[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Uitermark over het bericht ‘Ook mensen met een paar jaar cel niet in gevangenis door personeelstekort’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D18791, datum: 2024-05-13, bijgewerkt: 2024-05-14 14:45, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1716).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z07691:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1716

Vragen van de leden Uitermark (Nieuw Sociaal Contract), Helder (BBB), Van Nispen (SP) en Eerdmans (JA21) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Ook mensen met een paar jaar cel niet in gevangenis door personeelstekort» (ingezonden 29 april 2024).

Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 13 mei 2024).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Ook mensen met een paar jaar cel niet in gevangenis door personeelstekort»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat er onder de groep zelfmelders die door personeelstekorten in de gevangenissen niet worden opgeroepen, veroordeelden zijn die lange gevangenisstraffen van bijna 4 en 5 jaar opgelegd hebben gekregen?

Antwoord 2

Van de zelfmelders die nog moeten worden opgeroepen door Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) hebben twaalf zelfmelders een straf van meer dan drie jaar, waarvan de hoogste nog uit te zitten straf 1.617 dagen (circa 4,5 jaar) is (peildatum 29 april 2024). Het overgrote deel van de nog op te roepen voorraad zelfmelders betreft nog openstaande straffen tot en met 90 dagen (87,1%).

Van 1 dag t/m 7 dagen 683 25,7% 25,7%
Van 7 dagen t/m 14 dagen 637 24,0% 49,7%
Van 15 dagen t/m 28 dagen 423 15,9% 65,6%
Van 29 dagen t/m 42 dagen 262 9,9% 75,5%
Van 43 dagen t/m 90 dagen 308 11,6% 87,1%
Van 91 dagen t/m 180 dagen 167 6,3% 93,4%
Van 181 dagen t/m 365 dagen 86 3,2% 96,6%
Van 366 dagen t/m 730 dagen (1–2 jaar) 61 2,3% 98,9%
Van 731 t/m 1.095 dagen (2–3 jaar) 16 0,6% 99,5%
Vanaf 1096 t/m 1.617 dagen (>3 jaar, hoogste strafduur is circa 4,5 jaar) 12 0,5% 100%
Totaal 2.655 100% 100%

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de tien zelfmelders zijn met de langste opgelegde straf die nu niet gevangen worden genomen? Kunt u per persoon aangeven wat de datum van het veroordelend vonnis is, hoe lang de gevangenisstraf is en voor welk delict hij/zij veroordeeld is?

Antwoord 3

Van de tien zelfmelders met de langst opgelegde straffen is het merendeel veroordeeld voor drugsgerelateerde delicten op basis van de Opiumwet, waarvan één zaak in georganiseerd verband.2 Onder deze tien zaken is één veroordeling voor een Wegenverkeerswetdelict, namelijk het onder invloed veroorzaken van een ernstig verkeersongeval met dodelijke slachtoffers. Daarnaast is er sprake van een zaak met oplichting in georganiseerd verband en een met vervalsing. Alle tien de veroordeelden hadden een buitenlandse veroordeling: het gaat om straffen die in andere lidstaten van de Europese Unie zijn opgelegd. De vonnissen zijn in het kader van strafoverdracht naar Nederland overgedragen voor de tenuitvoerlegging van hun gevangenisstraf.

De zaken zijn allemaal volgens het huidige zelfmeldbeleid beoordeeld, dat ik toelicht in het antwoord op vraag 7. Gelet op de huidige oproepstop zijn deze tien veroordeelden nog niet opgeroepen of is de oproep ingetrokken.

In verband met de potentiële herleidbaarheid naar personen verstrek ik geen informatie over individuele zaken. Wel kan ik aangeven dat de opgelegde strafduren van deze tien personen variëren tussen circa 3,5 jaar en 4,5 jaar en dat het kan gaan om een oudere zaak, waarvoor veroordeling in het buitenland al enkele jaren geleden plaatsvond.3

Vraag 4

Herinnert u zich dat u in het debat van 11 april jl. heeft gezegd dat het niet om zeden, ernstig geweld en terrorisme gaat en daarbij het volgende antwoord gaf op de vraag of u voorbeelden kon noemen van om wat voor strafbare feiten het dan wel gaat: «U moet denken aan lichte vergrijpen, zoals het beledigen van een ambtenaar in functie. We hebben het echt over kleine vergrijpen, waarvoor de rechter de straf heeft gegeven.»? Vindt u dat u de Kamer toen een juiste voorstelling van zaken heeft gegeven aangezien er kennelijk ook mensen in de groep van de zelfmelderstop zitten met een veroordeling tot bijna 4 en bijna 5 jaren gevangenisstraf?

Antwoord 4

Op 11 april jl. vond een plenair debat plaats over het capaciteitstekort bij DJI. Tijdens het debat sprak ik met uw Kamer over de maatregelen die ik moet treffen om de druk op de capaciteit als gevolg van een personeelstekort te verlagen, zoals aangekondigd in mijn brief van 15 maart jl.4 Hierbij kwam ook de acute maatregel van het tijdelijk stoppen met het oproepen van volwassen, mannelijke zelfmelders ter sprake.5 In het debat is gewisseld wie in aanmerking komt voor de zelfmeldstatus. Dit wordt beoordeeld door het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), aan de hand van een breder beleidskader dat sinds 1 januari 2020 wordt gehanteerd. In het debat wilde ik aangeven dat het in het overgrote deel van de gevallen gaat om relatief korte straffen. Ik heb hierbij echter onvoldoende duidelijk gemaakt dat volgens het beleidskader ook mensen met hogere straffen in aanmerking kunnen komen voor de zelfmeldstatus, zolang geen sprake is van een uitsluitingsgrond of contra-indicator.

In het antwoord op vraag 2 heb ik laten zien wat voor strafduren de nog op te roepen zelfmelders hebben op peildatum 29 april 2024. Daaruit komt naar voren dat 3,4% van hen een nog uit te zitten strafduur van meer dan één jaar heeft. Voor de overgrote meerderheid (96,6%) geldt dus dat sprake is van een nog uit te zitten strafduur tot maximaal één jaar.

Omdat ik uw Kamer zo precies mogelijk wil informeren en het zelfmeldbeleid zich niet laat vatten in een kort overzicht, heb ik tijdens het debat toegezegd dat ik in een brief uitgebreider toelicht wat het zelfmeldbeleid omvat en wie in aanmerking komt voor de zelfmeldstatus. De brief verzend ik gelijktijdig met de beantwoording van deze Kamervragen.

Vraag 5

Kunt u een overzicht geven hoeveel zelfmelders niet opgeroepen worden en daarbij aangeven hoeveel van die mensen een straf van minder dan 3 maanden hadden, hoeveel een straf van 3 tot 6 maanden, 6 maanden tot 1 jaar, 1 tot 3 jaar en langer dan 3 jaar?

Antwoord 5

Zie de tabel in beantwoording op vraag 2.

Vraag 6

Kunt u de tien zwaarste misdrijven geven (de hoogste maximumstraf voor het delict waarvoor zij zijn veroordeeld) waarvoor een zelfmelder niet wordt opgeroepen? Vindt u dat maatschappelijk aanvaardbaar?

Antwoord 6

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 is in 87,1% van de zaken met een zelfmeldstatus een straf van maximaal 90 dagen opgelegd. Om antwoord te geven op deze vraag is binnen de groep nog uit te voeren gevangenisstraffen van zelfmelders gekeken naar de langste straffen die zijn opgelegd vanaf één jaar (peildatum 1 mei 2024).6

Het betreft informatie over tenlastegelegde feiten. Dat wil zeggen dat voor de hieronder opgeomde feiten geldt dat niet in alle gevallen een veroordeling hoeft te hebben gevolgd. Om te controleren of de tenlastegelegde feiten daadwerkelijk tot een veroordeling hebben geleid, zouden de bijbehorende vonnissen één voor één geraadpleegd moeten worden. De beantwoordingstermijn van deze vragen is te kort om dat te doen.

Het grootste deel van de zaken bestaat uit drugsdelicten op grond van de Opiumwet.

Onder de zaken komen de volgende tenlastegelegde feiten met de langste strafmaxima onder de 12 jaar voor:

Diefstal met geweld, strafmaximum 9 jaar;

Afpersing, strafmaximum 9 jaar;

Woninginbraak tijdens de nachtelijke uren of in vereniging gepleegd, strafmaximum 9 jaar;

Drugsdelicten met variërende strafmaxima van onder andere 4, 6 en 8 jaar;

Strafbare feiten op basis van de Wet Wapens en Munitie (WWM), strafmaxima variëren van 9 maanden tot 8 jaar;

Gewoontewitwassen (i.e. als van witwassen een gewoonte wordt gemaakt), strafmaximum 8 jaar.

Andere tenlastegelegde feiten met een strafmaximum van 6 jaar of lager, die ook onder de zaken voorkomen, zijn onder andere:

Witwassen, strafmaximum 6 jaar;

Diefstal in vereniging, strafmaximum 6 jaar;

Valsheid in geschrifte, strafmaximum 6 jaar;

Oplichting in georganiseerd verband, strafmaximum 5 jaar en vier maanden;

Wegenverkeerswetdelict, namelijk het onder invloed veroorzaken van een ernstig verkeersongeval met dodelijke slachtoffers, strafmaximum 4,5 jaar;

Openlijke geweldpleging, strafmaximum 4,5 jaar;

Verduistering, strafmaximum 4 jaar.

Het CJIB beoordeelt voor iedere zaak zorgvuldig en persoonsgericht of de zelfmeldstatus wordt toegekend. Daarbij worden de uitsluitingsgronden en contra-indicatoren zoals genoemd in de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Regeling USB) gehanteerd.7 Hoewel de slachtofferbelangen niet expliciet in de contra-indicaties zijn opgenomen, betrekt het CJIB ook deze nadrukkelijk in de beoordeling.

Vraag 7

Kunt u aangeven op grond van welk toetsingskader veroordeelden worden aangemerkt als zelfmelder en door wie deze selectie plaatsvindt?

Antwoord op vraag 7

Wanneer de rechter iemand veroordeelt voor een gevangenisstraf bepaalt het CJIB namens mij of de veroordeelde de zelfmeldstatus kan verkrijgen, voor zover de veroordeelde niet al in voorlopige hechtenis zit, er geen bevel tot gevangenneming is of de veroordeelde al op een andere titel gedetineerd is. Dit is op basis van de op 1 januari 2020 in werking getreden Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Wet USB). Daarmee is de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van straffen, waaronder de zelfmeldbeoordeling, overgegaan van het Openbaar Ministerie (OM) naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid.8 De beoordeling door het CJIB vindt plaats volgens de Regeling USB. Deze regeling is gepubliceerd in de Staatscourant en online te raadplegen.9

Het uitgangspunt is dat een veroordeelde in aanmerking komt voor de zelfmeldstatus, tenzij sprake is van een uitsluitingsgrond of contra-indicatie zoals vermeld in artikel 2:1 Regeling USB. Uitgesloten van de zelfmeldstatus zijn veroordeelden voor een strafbaar feit waar een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer op staat. Zij kunnen géén zelfmeldstatus krijgen, dus ook niet als diegene tot een kortere straf wordt veroordeeld. Ook voor specifiek genoemde zedenmisdrijven ten aanzien van minderjarigen geldt dat een veroordeelde in ieder geval niet de zelfmeldstatus krijgt.10 Deze twee beperkingen gelden sinds 1 januari 2020; bij de overgang van de verantwoordelijkheid naar het ministerie zijn de regels aangescherpt. Verder komen niet in aanmerking veroordeelden die voor het ontvangen van de oproep niet beschikken over een betrouwbaar en bruikbaar adres en personen die een gijzeling moeten ondergaan.11 Naast deze uitsluitingsgronden wordt op basis van de volgende contra-indicaties besloten om wel of geen zelfmeldstatus toe te kennen:

de aard en de ernst van de vrijheidsbenemende sanctie;

de mate waarin de rechtsorde door het strafbare feit is geschokt;

de psychische gesteldheid van de veroordeelde en daaruit voortvloeiende veiligheidsrisico’s;

het eerder niet melden na een oproep;

het eerder niet meewerken aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende sanctie, en

de mogelijke omstandigheid dat de straf als jeugdige is opgelegd.

Bij een persoonsgerichte beoordeling worden alle bovenstaande zaken meegewogen. Indien na de oproep van de veroordeelde om zich te melden voor detentie feiten of omstandigheden bekend worden die tot een andere beslissing zouden hebben geleid, kan de beslissing tot zelfmelden ingetrokken worden.

Indien de zelfmeldstatus wordt toegekend, ontvangt de veroordeelde een brief waarin staat binnen welke termijn en in welke penitentiaire inrichting (PI) hij of zij zich kan melden om de gevangenisstraf uit te zitten. In de tussengelegen tijd hoeft de veroordeelde niet te worden aangehouden, waardoor extra inzet van politiecapaciteit wordt voorkomen. De zelfmeldstatus geeft de veroordeelde daarmee de gelegenheid zich voor te bereiden op de detentie, en zaken te regelen die betrekking hebben op bijvoorbeeld de werk- of gezinssituatie. Doel daarvan is detentieschade te beperken. Wanneer een zelfmelder zich niet op tijd bij de PI meldt, zal hij of zij alsnog worden aangehouden. Wanneer géén zelfmeldstatus wordt toegewezen, volgt een last tot aanhouding, arrestatie door de politie en instroom in de PI als arrestant.

Vraag 8

Hoe groot was de groep zelfmelders tussen 1 december 2022 en 1 april 2023? Hoe groot was deze groep tussen 1 december 2023 en 1 april 2024?

Antwoord 8

In tabel 2 is het aantal nog op te roepen, volwassen zelfmelders te zien. Dit betreft zowel mannen als vrouwen (circa 5% van de volwassen zelfmelders is vrouw). De tijdelijke oproepstop voor zelfmelders die sinds 6 december 2023 geldt, is van toepassing op alle volwassen, mannelijke zelfmelders.

01-12-2022 823
01-01-2023 821
01-02-2023 876
01-03-2023 1.023
01-04-2023 1.325
01-12-2023 1.434
01-01-2024 1.602
01-02-2024 1.793
01-03-2024 2.185
01-04-2024 2.500

Vraag 9

Geldt de opnamestop voor zelfmelders voor alle personen die als zelfmelder (kunnen) worden aangemerkt? Zo nee, welke selectiecriteria worden gehanteerd?

Antwoord 9

De tijdelijke oproepstop voor zelfmelders die sinds 6 december 2023 geldt, is van toepassing op alle volwassen, mannelijke zelfmelders. Zoals aangegeven in de brief begin ik op 1 juli aanstaande weer met het oproepen van zelfmelders met de langste strafduren. Vervolgens beoordeel ik iedere drie maanden in welke omvang het oproepen van zelfmelders verder hervat kan worden, waarbij ik meeweeg of de andere getroffen capaciteitsmaatregelen voldoende effect hebben op de capaciteit.

Vraag 10

Kunt bovenstaande vragen één voor één beantwoorden binnen 1 week?

Antwoord 10

Gelet op de benodigde tijd om de gestelde vragen zorgvuldig te beantwoorden, is dit niet in één week gelukt.


  1. NOS, 28 april 2024, «Ook mensen met een paar jaar cel niet in gevangenis door personeelstekort», nos.nl/artikel/2518456-ook-mensen-met-een-paar-jaar-cel-niet-in-gevangenis-door-personeelstekort↩︎

  2. De vermelde gegevens zijn gebaseerd op informatie zoals bij het CJIB bekend op peildatum 30 april 2024.↩︎

  3. De duur van de opgelegde straf kan afwijken van de strafduur die nog moet worden uitgezeten, omdat sommige veroordeelden al een aantal dagen hebben vastgezeten voor het vonnis.↩︎

  4. Kamerstukken II 2023/24, 24 587, nr. 937.↩︎

  5. Kamerstukken II 2023/24, 24 587, nr. 926.↩︎

  6. Er is gekeken naar strafbare feiten met strafmaxima tot twaalf jaar, omdat veroordeelden voor feiten waarop een hogere maximumstraf dan twaalf staat géén zelfmeldstatus kunnen krijgen.↩︎

  7. Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, Stcrt. 2019, 69780.↩︎

  8. Overigens bepaalde het CJIB al vóór de inwerkingtreding van de Wet USB of een veroordeelde in aanmerking kwam voor de zelfmeldstatus, maar toen in opdracht van het OM.↩︎

  9. https://wetten.overheid.nl/BWBR0042978/2020-01-01/↩︎

  10. Wetboek van Strafrecht: artikelen 240b, tweede lid, 243, 245 en 246.↩︎

  11. Gijzeling is een vorm van detentie wegens een niet betaalde boete. Gijzeling is bedoeld om betaling van de boete af te dwingen indien sprake is van betalingsonwil. Gijzeling vervangt de boete niet.↩︎