Investeringen in ondernemingsklimaat microchipsector
Innovatiebeleid
Brief regering
Nummer: 2024D12372, datum: 2024-03-28, bijgewerkt: 2024-05-01 10:03, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33009-141).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Mede ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Mede ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Mede ondertekenaar: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Convenant van Rijk en Regio
- Afschrift Brief ASML
- Beslisnota bij Kamerbrief Investeringen in ondernemingsklimaat microchipsector
Onderdeel van kamerstukdossier 33009 -141 Innovatiebeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z05356:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Medeindiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-04-02 15:45: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-09 17:00: Procedurevergadering Economische Zaken en Klimaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2025-02-13 13:00: Verdienvermogen van Nederland (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
33 009 Innovatiebeleid
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 141 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2024
Telefoons, bankpassen, zonnepanelen, medische apparatuur en auto’s zijn slechts enkele voorbeelden van de vele producten die alleen werken als ze voorzien zijn van (micro)chips. Alle grote maatschappelijke transities, zoals de energietransitie en de voedseltransitie, hangen af van de beschikbaarheid van deze technologische hoogstandjes. De keten van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen die bijdragen aan de productie van microchips (hierna: de chipsector) is Europees en mondiaal een hoofdrolspeler. Het zwaartepunt hiervan ligt in de Brainportregio1, waar organisaties tegen grenzen aanlopen van personeel, ruimte en energie.
De chipsector levert Nederland veel banen op. In grote bedrijven, maar ook in het mkb. De totale hightechsector zorgde in 2021 voor 784.000 banen of 10% van de totale werkgelegenheid in ons land. Dit cijfer is nog altijd groeiende voor zowel praktisch als theoretisch opgeleiden. De hightech maakindustrie is ook essentieel voor ons verdienvermogen; de bruto toegevoegde waarde werd in 2021 geschat op 80,2 miljard euro. Tegenover een krimpende Nederlandse maakindustrie in zijn geheel staat dus een enorm groeiend en bloeiend aandeel van de hightechindustrie.2 Daarnaast draagt de chipsector bij aan de nationale en Europese economische veiligheid en onafhankelijkheid. In bijlage A is het belang van de Nederlandse chipsector nader toegelicht.
De chipsector past volledig in het perspectief dat het kabinet in 2023 als toekomst voor de economie heeft geschetst: inclusief, duurzaam, innovatief en weerbaar.3 Daarom wil het kabinet, samen met de regio, deze sector een extra impuls geven. Door te investeren in extra onderwijs en onderzoek worden nog meer mensen opgeleid om aan de slag te kunnen bij deze bedrijven. Door de bouw van meer woningen en maatregelen voor mobiliteit, stellen Rijk en regio deze strategische sector in staat om te kunnen groeien in Nederland.
De toppositie van Nederland is namelijk geen gegeven. In de waardeketen, waarin de VS, China, Taiwan, Zuid-Korea en Japan de andere grote spelers zijn, wordt zeer actief industriebeleid gevoerd om ieders eigen strategische positie te versterken. Tegelijkertijd zal de vraag naar chips de komende jaren fors toenemen. Het Nederlandse ecosysteem zal dus moeten meegroeien – soms zelfs verdubbelen – om aan die vraag te kunnen voldoen. Dit geldt voor de chipfabrikanten, de chipmachinebouwers én de gehele toeleveringsketen in Nederland. Met de brief De Nederlandse inzet voor een sterk halfgeleiderecosysteem in geopolitiek uitdagende tijden van 21 december 2023 is uw Kamer geïnformeerd over de aanpak om als Nederland in de komende tien tot vijftien jaar een relevante positie in deze keten te houden en verder uit te bouwen.4
Investerings- en groeiplannen in Nederland staan echter onder druk. Dit bleek onlangs bij chipmachinefabrikant ASML uit Veldhoven; de grootste speler van de Nederlandse chipsector én daarnaast het grootste technologiebedrijf van Europa.5 Maar het signaal is ook door andere organisaties en ondernemingen uit de sector naar voren gebracht.6 Als investeringen in de chipsector niet langer in Nederland plaatsvinden, heeft dit grote impact op de Nederlandse positie in de wereldwijde waardeketen, de Nederlandse economie en de groeivooruitzichten in de Brainportregio.
Maatregelen om de chipsector in Nederland te laten groeien
In de afgelopen periode is onder de noemer Project Beethoven door verschillende ministeries en de samenwerkende regionale overheden in de Brainportregio gewerkt aan een omvangrijk pakket aan maatregelen. Met dit ambitieuze pakket willen Rijk en regio knelpunten wegnemen of daar richting de toekomst zekerheid over geven richting het bedrijfsleven. Met deze brede kabinetsinzet geven wij tevens uitvoering aan de motie-Van Dijk (CDA) c.s.7, de motie-Zeedijk (NSC) c.s.8, de motie-Flach (SGP)9 en het verzoek van het lid Sneller (D66) gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 12 maart 2024.
Meer talent op alle onderwijsniveaus
Chipbedrijven en toeleveranciers kampen met grote uitdagingen op het gebied van technisch geschoold personeel op alle niveaus. In 2030 zijn 72.000 extra mensen nodig.
Daarvoor komt er een Nationaal versterkingsplan voor microchip-talent voor de landelijke talentopgave. Met deze publiek-private samenwerking wordt een forse bijdrage geleverd aan het Actieplan Groene en Digitale Banen.10 Het kabinet heeft de intentie tot en met 2030 cumulatief 450 miljoen euro in dit versterkingsplan te investeren en daarna, vanaf 2031, circa 80 miljoen euro structureel.11 Bovendien gaat het plan uit van tenminste 225 miljoen euro cofinanciering door bedrijfsleven en regionale overheden. Zo zorgen we voor voldoende technisch talent op mbo-, hbo- en wo-niveau. Tevens zullen via het NGF-programma Techkwadraatleerlingen in het primair en secundair onderwijs op school veel vaker in aanraking komen met technologie, met als doel een hogere instroom in (bèta)technische vervolgstudies.12Daar is onlangs een bedrag van 352 miljoen euro aan toegekend, waarvan 206 miljoen euro voorwaardelijk. Naast een centrale rol voor de Brainportregio worden bij het opstellen en uitvoeren van het versterkingsplan ook de regio’s Delft, Groningen en Twente betrokken.
Met het Wetsvoorstel Internationalisering in Balans worden instrumenten geïntroduceerd om internationalisering in het onderwijs te beheersen. Hierbinnen is het mogelijk om toestemming te verkrijgen om heel specifieke bèta- en techniekstudies in het Engels aan te bieden wanneer die van groot economisch en maatschappelijk belang zijn voor de regio en wanneer grote tekorten op de arbeidsmarkt voor bestaan of dreigen. Het wetsvoorstel ligt op dit moment bij de Raad van State voor advies. Onderdeel van het versterkingsplan is dat meer buitenlandse studenten na hun studie voor deze sector behouden blijven.
Meer ruimte, betere infrastructuur en betaalbare woningen
Meer werknemers betekent ook meer druk op de openbare ruimte, mobiliteit en betaalbare woningen. In navolging op de Ruimtelijke Schaalsprong van Brainport waartoe in 2022 eerste investeringsbeslissingen zijn genomen, heeft het kabinet nu een verdere intensivering met de regio afgesproken. Nieuw is de start van een brede MIRT-Verkenning naar de Randweg A2/N2, inclusief de tangent van de Brainportlijn (hoogwaardig OV) en het verbeteren van de noordwestelijke ontsluiting van de Brainportregio, waar onder andere de Brainport Industries Campus ligt. Ook wordt in de regio op korte termijn een gebiedsgericht pakket mobiliteitsmaatregelen uitgerold, met onder andere multimodale hubs en nieuwe fietsverbindingen. Voor de Multimodale Knoop en het Hoogwaardig OV van Eindhoven Centraal naar Veldhoven (HOV4), die reeds onderdeel waren van de afspraken uit 2022, is een intensivering afgesproken. Daardoor nemen capaciteit, woningbouw, ruimtelijke kwaliteit, veiligheid en doorstroming toe. Om dit alles te realiseren reserveert het Rijk aanvullend 718 miljoen euro en de regionale partijen aanvullend 340 miljoen euro.
Op het gebied van betaalbare woningbouw wordt tot en met 2030 ingezet op de (versnelde) realisatie van 17.000 extra woningen en 2.280 studenteneenheden in de regio. Daarnaast wordt geïnvesteerd in gebiedsmaatregelen voor de twee grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties Knoop XL en HOV4. Het totale pakket aan investeringen bedraagt 425 miljoen euro, waar Rijk en regio beide de helft aan bijdragen (à 212,5 miljoen euro). Naast bovengenoemde bijdragen wordt in lijn met de eerder genoemde motie-Zeedijk (NSC) c.s. gestart met een verkenning naar de benodigde sociaalmaatschappelijke voorzieningen, waaronder sociale cohesie, onderwijshuisvesting, zorg, bibliotheken en culturele instellingen. Om de woningen tijdig op te leveren moet ook de uitvoeringskracht worden versterkt. Rijk en regio gaan daarom nauwer samenwerken bij het versnellen van processen en procedures om het tempo op de realisatie van woningen maximaal te houden. Voor een gezamenlijk beeld van de aanvullende en urgente opgaven en mogelijke oplossingen na 2030 wordt een actualisatie van het MIRT-onderzoek 2020 uitgevoerd.
Wat betreft netcapaciteit wordt op korte termijn een Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK)-verkenning voor de Brainportregio uitgevoerd. Hierop vooruitlopend is inmiddels een proces ingericht waarbij Stichting Brainport Development als gebiedsregisseur zal zoeken naar oplossingsmogelijkheden voor de meest urgente netcongestie-casussen. Het Landelijk Actieplan Netcongestie (LAN) dient hierbij als uitgangspunt.
Voldoende fiscale armslag voor bedrijfsleven
De sector heeft zijn zorgen geuit over de stabiliteit en voorspelbaarheid van beleid en (fiscale) instrumenten, terwijl dit de kern van langetermijninvesteringsbeslissingen raakt. Het kabinet onderkent de zorgen en zal conform de toezegging van de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst in de Eerste Kamer op 19 december jl. een brief aan uw Kamer sturen over alternatieve dekkingsopties voor de aangenomen amendementen bij het Belastingplan 2024. Hiervoor verwijs ik u naar de brief die voor, dan wel uiterlijk met de Voorjaarsnota aan uw Kamer zal worden gestuurd.
Meer samenwerking en coördinatie op exportcontrole
In een geopolitiek complexe wereld is samenwerking in Europa des te belangrijker. Het kabinet zal zich maximaal inspannen voor een internationaal gelijk speelveld en meer Europese coördinatie voor maatregelen op exportcontrole van chipmachines. Met een structurele dialoog tussen Rijksoverheid en relevante partijen uit het bedrijfsleven zorgt de Rijksoverheid voor actieve betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven in deze afwegingen.
Een nationale agenda voor de chipsector (Semicon Valley Agenda)
De Rijksoverheid zal in publiek-private samenwerking het initiatief nemen voor het opstellen van een nationale Semicon Valley Agenda. Hierin komen de verschillende uitdagingen voor de sector samen. Ze worden vervolgens in verschillende actieprogramma’s uitgewerkt onder verantwoordelijkheid van desbetreffende departementen, zoals reeds benoemd in de kamerbrief van december 2023.13 De agenda zal worden opgesteld en vervolgens gemonitord door het eerder aangekondigde publiek-private overlegplatform.14 Daarbij zal ook extra capaciteit worden vrijgemaakt binnen de Rijksoverheid om deze actieprogramma’s uit te werken.
Structurele dialoog tussen Rijksoverheid en de Brainportregio
Het kabinet, de provincie Noord-Brabant, de burgemeester en wethouder economie van de gemeente Eindhoven (in hun bestuurlijke vertegenwoordiging van de regio Zuidoost-Brabant) en de directeur van Brainport Development zullen het Bestuurlijk Overleg Brainport (BO-Brainport) blijven gebruiken om regionale knelpunten van de regio en haar ecosystemen te bespreken en op te lossen. In het BO-Brainport geven de partijen samen richting aan de doorontwikkeling en de schaalsprong van de Brainportregio. Ook worden aanvullende afspraken gemaakt over hoe de uitvoering van genomen besluiten kan worden versneld. De maatregelen zijn gebaseerd op de huidige groeiprognoses en investeringsplannen voor de chipsector en Brainport. Toekomstige ontwikkelingen kunnen ertoe leiden dat deze prognoses en daarbij benodigde inzet worden bijgesteld. Het BO-Brainport zal ook in de toekomst hier voor benut worden.
Financiële consequenties
De middelen kunnen enkel worden toegekend onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring. Daarnaast is het maatregelenpakket ook onderhevig aan instemming van de provinciale staten van de provincie Noord-Brabant en – via de voorzitter van de Stichting Brainport – de 21 gemeenten van de regio Zuidoost-Brabant. De afspraken tussen kabinet en de Brainportregio zijn als bijlage C toegevoegd, evenals de brief van het kabinet aan ASML over de plannen van het kabinet ten aanzien van de microchipsector (bijlage D).
In totaal trekken Rijk, regio en bedrijfsleven tot en met 2030 2,51 miljard euro uit. Daarvan wordt 1,73 miljard euro bijgedragen door het Rijk en 778 miljoen euro door de regio en het bedrijfsleven. Vanaf 2031 is er een structurele Rijksbijdrage van 80,5 miljoen euro. Van de incidentele kabinetsbijdrage komt 1,28 miljard euro additioneel uit het budget van het Nationaal Groeifonds (NGF). In 2025 resteert budget voor een openstelling in de tweede helft van dit jaar. In totaal is nog 6,1 miljard euro beschikbaar voor het NGF. Gezien de enorme groeibelofte van de chipsector en Brainport en de bijdrage die een sterk ecosysteem kan leveren aan maatschappelijke uitdagingen, passen de investeringen binnen de doelstelling van het Nationaal Groeifonds om het toekomstig verdienvermogen van Nederland te versterken. In bijlage B is een financieel overzicht van de maatregelen opgenomen.
Tot slot
De Nederlandse chipsector is belangrijk voor Nederland en de wereld. Dit willen en moeten we ook in de toekomst zo houden. De vele banen voor praktisch en theoretisch geschoolden, de grote bijdrage aan onze economie en regionale ontwikkeling, de innovaties voor onze maatschappij en de vele (honderden) mkb in de toeleveringsketen en de internationale positie die dit ecosysteem Nederland oplevert, zijn onmisbaar. Nederland profiteert namelijk niet alleen van het economische belang van het ecosysteem, maar ook van de voortuitgang die microchips ons brengen. Dit betekent dat we voortdurend moeten investeren in het aantrekkelijk houden van het ondernemingsklimaat, het opleiden van de vakmensen voor de toekomst en de juiste randvoorwaarden creëren voor bedrijven als ASML en toekomstige groeibriljanten om zich in Nederland te ontwikkelen. Consistent, voorspelbaar en daarmee betrouwbaar overheidsbeleid op het gebied van fiscaliteit, onderwijs, de ruimtelijke omgeving en in de complexe geopolitieke context, is daarbij essentieel. Dit kan alleen door een goede samenwerking, in de Nederlandse traditie, tussen al deze belangrijke bedrijven, de Rijksoverheid en de regionale overheden. Met het aangekondigde maatregelenpakket wil het kabinet nu en ook op de langere termijn investeringen en groeiplannen van chipbedrijven in Nederland stimuleren.
1. Doel(en) | Dit maatregelenpakket moet leiden tot een verbetering van het ondernemingsklimaat, versterking van het toekomstig verdienvermogen van Nederland en de Nederlandse/Europese economische veiligheid en weerbaarheid, middels inspanningen voor de microchipsector, met zwaartepunt in de Brainportregio. |
2. Beleidsinstrument(en) | Meerder departementen dragen bij aan het maatregelenpakket, waarbij gebruik gemaakt wordt van zoals het Nationaal Groeifonds, het Mobiliteitsfonds en regulier instrumentarium voor bedrijfsleven- en innovatiebeleid. |
3. A. Financiële gevolgen voor het Rijk | Over de periode tot en met 2030 zullen de totale kosten voor het Rijk 1,73 miljard euro cumulatief zijn. Na 2030 zal dit 80,5 miljoen euro structureel zijn. |
B. Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren | In dit maatregelenpakket wordt naast de Rijksbijdrage ook een financiële bijdrage gevraagd van de provincie Noord-Brabant, de Brainportregio en het bedrijfsleven. |
4. Nagestreefde doeltreffendheid | Er is intensief met regionale partijen en bedrijfsleven overlegd over de belangrijkste knelpunten en uitdagingen. Dit maatregelenpakket is dan ook juist gericht op het aanpakken van de belangrijkste problemen. Met een Nationaal Versterkingsplan voor microchip-talent wordt gericht gezorgd voor meer talent om aan de vraag te voldoen. De geplande infrastructuurprojecten zijn gericht op de belangrijkste te verwachten knelpunten voor de verdere groei van het bedrijfsleven in de Brainportregio. Ook qua woningbouw wordt gezorgd voor voldoende huisvesting om aan de verwachte groei in de regio te voldoen. |
5. Nagestreefde doelmatigheid | De voorgestelde maatregelen zijn erop gericht om een maximaal resultaat te behalen op de belangrijkste knelpunten voor sector en regio. Dit wordt behaald door middel van cofinanciering door Rijk, regio en bedrijfsleven. |
6. Evaluatieparagraaf | Voor de onderdelen van het maatregelenpakket zullen onder de Semicon Valley Agenda actieprogramma’s worden opgesteld, waarvoor de verantwoordelijkheid valt onder de desbetreffende departementen. Voortgang van de regionale maatregelen in de Brainportregio wordt gemonitord in het Bestuurlijk Overleg Brainport. |
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Bijlage A Het grote belang van de chipsector voor Nederland
Nederlandse chipbedrijven maken chips, chipmachines of werken met geavanceerde materialen om het productieproces van chips duurzamer, slimmer en sneller te maken. Daarvoor werken de bedrijven nauw samen met Nederlandse onderzoek- en onderwijsinstellingen. Minstens zo belangrijk is het netwerk van toeleveranciers. Het overgrote deel hiervan is mkb.15 Zij leveren de onmisbare onderdelen voor de chips en chipmachines, die vervolgens naar alle delen van de wereld geëxporteerd worden. Dit betekent dat op dit moment in Nederland naar schatting meer dan 53.000 vakmensen bijdragen aan de Nederlandse positie in de wereldwijde halfgeleiderindustrie. Veel van deze bedrijvigheid zit in de Brainportregio. Brainport behoort tot de meest veelbelovende hightech regio’s ter wereld.16 Met de Mainportstatus voor de Brainportregio erkent het kabinet het grote belang van de regio voor de Nederlandse economie.17
De Nederlandse chipsector, bestaande uit honderden chipbedrijven, duizenden toeleveranciers en verschillende kennisinstellingen, levert ons land veel op. De sector draagt op meerdere manieren bij aan onze economie, onder andere door de vele banen. Dit zijn banen voor zowel praktisch als theoretisch geschoolden, in de sector én in de toeleverketen. Ter illustratie, voor iedere baan bij ASML (in 2030 richting de 40.000), zijn er 2,5 fte in de toeleverketen. Daar blijft het niet bij. Het belang van de chipsector is breder dan enkel de economisch toegevoegde waarde. Chips zijn onmisbaar voor de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, gezondheidszorg, digitalisering en defensie en veiligheid. Technologische ontwikkeling maakt het mogelijk dat onze chips in de toekomst minder energie verbruiken en slimmer en sneller werken. Denk hierbij aan betere methoden om ziektes op te sporen in de zorg of manieren om voedselverspilling te voorkomen.
Juist doordat we steeds afhankelijker worden van chips voor vrijwel alles in onze hedendaagse samenleving is de Nederlandse chipsector in toenemende mate van grote strategische waarde. Chiptechnologie is wellicht de meest kritieke technologie in een wereld waar de machtsbalans zoals we die kennen onder druk staat en technologisch leiderschap een geopolitiek machtsmiddel is geworden. Wereldwijd wordt steeds agressiever industriebeleid gevoerd om minder afhankelijk te worden van chipproductie elders. Dit gebeurt zowel via overheidssubsidies (bijv. de Amerikaanse Inflation Reduction Act en het Chips for America programma) als via aantrekkelijke voorwaarden op het gebied van o.a. fiscaliteit, talent en ruimte, zoals in Taiwan en Zuid-Korea. Ook dichter bij huis zijn de ambities om een stevigere positie in de waardeketen te verkrijgen groot. Een belangrijke rol hiervoor is weggelegd voor de Europese Chips Act. De Nederlandse chipsector is nauw verweven met het Europese ecosysteem; een sterke Nederlandse positie draagt dan ook bij aan de Europese open strategische autonomie. Hierdoor is Nederland een geopolitieke speler van formaat geworden. Maar door toenemende internationale concurrentie, de veranderende geopolitieke verhoudingen en een onder druk staand vestigingsklimaat, is dit geen garantie voor de toekomst.
In een land als Nederland, waar schaarste is in ruimte, energie en personeel, moeten we keuzes maken. Dit doen we voor de inrichting van onze toekomstige economie en bij de keuze voor het investeren in specifieke technologiegebieden. Met Het perspectief op de Nederlandse economie18 kiest het kabinet voor sectoren die innovatief zijn, bijdragen aan onze duurzaamheidsdoelstellingen, bijdragen aan een sterk Nederland binnen een weerbaar Europa en waarvan iedereen in de samenleving profiteert. Het kabinet vindt het daarnaast belangrijk dat Nederland kan blijven meedoen in de razendsnelle wereldwijde technologische ontwikkelingen en dat we niet te afhankelijk zijn van andere landen voor onze meest strategische technologie. Met de Nationale Technologiestrategie19 zetten we in op deze strategische technologieën en bijbehorende bedrijven om deze te blijven ontwikkelen. Daarvoor moeten innovatieve bedrijven ruimte krijgen om te groeien, te ondernemen en internationaal concurrerend te blijven. Dit gaat niet vanzelf. Het kabinet is daarom van mening dat extra stappen noodzakelijk zijn om dit ecosysteem ook in de toekomst voor Nederland te behouden.
Bijlage B Financieel overzicht maatregelen t.b.v. ondernemingsklimaat microchipsector
Brainport is de top technologieregio in de omgeving Eindhoven en Zuidoost Brabant. Het is een samenwerkingsverband van 21 gemeenten met ruim 800.000 inwoners. In de regio werken bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen samen met de overheid aan een gunstiger ondernemersklimaat. Deze regio onderscheidt zich door een concentratie van top technologische bedrijven, kennisindustrie en hoogwaardige maakindustrie. Ook het Rijk erkent de bijzondere positie die Brainport inneemt in Nederland.↩︎
Hightechindustrie 2040, TNO↩︎
Kamerstuk 33 009, nr. 131.↩︎
Kamerstuk 33 009/32 637, nr. 138. Het kabinet zet daarvoor in op vijf beleidsprioriteiten: 1) een aantrekkelijk vestigingsklimaat; 2) talentontwikkeling; 3) ruimte voor fysieke groei; 4) de bescherming van kennis en technologie; en 5) internationale samenwerking. Veel van deze prioriteiten vergen lange-termijninzet om tot concrete resultaten te komen.↩︎
ASML-ceo over uitbreiding: «Dat kán hier, maar ook ergens anders», Het Financieele Dagblad, 24-01-2024.↩︎
Onder andere: Kwart grote bedrijven denkt aan vertrek of verplaatsing activiteiten uit Nederland, Het Financieele Dagblad, 15-02-2024; Buitenland lonkt naar NXP, chipmaker uit zorgen over vestigingsklimaat, Het Financieele Dagblad, 06-02-2024. TU/e blijft zich hard maken voor internationaal talent, TU/e, 08-02-2024.↩︎
Kamerstuk 32 637, nr. 624↩︎
Kamerstuk 32 637, nr. 628↩︎
Kamerstuk 32 637, nr. 624↩︎
Kamerstuk 29 544, nr. 1173↩︎
De investeringen tot en met 2030 en daarna omvatten onder meer de reguliere bekostiging en studiefinanciering voor extra studenten.↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-economische-zaken-en-klimaat/documenten/kamerstukken/2024/03/15/aanvullende-advisering-over-13-projecten-nationaal-groeifonds-uit-eerste-tweede-en-derde-indieningsronde-inclusief-reactie-kabinet (Kamerstuk 36 410 L, nr. 12)↩︎
Kamerstuk 33 009/32 637, nr. 138.↩︎
Idem. Het overlegplatform zal voor de zomer van 2024 gelanceerd worden.↩︎
Dit staat verder toegelicht in het rapport Dutch Semiconductor Value Chain Overview. Kamerstuk 33 009/32 637, nr. 122.↩︎
Brainportregio in wereldtop van tech-ecosystemen (tue.nl) 01-12-2022.↩︎
In het regeerakkoord Rutte-IV is Brainport, naast Amsterdam en Rotterdam, genoemd als een van de mainports die essentieel zijn voor de Nederlandse economie. (Bijlag bij Kamerstuk 35 788, nr. 77)↩︎
Kamerstuk 33 009, nr. 131.↩︎
De Nationale Technologiestrategie,↩︎