[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de kersenteelt

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D18393, datum: 2024-05-08, bijgewerkt: 2024-05-13 10:49, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1684).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z07790:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1684

Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over kersenteelt (ingezonden 3 mei 2024).

Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 8 mei 2024).

Vraag 1

Bent u op de hoogte dat de volgende voorwaarde in de tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van kers tegen suzuki-fruitvlieg de volgende bepaling is opgenomen: «Dat er gedurende de twee kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin de toepassing gewenst is geen middelen op basis van cyantraniliprole zijn toegepast op het betreffende perceel...»?

Antwoord 1

Ja, deze voorwaarde vloeit voort uit het advies van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s bij de toepassing van het middel Exirel. Dit advies is opgenomen in het besluit tot vrijstelling1.

Vraag 2

Bent u zich ervan bewust dat dit inhoudt dat het overgrote deel van de percelen met kersenbomen door de bovenstaande bepaling dit jaar alsnog niet behandeld mag worden met het middel Exirel?

Antwoord 2

Er zijn geef cijfers over hoeveel kersentelers er gebruik kunnen maken van de vrijstelling van het middel Exirel.

De Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) is overigens al langer op de hoogte van het feit dat deze voorwaarde in het besluit tot vrijstelling van het middel Exirel zou worden opgenomen. Dit heeft de NFO er blijkbaar niet van weerhouden een aanvraag in te dienen voor een vrijstelling van het middel Exirel.

Vraag 3 en 4

Ziet u in dat dit geen passende uitvoering is van de aangenomen motie van het lid Van der Plas c.s. over voor 3 mei 2024 vrijstellingen verlenen voor de middelen Tracer en Exirel in de kersenteelt?2

Wat is de reden dat u kiest voor een totaal andere uitvoering van de motie dan waartoe door de Tweede Kamer opgeroepen is?

Antwoord 3 en 4

Ik laat mij bij het verlenen van een vrijstelling adviseren door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het Ctgb. Het Ctgb voert een risicobeoordeling uit om de vraag te beantwoorden of er sprake is van aanvaardbare risico’s voor mens, dier en milieu. Er is echter geen sprake van een aanvaardbaar risico als het gaat om risico’s voor het grondwater, in het oppervlaktewater levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten. Om deze risico’s weg te nemen, dienen risicobeperkende maatregelen te worden voorgeschreven bij het verlenen van de vrijstelling. Dat is gebeurd. Het Ctgb, de NVWA en ik gaan er daarbij uiteraard van uit dat de kersentelers deze voorwaarden strikt naleven, zodat het risico aanvaardbaar blijft.

Vraag 5

Heeft u gecommuniceerd dat u de motie totaal anders zou uitvoeren dan waartoe door de Kamer is opgeroepen? Zo ja, uit welke communicatie blijkt dit?

Antwoord 5

Recent heb ik uw Kamer schriftelijk geïnformeerd over de wijze waarop ik de motie uitvoer. Daarnaast heb ik uiteraard ook de NFO hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. In de brief heb ik o.a. een verduidelijking van de voorwaarden opgenomen die ik aan deze vrijstelling verbind. Verder verwijs ik uw Kamer naar het antwoord op vraag 2.

Vraag 6

In uw reactie op de motie geeft u aan het tweede deel van de motie niet te gaan uitvoeren, ten einde de gangbare procedures te kunnen volgen; kunt u aangeven hoe ver die procedures op dit moment gevorderd zijn voor de aanvragen voor het gebruik van Tracer voor pruim en druif en Exirel voor druif, blauwe bes en pruim?

Antwoord 6

De NVWA zit in de afrondende fase van het opstellen van haar advies. Ik verwacht dat in de loop van volgende week te ontvangen. Daarna treed ik in overleg met mijn collega van IenW om een besluit over de aanvragen te nemen.

Vraag 7

Kunt u toezeggen dat die procedures uiterlijk volgende week afgerond worden, zodat voor die teelten zo snel mogelijk duidelijkheid bestaat?

Antwoord 7

Er is een zorgvuldige afweging van alle belangen nodig. Dat vergt tijd. Mijn streven is vanzelfsprekend om de procedures zo spoedig mogelijk af te ronden.

Vraag 8

Kunt u per ommegaande, maar uiterlijk 3 mei 2024 in de ochtend het antwoord op de bovenstaande vragen naar de Kamer sturen?

Antwoord 8

De vragen hebben ons 3 mei 2024 bereikt. Voor de beantwoording van Kamervragen bestaat een termijn van drie weken. Desondanks heb ik uw vragen z.s.m. beantwoord.


  1. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-14946.html↩︎

  2. Kamerstuk 21 501-32, nr. 1639.↩︎