[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie om geen onomkeerbare stappen te nemen ten aanzien van de mestproductieplafonds voordat het plenaire debat over Landbouw en Natuurbeleid heeft plaatsgevonden

Mestbeleid

Brief regering

Nummer: 2023D50274, datum: 2023-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33037-524).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33037 -524 Mestbeleid.

Onderdeel van zaak 2023Z20516:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

33 037 Mestbeleid

Nr. 524 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2023

Op 13 december jl. ontving ik uw verzoek om geen onomkeerbare stappen te zetten ten aanzien van de vaststelling van de mestproductieplafonds voordat het plenaire debat Landbouw- en Natuurbeleid heeft plaatsgevonden, op dit moment verwacht op 21 december 2023.

Uw verzoek zal ik respecteren en ik zal de wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Urm), waarmee de mestproductieplafonds per 1 januari 2024 in lijn worden gebracht met de voorwaarden uit de derogatiebeschikking, niet vóór het plenaire debat Landbouw en Natuurbeleid van 21 december aanstaande publiceren. Ik zal de regeling echter wel vóór 1 januari 2024 publiceren. Deze datum ligt vanwege de noodzaak tot een zo spoedig mogelijke implementatie voor de hand, mede gelet op het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten en de kalenderjaarsystematiek van de productierechtenstelsels die de mestproductieplafonds borgen. Dit houdt in dat de mestproductieplafonds, zoals ik in mijn Kamerbrief van 5 december 20231 heb aangegeven, per 1 januari 2024 in overeenstemming worden gebracht met de voorwaarden uit de derogatiebeschikking.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema


  1. Kamerstuk 33 037, nr. 523↩︎