Uitstel beantwoording vragen van het lid Helder over het bericht ‘Lage straf uithalers: mag dat wel?’
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2023D47883, datum: 2023-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-532).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van zaak 2023Z19083:
- Gericht aan: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: L.M.J.S. Helder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
532
Vragen van het lid Helder (BBB) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Lage straf uithalers: mag dat wel?» (ingezonden 13 november 2023).
Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 december 2023).
Vraag 1
Kent u het bericht «Lage straf uithalers: mag dat wel?»?1
Vraag 2
Bent u bekend met het door een rechter in Rotterdam zelf bedachte project Snelle Toekomstgerichte Meervoudige Kamerzitting, ofwel een alternatieve vorm van berechting?
Vraag 3
Is het een individuele rechter toegestaan zelf een project te bedenken inzake berechting die afwijkt van de normale gang van zaken ofwel zoals die in het Wetboek van Strafvordering is opgenomen?
Vraag 4
Bent u bekend met de vijf punten van kritiek van het Gerechtshof Den Haag op deze alternatieve vorm van afdoening van strafzaken, zoals het Gerechtshof onlangs heeft opgenomen in haar arrest van 1 november 2023 (ECLI:NL:GHDHA:2023:2075)?
Vraag 5
In uw brief van 22 december 2022 schrijft u aan de Kamer over het nieuwe artikel 138aa Wetboek van Strafrecht dat is bedoeld om drugsuithalers in havens effectief te kunnen bestraffen: «Met de nieuwe strafbepaling heeft de wetgever niet alleen beoogd de ernst van de gedragingen tot uitdrukking te brengen, maar ook om effectieve handhaving mogelijk te maken en een afschrikwekkende werking te bewerkstelligen»; bent u het met de stelling eens dat de afschrikwekkende werking door deze afdoening totaal uit het zicht is?
Vraag 6
En het verlengde daarvan, bent u het met de stelling eens dat deze wijze van afdoening een schoffering is van politieagenten en het Openbaar Ministerie?
Vraag 7
Zo nee, kunt u dan een reactie geven op deze passage in het hierboven genoemde arrest: «In casu was duidelijk dat de te verwachten straf ingeval de reguliere procedure zou zijn gevolgd (en een bewezenverklaring zou zijn gevolgd) tussen de vier en vijf jaar gevangenisstraf zou bedragen»?
Vraag 8
Bent u bereid om de toegezegde brief over de stand van zaken omtrent deze strafbaarstelling van drugsuithalers zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (BBB), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Lage straf uithalers: mag dat wel?» (ingezonden 13 november 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
NRC, 10 november 2023, «Lage straf uithalers: mag dat wel?» (www.nrc.nl/nieuws/2023/11/09/voorwaardelijke-straf-voor-uithalers-van-drugs-mag-dat-wel-a4180361).↩︎