Ontwerpbesluit uitvoering verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten
Wijziging Omgevingswet en enige andere wetten (Wet uitvoering verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten)
Brief regering
Nummer: 2024D17624, datum: 2024-04-26, bijgewerkt: 2024-05-07 11:21, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36518-6).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof
Onderdeel van kamerstukdossier 36518 -6 Wijziging Omgevingswet en enige andere wetten (Wet uitvoering verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten) .
Onderdeel van zaak 2024Z07651:
- Indiener: C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-05-16 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-29 11:15: Procedurevergadering commissie LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-05-30 15:54: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 518 Wijziging Omgevingswet en enige andere wetten (Wet uitvoering verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten)
Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2024
Hierbij informeer ik u conform artikel 23.5, derde lid, van de Omgevingswet dat ik het ontwerpbesluit uitvoering verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten om advies bij de Afdeling advisering van de Raad van State heb voorgelegd.
Omdat deze ontwerp-amvb alleen strekt tot uitvoering van internationaalrechtelijke verplichtingen, namelijk de Verordening (EU) nr. 2023/1115 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 995/2010 (PbEU 2023, L 150), hoeft het ontwerpbesluit op grond van artikel 23.5, derde lid, van de Omgevingswet niet te worden voorgehangen en volstaat dat daarvan kennis wordt gegeven aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
Een gelijkluidende bekendmaking heb ik opgenomen in een brief aan de Voorzitter van de Eerste Kamer.
De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink