Voorhang wijziging Besluit burgerluchthavens
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D05015, datum: 2024-02-09, bijgewerkt: 2024-03-04 16:24, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-1142).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Wijziging van het Besluit burgerluchthavens in verband het opnemen van een grondslag voor het berekenen van de emissie vanwege hetluchthavenluchtverkeer van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken
- Beslisnota bij Kamerbrief Voorhang wijziging Besluit burgerluchthavens
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -1142 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z02211:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-02-14 13:12: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-28 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-03-04 12:00: Voorhang wijziging Besluit burgerluchthavens (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 1142 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 februari 2024
Hierbij wordt u het ontwerpbesluit aangeboden houdende de wijziging van het Besluit burgerluchthavens (BBL) in verband het opnemen van een grondslag voor het kunnen berekenen van de emissie vanwege het luchthavenluchtverkeer van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit wordt u verwezen naar de ontwerp-nota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure 8.44, vierde lid van de Wet luchtvaart en biedt de Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Een gelijkluidende brief is gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers