[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de brief van de heer K.G. inzake de hoge salarissen van de directeuren bij Stichting Sanquin Bloedvoorziening

Evaluatie Wet inzake bloedvoorziening

Brief regering

Nummer: 2024D21227, datum: 2024-05-24, bijgewerkt: 2024-06-12 11:27, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29447-85).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29447 -85 Evaluatie Wet inzake bloedvoorziening.

Onderdeel van zaak 2024Z09023:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

29 447 Evaluatie Wet inzake bloedvoorziening

Nr. 85 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2024

Op 25 april 2024 heb ik uw verzoek om reactie ontvangen op een brief van de heer K.G. van 11 april 2024. De heer K.G. vraagt aandacht voor de hoge salarissen van de directeuren bij Stichting Sanquin Bloedvoorziening. Deze liggen boven het bezoldigingsmaximum van de Wet normering topinkomens (WNT). In deze brief reageer ik – op uw verzoek – op genoemde brief.

In zijn brief beschrijft de heer K.G. de bezoldigingsbedragen van vijf directeuren die werkzaam zijn binnen Sanquin. Deze bedragen liggen boven het in artikel 2.3, eerste lid van de WNT opgenomen bezoldigingsmaximum. De WNT stelt een maximum aan wat de hoogste leidinggevenden (topfunctionarissen) en interne toezichthouders (toezichthoudende topfunctionarissen) mogen verdienen, of aan ontslagvergoeding mogen ontvangen. Uit beschikbare informatie uit het Handelsregister en de door Sanquin zelf opgestelde WNT-verantwoording blijkt dat de bezoldiging van deze topfunctionarissen niet boven het bezoldigingsmaximum liggen.

De directeuren waar de heer K.G. naar verwijst, vallen in de categorie functies waarvoor de WNT géén bezoldigingsmaximum vaststelt. Het betreft andere functies dan de functie als topfunctionaris binnen een instelling of rechtspersoon. De gedachte hierbij is dat het belangrijk is voor het functioneren van WNT-instellingen dat de mogelijkheid bestaat om hoogwaardige en schaarse specialisten in dienst te nemen. Voor deze functies geldt wel een verplichting om bezoldigingsgegevens openbaar te maken, indien deze boven het bezoldigingsmaximum van de WNT uit komen. Dit heeft Sanquin dan ook gedaan voor deze directeuren.

De heer K.G. vindt het niet meer dan redelijk om Sanquin op te leggen dat alle functies binnen de organisatie aan het bezoldigingsmaximum van de WNT gehouden zijn. De heer K.G. benoemt hiertoe de mogelijkheid om beperkingen te stellen of voorschriften te verbinden aan de aanwijzing van Sanquin als bloedvoorzieningsorganisatie op grond van de Wet inzake bloedvoorziening (Wibv). Ik ben echter van mening dat beperkingen aan salarissen niet geregeld moeten worden in een specifieke wet als de Wibv.

Wel heb ik de situatie besproken met Sanquin. Zij laat weten dat de stichting in een beperkt aantal bijzondere situaties directeuren heeft aangesteld met een zeer specifieke expertise in de bloedvoorziening. De bezoldiging van deze directeuren is de afgelopen jaren tot boven de WNT grens gegroeid. Een ontwikkeling die Sanquin ook bij andere onder de WNT vallende organisaties heeft zien gebeuren. Door de uitzonderlijke cao stijgingen in de afgelopen jaren, en het feit dat de jaarlijkse stijging van de WNT lager is dan de cao stijgingen, heeft dit ertoe geleid dat vijf directeuren in 2022 boven de WNT grens uit zijn gekomen. In 2023 is dit aantal tijdelijk gestegen naar zes. Sanquin laat weten dat dit aantal in 2024 zal dalen naar drie. Sanquin laat eveneens weten dat bij het aanstellen van nieuwe werknemers het uitgangspunt is dat hun bezoldiging binnen de WNT kaders moet vallen. Ik deel met Sanquin dat dit een belangrijk uitgangspunt is.

De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra