Appreciatie van de motie van het lid Christine Teunissen over zich alsnog aansluiten bij de alliantie van internationale exportkredietverzekeraars (Kamerstuk 32813-1334), Motie van het lid Teunissen c.s. over direct stoppen met exportkredietverzekeringen voor projecten met lagere dierenwelzijnsstandaarden dan de Nederlandse (Kamerstuk 36410-XVII-44) en de motie van de leden Boutkan en Dassen over het formuleren van ambitieuze concrete en meetbare doelen voor de vergroening van de Nederlandse ekv-portefeuille (Kamerstuk 26485-418)
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Brief regering
Nummer: 2024D06089, datum: 2024-02-16, bijgewerkt: 2024-02-20 11:06, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26485-433).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van kamerstukdossier 26485 -433 Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Onderdeel van zaak 2024Z02685:
- Indiener: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-02-27 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-29 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-11-27 10:00: Exportkredietverzekeringen (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 433 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2024
Hierbij stuur ik u mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de door de Minister voor Klimaat en Energie toegezegde schriftelijke appreciatie op de aangehouden motie van het lid Teunissen (Partij voor de Dieren). Deze motie heeft als kenmerk 32 813, nr. 1334 en is ingediend tijdens het debat over de Klimaatnota op 20 december 2023. In de motie wordt de regering verzocht zich alsnog aan te sluiten bij de alliantie van internationale exportkredietverzekeraars die zich committeren om alle verzekerde projecten in lijn te brengen met klimaatneutraliteit in 2050. Daarnaast verzoekt de motie projecten die in het buitenland verzekerd worden te toetsen aan dezelfde criteria als die in Nederland gelden. Op 7 februari 2024 heeft de Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat geïnformeerd naar de stand van zaken van de toegezegde brief over de aangehouden motie Teunissen.1 Deze brief ziet tevens toe op dit verzoek.
In deze brief ga ik daarnaast in op de opvolging van de motie van de leden Teunissen, Dobbe en Hirsch (Partij voor de Dieren, SP en GroenLinks-PvdA) over dierenwelzijnsstandaarden, met kenmerk 36 410-XVII, nr. 44. Ook ga ik in deze brief in op de opvolging van de motie van de leden Boutkan en Dassen (Volt) over het formuleren van ambitieuze concrete en meetbare doelen voor de vergroening van de Nederlandse ekv-portefeuille, met kenmerk 26 485, nr. 418. Voorts informeer ik u volledigheidshalve via deze brief over de mate waarin fossiele projecten een exportkredietverzekering (ekv) hebben ontvangen die in 2023 onder de overgangsperiode van het COP26-beleid vielen.
Appreciatie motie Teunissen – NZECA
De aangehouden motie Teunissen roept het kabinet op om zich alsnog aan te sluiten bij de Net Zero Export Credit Agencies Alliance (NZECA). Deze alliantie is gelanceerd tijdens de COP28 klimaatconferentie in Dubai. Aangesloten landen hebben zich gecommitteerd aan een klimaat neutrale ekv-portefeuille in 2050 of eerder. Ook hebben ze onder meer toegezegd te zullen rapporteren over de broeikasgasuitstoot van de ekv-portefeuille. Het kabinet ontraadt deze motie.
Internationaal zet het kabinet reeds in op het uitvoeren en verbreden van het COP26-beleid met betrekking tot het beëindigen van publieke steun via de ekv voor de fossiele energiesector in het buitenland.2 Dit doet het kabinet onder andere via de Export Finance for Future (E3F) coalitie.3 Zo hebben recent ook Noorwegen en Australië de COP26-verklaring ondertekend. Binnen de OESO zet Nederland zich verder in voor een verbod op ekv-dekking voor fossiele energieprojecten, ten behoeve van het creëren van een eerlijker internationaal speelveld.
Het Nederlandse ekv-beleid heeft in lijn met de COP26-verklaring een significante verandering ondergaan door publieke steun voor de fossiele energiesector in het buitenland te beëindigen. Parallel heeft het kabinet zich de afgelopen jaren via de ekv-faciliteit ingezet op het aantrekkelijker maken van groene export.
Het kabinet is van mening dat aansluiten bij NZECA voor Nederland op dit moment niet opportuun is, omdat de effecten op het exporterend bedrijfsleven en de ekv-portefeuille nog onvoldoende duidelijk zijn. Hierdoor kan het internationale speelveld voor Nederlandse exporteurs met het tekenen van de NZECA-verklaring gehinderd worden en kan onzekerheid bij bedrijven ontstaan, temeer daar deze coalitie uit slechts vier landen bestaat.4
Uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) voert op mijn verzoek een onderzoek uit naar de effecten en uitvoeringsaspecten van een mogelijke toekomstige klimaat neutrale ekv-portefeuille. Daarbij wordt ook gekeken naar de (vooralsnog beperkte) ontwikkeling van net zero strategieën bij andere publieke exportkredietverzekeraars.
Het tweede deel van de motie Teunissen verzoekt de regering om projecten die in het buitenland verzekerd worden te toetsen aan dezelfde criteria zoals die in Nederland gelden. Het uitgangspunt van het Nederlandse milieu- en sociale beleid is dat geen transacties worden verzekerd met onaanvaardbare negatieve effecten voor mens, dier of milieu. Aanvragen worden daarom, naast de geldende nationale wet- en regelgeving van het land waar geleverd wordt, ook getoetst aan internationale standaarden voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo).5 Op sommige vlakken gaat Nederland verder dan de internationale standaarden. Zo heeft Nederland ervoor gekozen alle aanvragen, dus ook die met een krediettermijn korter dan twee jaar, aan een milieu- en sociale due diligence te onderwerpen. Uit de mvo-beleidsevaluatie uit 2021 blijkt dat het Nederlandse mvo-beleid voor de ekv in lijn is met internationale standaarden en effectief is in het voorkomen van het verzekeren van projecten met onaanvaardbare neveneffecten.6 De motie van het lid Teunissen wordt gezien het voorgaande door het kabinet ontraden.
Opvolging motie Teunissen c.s. – dierenwelzijn
De aangenomen motie van Teunissen c.s., die het kabinet oproept om geen exportkredietverzekeringen te verstrekken aan projecten die niet voldoen aan de Nederlandse dierenwelzijnsstandaarden, vereist nader onderzoek. Het is van belang de mogelijke reikwijdte en consequenties van de motie zorgvuldig te onderzoeken, gezien de implicaties voor Nederlandse exporteurs en een gelijkwaardig internationaal speelveld. Het kabinet zal uw Kamer hierover informeren.
Opvolging motie Boutkan/Dassen
De motie Boutkan/Dassen verzoekt de regering ambitieuze, concrete en meetbare doelen te formuleren voor de vergroening van de Nederlandse ekv-portefeuille en deze in lijn te brengen met andere ambitieuze landen. In de laatste ekv-monitor heeft het kabinet de inzet op vergroening toegelicht.7 Het kabinet geeft op onderstaande wijze invulling aan deze motie.
De mogelijkheden voor verzekering van groene exporttransacties zijn verruimd. Tevens werkt het kabinet sinds drie jaar met meetbare doelen om het aantal groene exporttransacties in de ekv-portefeuille te vergroten. De vergoeding die ADSB jaarlijks ontvangt is mede afhankelijk van het bereiken van deze groene doelen. ADSB brengt in lijn met deze inzet de ekv-faciliteit actief onder de aandacht bij bedrijven met een groen exportpotentieel. De beschreven inzet werpt zijn vruchten af: er is sprake van een stijging in het aantal verzekerde groene transacties. ADSB heeft 24 groene ekv-polissen uitgereikt in 2021, 48 in 2022 en 58 in 2023. Transacties worden als groen geclassificeerd conform het Groene Label van ADSB.8 Voor 2024 is het doel om tien procent meer aanvragen te ontvangen voor ekv-dekking op groene transacties, en tien procent meer groene transacties te verzekeren ten opzichte van 2023.
Wat betreft het in lijn brengen van deze nationale doelen met andere ambitieuze landen zet Nederland zich in internationale gremia in voor vergroening van de ekv. Dit vindt onder andere plaats binnen de E3F-coalitie, in EU Raadswerkgroepverband en binnen het OESO-Arrangement voor de ekv. De OESO heeft in kaart gebracht dat een groeiend aantal landen doelen hanteert voor de vergroening en verduurzaming van de ekv-portefeuille of voornemens is dit te doen. Wel is de vergelijkbaarheid van deze doelen lastig gelet op de verschillende exportbasis van landen en de sectoren die per land gebruik maken van de ekv-faciliteit.
Verzekerde fossiele projecten overgangsperiode COP26-beleid
Op 3 november 2022 is uw Kamer geïnformeerd9 over het ekv-beleid in relatie tot de COP26-verklaring. Een overgangsperiode maakte onderdeel uit van dit beleid. Aanvragen voor projecten in de fossiele energiesector in het buitenland die werden ingediend vóór 1 januari 2023 konden tot uiterlijk eind 2023 leiden tot een verzekeringspolis. Een dergelijke overgangsperiode was nodig omwille van een zorgvuldige transitie. Daarnaast zijn er projecten die onder de uitzonderingsgronden vallen en ook nu nog gesteund worden via de ekv.
In de beantwoording van eerdere Kamervragen van het lid Van Raan10 heb ik aangegeven dat er vóór 1 januari 2023 tien fossiele aanvragen waren ingediend bij ADSB met een totale omvang van EUR 4 miljard. Van de tien fossiele aanvragen hebben twee transacties een polis ontvangen. De totale verzekerde omvang van deze twee afgegeven polissen bedroeg EUR 322 miljoen. Eén polis betreft de Buzios transactie in Brazilië waar ik uw Kamer in de brief van 22 maart 2023 over heb geïnformeerd.11 Deze transactie zou na de overgangsperiode niet meer in aanmerking komen voor ekv-dekking. De andere verzekerde transactie zou momenteel wel in aanmerking komen voor ekv-dekking, omdat deze valt onder de uitzonderingsgrond voor specifieke vaar- en voertuigen ten behoeve van ondersteunende diensten voor bestaande fossiele infrastructuur. De andere acht aanvragen hebben geen ekv-dekking ontvangen. Daarvan is één aanvraag ingetrokken door de exporteur, twee aanvragen zijn door ADSB afgewezen vanwege onvoldoende informatie en één transactie is door ADSB afgewezen op basis van het kolenbeleid van de ekv. De resterende vier aanvragen betroffen projecten die in 2023 geen doorgang vonden.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Verzoek om stand van zaken omtrent de brief over de aangehouden motie Teunissen met kenmerk 24Z01891/2024D04324.↩︎
Over het COP26-beleid voor de ekv is uw Kamer in meerdere brieven geïnformeerd. Zie: Kamerstukken II 2021/22 31 793, nr. 202; Kamerstukken II 2021/22 31 793, nr. 205; Kamerstukken II 2022/23 31 793, nr. 207; Kamerstukken II 2022/23 31 793, nr. 230. Zie ook moties 35 925 XVII (nr. 24 – lid Klink) en 26 485 (nr. 387 – lid Heinen).↩︎
Meer informatie over deze coalitie is te vinden op de website: https://www.linkedin.com/company/export-finance-for-future-e3f/.↩︎
Tijdens de COP28-klimaatconferentie in Dubai hebben Canada, Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk zich aangesloten bij NZECA. De Verenigde Arabische Emiraten, Spanje en Kazachstan hebben zich aangesloten als affiliate lid.↩︎
Het inhoudelijk referentiekader wordt gevormd door onder meer de IFC Performance Standards, de World Bank Group Environmental, Health, and Safety Guidelines en de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights.↩︎
Kamerstukken II 2021–2022, 26 485, nr. 380.↩︎
Kamerstuk 26 485, nr. 423.↩︎
Kamerstuk 26 485, nr. 372, Monitor exportkredietverzekeringen 2020. ADSB labelt transacties als «groen» als deze bijdragen aan klimaatmitigatie, klimaatadaptatie of een beperking van de overige voetafdruk.↩︎
Kamerstuk 31 793, nr. 230.↩︎
Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1650.↩︎
Kamerstukken II 2022/23 26 485, nr. 413.↩︎