Stand van zaken wetsvoorstel screening kennisveiligheid
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D20021, datum: 2024-05-17, bijgewerkt: 2024-05-31 09:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-1129).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -1129 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z08545:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-05-22 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-04 17:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-01-30 10:00: Kennisveiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 1129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2024
Graag informeer ik uw Kamer over de voortgang van het wetsvoorstel screening kennisveiligheid. Het kennisveiligheidsbeleid bestaat uit een samenhangend geheel aan instrumenten, waarvan de screening het sluitstuk van het beleid is. Het wetsvoorstel is dan ook een belangrijk onderdeel van het beleid.
Ik heb uw Kamer laten weten dat mijn streven was om het wetsvoorstel voor het zomerreces te publiceren voor openbare internetconsultatie.1 Ik heb daarbij ook aangegeven dat dit tijdpad afhankelijk is van drie fundamentele elementen:
1. de afbakening en aanpak van sensitieve kennis en technologie in relatie tot de screening;
2. de afbakening van de doelgroep, waarover ik advies heb gevraagd aan het College van de Rechten van de Mens; en
3. de uitvoering van de screening, waarbij ik eerder heb aangegeven dat ik de uitkomsten van het vooronderzoek door de mogelijke uitvoerder van de screening, Justis, wil afwachten.
Recente ontwikkelingen op deze drie elementen brengen mij tot de conclusie dat ik mijn streven van openbare internetconsultatie voor het zomerreces niet kan halen. Deze conclusie heb ik gedeeld met de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Ik informeer uw Kamer op korte termijn over deze ontwikkelingen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Kamerstuk 31 288, nr. 1077↩︎