[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Publicatie inspectierapport Klein Amsterdam / Stichting Leren in de Tussenruimte

Primair Onderwijs

Brief regering

Nummer: 2023D51247, datum: 2023-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31293-713).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -713 Primair Onderwijs.

Onderdeel van zaak 2023Z20898:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

31 293 Primair Onderwijs

Nr. 713 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2023

Op 4 december 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom bassischool Klein Amsterdam en haar bevoegd gezag, Stichting Leren in de Tussenruimte.1 In deze brief schreef ik dat de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 31 oktober een onaangekondigd specifiek onderzoek heeft gedaan bij Klein Amsterdam en het bestuur. Met deze brief informeer ik uw Kamer over het inspectierapport naar aanleiding van dit bezoek, dat op vrijdag 22 december is gepubliceerd. Het rapport vindt u ook als bijlage bij deze brief.

Kwaliteit ondermaats

Ik heb met zorg kennisgenomen van de bevindingen van de inspectie. De inspectie constateert op 31 oktober dat Klein Amsterdam onderwijskundig en financieel in zeer zwaar weer verkeert. Uit het onderzoek blijkt dat sprake is van een bestuurlijke crisis binnen Stichting Leren in de Tussenruimte, waardoor noodzakelijke beslissingen uitblijven. Het bevoegd gezag heeft niet gezorgd voor een goed bestuurde school en heeft geen invulling gegeven aan de zorgplicht voor goed onderwijs. Ook is vastgesteld dat het onderwijs deels door onbevoegde personen wordt verzorgd en kon het toenmalig bestuur niet laten zien dat alle personeelsleden een VOG hebben overlegd. Bovendien ontbreekt inzicht in en grip op de kwetsbare financiële positie van de school. Deze constateringen hebben mijn zorgen over de school verder doen toenemen. Daarbij denk ik in de eerste plaats aan het belang van de leerlingen.

Wanbeheer

De inspectie constateert dat sprake is van wanbeheer op grond van artikel 153, tweede lid, sub a en sub b van de Wet op het primair onderwijs. Het bevoegd gezag heeft nagelaten langdurig maatregelen te treffen voor het waarborgen van de kwaliteit en goede voortgang van het onderwijs aan de school. Ook wordt wanbeheer vastgesteld op grond van door het toenmalig bestuur gevoerde financieel wanbeleid. De conclusie van wanbeheer betekent dat ik een aanwijzing kan opleggen aan het bevoegd gezag. In deze aanwijzing kunnen concrete opdrachten gegeven worden tot het nemen van een of meer maatregelen. Wanneer hier niet aan wordt voldaan, kan een financiële sanctie worden opgelegd.

Vervolg

Sinds het bezoek van de inspectie is er een nieuwe interim directeur-bestuurder aangesteld. Ook is er een vernieuwde Raad van Toezicht aangetreden. Het bevoegd gezag heeft van de inspectie de opdracht gekregen om voortvarend aan de slag te gaan met de opgelegde herstelopdrachten.

Ik sta in nauw contact met de inspectie over hun vervolgtoezicht bij Klein Amsterdam en volg de vorderingen op de voet. Ik beraad mij op dit moment op verdere stappen. Hierbij staat het belang van leerlingen voor mij voorop. Zij verdienen op de kortst mogelijke termijn kwalitatief goed onderwijs. Ik informeer uw Kamer in maart opnieuw.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
M.L.J. Paul


  1. Kamerstukken II 2023/24, 31 293, nr. 708.↩︎