Uitspraak Raad van State over de 24-weken-eis
Integratiebeleid
Brief regering
Nummer: 2023D47508, datum: 2023-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32824-407).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32824 -407 Integratiebeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z19516:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-12-12 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-19 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-03-27 13:00: Inburgering en integratie (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-04-03 17:00: Voortzetting commissiedebat Inburgering en integratie (27-3) (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-04-04 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
32 824 Integratiebeleid
35 680 Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie
Nr. 407 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2023
In de Wet arbeid vreemdelingen is geregeld dat asielzoekers maximaal 24 weken in een periode van 52 weken mogen werken; de zogeheten 24-weken-eis.1 Al enige tijd is er discussie over de vraag of deze regel, waarin de toegang tot de arbeidsmarkt voor asielzoekers in tijd is beperkt verenigbaar is met Europese regelgeving, specifiek met de Europese Opvangrichtlijn. Deze richtlijn bevat normen voor de opvang van asielzoekers en stelt onder andere dat asielzoekers daadwerkelijke toegang dienen te krijgen tot de arbeidsmarkt.
De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, is in de uitspraak van 18 april 2023 tot het oordeel gekomen dat de 24-weken-eis de effectieve toegang tot de arbeidsmarkt onnodig beperkt en daarmee in strijd is met de Opvangrichtlijn.2 Op 21 juni 2023 heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, een soortgelijke uitspraak gedaan en de 24-weken-eis onverbindend verklaard.3
Zoals ik op 17 mei 2023 aan uw Kamer heb gemeld, heeft het UWV hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraken om van de hoogste bestuursrechter helderheid te krijgen over de vraag of de 24-weken-eis verenigbaar is met de Opvangrichtlijn.4 Dat is de gebruikelijke gang van zaken wanneer een lagere rechter een dergelijke ingrijpende uitspraak doet waarbij regelgeving onverbindend wordt verklaard. Op 7 september 2023 heeft de zitting in hoger beroep plaatsgevonden over de verenigbaarheid van de 24-weken-eis met de Opvangrichtlijn. Met deze brief informeer ik uw Kamer, zoals toegezegd, over de uitspraak en de gevolgen daarvan.5
Op 29 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Raad van State) uitspraak gedaan over de 24-weken-eis6. De Raad van State is tot het oordeel gekomen dat de 24-weken-eis in strijd is met de Opvangrichtlijn. Dit betekent dat de 24-weken-eis onverbindend is en niet meer zal worden toegepast. In de uitspraak is door de Raad van State aangegeven dat de 24-weken-eis afbreuk doet aan het doel en nuttig effect van de Europese Opvangrichtlijn. Als gevolg hiervan moet de regelgeving worden aangepast en kan de 24-weken-eis niet meer in het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 en de ministeriële regeling zijn opgenomen. Het UWV past vanaf de datum van de uitspraak niet langer de 24-weken-eis toe bij aanvragen om een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van asielzoekers. Asielzoekers van wie de asielaanvraag ten minste zes maanden in behandeling is, mogen werken mits aan de werkgever een tewerkstellingsvergunning is afgegeven. De tewerkstellingsvergunning kan vanaf dit moment worden afgegeven voor een duur van langer dan 24 weken. De tewerkstellingsvergunning heeft een geldigheid van maximaal de duur van het Vreemdelingen Identiteitsbewijs, waarmee de asielzoeker kan aantonen rechtmatig in Nederland te verblijven.
Tot slot
Op 14 juli jl. heb ik uw Kamer de kabinetsreactie gestuurd op het rapport van Regioplan. In deze brief heb ik benadrukt dat de arbeidsparticipatie van statushouders wordt beïnvloed door belemmeringen die zij ervaren als zij nog in de asielprocedure zitten. Meedoen aan de samenleving door te werken is van belang, niet alleen voor statushouders zelf, maar ook voor de Nederlandse samenleving. Het hebben van werk draagt onder andere bij aan een goede integratie. Ik heb per belemmering uitgewerkt welke stappen worden genomen om de belemmeringen weg te nemen of te beperken. Een van de belemmeringen die uit het rapport naar voren is gekomen is de 24-weken-eis. Vanwege de politieke situatie heeft het demissionaire kabinet, in afwachting van de uitspraak van de Raad van State, daarover geen besluit kunnen nemen. Nu de uitspraak bekend is, zal deze worden opgevolgd. Dit laat onverlet dat ik, zoals aan uw Kamer heb toegezegd, binnen de kaders van deze uitspraak verschillende opties zal uitwerken waarover een volgend kabinet kan besluiten. Deze opties zijn erop gericht om belemmeringen voor asielzoekers bij de toetreding tot de arbeidsmarkt te beperken of weg te nemen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
De 24-weken-eis houdt in dat werkgevers asielzoekers in een tijdsbestek van 52 weken in het totaal niet meer dan 24 weken werkzaamheden mogen laten verrichten. De tewerkstellingsvergunning kan aan de werkgever voor maximaal 24 weken per 52 weken worden afgegeven. Dit is opgenomen in artikel 6.2 van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022.↩︎
Rechtbank Den Haag, 18 april 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:5458.↩︎
Rechtbank Den Haag, 21 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:4728.↩︎
Kamerstukken II, 2022/23, 32 824 en 35 680, nr. 387, «Instellen hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de 24-weken-eis».↩︎
Deze toezegging is gedaan in de kabinetsreactie op het rapport «Belemmeringen voor asielzoekers bij het toetreden tot de arbeidsmarkt» van Regioplan van 14 juli 2023, Kamerstukken II, 2022/23, 29 544 en 30 572, nr. 1213 en herhaald tijdens het commissiedebat Inburgering en integratie op 27 september 2023 (Kamerstukken II 2023/24, 32 824, nr. 406).↩︎
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29 november 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4341.↩︎