[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rapportage Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang 2023

Kinderopvang

Brief regering

Nummer: 2024D13427, datum: 2024-04-04, bijgewerkt: 2024-04-10 10:48, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31322-528).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31322 -528 Kinderopvang.

Onderdeel van zaak 2024Z05806:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

31 322 Kinderopvang

Nr. 528 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2024

Elke dag gaan honderdduizenden kinderen in Nederland naar de kinderopvang. Ouders kunnen zo werk en de zorg voor hun kinderen combineren. Voor kinderen biedt de kinderopvang de mogelijkheid zich te ontwikkelen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de kwaliteit van de kinderopvang goed is.

Om de kwaliteit van de kinderopvang te volgen, laat ik jaarlijks een meting uitvoeren met de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK). De metingen vinden plaats in de dagopvang, peuteropvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. De steekproeven in dit onderzoek kunnen als representatief worden gezien, behalve voor de gastouderopvang vanwege een te lage respons. De conclusies over gastouderopvang moeten daarom met voorzichtigheid behandeld worden.

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de resultaten van de LKK-meting over de periode 2022–2023.

Resultaten Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang

De LKK meet verschillende soorten kwaliteit: proceskwaliteit en omgevingskwaliteit. De proceskwaliteit is kortgezegd de kwaliteit van de interacties tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen. De proceskwaliteit is onderverdeeld in emotionele kwaliteit en educatieve kwaliteit. De omgevingskwaliteit gaat over de opvangsituatie, zoals de inrichting van de ruimte.

Emotionele kwaliteit

Emotionele kwaliteit bestaat uit de sfeer op de groep, de sensitiviteit van de medewerkers, aandacht voor het kindperspectief en de begeleiding van het gedrag van kinderen. De emotionele kwaliteit scoort in alle opvangsoorten goed. De spreiding in kwaliteit binnen de opvangvormen is relatief klein, wat betekent dat er weinig verschil is in kwaliteit tussen de gemeten groepen. Dit geldt niet voor de buitenschoolse opvang, waar meer uitschieters naar beneden zijn. Vergeleken met de jaren 2021–2022 is de emotionele kwaliteit op een stabiel hoog niveau gebleven. Daarbij is de emotionele kwaliteit van de opvang voor peuters gestegen ten opzichte van 2021–2022 en de emotionele kwaliteit van de baby-opvang en de buitenschoolse opvang vergelijkbaar met de periode 2021–2022.

Educatieve kwaliteit

Educatieve kwaliteit omvat de ondersteuning van de brede ontwikkeling van kinderen door het stimuleren van spel, het bieden van een rijk taalaanbod en het bevorderen van de cognitieve- en taalontwikkeling. De gemiddelde educatieve kwaliteit scoort in de middenrange van het meetinstrument en daarmee voldoende. Internationaal gezien is de educatieve kwaliteit in Nederland goed. Ten opzichte van de periode 2021–2022 is de educatieve kwaliteit gestegen in de dagopvang, peuteropvang en gastouderopvang. De buitenschoolse opvang is stabiel gebleven. De stijging komt met name tot uitdrukking in de verhoging van de educatieve kwaliteit van opvang aan peuters. Wel zijn er binnen de opvangvormen uitschieters naar boven en naar beneden.

Omgevingskwaliteit

De omgevingskwaliteit ziet op de opvangsituatie, zoals de inrichting van de ruimte, beschikbaarheid en toegankelijkheid van materialen, de structuur van het aanbod en de omgang met ouders. De omgevingskwaliteit scoort op sommige onderdelen goed (bijvoorbeeld ruimte en meubilering) en op andere onderdelen voldoende (zoals de beschikbaarheid van materiaal). De gemiddelde kwaliteit van de opvangsoorten is daarom middelmatig tot goed te noemen. De gastouderopvang scoort iets lager dan de andere opvangsoorten. De omgevingskwaliteit heeft zich hersteld van de daling na de coronaperiode. Dit komt vooral doordat het dagelijkse contact met ouders en de kwaliteit van het dagprogramma met een duidelijke structuur en ontwikkelingsgerichte interacties is verbeterd.

Activiteitenaanbod

In de vorige meting werd achteruitgang gemeten in het activiteitenaanbod in zowel de kinderdagopvang als in de buitenschoolse opvang. De verslechtering in het activiteitenaanbod werd verklaard door de personeelskrapte en werkdruk. Helaas laat de nieuwste rapportage hierin nog geen herstel zien voor de kinderdagopvang en buitenschoolse opvang. In de peuteropvang en gastouderopvang was in de periode 2021–2022 geen sprake van achteruitgang en in 2022–2023 is daar het activiteitenaanbod stabiel gebleven.

Conclusie

De afgelopen jaren is de kwaliteit stabiel gebleven en op punten verbeterd. Alleen het activiteitenaanbod blijft achter in de kinderdagopvang en de buitenschoolse opvang. Zoals aangekondigd ontstaat er vanaf 1 juli 2024 in de buitenschoolse opvang op drie onderdelen meer ruimte voor een divers activiteitenaanbod. Het gaat ten eerste om de inzet van andersgekwalificeerden (zoals professionele musici of sporters), ten tweede het berekenen van de beroepskracht-kindratio op het niveau van het kindercentrum en ten derde het opvangen van kinderen op een ander kindercentrum tijdens schoolvrije dagen.

De kwaliteit van de kinderopvang scoort ook goed in internationaal perspectief.

Het is een compliment waard aan de sector dat het lukt om ondanks het personeelstekort te blijven werken aan de kwaliteit. Mijn inzet is om die kwaliteit vast te houden en waar nodig te verbeteren. In de verzamelbrief van 20 maart 2024 ga ik in op het belang van kwaliteit en veiligheid en op enkele ontwikkelingen.1

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip


  1. Kamerstukken II 2023/2024, 31 322, nr. 525↩︎