Uitstel beantwoording vragen van de leden Podt en Koekkoek over het bericht 'Rechtbanken wijzen voorlopige voorzieningen 'derdelanders' toe'
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2024D18035, datum: 2024-05-03, bijgewerkt: 2024-06-04 11:46, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1656).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van zaak 2024Z06425:
- Gericht aan: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Indiener: A. Podt, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Koekkoek, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1656
Vragen van de leden Podt (D66) en Koekkoek (Volt) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Rechtbanken wijzen voorlopige voorzieningen «derdelanders» toe» (ingezonden 12 april 2024).
Mededeling van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 mei 2024).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat rechtbanken al in honderden zaken hebben bepaald dat derdelanders in afwachting van de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU in Nederland mogen blijven?1 Om hoeveel zaken gaat dit op het moment van beantwoording?
Vraag 2
Kunt u een duidelijke tijdlijn opstellen met alle beslismomenten rondom de verblijfsstatus van «derdelanders» en de juridische adviezen hierover? En kunt u daarin de pilotrechtszaken meenemen die eerder hadden moeten bepalen of het rechtmatig zou zijn om het verblijfsrecht voor de hele groep stop te zetten?
Vraag 3
Hoe staat het collectief stopzetten van het verblijfsrecht van een hele en zeer heterogene groep in verhouding tot de wens van het kabinet om minder groepenbeleid te voeren maar juist te kijken naar de individuele situatie binnen asielprocedures?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het consequent vooruitlopen op gerechtelijke uitspraken heeft geleid tot chaos in de uitvoering waardoor gemeenten meermaals niet wisten wat er van hen wordt verwacht?
Vraag 5
Welk handelingsperspectief hebben gemeenten nu? Worden zij erop aangesproken als zij er niet voor kiezen om derdelanders uit de opvang te zetten?
Vraag 6
Kunnen particulieren die derdelanders opvangen nog te maken krijgen met financiële consequenties? Of wordt enige coulance betracht nu in honderden zaken is besloten dat derdelanders in Nederland mogen blijven?
Vraag 7
Klopt het dat daarmee mogelijk de rechten van deze groep mogelijk onrechtmatig zijn ontnomen? En als het Hof van Justitie van de EU oordeelt dat dit inderdaad onrechtmatig was, wat zou dat dan betekenen voor de derdelanders die al zijn weggestuurd?
Vraag 8
Als iemand met een voorlopige voorziening terugkomt bij de opvang waar hij eerder uit is gezet en waar hij mogelijk aan heeft meebetaald, klopt het dan dat een gemeente deze persoon kan weigeren? Zo ja, hoe wordt voorkomen dat iemand die bijvoorbeeld betaald werk of kinderen op school had vervolgens terecht komt in een opvang aan de andere kant van Nederland?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Podt (D66) en Koekkoek (Volt), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Rechtbanken wijzen voorlopige voorzieningen «derdelanders» toe» (ingezonden 12 april 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Rechtspraak, 5 april 2024, Rechtbanken wijzen voorlopige voorzieningen «derdelanders» toe (www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Raad-voor-de-rechtspraak/Nieuws/Paginas/Rechtbanken-wijzen-voorlopige-voorzieningen-derdelanders-toe.aspx).↩︎