Voorhang Regeling stimulering schoon en emissieloos bouwen voor medeoverheden
Schoon en zuinig
Brief regering
Nummer: 2024D05952, datum: 2024-02-15, bijgewerkt: 2024-02-20 09:51, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31209-250).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Beslisnota bij Voorhang Regeling stimulering schoon en emissieloos bouwen voor medeoverheden
- Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat houdende regels voor het verstrekken van een rijksbijdrage voor schoon en emissieloos bouwen (Regeling stimulering schoon en emissieloos bouwen voor medeoverheden)
Onderdeel van kamerstukdossier 31209 -250 Schoon en zuinig.
Onderdeel van zaak 2024Z02633:
- Indiener: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-02-27 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-28 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-04-04 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 209 Schoon en zuinig
Nr. 250 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2024
Hierbij bied ik u aan de ontwerpregeling houdende regels voor het verstrekken van een rijksbijdrage voor schoon en emissieloos bouwen (Regeling stimulering schoon en emissieloos bouwen voor medeoverheden). Voor de inhoud van de ontwerpregeling verwijs ik u naar de ontwerptoelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure op grond van artikel 7, vierde lid, van de Wet Mobiliteitsfonds en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de ontwerpregeling voordat het zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de vaststelling van de ontwerpregeling niet eerder dan 30 dagen nadat de ontwerpregeling aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is overgelegd.
Op grond van artikel 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het voorjaarsreces van uw Kamer verlengd tot 21 maart.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen