Uitbetaling Schadeloosstelling vanwege de onteigening van SNS REAAL en SNS Bank
Nationalisatie SNS REAAL
Brief regering
Nummer: 2024D14574, datum: 2024-04-11, bijgewerkt: 2024-04-16 17:43, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33532-96).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 33532 -96 Nationalisatie SNS REAAL.
Onderdeel van zaak 2024Z06313:
- Indiener: S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-04-16 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-25 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-05-30 14:00: Financiële markten (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2024-06-05 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
33 532 Nationalisatie SNS REAAL
Nr. 96 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2024
Bij brief van 21 april 20231 bent u geïnformeerd over de uitbetaling van de schadeloosstelling vanwege de onteigening van SNS REAAL in 2013. Er is toen ook toegezegd uw Kamer te informeren over het verloop van de uitbetaling zodra het proces van uitbetaling zou zijn afgerond. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
1. De schadeloosstelling
Op grond van artikel 6:8, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) hebben rechthebbenden ten aanzien van onteigende vermogensbestanddelen, effecten of vorderingen recht op een schadeloosstelling ter waarde van de werkelijke waarde van dat vermogensbestanddeel, effect of die vordering. De Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam stelt de hoogte van de schadeloosstelling vast.
De Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam stelde op 11 februari 2021 de hoogte van de schadeloosstelling die de Staat verschuldigd was vanwege de onteigening van SNS REAAL op 1 februari 2013 vast op € 804.810.000,–. Daarboven dient wettelijke rente te worden betaald vanaf de datum van onteigening tot aan de dag van betaling. De schadeloosstelling is bedoeld voor bepaalde houders van onteigende effecten en vermogensbestanddelen, te weten houders van achtergestelde obligaties SNS REAAL en SNS Bank en SNS-participatiecertificaten serie 3. De waarde van onteigende aandelen en de Core Tier 1 securities werd door de Ondernemingskamer vastgesteld op € 0. Houders van deze effecten hebben daarom geen recht op schadeloosstelling.
Op 21 april 2023 bekrachtigde de Hoge Raad de uitspraak van de Ondernemingskamer, waarmee de hoogte van de schadeloosstelling definitief kwam vast te staan. Na deze uitspraak is zo spoedig mogelijk overgegaan tot uitbetaling van de schadeloosstelling.
Het juridisch kader voor de uitbetaling volgt primair uit Hoofdstuk 6 van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Daarnaast zijn in de Regeling uitbetaling schadeloosstelling onteigening SNS REAAL2 nadere regels opgenomen met betrekking tot het aanvragen, verifiëren en betalen van rechten. Deze regeling is op 15 mei 2023 in werking getreden.
2. Aanvraagprocedures
Direct na de uitspraak van de Hoge Raad is het uitbetalingsproces in gang gezet met het lanceren van een website om rechthebbenden te informeren over het proces. Vanaf 15 mei 2023, het moment dat de Regeling in werking is getreden, konden gedurende een periode van zes weken voor alle categorieën aanvragen voor schadeloosstelling worden ingediend. Voor de verschillende categorieën effecten en vermogensbestanddelen zijn separate trajecten ingericht, waarop ik hieronder kort in ga.
Achtergestelde obligaties
Voor de aanvragen vanwege achtergestelde obligaties zijn twee aanvraagroutes ingericht. Dit was nodig omdat, nadat in 2013 de achtergestelde obligaties in SNS Bank en SNS Reaal waren onteigend, de handel binnen het girale systeem (SWIFT-systeem) door het Ministerie van Financiën was stilgelegd. Dit had tot gevolg dat stukken binnen dit girale systeem, in beginsel, niet meer konden worden overgedragen. Omdat de girale handel was stilgelegd, zijn de vorderingen op een eventuele schadeloosstelling echter soms wel verhandeld via een akte van cessie. Met een akte van cessie werd het recht op eventuele schadeloosstelling overgedragen aan een andere partij, buiten de registratie van het girale systeem om. In het girale systeem bleven de stukken, in de regel, op naam van de oorspronkelijke houder staan.
De ministeriële regeling bevatte daarom een girale route voor houders die stukken op hun (lopende) beleggingsrekening hadden staan en een bericht ontvingen via het SWIFT-systeem waarin ze werden uitgenodigd om een aanvraag in te dienen. Daarnaast werd een niet-girale route opengesteld voor aanvragers die een dergelijk SWIFT-bericht niet ontvingen, bijvoorbeeld omdat zij de vordering via cessie hadden verkregen of omdat hun beleggingsrekening (en daarmee de aansluiting naar het SWIFT-systeem) sinds 2013 was gesloten. In totaal zijn er ca. 5.100 aanvragen vanwege achtergestelde obligaties ingediend.
Leningen
In de uitspraak van de Ondernemingskamer is voor een vijftal leningen schadeloosstelling vastgesteld. De houders van de vordering op deze leningen waren bij het Ministerie van Financiën bekend. Deze partijen zijn schriftelijk verzocht een aanvraag te doen voor schadeloosstelling. Alle houders hebben een aanvraag ingediend.
SNS-participatiecertificaten serie 3
Houders van SNS-participatiecertificaten serie 3 (PPC3) kregen in 2013 al een aanbod voor compensatie van SNS Bank. Op enkele gevallen na hebben alle houders destijds gebruik gemaakt van het aanbod en compensatie ontvangen.
Destijds is daarbij afgesproken dat alleen als de door de Ondernemingskamer vastgestelde schadeloosstelling hoger zou zijn dan de reeds uitbetaalde compensatie, het meerdere zou worden uitbetaald.
De Ondernemingskamer heeft de hoogte van de schadeloosstelling voor houders van PPC3 vastgesteld op € 51 mln. Hiermee is een totaalbedrag vastgesteld voor alle houders van de participatiecertificaten. Dit bedrag is vervolgens gedeeld door de totale nominale waarde van alle uitgegeven participatiecertificaten. Deze berekening leidt tot een schadeloosstellingspercentage van, afgerond, 90% van de nominale waarde.3
Slechts een beperkt aantal houders had in 2013 minder dan 90% van de nominale waarde aan compensatie ontvangen. De 34 houders die het betreft zijn aangeschreven met de uitnodiging om een aanvraag in te dienen; 16 houders hebben een aanvraag ingediend.
3. Beoordeling en betaling
In de periode van juni tot september 2023 zijn alle aanvragen in de verschillende categorieën beoordeeld. Nadat de beoordeling van de aanvragen was afgerond, hebben alle aanvragers een beslissing ontvangen op hun aanvraag. Ca. 99% van de aanvragen is gehonoreerd, de rest is afgewezen.
Betaling verliep voor aanvragen die via het girale systeem zijn ingediend (dit was alleen van toepassing voor aanvragen voor schadeloosstelling ten behoeve van achtergestelde obligaties) eveneens via het girale systeem. Dat wil zeggen dat het ministerie heeft uitbetaald aan Euroclear Bank S.A./N.V. en Clearstream Banking S.A, waarna de schadeloosstelling via het girale systeem uiteindelijk op de beleggingsrekening van de aanvrager is bijgeschreven. Alle andere betalingen zijn rechtstreeks aan rechthebbenden gedaan.
Niet alle houders hebben een aanvraag ingediend. De gelden waarover geen aanvraag is ingediend zijn of worden overgedragen aan de Consignatiekas. Bij Bureau Consignatie van het Ministerie van Financiën kan gedurende twintig jaar nog een aanvraag worden gedaan.
In totaal is naar aanleiding van de uitspraak ca. € 704 mln. aan alle verschillende categorieën rechthebbenden uitbetaald aan schadeloosstelling, exclusief wettelijke rente. Dit is ca. 93%4 van het totaal uit te betalen bedrag aan schadeloosstelling. Daarnaast is ca. € 200 mln. aan wettelijke rente aan rechthebbenden betaald. In totaal is er dus ca. € 900 mln. uitgekeerd aan rechthebbenden, inclusief wettelijke rente. De resterende schadeloosstellingsbedragen zijn of worden overgemaakt aan de consignatiekas en bedragen ca. € 49 mln. exclusief wettelijke rente5.
4. Controle op onrechtmatigheden
Om te waarborgen dat de uitbetaling rechtmatig en zo zorgvuldig mogelijk zou worden uitgevoerd, zijn in de aanvraag- en beoordelingsprocessen verschillende controles opgenomen. Waaronder bijvoorbeeld het beoordelen van ingediende bewijsmiddelen, maar ook een controle op zogenaamde dubbele aanvragen. Het feit dat er voor de achtergestelde obligaties zowel een girale, als niet-girale aanvraagprocedure opengesteld moest worden, bracht het risico met zich mee dat er een dubbele aanvraag gedaan kon worden. Dit houdt in dat er voor hetzelfde stuk tweemaal geclaimd kon worden, omdat het technisch mogelijk was voor houders die de vordering via cessie «verkocht» hadden, om toch ook een girale aanvraag te doen. Hierop is in het beoordelingsproces een controle uitgevoerd. In een aantal gevallen heeft deze controle geleid tot een afwijzing van de aanvraag.
5. Bezwaar
Tegen alle besluiten staat bezwaar open conform de gebruikelijke bezwaarprocedure van het Ministerie van Financiën. Enkele aanvragers hebben van dit recht gebruik gemaakt. De meeste bezwaarprocedures zijn inmiddels afgerond. Het merendeel van de bezwaarschriften is ongegrond verklaard. Voor de aanvragers die bezwaar hadden aangetekend stond beroep open bij de Rechtbank Rotterdam.
6. Afsluiting
Zoals hierboven uiteengezet is inmiddels het overgrote deel van de schadeloosstelling aan rechthebbenden uitbetaald. Gelden waarvoor binnen de aanvraag periode geen aanvraag is ingediend, zijn geconsigneerd. Gelden waarvan na afronding van bezwaar- en beroepsprocedures definitief is komen vast te staan dat deze onterecht zijn aangevraagd, zullen eveneens worden geconsigneerd.
Hiermee is aan een langdurig proces een einde gekomen. De uiteindelijke lasten van het ingrijpen bij SNS REAAL zijn veel minder dan in 2013 was beoogd terechtgekomen bij de private sector. Deze uitkomst strookt niet met het destijds, en nog steeds, gehanteerde uitgangspunt om de kosten van falende banken zoveel als mogelijk bij de private sector neer te leggen, en niet bij de belastingbetaler. Sinds de nationalisatie van SNS REAAL zijn gelukkig belangrijke stappen gezet op het gebied van het toezicht op en het kader voor afwikkeling van banken en verzekeraars. Daarmee is het onwaarschijnlijker geworden dat het nationale onteigeningsinstrument, en de bijbehorende schadeloosstellingsbepaling, in een vergelijkbare situatie nog zou worden ingezet.
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
Kamerstukken II 2022/23, 33 532, nr. 94↩︎
Regeling van de Minister van Financiën van 8 mei 2023, 2023–0000109118, directie Financiële Markten, houdende regels ten behoeve van de betaalbaarstelling van schadeloosstelling aan rechthebbenden in verband met de nationalisatie van SNS Reaal N.V. en SNS Bank N.V (Stcrt. 2023, 13576).↩︎
In de afronding naar 90% is gekozen voor een afronding naar boven. Dit is in het voordeel van de aanvragers.↩︎
Het door de Ondernemingskamer vastgestelde bedrag aan schadeloosstelling bedroeg € 804.810.000. Dit bedrag moet worden gecorrigeerd voor het vastgestelde bedrag aan schadeloosstelling voor de PPC3 dat gezien de eerder in 2013 uitbetaalde schadevergoeding, op enkele duizenden euros niet meer hoefde te worden voldaan. Gecorrigeerd voor het schadeloosstellingsbedrag voor de PPC3 bedroeg de totale schadeloosstelling ca. 753 mln.↩︎
Inclusief wettelijke rente ca. 62 mln.↩︎