringen, bijvoorbeeld in de Permanente Raad, kan Nederland blijven inzetten op het vinden van een vreedzame oplossing.
NAVO
De oorlog in Oekraïne
De leden van de SP-fractie constateren dat tijdens de vergadering van de Ukraine Defense Contact Group op 11 oktober jl. in Brussel is gesproken over onderhandelingen tussen Oekraïne en Rusland. De mogelijkheden daartoe zouden onderzocht worden. De reden is dat het front vast zit. Tevens heeft Oekraïne een groot gebrek aan wapens en is het onduidelijk hoe Oekraïne de patstelling in zijn voordeel kan veranderen. Is een dergelijke afspraak gemaakt, zo vragen deze leden. Indien dat niet juist is, vragen de leden van de SP-fractie het kabinet een dergelijk plan voor te stellen.
39. Antwoord van het kabinet
Het is aan Oekraïne om te bepalen of, wanneer en onder welke voorwaarden het zou willen onderhandelen met Rusland. Er wordt geen druk op Oekraïne uitgeoefend om in onderhandelingen te treden, zo gaf president Zelensky zelf ook aan tijdens het bezoek van de voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen aan Kyiv op 6 november jl. Het kabinet onderschrijft het vredesplan van Zelensky en zal Oekraïne blijven steunen zich te verdedigen tegen de aanhoudende Russische agressie en – als Oekraïne daar zelf toe besluit – vanuit een zo goed mogelijke positie te onderhandelen.
Intussen gaat het staande bewapeningsbeleid door, zo stellen de leden van de SP-fractie. Nederland reserveert ruim twee miljard euro aan voornamelijk wapens. Deze beslissing roept bij deze leden twee vragen op: wat is het concrete strategische doel waarin deze bewapening past?
40. Antwoord van het kabinet
Oekraïne vecht voor zijn voortbestaan. Het doel van de Nederlandse en internationale militaire steun aan Oekraïne is om het land in staat te stellen zich te verdedigen tegen de illegale Russische agressie. Oekraïne heeft het volste recht zich te verdedigen, volgens art. 51 van het VN-Handvest.
Wanneer is het genoeg?
41. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal Oekraïne blijven steunen in haar legitieme recht op zelfverdediging tegen de illegale Russische agressie zolang als dat nodig is.
Is het kabinet bekend met de analyse van de Oekraïense stafchef Zaluzhny dat een patstelling dreigt?
42. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is bekend met de uitspraken van generaal Zaluzhny. Het verloop van de Russische oorlog tegen Oekraïne is onvoorspelbaar en de situatie op de grond is weerbarstig. Het lijkt echter te vroeg om te spreken van een patstelling. Ook president Zelensky weersprak de uitlatingen van generaal Zaluzhny op 4 november jl. Het Oekraïense tegenoffensief gaat door, al zijn er ook meer Russische tegenaanvallen. Hoewel er geen grote verschuivingen van de frontlinie zijn, is het duidelijk dat er nog steeds hard wordt gevochten. Daarbij leveren de Oekraïense strijdkrachten een uitzonderlijke prestatie door stand te houden en op plaatsen vooruitgang te boeken tegenover een vijandelijke overmacht. Voortgang is breder dan gebiedswinst alleen. De Oekraïense strijdkrachten blijven dapper weerstand bieden aan de Russische agressie. Daarmee strijden ze ook voor de Nederlandse vrijheid, veiligheid en waarden. Het kabinet zal Oekraïne blijven steunen in deze strijd.
Deelt het kabinet de visie van Zaluzhny dat er «geen diepe mooie doorbraak» mogelijk is en dat Oekraïne vast zit?
43. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 42.
Zo nee, hoe beoordeelt het kabinet de militaire en politieke situatie?
44. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 42.
Als zijn analyse klopt, wat is dan het nut van «meer van hetzelfde», dat wil zeggen het herhalen van wapenleveranties in het kader van een overwinning?
45. Antwoord van het kabinet
De militaire steun van Nederland en internationale partners is cruciaal voor Oekraïne om zich te kunnen verdedigen tegen de aanhoudende Russische agressie. De Oekraïense strijdkrachten blijven dapper weerstand bieden. Daarmee strijden ze ook voor de Nederlandse vrijheid, veiligheid en waarden. Het kabinet zal Oekraïne blijven steunen in deze strijd.
De leden van de SP-fractie zijn van mening dat partijen veel meer moeten streven naar een politieke oplossing. Deelt het kabinet deze analyse?
46. Antwoord van het kabinet
Zie ook antwoord op vraag 39.
Alleen Rusland kan op dit moment een einde maken aan de oorlog in Oekraïne, die dagelijks mensenlevens kost. Tot die tijd blijft het kabinet Oekraïne steunen in zijn legitieme recht op zelfverdediging en de inspanningen van president Zelensky met zijn vredesplan. Het is aan Oekraïne om te bepalen wanneer en onder welke voorwaarden het met Rusland zou willen onderhandelen.
NAVO-lidmaatschap Oekraïne
De leden van de SP-fractie menen dat het recente voorstel van oud-secretaris-generaal van de NAVO, de heer Anders Rasmussen, om Oekraïne gedeeltelijk lid te maken van de NAVO past in de zoektocht naar (directe of indirecte) gesprekspunten met Rusland. Hij stelt voor om Oekraïne lid te maken van de NAVO, maar zonder de door Rusland bezette gebieden daarbij te tellen. Dat betekent dat daar artikel 5, de bijstandsverplichting voor de NAVO, niet geldt. Daarmee wordt een rechtstreekse oorlogsverklaring aan Rusland voorkomen. Maar is dat niet ook het opgeven van deze gebieden?
47. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 30.
Wat vindt men daarvan in Oekraïne?
48. Antwoord van het kabinet
Voor zover het kabinet bekend sprak de heer Rasmussen op eigen titel. Er is geen officiële reactie van de Oekraïense autoriteiten bekend.
Wat is het oordeel van het kabinet over dit plan? Deelt het kabinet de opvatting dat dit plan om meerdere redenen niet haalbaar is?
49. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 30.
Voert deze discussie niet tot de conclusie dat uiteindelijk de veiligheidsbelangen van beide landen gegarandeerd moeten worden? Indien nee, waarom niet?
50. Antwoord van het kabinet
Nee, dat is een verkeerde voorstelling van zaken. Het gaat erom dat Rusland, zonder directe aanleiding en in strijd met het internationaal recht Oekraïne is binnengevallen. Het gaat hier niet zozeer om veiligheidsbelangen als wel om het respecteren van het internationaal recht en de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne. Moskou zelf heeft een handtekening gezet onder documenten waarin het beloofde die grenzen en soevereiniteit te respecteren. Er is bovendien geen enkele sprake van een dreiging vanuit Oekraïne richting Rusland die een invasie zou rechtvaardigen.
Is het kabinet bereid bij te dragen aan een diplomatiek scenario dat een einde van de oorlog bespoedigt en openingen biedt voor een nieuwe veiligheidsarchitectuur in Europa?
51. Antwoord van het kabinet
Ja, voor serieuze vredesonderhandelingen is echter pas ruimte als zowel Oekraïne als Rusland daartoe bereid zijn. Dat is op dit moment niet het geval, voor wat betreft Rusland. Tot die tijd speelt Nederland een actieve rol in besprekingen over Zelensky’s Peace Formula, het enige geloofwaardige vredesproces op dit moment. Nederland roept op om verdieping en samenwerking te zoeken in dit proces, inclusief met landen buiten de EU en NAVO. Tijdens het laatste overleg op Malta waren naast Nederland nog 65 landen betrokken. Nederland is positief dat landen uit verschillende delen van de wereld willen samenwerken aan een gemeenschappelijk doel: een rechtvaardige en duurzame vrede voor Oekraïne.
NAVO-lidmaatschap Zweden
De leden van de SP-fractie hebben tevens kennisgenomen van de beslissing van het Turkse parlement om het NAVO-lidmaatschap van Zweden nog niet goed te keuren, omdat nog aanvullende maatregelen worden geëist tegen in Zweden verblijvende leden van de oppositie tegen de Turkse regering. Deelt het kabinet de analyse dat Turkije op deze manier geen constructieve partner is?
52. Antwoord van het kabinet
Nadat President Erdogan het getekende ratificatieprotocol t.b.v. de toetreding van Zweden tot de NAVO op 23 oktober aan het Turkse parlement voorlegde, heeft de Turkse parlementaire buitenlandcommissie op 16 november over de toetreding van Zweden tot de NAVO gesproken. Het kabinet heeft vernomen dat de commissie verdere besprekingen nodig acht voordat tot stemming kan worden overgegaan. Het kabinet en het overgrote merendeel van de NAVO-bondgenoten zijn van mening dat Zweden aan alle voorwaarden heeft voldaan om tot het bondgenootschap te kunnen toetreden en hadden de sterke ambitie Zweden bij de FMM als 32e bondgenoot te kunnen verwelkomen. Op het moment van schrijven lijkt deze ambitie niet meer haalbaar. Het kabinet gaat er desalniettemin van uit dat de parlementaire buitenlandcommissie op korte termijn tot stemming kan overgaan, waarna de nationale ratificatieprocedure in Turkije spoedig na de FMM afgerond kan worden. Zie ook het antwoord op vraag 7.
Opzeggen van Verdrag over conventionele strijdkrachten in Europa
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van 16 november waarin het kabinet de Kamer informeert dat zij de Nederlandse deelname aan het Verdrag inzake Conventionele Strijdkrachten in Europa (CSE-verdrag) opzegt. Ook andere NAVO- landen doen dat. De aanleiding voor het besluit is dat de Russische Federatie zich onlangs teruggetrokken heeft uit dit verdrag. Dat alles betekent volgens het kabinet dat «het huidige internationale veiligheidsklimaat de bredere inzet op wapenbeheersing en ontwapening aanzienlijk bemoeilijkt» heeft. Naar het oordeel van de leden van de SP-fractie is de Europese bevolking met deze beslissing van Rusland én de NAVO terug in de winter van de Koude Oorlog, temeer aangezien daarmee ook de motie van het lid Jasper van Dijk over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van kernwapens in Nederland (Kamerstuk 36 200-V, nr. 30) in één moeite door definitief wordt afgedaan. Naar het oordeel van deze leden vergt de gehele situatie van zowel de oorlog in Oekraïne, de dreiging van kernwapens en de alzijdige opschorting van het CSE-verdrag een robuust initiatief om een nieuwe veiligheidsarchitectuur te ontwikkelen. Is het kabinet bereid hierin het initiatief te nemen?
53. Antwoord van het kabinet
Het kabinet onderschrijft de constatering dat de veiligheidsarchitectuur in Europa zwaar onder druk staat. Het CSE-verdrag is een belangrijk onderdeel van deze veiligheidsarchitectuur. In reactie op de Russische terugtrekking uit het CSE-verdrag heeft Nederland, samen met alle NAVO-verdragspartijen, besloten het CSE-verdrag op te schorten, juist met het doel om het verdrag te behouden. Het kabinet maakt zich in vele fora, waaronder de EU, de NAVO, de OVSE en de VN, sterk voor vrede, veiligheid en stabiliteit, in Europa en in de wereld. Het kabinet zal dit blijven doen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de geannoteerde agenda’s. Daarover hebben zij de volgende set vragen en opmerkingen.
De leden van de BBB-fractie vragen wat het precieze karakter van de NATO Ukraine Council (NUC) is. Heeft Oekraïne stemrecht en/of vetorecht binnen deze vergadering? Kent de NUC een tijdelijk karakter of komt het voor onbepaalde tijd bijeen? Hoe vaak vergadert de NUC, en hoeveel en welke leden kunnen precies een vergadering bijeenroepen?
54. Antwoord van het kabinet
Tijdens de NAVO top in Vilnius werd de reeds bestaande NAVO-Oekraïne Commissie opgewaardeerd naar een NAVO-Oekraïne Raad. Met deze opwaardering wordt de rol van Oekraïne als belangrijkste partner van de NAVO onderstreept. In deze Raad bespreken NAVO-bondgenoten en Oekraïne gezamenlijke uitdagingen en bevorderen politieke dialoog, samenwerking en euro-Atlantische integratie van Oekraïne. De Raad voorziet in gezamenlijk overleg, besluitvorming en activiteiten. Het dient ook als crisisoverlegmechanisme tussen de NAVO en Oekraïne.
De Raad kan samenkomen in verschillende formats, waaronder het format van staatshoofden en regeringsleiders, Ministers van Buitenlandse Zaken, Ministers van Defensie, de permanent vertegenwoordigers bij de NAVO of commandanten der strijdkrachten. De inaugurale NAVO-Oekraïne Raad in de samenstelling van regeringsleiders en staatshoofden vond plaats op 12 juli jl. en sprak over de oorlog in Oekraïne. De Raad is sindsdien samengekomen op het niveau van permanent vertegenwoordigers en Ministers van Defensie. Tijdens de aanstaande Ministeriele zal de Raad voor het eerst op het niveau van de Ministers van Buitenlandse Zaken bijeenkomen.
De Raad komt bijeen naar behoefte van een van de leden, er is geen vast vergaderritme. Er is een werkplan met verschillende prioritaire thema’s en bijeenkomsten voor 2024 vastgesteld. Besluiten in de Raad worden bij consensus genomen. Onder de Raad is een substructuur van verschillende comités en informele werkgroepen en die eveneens naar behoefte bij elkaar kunnen komen. De Raad kent in principe een permanent karakter, al is het logisch dat zij opgeheven zal worden zodra Oekraïne lid wordt van de NAVO.
De leden van de BBB-fractie hebben de volgende vragen inzake het Midden-Oosten. Wat is de rol van Turkije en van president Erdogan’s uitspraken waarin hij Israël een «terreurstaat» noemt?5
55. Antwoord van het kabinet
Zoals uw Kamer is geïnformeerd per brief op 11 oktober jl. heeft Nederland de aanval van Hamas ten sterkste veroordeeld en steunt het kabinet het recht van Israël op zelfverdediging, dat in lijn met het internationaal recht moet voldoen aan de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit.6 Nederland, de EU en de Verenigde Staten beschouwen Hamas als een terroristische organisatie. De Turkse president heeft een andere afweging gemaakt en beschouwt Hamas als een legitieme gesprekspartner.
Is het wenselijk dat bondgenoten binnen het NAVO-bondgenootschap zulk ondiplomatiek taalgebruik gebruiken richting een – historisch gezien – langdurig trouwe bondgenoot van vele NAVO-bondgenoten?
56. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is het niet eens met de uitspraken van Turkije inzake de situatie in Israël en de Palestijnse Gebieden. Het staat individuele NAVO-bondgenoten echter vrij hier een eigen afweging in te maken.
Is het kabinet bereid op de NAVO-vergadering bij het agendapunt Midden-Oosten de Turkse vertegenwoordig te attenderen op de onwenselijkheid van de uitspraken van president Erdogan? Zo nee, waarom niet?
57. Antwoord van het kabinet
Vanwege de duurzame bilaterale relatie die bestaat tussen Turkije en Nederland vinden met enige regelmaat gesprekken plaats tussen de Turkse en Nederlands autoriteiten. Deze gesprekken betreffen de bilaterale relatie in breedste zin, waaronder t.a.v. gespreksonderwerpen waar Nederland en Turkije van standpunt verschillen.
Sinds de terroristische aanval van Hamas op 7 oktober hebben de Nederlandse en Turkse autoriteiten regelmatig contact met elkaar over de situatie in Israël en de Palestijnse Gebieden, ook in internationaal verband. Het kabinet is van mening dat een betekenisvolle dialoog over verschillen van inzicht meer gediend is door een gesprek binnenskamers dan door uitspraken in een plenaire vergadering.
Kan Nederland hierin optrekken met gelijkgezinde bondgenoten, zoals de Verenigde Staten? Zo nee, waarom niet?
58. Antwoord van het kabinet
Nederland trekt, waar mogelijk, altijd op met gelijkgezinde bondgenoten. Dit geldt ook voor deze kwestie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ten behoeve van het schriftelijk overleg, en hebben de volgende vragen.
De leden van de SGP-fractie vragen of de Minister kan toelichten in hoeverre en waarom een speciaal «agressietribunaal» meerwaarde heeft naast het Internationaal Strafhof dat immers ook al «agressie» onder haar jurisdictie heeft.
59. Antwoord van het kabinet
De meest aangewezen instantie om plegers van internationale misdrijven, zoals oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid, te berechten is het Internationaal Strafhof (ISH) in Den Haag. Het ISH heeft ten aanzien van een Staat die geen Partij is bij het Statuut van Rome geen rechtsmacht t.a.v. het misdrijf agressie wanneer dit misdrijf door onderdanen van die Staat wordt gepleegd. Het ISH heeft dan ook geen rechtsmacht over het misdrijf agressie in het geval van de Russische invasie van Oekraïne, aangezien Rusland geen partij is bij het Statuut van Rome.
Het is belangrijk om dit gat te dichten om straffeloosheid tegen te gaan. Een speciaal tribunaal biedt in de visie van het kabinet de beste mogelijkheid om de verantwoordelijken voor het misdrijf agressie tegen Oekraïne te berechten. Tegelijkertijd zet Nederland zich voor de lange termijn in voor de uitbreiding van de rechtsmacht van het ISH t.a.v. het misdrijf agressie. Zo zal het kabinet in de loop van 2024 beoordelen of het gelet op de ontwikkeling van het internationale draagvlak zinvol is om met gelijkgezinde partners een amendementsvoorstel over een dergelijke uitbreiding in te dienen, opdat dit voorstel tijdens de Review Conference in 2025 kan worden behandeld. Het uitbreiden van de rechtsmacht van het ISH over het misdrijf agressie zal echter een proces van de lange adem zijn, waarvan de uitkomst op dit moment nog onzeker is.
De leden van de SGP-fractie vragen welke nieuwe ideeën over Nederlandse steun aan mensenrechtenverdedigers in Rusland de Minister heeft opgedaan tijdens haar gesprek met mensenrechtenorganisaties hierover. Kunnen we op dit punt wijzigingen of aanscherpingen in het beleid tegemoetzien?
60. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal deze vraag in het verslag van de OVSE Ministeriële Raad beantwoorden, dat na de bijeenkomst aan uw Kamer wordt verstuurd.
Heeft de Minister in het gesprek met Ministers van Buitenlandse Zaken van Armenië en Azerbeidzjan ook het recht op veilige terugkeer van ontheemden uit Nagorno-Karabach besproken, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
61. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal deze vraag in het verslag van de OVSE Ministeriële Raad beantwoorden, dat na de bijeenkomst aan uw Kamer wordt verstuurd. In de nationale verklaring tijdens de Ministeriële Raad zal Nederland Armenië en Azerbeidzjan oproepen tot deelname aan het EU-vredesproces en steun uitspreken voor het recht op terugkeer voor de Armeense inwoners van Nagorno-Karabach.
Wat doet Nederland voor Armeense vluchtelingen in deze gebieden?
62. Antwoord van het kabinet
Het kabinet stelt meerjarige, ongeoormerkte en flexibele financiering beschikbaar aan diverse VN-organisaties en -fondsen, evenals het internationale Rode Kruis / de Rode Halve Maan. Deze financiering stelt hulporganisaties in staat om snel te reageren op rampen en crises, zoals in Nagorno-Karabach. Onder meer de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, UNICEF, het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) en de Internationale Federatie van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan (IFRC) zijn, mede dankzij deze Nederlandse financiering, actief bij het bieden van humanitaire hulp en steun bij de integratie van vluchtelingen in Armenië. Het VN Central Emergency Response Fund, waarvan Nederland dit jaar de grootste donor is, heeft 4 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de opvang van vluchtelingen in Armenië.
Blijft Nederland in EU-, NAVO- en OVSE-verband oog houden en opkomen voor de legitieme rechten van Armenië in dit trieste conflict?
63. Antwoord van het kabinet
Binnen de OVSE zal het kabinet tijdens de Ministeriële Raad beide landen oproepen om deel te nemen aan het EU-vredesproces en steun uitspreken voor het recht op terugkeer voor de Armeense inwoners van Nagorno-Karabach. Ook in EU-verband blijft het kabinet opkomen voor de bescherming van de rechten van de Armeense inwoners uit Nagorno-Karabach.
In het verslag van de NAVO-vergadering wordt volgens de leden van de SGP-fractie terecht de noodzaak benoemd van voldoende goed getrainde en toegeruste eenheden. Wat doet het kabinet concreet om hieraan tegemoet te komen en de tekorten zoals geconstateerd in de capability reviews, specifiek inzake zware gemechaniseerde brigades en tanks, terug te brengen, zo vragen deze leden.
64. Antwoord van het kabinet
Met de investeringen uit de Defensienota 2022 heeft het kabinet forse stappen gezet in het herstellen, moderniseren en versterken van de krijgsmacht. Hierbij moesten binnen de geldende budgettaire kaders keuzes worden gemaakt. Dit betekent dat niet alle tekortkomingen die NAVO constateert konden worden geadresseerd. Een volgend kabinet zal opnieuw afwegingen en keuzes moeten maken voor de verdere versterking van de krijgsmacht.
Hoe staat het in dit kader met de uitvoering van de motie van het lid Valstar c.s. over inzichtelijk maken wat er nodig is om binnen de Duits-Nederlandse samenwerking een eigen tankbataljon op te richten (Kamerstuk 27 830, nr. 410)?
65. Antwoord van het kabinet
Het kabinet stuurt de reactie op de motie van het lid Valstar c.s. (Kamerstuk 27 830, nr. 410 van 6 juli 2023) naar verwachting voor aanvang van het Kerstreces aan uw Kamer.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de Minister in het verslag van de NAVO-vergadering noemt dat Nederland aan de 2%-norm zal voldoen. Echter, in de praktijk blijkt deze 2% toch net niet behaald te worden, vanwege begrotingsmutaties en bbp-ramingen. Wat is het groeipad om wel aan deze norm te gaan voldoen?
66. Antwoord van het kabinet
NAVO-bondgenoten, waaronder Nederland, committeerden zich tijdens de NAVO-top in Vilnius op 11 en 12 juli 2023 aan de nieuwe Defence Investment Pledge om minimaal 2% van het bbp aan defensie te besteden.7 Zoals aan uw Kamer gemeld komen in 2024 en 2025 de Nederlandse defensie-uitgaven conform de NAVO-richtlijn uit op respectievelijk 1,95% en 1,93%.8 De besluitvorming over de financiële invulling van de gemaakte afspraken na 2025 is aan een volgend kabinet.
En hoe zorgen we dat Nederland deze norm in de toekomst structureel ruimschoots haalt, zodat we (voortdurende) «net niet-» of «met de hakken over de sloot-situaties» voorkomen?
67. Antwoord van het kabinet
De besluitvorming over de financiële invulling van de gemaakte afspraken na 2025 is aan een volgend kabinet.
Kamerstukken II, 2023–2024, 23 432, nr. 496↩︎
Kamerstuk 27 925, nr. 960.↩︎
De steun in 2024 is onderverdeeld in EUR 2 miljard militaire steun, EUR 295 miljoen als bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EPF), EUR 102 miljoen voor humanitaire steun en steun voor herstel en wederopbouw, EUR 89 miljoen voor accountability en EUR 3 miljoen voor niet-militaire cybersteun. Zie voor meer informatie↩︎
Op 16 februari 2022 is de SP-motie (Kamerstuk 35 925 V, nr. 78) beantwoordt in de Kamerbrief «Ontwikkelingen Oekraïne» (Kamerstuk II, 2021–2022, 36 045, nr. 1).↩︎
The Guardian, 15 november 2023, «Israel faces wave of international condemnation over hospital raid» (https://www.theguardian.com/world/2023/nov/15/turkeys-erdogan-calls-israel-terror-state-as-he-condemns-gaza-hospital-raid)↩︎
Kamerstukken II, 2023–2024, 23 432, nr. 496↩︎
Zie: Kamerstuk 36 410 X, nr. 2 pagina 9 van 19 september 2023; Kamerstuk 28 676, nr. 44 van 9 oktober 2023.↩︎
Zie: Kamerstuk 28 676, nr. 444 van 18 juli 2023. Percentages op basis van CPB-cijfers uit september 2023. Macro-economische cijfers fluctueren en hebben daardoor invloed op het bbp van Nederland. De uiteindelijke percentages worden ook beïnvloed door de daadwerkelijk mogelijke realisatie van de defensie-uitgaven in de komende jaren als gevolg van krapte in de markt.↩︎