[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Krul over de dalende vaccinatiegraad onder jonge kinderen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D14262, datum: 2024-04-10, bijgewerkt: 2024-04-11 10:30, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1463).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z04388:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1463

Vragen van het lid Krul (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de dalende vaccinatiegraad onder jonge kinderen (ingezonden 15 maart 2024).

Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 april 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het NOS-bericht «Vaccinatiegraad onder kinderen in Den Haag nog nooit zo gevaarlijk laag» (nos.nl)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herkent u de zorgen uit het artikel over de fors dalende vaccinatiegraad onder (jonge) kinderen? Zo ja, kunt u de ernst hiervan nader toelichten?

Antwoord 2

Ja, de huidige vaccinatiegraad is zorgelijk, zowel landelijk als in verschillende regio’s. De informatie over de vaccinatiegraad in Den Haag is afkomstig uit het jaarlijkse vaccinatiegraadrapport dat het RIVM opmaakt. Dit rapport heb ik samen met mijn voortgangsbrief over de aanpak «Vol vertrouwen in vaccinaties» op 29 juni jl.2 met uw Kamer gedeeld. Een daling van de vaccinatiegraad maakt dat de kans op uitbraken van infectieziekten toeneemt, vooral daar waar clusters zijn van niet-gevaccineerde individuen.

Vraag 3

Kan u ingaan op de verschillende risico's van de ziektes waarvoor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) bestaat?

Antwoord 3

Het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) beschermt tegen 13 ernstige infectieziekten. Deze ziekten hebben verschillende ziektebeelden en verschillende risico’s3. Infectieziekten kunnen ernstige gevolgen hebben. Zo kan kortademigheid of uitdroging optreden, maar ook hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging, chronische leverontsteking of kanker. Sommige ziekten kunnen levenslange gevolgen hebben (zoals Rodehond en Polio) of zelfs overlijden als gevolg hebben (zoals Meningokokkenziekte).

Vraag 4

Acht u het verstandig dat u in uw gesprek met het NPO Radio1 journaal op donderdag 14 maart 2024 de door u genoemde ineffectiviteit van foldertjes van de overheid uit de covidpandemie, over een kam scheert met informatieverstrekking voor reguliere vaccinaties voor jonge kinderen? Zo ja, waarom denkt u dat het wantrouwen tegenover covidvaccins in een pandemie vergelijkbaar is met wantrouwen tegen vaccins voor ziekten als mazelen en polio, die we gelukkig al decennia niet of nauwelijks in Nederland hebben? Zo nee, kunt u een toelichting geven waarom de ontstane situatie rondom covidvaccins nu leidt tot uw conclusie dat de overheid maar beperkte invloed heeft op de algehele vaccinatiegraad onder (jonge) kinderen?

Antwoord 4

Zoals gedeeld in mijn voortgangsbrief op de aanpak «Vol vertrouwen in vaccinaties»4 blijkt uit onderzoek dat, mede vanwege de COVID-19-vaccinatie, meer ouders vragen en twijfels hebben over vaccineren. Daarnaast blijkt uit onderzoek van het RIVM dat er sprake is van een dalend vertrouwen in aanbevelingen van de overheid over vaccineren5. Dit zien we ook terug in de landen om ons heen. Van de COVID-pandemie hebben we geleerd dat het vertrouwen in artsen het hoogst is en dat mensen zich beter gehoord voelen door artsen dan door de overheid.

Vraag 5

Wat betekent het dat u concludeert in bovengenoemd interview dat voorlichting en/of informatie vanuit de overheid niet of nauwelijks effect heeft op de vaccinatiebereidheid?

Antwoord 5

Voor verschillende mensen kunnen verschillende vormen van communicatie en informatie helpend zijn. Het is belangrijk om als overheid juiste en objectieve informatie beschikbaar te maken. Dit doen we via het RIVM. Ik zet mij dan ook in voor het beschikbaar en goed vindbaar maken van de juiste informatie, die zo goed mogelijk aansluit bij de informatiebehoefte van de doelgroep. Daarnaast is voor een grote groep mensen de zorgverlener een belangrijke en betrouwbare bron van informatie. De overheid kan zorgverleners hierin ondersteunen.

Vraag 6 en 7

Hoe ziet uw de rol van de overheid met betrekking tot het verhogen van de vaccinatiegraad?

Wat gaat u concreet doen om (huis)artsen te ondersteunen om de vaccinatiegraad omhoog te stuwen?

Antwoord 6 en 7

Ik zet mij in op tien acties om het vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma te verhogen. Zie hiervoor mijn brief over «Acties vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma»6. Ik vind vaccinatie van het grootste belang en zet mij ervoor in dat de juiste informatie vindbaar is en dat het communicatiemateriaal zodanig ontwikkeld wordt, dat het zo goed mogelijk aansluit bij de behoeften van de doelgroep. Daarnaast ben ik van mening dat de overheid kan faciliteren om de mensen in het veld te ondersteunen zich zo goed mogelijk in te kunnen zetten voor het voorkomen van infectieziekten. Dit doe ik bijvoorbeeld middels de Vaccinatiealliantie. Ook is het van belang te beseffen dat iedere gemeente en zelfs iedere wijk iets anders vraagt (maatwerk). Hierbij past de beleidsvrijheid, die gemeenten nu hebben voor een lokale aanpak.

Vraag 8

Staat u nog steeds achter uw schrijven in de Kamerbrief van 5 februari jl. dat een campagneweek of anderszins brede campagne een impuls zou kunnen geven aan het herstel van het vertrouwen in het RVP en het vergroten van de kennis?

Antwoord 8

We zien dat de dalende vaccinatiegraad meerdere oorzaken heeft: een dalend vertrouwen in de overheid, de preventieparadox en toename van het gebruik van sociale media en verspreiding van desinformatie. Allereerst zien we dat juist doordat vaccins zo goed werken en vele ziekten, waartegen gevaccineerd wordt, uit het straatbeeld zijn verdwenen, de noodzaak van vaccineren voor steeds meer mensen onduidelijk is. Daarnaast zien we dat mensen het meest vertrouwen hebben in hun zorgverlener. Daarom stimuleer ik JGZ-organisaties om zoveel mogelijk de wijken in te gaan om ouders en jeugdigen te bereiken. Ook ben ik verheugd over initiatieven van zorgverleners die zich online betrouwbare informatie over vaccinaties delen.

Vraag 9

Bent u, gezien de laatste GGD-cijfers, bereid om haast te maken met een brede vaccinatiecampagne en voorlichting, en dit niet afhankelijk te maken van een nieuw kabinet? En bent u bereid de Kamer hier voor het zomerreces over te informeren?

Antwoord 9

Ik heb uw Kamer recent geïnformeerd over de acties die ik in gang zet om het vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma te verhogen7. Ik informeer uw Kamer voor de zomer over de voortgang op de tien ingezette acties.


  1. Vaccinatiegraad onder kinderen in Den Haag nog nooit zo gevaarlijk laag (nos.nl)↩︎

  2. Kamerstuk, vergaderjaar 2022–2023, nr. 32 793, nr. 698↩︎

  3. Beschermen tegen infectieziekten | Rijksvaccinatieprogramma.nl↩︎

  4. Kamerstuk, vergaderjaar 2023–2024, nr. 32 793, nr. 713↩︎

  5. Vaccinatiegraad en jaarverslag Rijksvaccinatieprogramma Nederland 2022 | RIVM↩︎

  6. Kamerstuk, vergaderjaar 2023–2024, nr. 32 793, nr. 731↩︎

  7. Kamerstuk, vergaderjaar 2023–2024, nr. 32 793, nr. 731↩︎