Agendawijziging informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 22 en 23 januari 2023
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2024D01610, datum: 2024-01-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2818).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2818 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2024Z00681:
- Indiener: G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2024-01-25 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-01 14:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2024-02-08 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2818 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 januari 2024
Met deze brief wil ik u informeren dat het Belgische voorzitterschap voornemens is de agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ-)Handel van 22 en 23 januari aan te vullen. Zo wordt voorzien dat een bespreking van de huidige situatie in de Rode Zee1, en specifiek de economische en handels-(politieke) gevolgen hiervan, zal plaatsvinden. Hierbij zal een tafelronde worden gehouden over de huidige stand van zaken. Het kabinet steunt de bespreking van dit onderwerp en ziet uit naar de inbreng van de andere lidstaten.
De aanvallen van Houthi’s op commerciële en militaire schepen zijn onaanvaardbaar. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben gewapend opgetreden tegen de militaire infrastructuur van de Houthi’s, met als overkoepelend doel de-escalatie en het herstel van het recht van vrije doorvaart in de Rode Zee. Naast politieke steun heeft Nederland ook niet-operationele militaire steun aan deze operatie verleend door middel van de inzet van een stafofficier2. De vrije en veilige doorvaart van schepen op zee is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap. Nederland heeft als handelsland belang bij veilige doorvaart op deze belangrijke handelsroute. Ruim twaalf procent van de wereldhandel en grofweg een derde van de wereldwijde containerschepen varen door het Suezkanaal. Meerdere rederijen hebben besloten de Rode Zee te vermijden. De negatieve economische gevolgen voor ons land en de EU zijn nu nog beperkt, maar kunnen groter worden als de handelsverstoringen langer gaan duren.
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen