Hoofdlijnennotitie Circulaire Economie-wet
Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Brief regering
Nummer: 2024D17766, datum: 2024-04-29, bijgewerkt: 2024-05-07 14:14, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32852-310).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Hoofdlijnennotitie Circulaire Economie-wet
- Wetgevingsagenda Circulaire Economie
- Beslisnota bij Kamerbrief Hoofdlijnennotitie Circulaire Economie-wet
Onderdeel van kamerstukdossier 32852 -310 Grondstoffenvoorzieningszekerheid.
Onderdeel van zaak 2024Z07701:
- Indiener: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-05-16 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-22 09:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-12-19 10:00: Circulaire economie (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 310 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2024
Hierbij zend ik u de hoofdlijnennotitie voor de beoogde Circulaire Economie-wet (hierna: CE-wet). Met deze hoofdlijnennotitie wordt ook invulling gegeven aan de motie Hagen (D66)1 over de CE-wet. In de appreciatie heb ik aangegeven reeds te werken aan een CE-wet binnen de kaders van de Wet milieubeheer (hierna: Wm) en u hierover te informeren door middel van een hoofdlijnennotie. Hiermee doe ik deze toezegging gestand. De hoofdlijnennotitie schetst de koers voor de CE-wet en vormt de basis voor de verdere uitwerking van een wetsvoorstel voor de CE-wet, binnen de kaders van de Wm. Het is aan een volgend kabinet om een besluit te nemen over het wetsvoorstel en dit vervolgens in consultatie te brengen.
Doel en uitgangspunten van de CE-wet
Met de CE-wet beoog ik een duidelijk en uniform wettelijk kader te creëren in de Wm dat het algemene doel en doelbepalingen van de rijksoverheid voor de circulaire economie weergeeft, evenals het instrumentarium dat kan worden ingezet om de circulaire economie te bereiken.
De Wm bevat met de hoofdstukken 9, 10 en 15 belangrijke kaders voor regelgeving voor stoffen, producten en afvalstoffen; kernpunten voor de regulering van de circulaire economie. Tegelijkertijd bestaan er ook buiten de Wm kaders die belangrijk zijn voor de circulaire economie. Denk aan vergunningverlening voor stoffen, producten en afvalstoffen in de Omgevingswet of wetgeving over producten in de Warenwet. Bij de verkenning en uitwerking van regels over de circulaire economie zal worden gezorgd voor goede afstemming met de Omgevingswet en andere relevante wet- en regelgeving. In de toelichting bij de CE-wet zal deze afbakening zichtbaar worden gemaakt.
Als gevolg van nieuwe ontwikkelingen en de vele wijzigingen die de afgelopen decennia zijn doorgevoerd in de wet, is de Wm aan onderhoud toe. De Wm is, waar het gaat om bepalingen die relevant zijn voor de circulaire economie, gaandeweg minder toegankelijk, toepasbaar en leesbaar geworden voor gebruikers. Met de CE-wet zullen de bepalingen in de Wm die relevant zijn voor de circulaire economie worden gemoderniseerd en de samenhang tussen de bepalingen over stoffen, producten en afvalstoffen in de Wm worden gewaarborgd.
Het wetsvoorstel voor de CE-wet zal aan de hand van twee uitgangspunten worden vormgegeven.
I. Aansluiten bij de gedachte, taal en begrippen van de circulaire economie
De toekomstige CE-wet verruilt de opzet van de Wm die past bij de lineaire economie en de bijbehorende terminologie voor die van de circulaire economie. Het doel van de circulaire economie is een economie waarin grondstoffen duurzaam (zuinig, doelmatig en veilig) gebruikt worden. Dit doel en de circulaire ketenbenadering worden met de beoogde CE-wet onderstreept door hier bepalingen over op te nemen. Met het wettelijk verankeren van het gedachtengoed van de circulaire economie kan verdere sturing en richting worden gegeven aan de transitie en daarmee zekerheid worden geboden aan bedrijven, burgers en overheden. De CE-wet zal zo een solide basis leggen voor zowel bestaande als toekomstige wetgeving die gericht is op het bevorderen van de circulaire economie.
II. Faciliteren van CE-instrumentarium, Europees en nationaal
Momenteel is de inrichting van de Wm vooral gericht op een lineair gebruik van grondstoffen. Dat komt onder andere tot uitdrukking in aparte hoofdstukken voor stoffen en producten (hoofdstuk 9) en afvalstoffen (hoofdstuk 10). Door hier meer samenhang in aan te brengen, benadrukken we de ketenbenadering in de circulaire economie. Zo wordt het makkelijker om reguleringsinstrumenten in te zetten voor zowel de afvalstoffenfase als de product- en grondstoffenfase en is het eenvoudiger om nieuw instrumentarium op te nemen dat gericht is op die ketenbenadering. Er worden toekomstbestendige grondslagen voor zowel Europese als nationale wet- en regelgeving geboden. Deze grondslagen bieden ook de mogelijkheid om concrete doelen makkelijker in de wet in te passen. De beoogde CE-wet biedt een structuur in de Wm die gericht is op de circulaire economie. Dit leidt tot meer transparantie en duidelijkheid in de regels. De CE-wet zal daarnaast niet het nationale stelsel, maar het stelsel van Europese regelgeving als uitgangspunt nemen. Zo kan er beter en eenvoudiger uitvoering gegeven worden aan EU-regelgeving. Dit is met name relevant gezien de toename van EU-wetgeving op dit terrein. Met deze maatregelen wordt zowel Europees als nationaal CE-instrumentarium beter gefaciliteerd. Omdat regelgeving uit de Wm beter aan zal sluiten bij de transitie naar een circulaire economie, is de verwachting dat het voor gebruikers van de Wm, zoals bedrijven, gemeenten, provincies, vergunningverleners en toezichthouders, gemakkelijker wordt om de wet toe te passen.
Planning CE-wet en verdere wetgevingsagenda circulaire economie
De hoofdlijnennotitie beschrijft de centrale lijnen waarlangs de CE-wet wordt ontwikkeld. Deze ideeën en plannen worden het komende jaar verder uitgewerkt in een wetsvoorstel, waarna een nieuw kabinet hierover kan besluiten en het in openbare consultatie kan brengen.
Met de CE-wet zal de Wm een stevig fundament bieden voor huidig en toekomstig instrumentarium voor de circulaire economie. Dat betekent echter niet dat andere trajecten stilstaan totdat de CE-wet er is. De CE-wet staat niet op zichzelf maar maakt deel uit van een breder geheel van wet- en regelgeving die gericht is op het bevorderen van een circulaire economie. Voor (en na) de inwerkingtreding van de CE-wet gaat een pakket aan andere circulaire economie wet- en regelgeving gelden. Met name op Europees niveau is veel in gang gezet met het tweede Circulaire Economie Actieplan (CEAP)2, met initiatieven waarin regels worden gesteld voor onder andere circulair ontwerp, hergebruik en recycling. Voor een aantal voorstellen zijn de onderhandelingen gaande, andere trajecten zijn al afgerond. De komende jaren zullen bepaalde aspecten uit die EU-wetgeving nog verder worden uitgewerkt via gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. Daarnaast wordt er voor sommige beleidsterreinen gekeken wat er op nationaal niveau kan worden gedaan. Ook wordt gewerkt aan de opvolger van het Landelijk Afvalbeheerplan, het Circulair Materialenplan (CMP)3, en wordt in 2025 het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) geactualiseerd. Deze trajecten lopen parallel aan de CE-wet en zijn onderling nauw verweven, omdat de CE-wet in de Wm de grondslagen schept voor dit instrumentarium. In de bijlage vindt u een overzicht van de circulaire economie wetgeving en CE-instrumentarium die de komende jaren tot stand komen. Deze voorstellen hebben betrekking op het beleidsterrein van het Ministerie van IenW en zullen (mede) landen in de Wet milieubeheer.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen