Voorhangprocedure Tijdelijk Besluit Experiment Inspanningsplicht WW
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Brief regering
Nummer: 2024D00272, datum: 2024-01-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26448-741).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief Voorhangprocedure Tijdelijk Besluit Experiment Inspanningsplicht WW (deel 2)
- Beslisnota bij Kamerbrief Voorhangprocedure Tijdelijk Besluit Experiment Inspanningsplicht WW (deel 1)
- AMvB Tijdelijk Besluit Experiment Inspanningsplicht WW
Onderdeel van kamerstukdossier 26448 -741 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI).
Onderdeel van zaak 2024Z00113:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-01-16 15:30: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-23 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-02-08 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 741 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 januari 2024
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot vaststelling van regels voor een experiment met de inspanningsplicht in de WW (Tijdelijk besluit experiment inspanningsplicht WW). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure in artikel 130 van de Werkloosheidswet en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip