Appreciatie van het gewijzigd amendement van het lid Beckerman over het consulteren van werknemers over de regels rond om- en bijscholing en het binnen twee maanden informeren van de Tweede Kamer (Kamerstuk 36197-18)
Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie en de Wet van 7 juli 2021 tot wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie (vroegtijdige intrekking productiebeperking, wijziging delegatiegrondslag kolenfonds en drie verbeteringen uitvoering productiebeperking)
Brief regering
Nummer: 2024D06787, datum: 2024-02-26, bijgewerkt: 2024-03-01 09:23, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36197-19).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie (D66)
Onderdeel van kamerstukdossier 36197 -19 Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie en de Wet van 7 juli 2021 tot wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie (vroegtijdige intrekking productiebeperking, wijziging delegatiegrondslag kolenfonds en drie verbeteringen uitvoering productiebeperking).
Onderdeel van zaak 2024Z02950:
- Indiener: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-02-28 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-13 12:00: Procedurevergadering Economische Zaken en Klimaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 197 Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie en de Wet van 7 juli 2021 tot wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie (vroegtijdige intrekking productiebeperking, wijziging delegatiegrondslag kolenfonds en drie verbeteringen uitvoering productiebeperking)
Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 februari 2024
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel (Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie en de Wet van 7 juli 2021 tot wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie (36 197) in uw Kamer op donderdag 15 februari 2024, heb ik toegezegd om met het lid Beckerman haar amendement te bezien. De formulering van het amendement noopte het kabinet om het in de ingediende vorm te ontraden, maar het idee achter het amendement werd gevolgd.
Ik stuur u hierbij een appreciatie van het gewijzigde amendement (36 197, nr. 18), ter vervanging van het amendement met nr. 9, van het lid Beckerman (SP) voorafgaand aan de stemming op 27 februari 2024.
Het gewijzigde amendement behelst dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – uiterlijk twee maanden na inwerkingtreding van de wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie – uw Kamer informeert over de wijze waarop de bekostiging van de om- en bijscholing van werknemers wordt geregeld.
Ik kan het amendement aan het oordeel van uw Kamer laten.
Het kabinet ziet het belang van een goede uitvoering van dit kolenfonds en hiervoor is en blijft ook geld op de begroting van EZK beschikbaar als onderdeel van de begrotingsreserve. Wij herkennen de oproep van de SP-fractie om de uitvoering van het fonds tijdig en adequaat te regelen en deze af te stemmen met de betrokken vakbonden. Wanneer sluiting van een centrale zich voordoet, zijn eerst sociale partners aan zet om met een sociaal plan te komen voor werknemers die hun baan verliezen. Wanneer blijkt dat de belangen van bepaalde werknemers hierdoor onvoldoende behartigd worden, bijvoorbeeld omdat een kolencentrale onvoorzien eerder moet sluiten, zullen de Minister van SZW en ik op dat moment voorzien in de ondersteuning van deze werknemers.
Wij vinden het belangrijk om daarover met de vakbonden en de desbetreffende werknemers goede procesafspraken te maken zonder vooruit te lopen op de toekomstige situatie van werknemers in dienst van de kolencentrales of werkzaam in de keten van de kolencentrales.
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten