Toekomst RetailAgenda
Detailhandel
Brief regering
Nummer: 2024D01994, datum: 2024-01-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27838-30).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 27838 -30 Detailhandel.
Onderdeel van zaak 2024Z00841:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-01-25 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-06 17:00: Procedurevergadering commissie Economische Zaken en Klimaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-02-07 10:00: Mkb: ondernemen & bedrijfsfinanciering (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-02-08 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
27 838 Detailhandel
Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2024
In deze brief ga ik in op de toekomst van de Retailagenda. Tevens ga ik in op vragen van uw Kamer over de mogelijkheid nieuwe subsidies te verlenen onder de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL).
Toekomst Retailagenda
De Nederlandse binnensteden spelen een belangrijke sociale en economische rol. De binnenstad creëert een omgeving waarin bewoners en bezoekers elkaar ontmoeten en verbondenheid ontstaat. En binnensteden zijn belangrijk voor de werkgelegenheid, bijvoorbeeld in de retail, de horeca, de cultuursector, maar ook in de creatieve sector, de dienstensector en steeds vaker de kleine maakindustrie.
Bovendien vormen de Nederlandse binnensteden voor velen een aantrekkelijk woonmilieu. Hoe belangrijk de binnensteden zijn voor ons gezamenlijke welzijn bleek duidelijk in de Corona-periode, toen deze functie grotendeels stil viel.
Daarvoor moeten binnensteden zich blijven aanpassen aan de veranderende voorkeuren bewoners, bezoekers en de consument.
De verantwoordelijkheid hiervoor ligt op de eerste plaats op lokaal niveau. Met de gemeente in een regierol, die andere stakeholders betrekt en stimuleert om ook te investeren in een aantrekkelijke binnenstad. Retail speelt daarbij een bijzondere rol als aanleiding om de binnenstad te bezoeken en als belangrijke werkgever. Daarbij moeten gemeenten uitgaan van hun eigen kracht, maar er kan veel worden gewonnen als niet elke gemeente opnieuw het wiel uit moet vinden. En sommige problemen kunnen alleen worden opgelost door ze op nationaal of zelfs internationaal niveau aan te pakken of te adresseren. Hier komt de Retailagenda in beeld.
De Retailagenda is op de eerste plaats een platform waar landelijke bestuurlijke partijen elkaar vinden over de problemen van retail en binnensteden en dat een belangrijke verbindende en versnellende rol speelt tussen partijen die zich bezighouden met retail en binnensteden en bij het ontwikkelen van kennis en het verspreiden daarvan.
De Retailagenda is in 2015 gestart, vanuit het besef dat partijen alleen samen in staat waren om te zorgen voor het oplossen van alle problemen en dat problemen op de eerste plaats lokaal moeten worden aangepakt. Dat besef was de basis voor nauwe samenwerking tussen allerlei brancheorganisaties, kennisinstellingen en overheden en maakte de weg vrij voor een gezamenlijke aanpak van de transitie van de retail en in samenhang daarmee het werken aan vitale en toekomstbestendige winkelgebieden in binnensteden en kernen.
Zo hebben de RetailDeals van de Minister van EZK met gemeenten en provincies sterk bijgedragen aan het agenderen en prioriteren van deze problematiek. De samenwerking heeft ook geleid tot het formuleren van een gedeelde aanpak in reactie op het sluiten van V&D. En zorgde ze er in coronatijd voor dat huurders en verhuurders elkaar vonden in een gedeelde omgang met huren en een pakket corona-bestendige maatregelen die ervoor zorgde dat winkels zoveel mogelijk open konden blijven. De samenwerking binnen de Retailagenda heeft er ook in geresulteerd dat het belang duidelijk werd van een gezamenlijke en integrale aanpak van achterblijvende winkelstraten en de problemen waar gemeenten hierbij samen met hun private partners tegenaan lopen. Uiteindelijk heeft het nadenken over oplossingen voor deze problematiek geresulteerd in de Impulsaanpak Winkelgebieden.
De Retailagenda is momenteel bezig aan de derde samenwerkingsperiode, die loopt tot eind 2023. Elke nieuwe periode wordt opnieuw met de partijen achter de Retailagenda en met anderen gekeken of hernieuwen van de samenwerking nog zinvol is. Welke thema’s dan relevant zullen zijn en welke samenwerkingsvorm daar dienstbaar aan is. Op die manier heeft de Retailagenda zich aangepast in de loop van de jaren en kan ze relevant blijven. Bij de start van de Retailagenda lag het accent op het terugdringen van de leegstand. Dat is nog steeds een relevant thema, maar het zwaartepunt verschuift langzamerhand naar de maatschappelijke meerwaarde en sociale functie van binnensteden. En die van de stakeholders die de binnenstad schragen, zoals retail, horeca en cultuur. Alleen levendige binnensteden en kernen hebben de toekomst.
De partners van de Retailagenda willen blijven samenwerken aan leefbare kernen en vitale retail. Daartoe is een nieuwe agenda opgesteld, als basis voor een hernieuwde samenwerking voor de periode 2024–2027. Daarbij ligt de focus op een beperkt aantal thema’s, waar de Retailagenda meerwaarde kan bieden: transformatie van binnensteden, de levendigheid van kernen, innovatie en digitalisering en arbeidsmarkt en human capital agenda. Hiertoe doen de partijen achter de Retailagenda een beroep op EZK om de huidige vorm van ondersteuning te continueren.
Ik ben er van overtuigd dat de Retailagenda ook de komende jaren een belangrijke rol en taak kan vervullen. Ik zeg daarom graag toe de huidige vorm van ondersteuning te zullen continueren en kijk uit naar voortzetting van de samenwerking.
Subsidie TVL
De Europese Commissie heeft bevestigd dat het juridisch gezien niet meer mogelijk is om nieuwe subsidies te verlenen onder de TVL. De Europese Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun COVID-191 is immers na 30 juni 2022 afgelopen. Door het aflopen van de Tijdelijke kaderregeling kan de Europese Commissie ook geen goedkeuring meer geven op eventuele aanpassingen (met terugwerkende kracht) van de reeds goedgekeurde regeling. Dit houdt in dat een volstrekte afwijzing van TVL-subsidie na afloop van de Tijdelijke kaderregeling niet kan worden herzien buiten de bezwaar- of beroepsprocedure om. Ook niet als een uitspraak van de nationale rechter een ruimere toepassing van de TVL toestaat.
Ook heeft de Europese Commissie bevestigd dat het niet mogelijk is om een nieuwe maatregel onder het tijdelijk crisis- en transitiekader (TCTF) op te stellen voor een vergoeding voor de vaste lasten voor de in corona getroffen ondernemingen. Deze steun zou namelijk alleen kunnen toezien op toekomstige aanvragen. Ook zou een nieuwe maatregel geen kosten kunnen vergoeden die twee jaar geleden of nog langer geleden zijn gemaakt. Hiermee is voldaan aan de toezegging, die is gedaan in het Commissiedebat Ondernemen en bedrijfsfinanciering van 19 april 2023.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PbEU 2020, C 91 I).↩︎