Verslag Energieraad 4 maart 2024
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2024D10799, datum: 2024-03-20, bijgewerkt: 2024-03-22 12:08, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-1060).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie (D66)
- Declaration of the EU Nuclear Alliance
- Policy reflections on the European energy system and infrastructure. Non-paper on a joint vision for actions by the European Commission
- Further harmonization of Electricity Grid Tariff methodology
- Joint Message from Friends of Renewables on the Climate Communication
- Beslisnota bij Verslag Energieraad 4 maart 2024
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-1060 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2024Z04641:
- Indiener: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-03-21 14:06: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-26 17:00: Procedurevergadering Economische Zaken en Klimaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-04-10 14:30: Energieraad (informeel) d.d. 15 &16 april 2024. (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-04-11 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1060 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 maart 2024
Met deze brief stuur ik u het verslag van de Energieraad die op 4 maart 2024 plaatsvond in Brussel. Nederland werd tijdens de Energieraad hoogambtelijk vertegenwoordigd.
Tevens breng ik uw Kamer middels deze brief graag op de hoogte van de meegestuurde verklaringen en non-papers.
De twee verklaringen zijn en marge van de Energieraad van 4 maart ondertekend en betreffen een verklaring van de «Friends of Renewables» groep en de «Nucleaire Alliantie». Nederland maakt deel uit van beide groepen, omdat het in haar toekomstige energiemix zowel een rol voor kernenergie als hernieuwbare enerige ziet. Wat Nederland betreft staan de groepen dan ook niet tegenover elkaar, maar vertegenwoordigen ze beide een ambitie om onze CO2-vrije energiedoelen te behalen. Elke lidstaat streeft een eigen energiemix na, waarin enerzijds lidstaten een dominante positie voor kernenergie zien en anderzijds lidstaten juist een dominante positie voor hernieuwbare energie zien. Zoals hierboven benoemd, benadrukt Nederland dit onderscheid niet, maar zoekt het juist de verbinding tussen beide groepen. Nederland heeft in dit geval beide verklaringen kunnen ondertekenen, omdat de beide verklaringen overeenkomen met Nederlands energiebeleid.
• Friends of Renewables: het blijvende belang van de rol van hernieuwbare energie om de klimaat- en energiedoelstellingen te bereiken.
• Nucleaire Alliantie: de erkenning van de rol van kernenergie en een oproep tot het creëren van een faciliterend kader voor kernenergie op Europees niveau.
De twee meegestuurde Nederlandse non-papers zijn gericht op de agenda van de nieuwe Europese Commissie en zullen worden gedeeld met de Europese Commissie en, waar relevant, met de lidstaten en stakeholders. Deze papers zien toe op:
• Non-paper «Policy reflections on the European energy system and infrastructure»: het non-paper is gezamenlijk opgesteld door EZK met netbeheerders en de ACM om gedeelde prioriteiten voor de nieuwe Europese Commissie in kaart te brengen t.a.v. energie-infrastructuur.
• Non-paper «Further harmonization of Electricity Grid Tariff methodology»: het non-paper is opgesteld door EZK en pleit voor Europese harmonisatie van de methodologie met behulp waarvan nettarieven worden vastgesteld.
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten
Verslag formele Energieraad 4 maart 2024
Op 4 maart vond in Brussel de formele Energieraad plaats. Op de agenda stond een debat over de voorbereiding op energiegebied voor de winter 2024–2025. Daarbij werd een politiek akkoord bereikt rond het aannemen van de Raadsaanbeveling gasbesparing. Na dit eerste debat stond er ook een gedachtewisseling over flexibiliteit in het energiesysteem op de agenda. Tot slot werd er onder het kopje diversenpunten ook gesproken over het stoppen van import van LNG uit Rusland, de impact van unilaterale heffingen in het kader van het vullen van gasopslagen, de energiesituatie in Oekraïne en informatie over de stand van zaken met betrekking tot het halen van de 2030 klimaat- en energiedoelstellingen.
Voorbereiding voor aankomende winter (2024–2025) en politiek akkoord Raadsaanbeveling gasbesparing
Tijdens de Energieraad zijn gedachten en standpunten uitgewisseld over de voorbereidingen voor aankomende winter, en is een politiek akkoord bereikt op het aannemen van de Raadsaanbeveling gasbesparing.
Het Belgisch voorzitterschap en de Europese Commissie (hierna: Commissie) begonnen de discussie met de huidige stand van zaken met betrekking tot de gasmarkt en leveringszekerheid. De Europese Unie (hierna: EU) heeft sinds het begin van de energiecrisis veel maatregelen getroffen waarmee adequaat op de uitdagingen is gereageerd. De huidige winter is bijna voorbij en het huidige beeld is positief. De gasopslagen zijn nog voor de helft gevuld, de prijzen zijn stabiel en de gasvraag ligt lager dan voor de crisis. Echter, de Commissie hamert erop dat de toekomst onzeker is en we met elkaar ervoor moeten zorgen dat de vraag naar en de opslag van gas gemonitord wordt. Zeker richting de winter van 2024–2025 is dit van cruciaal belang. Vandaar dat de Commissie voorafgaand aan deze Energieraad met het voorstel voor een Raadsaanbeveling gasbesparing is gekomen. Deze Raadsaanbeveling moet ervoor zorgen dat de lidstaten doorgaan met maatregelen om de vraag naar gas te verminderen en hier toezicht op houden. Deze Raadsaanbeveling is de opvolger van de bestaande Noodverordening gasbesparing die op 31 maart 2024 afloopt.1 De Commissie heeft aangeven te kiezen voor een Raadsaanbeveling in plaats van een éénjarige verlenging van de Verordening omdat er volgens de Commissie in juridische zin niet langer sprake is van een crisissituatie zoals bedoeld in artikel 122 VWEU (aangezien de gasopslagen aanzienlijk gevuld zijn en gasbesparing aanhoudt).
Net als de Commissie stellen vrijwel alle lidstaten dat de EU goed heeft gereageerd op de energiecrisis met verschillende noodmaatregelen. Ook wijzen lidstaten erop dat met het aannemen en implementeren van REPowerEU, de Hervorming van de Elektriciteitsmarkt, de Richtlijn Hernieuwbare Energie en het waterstof- en gas decarbonisatiepakket de EU er op dit moment goed voorstaat. Echter, onder lidstaten klinkt ook een duidelijke oproep door te gaan met maatregelen om de leveringszekerheid van de EU in de toekomst te bewaken. Met geopolitieke spanningen en een nog steeds krappe mondiale gasmarkt moet de EU waakzaam blijven. Vandaar dat vrijwel alle lidstaten de Raadsaanbeveling gasbesparing konden steunen en een politiek akkoord is bereikt. Een aantal lidstaten stelde dat ze liever een meer bindend instrument hadden gezien, zoals opnieuw een verlenging van de noodverordening. Daarentegen heeft Nederland, met een aantal andere lidstaten, er juist voor gepleit dat alle noodverordeningen met dezelfde maatstaf gemeten moeten worden. Aangezien op dit moment geen sprake meer is van een (acute) crisis, zouden ook de andere nog bestaande noodverordeningen beëindigd moeten worden.2 Ook riep Nederland samen met een aantal andere lidstaten de Commissie op om de gasleveringszekerheidsverordening (EU 2017/1938) te evalueren en te herzien, in lijn met de onderhandelingsuitkomst van het waterstof- en gasdecarbonisatiepakket. De Commissie gaf aan dat hier al voorbereidingen voor worden getroffen en dat dit als prioriteit voor de volgende Commissie zou moeten gelden. Tot slot pleitten veel lidstaten voor actieve EU-inzet op lange termijn maatregelen om de leveringszekerheid van de EU te versterken zoals interconnectie, goede infrastructuur en diversificatie van energiebetrekkingen.
Flexibiliteit in het energiesysteem
Gezien de energietransitie en de toenemende elektrificatie heeft het Belgisch voorzitterschap een gedachtewisseling over flexibiliteit in het energiesysteem geagendeerd tijdens de Energieraad. In het debat zijn de lidstaten en de Commissie het eens over de noodzaak van flexibiliteit en worden ook veel dezelfde instrumenten als oplossingen genoemd.
Veel lidstaten wijzen naar vraaggestuurde maatregelen en het aanpassen van tariefstructuren om aan de flexibiliteitsbehoefte te voldoen. Echter, sommige lidstaten stellen dat we voorzichtig om moeten gaan met het aanpassen en, eventueel, complexer maken van het huidige tarievenkader. Ook wordt de noodzaak van het verzwaren en uitbreiden van de nationale elektriciteitsnetwerken en interconnectie tussen lidstaten opnieuw genoemd als belangrijke maatregelen voor het versterken van flexibiliteit.
Energieopslag in de vorm van batterijen is ook een terugkerend onderwerp in de discussie en enkele lidstaten noemen ook seizoensopslag middels pomp-waterkracht en waterstofopslag als cruciaal. Digitalisering, met name het toepassen van slimme meters en gebruik van opslagcapaciteit in elektrische voertuigen, wordt genoemd als één van de al veel toegepaste instrumenten om meer flexibiliteit op nationaal niveau te generen. In dit kader wordt er ook gewezen op het belang van databescherming en standaardisering.
In de discussie heeft Nederland, met andere lidstaten, gepleit voor een holistische aanpak en de noodzaak om als EU niet te veel te richten op bepaalde technieken maar dat we juist moeten streven naar een diverse mix. Niet alleen om zo aan onze algehele flexibiliteitsbehoefte te voldoen maar ook omdat er een uitdaging ligt in het feit dat flexibiliteit gebruikt wordt voor verschillende doelen, balans en transport, waarbij de inzet voor die doelen niet altijd in elkaars verlengde ligt. Hierbij is ook stilgestaan bij netcongestie omdat wanneer flexibiliteit wordt ingezet om vraag en aanbod in balans te krijgen dit soms ook kan zorgen voor toenemende netcongestie. Nederland heeft aangegeven dat deze spanning op Europees niveau aandacht verdient.
Diversenpunten
Tot slot werden er een aantal diversenpunten besproken die onder andere zagen op een oproep om te stoppen met de import van LNG uit Rusland en de impact van unilaterale heffingen in het kader van gasopslag. Ook heeft de Oekraïense Minister voor Energie, Mr. Galuschenko, een update gegeven over de energiesituatie in Oekraïne. De Minister gaf aan dat het deze winter goed is gegaan met het Oekraïense energiesysteem en er vrijwel geen beperkingen zijn geweest voor consumenten maar dat er zorgelijke situaties blijven ontstaan in Oekraïne. Vandaar dat er een oproep werd gedaan door de Minister en de Commissie om meer te doneren aan het Energy Support Fund.
Tot slot heeft de Commissie aandacht gevraagd voor de stand van zaken met betrekking tot het behalen van de EU 2030 doelstellingen en vraagt de Commissie aandacht voor het belang van de nationale energie- en klimaatplannen (INEKs). De Commissie herhaalt hier de punten die uitgebreid omschreven zijn in het verslag van de Energieraad van 19 december (Kamerstuk, 21 501-33, nr. 1057).
Verordening (EU) 2023/706 inzake gecoördineerde maatregelen ter reductie van de gasvraag).↩︎
Verordening (EU) 2022/2577 tot vaststelling van een kader om de inzet van hernieuwbare energie te versnellen, Verordening (EU) 2022/2576 inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen, Verordening (EU) 2022/2578 tot vaststelling van een marktcorrectiemechanisme om de burgers van de Unie en de economie te beschermen tegen buitensporig hoge prijzen.↩︎