[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over het bericht ‘Van genocidale opruiing betichte Israëlische president komt naar Nederland voor opening Holocaustmuseum’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D14360, datum: 2024-04-10, bijgewerkt: 2024-04-15 12:05, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1471).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z03811:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1471

Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Van genocidale opruiing betichte Israëlische president komt naar Nederland voor opening Holocaustmuseum» (ingezonden 8 maart 2024).

Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 10 april 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Van genocidale opruiing betichte Israëlische president komt naar Nederland voor opening Holocaustmuseum»?1

Antwoord 1

Ja, dit bericht is ons bekend.

Vraag 2

Hoe beschouwt u de ontvangst van de Israëlische president Yitzhak Herzog in het licht van het feit dat het Internationaal Gerechtshof hem expliciet bij naam heeft genoemd in de aanwijzingen voor een aannemelijke genocide door Israël in Gaza?2

Antwoord 2

President Herzog is door het Joods Cultureel Kwartier uitgenodigd om bij de officiële opening van het Nationaal Holocaustmuseum te zijn. De president vertegenwoordigde hier het thuisland van Joodse Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog naar Israël zijn geëmigreerd. Zoals dat gebruikelijk is onder staatshoofden, heeft de Koning de president van Israël daarna formeel uitgenodigd.

Nederland en Israël hebben een historische en brede bilaterale relatie en daarbinnen past de ontvangst van de Israëlische president. De goede bilaterale betrekkingen bieden ook de mogelijkheid om zorgpunten met Israël te delen, waaronder over de situatie in Gaza. In zijn gesprek met de Israëlische president heeft Minister-President Rutte, naast gedeelde zorgen over de gegijzelden, met klem benadrukt dat Israël moet afzien van een grootschalig militair offensief in Rafah en dat massief meer humanitaire hulp Gaza in moet, ook om hongersnood tegen te gaan.

Vraag 3

Bent u het eens dat de door het Internationaal Gerechtshof geciteerde uitspraak van president Herzog («It is an entire nation out there that is responsible. It is not true this rhetoric about civilians not aware, not involved. It is absolutely not true. They could have risen up. They could have fought against that evil regime which took over Gaza in a coup d’état. But we are at war. We are at war. We are at war. We are defending our homes. We are protecting our homes. That’s the truth. And when a nation protects its home, it fights. And we will fight until we’ll break their backbone.» d.d. 12 oktober 2023) mogelijk wijst op het aansturen op genocide en andere vormen van collectieve bestraffing? Zo ja, waarom wordt president Herzog alsnog welkom geheten? Zo nee, waarom niet en hoe beschouwt u deze uitspraak dan?

Antwoord 3

Het Hof haalt deze en andere uitspraken aan in het kader van de vaststelling dat het aannemelijk is dat de rechten van Zuid-Afrika in het geding zijn. Het gaat hier dan om het recht van Palestijnen om niet onderworpen te worden aan handelingen die zijn verboden in het Genocideverdrag en het recht van Zuid-Afrika om naleving door Israël van de verplichtingen onder het Genocideverdrag te eisen. Het Hof heeft hiermee niet vastgesteld dat deze uitspraak «wijst op het aansturen op genocide of andere vormen van collectieve bestraffing».

Zoals ik hierboven schreef, was president Herzog voor de opening van het Nationaal Holocaust Museum uitgenodigd om de Joodse Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog naar Israël gemigreerd zijn te vertegenwoordigen.

Vraag 4

Bent u het ermee eens dat Nederland, als het centrum van internationale vrede en veiligheid, niet de president van een land moet ontvangen dat aannemelijk beschuldigd wordt van genocide? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Bent u het ermee eens dat vermeende plegers van internationale misdrijven niet op vrije voeten moeten rondlopen in Nederland? Zo nee, waarom niet en wat heeft dit dan voor precedentwerking voor alle vergelijkbare toekomstige gevallen?

Antwoord 5

Uitgangspunt van het Nederlands beleid is dat Nederland geen vluchthaven mag zijn voor plegers van internationale misdrijven. Indien er indicaties zijn dat plegers van internationale misdrijven zich in Nederland ophouden en Nederland hierover rechtsmacht heeft, kan het openbaar ministerie besluiten dat het opportuun is om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Het is aan het openbaar ministerie om die afweging te maken. Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met eventuele beperkingen vanwege immuniteiten. Daarnaast werkt Nederland als verdragspartij bij het Statuut van Rome en als gastland van het Internationaal Strafhof met het Hof samen. Daar loopt op dit moment een onderzoek naar de situatie in de Palestijnse Gebieden, waarbij de aanklager, in lijn met zijn mandaat in het Statuut van Rome, alle vermeende misdrijven in een specifieke situatie in ogenschouw neemt ongeacht door welke partij die zouden zijn gepleegd.

Vraag 6

Klopt het bovendien dat de Koning samen met president Herzog deel zal nemen aan deze samenkomst? Bent u niet bang dat dit de Koning onnodig onderwerp van kritiek maakt?

Antwoord 6

Zijne Majesteit de Koning heeft het Nationaal Holocaustmuseum geopend. De opening is mede bijgewoond door de president van Israël als vertegenwoordiger van het thuisland van Joodse Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog naar Israël zijn geëmigreerd, de Bondspresident van Oostenrijk en de voorzitter van de Duitse Bondsraad. Duitsland en Oostenrijk hebben aan de totstandkoming van het museum financieel bijgedragen. Hun aller aanwezigheid bij deze bijzondere gelegenheid was passend.

Vraag 7

Bent u ervan bewust dat, zowel onder het Statuut van het Internationaal Strafhof als onder het Genocideverdrag, er geen beroep kan worden gedaan op functionele immuniteiten en dat dit tegenwoordig zeer breed wordt beschouwd als internationaal gewoonterecht?

Antwoord 7

Wij zijn bekend met de verplichtingen onder beide genoemde verdragen. Zoals ook aangegeven in de kabinetsreacties op het CAVV-advies over het misdrijf agressie3 en het CAVV-advies over de ILC-ontwerpartikelen over immuniteit van staatsfunctionarissen4, is het standpunt van het kabinet dat onder geldend internationaal recht functionele immuniteit niet zonder meer van toepassing is op internationale misdrijven. Dit betekent echter niet dat vervolging altijd mogelijk is.

Vraag 8

Klopt het dat Nederland een monistisch stelsel heeft waar «het voor de geldigheid in de nationale rechtsorde niet van belang [is] of een regel een nationale dan wel een internationale oorsprong heeft,» en «[o]mzetting van de regel van internationale oorsprong in een nationale regel niet nodig is»?5

Antwoord 8

Dat klopt. Omzetting van normen van (geschreven en ongeschreven) internationaal recht is niet noodzakelijk voordat deze normen in de nationale rechtsorde kunnen worden toegepast, mits het gaat om bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties die een ieder verbinden en die in Nederland zijn bekendgemaakt. Ongeschreven internationaal gewoonterecht geldt eveneens binnen de Nederlandse rechtsorde, maar toetsing door de Nederlandse rechter mag er niet toe leiden dat wettelijke voorschriften buiten toepassing worden gelaten als ze in strijd zijn met het internationaal gewoonterecht.

Vraag 9

Klopt het dan ook dat er daarom in principe geen belemmering hoeft te zijn op grond van bijvoorbeeld artikel 16 van de Wet internationale misdrijven om president Herzog te arresteren? Zo ja, welke implicaties heeft dit voor de juridische status van president Herzog die beticht wordt van opruiing tot genocide?

Antwoord 9

Het staatshoofd, de regeringsleider en de Minister van Buitenlandse Zaken genieten persoonlijke immuniteit onder internationaal gewoonterecht. Deze immuniteit strekt zich uit tot alle handelingen, met inbegrip van internationale misdrijven. Dit blijkt ook uit jurisprudentie van het Internationaal Gerechtshof.6 De geldigheid van deze persoonlijke immuniteit wordt in onze nationale rechtsorde benadrukt met artikel 8d van het Wetboek van Strafrecht. Deze persoonlijke immuniteit komt te vervallen op het moment dat de ambtstermijn van deze personen is beëindigd. Dit komt tot uiting in artikel 16 van de Wet internationale misdrijven. Het Nederlandse openbaar ministerie kan president Herzog, het staatshoofd van Israël, op dit moment dus niet op grond van de Wet internationale misdrijven vervolgen.

Vraag 10

Bent u bereid president Herzog te weren en hem tot persona non grata te benoemen?

Antwoord 10

Daartoe zijn wij niet bereid.

Vraag 11

Kunt u deze vragen vóór het weekend beantwoorden omdat de komst van president Herzog voor aanstaande zondag 10 maart 2024 gepland staat?

Antwoord 11

De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.


  1. The Rights Forum, 6 maart 2024, «Van genocidale opruiing betichte Israëlische president komt naar Nederland voor opening Holocaustmuseum» (https://rightsforum.org/van-genocidale-opruiing-betichte-israelische-president-komt-naar-nederland-voor-opening-holocaustmuseum/).↩︎

  2. Internationaal Gerechtshof, 26 januari 2024, «Order Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide in the Gaza Strip (South Africa v. Israel)», paragraaf 52 (https://www.icj-cij.org/node/203447).↩︎

  3. Kamerstukken Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 36 410 V, nr. 13.↩︎

  4. Kamerstukken Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 36 410 V, nr. 20.↩︎

  5. Centrum Internationaal Recht, «Doorwerking van internationaal recht in de nationale rechtsorde» (https://www.centruminternationaalrecht.nl/doorwerking-van-internationaal-recht-in-de-nationale-rechtsorde)↩︎

  6. Case concerning the arrest warrant of 11 April 2000 (Democratic Republic of Congo v. Belgium) 14 February 2002 I.C.J Reports 2002.↩︎