[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Overlastvergoeding huurders van WOCO (PEGA maatregel 12b)

Gaswinning

Brief regering

Nummer: 2023D48937, datum: 2023-12-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-1201).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -1201 Gaswinning.

Onderdeel van zaak 2023Z20015:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

33 529 Gaswinning

Nr. 1201 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2023

Met deze brief informeer ik de Kamer over de uitbreiding van PEGA-maatregel 12 met een overlastvergoeding met terugwerkende kracht. In het akkoord uit 2020, dat is gesloten tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Kr8 Woningcorporaties en de Nationaal Coordinator Groningen (NCG) (Kamerstuk 33 529, nr. 808), is reeds afgesproken dat de vergoedingen voor eigenaren en huurders gelijk moeten worden getrokken.

Het betreft een overlastvergoeding ter compensatie van het ongemak dat een eigenaar ervaart tijdens de uitvoering van versterkingsmaatregelen van zijn gebouw. Eigenaren komen in aanmerking voor de vergoeding voor overlast door (a) een opname ten behoeve van de beoordeling van het gebouw en (b) de uitvoering van versterkingsmaatregelen. Huurders ontvingen deze compensatie niet. Om dit verschil tussen eigenaren en huurders gelijk te trekken heeft het kabinet het per 2 mei 2023 mogelijk gemaakt dat woningcorporaties door de NCG gecompenseerd kunnen worden voor de kosten die zij maken voor het verstrekken van overlastvergoedingen aan hun huurders voor huidige en toekomstige versterkingsoverlast.

Voor huurders die tussen 1 januari 2015 tot en met 2 mei 2023 bij woningcorporaties hebben gehuurd, werk ik daarnaast een maatregel met terugwerkende kracht uit. Huurders die in het verleden overlast door een versterking hebben ondervonden en nog altijd bij de betreffende woningcoöperatie huren, krijgen rechtstreeks via en door hun woningcoöperatie een vergoeding. Corporatiehuurders die na de versterking zijn verhuisd of gescheiden kunnen niet rechtstreeks via de woningcorporaties worden vergoed, omdat deze persoonsgegevens niet bij alle corporaties worden geregistreerd. Hiervoor wordt een aanvraagprocedure ingericht. Er zal worden gekozen voor een standaardvergoeding om het creëeren van meer verschillen te voorkomen.

Voor het uitkeren van een opnamevergoeding dient inzichtelijk te worden gemaakt wie er thuis is gebleven voor de beoordeling van een gebouw. Deze gegevens voor opnamen uit het verleden zijn niet altijd te achterhalen. Om deze reden zal er een vergoeding worden uitgekeerd aan alle corporatiehuurders die in de periode van 2015–2023 een gebouw hebben gehuurd dat versterkt is. Het kan zijn dat corporatiehuurders die niet zijn thuisgebleven voor de opname of beoordeling van hun huurwoning door deze oplossing toch een overlastvergoeding ontvangen. Dit vindt het kabinet acceptabel, omdat hierdoor iedereen die daar recht op heeft een vergoeding krijgt. Daarnaast legt het uitzoeken van de gegevens van de gerechtigde een disproportionele last op de NCG en woningcorporaties.

De financiële consequenties van de invoering hiervan worden op dit moment geschat op € 10 miljoen, exclusief apparaatskosten en worden gedekt binnen de middelen voor Nij Begun. Dit wordt via de reguliere begrotingsstukken aan uw Kamer voorgelegd.

Over de uitvoering van de maatregel maak ik afspraken met de NCG, Kr8 woningcorporaties en het Huurdersplatform Aardbevingen Groningen (HPAG) en leg deze neer in het bestaande akkoord. Er wordt naar gestreefd om dit akkoord in het begin van 2024 te ondertekenen en te starten met de uitvoering.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief