[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Leernotitie evacuatieoperatie Soedan

Afrika-beleid

Brief regering

Nummer: 2024D23217, datum: 2024-06-05, bijgewerkt: 2024-07-26 09:23, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29237-205).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29237 -205 Afrika-beleid.

Onderdeel van zaak 2024Z09838:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

29 237 Afrika-beleid

Nr. 205 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2024

Conform mijn toezegging1 aan uw Kamer informeer ik u hierbij over de uitkomsten van de leernotitie die door onderzoekbureau Crisisplan BV is opgesteld over de evacuatieoperatie vanuit Soedan. De leernotitie is hierbij gevoegd. De onverwacht escalerende gewelddadigheden in april 2023 tussen de Sudanese Armed Forces (SAF) en de Rapid Support Forces (RSF), in grote delen van Soedan inclusief de hoofdstad Khartoum, noopten tot de uitvoering van een complexe evacuatieoperatie van Nederlanders en ambassadepersoneel binnen een kort tijdsbestek. In nauwe samenwerking met de Ministeries van Defensie en Justitie en Veiligheid evacueerde Buitenlandse Zaken met succes 270 personen, van wie circa 100 Nederlanders. Daarnaast werden door internationale partners voor zover bekend nog eens ruim 200 Nederlanders in veiligheid gebracht.2

BZ crisisorganisatie

Het ministerie acht het van belang om van elke operatie te leren door lessen voor toekomstige operaties te identificeren. Binnen de crisisorganisatie van Buitenlandse Zaken zijn sinds de evacuatieoperatie in Afghanistan (2021) noodzakelijke, structurele veranderingen doorgevoerd, om de crisisparaatheid op onze posten en in Den Haag te versterken.3 Het Departementaal Crisiscentrum, (DCC) dat naar aanleiding van de Afghanistan-crisis is opgericht, functioneert inmiddels 2 jaar en heeft in meerdere recente (pre-)crises zijn waarde bewezen, inclusief de huidige crisis in het Midden-Oosten. Dat geldt ook voor de crisisunits die binnen diverse directies zijn ingericht. Hierbij wordt een inmiddels verder uitgebreide flexibele schil met op een crisis voorbereide medewerkers ingezet. Met een uitgebreid trainingsaanbod, planning en ondersteuningsprogramma’s worden daarnaast de posten intensiever voorbereid op mogelijke crises.

Implementatie van eerdere lessen

De acute crisis in Soedan diende zich een jaar na de invoering van deze vernieuwde crisis-structuren aan en vormde een volwaardige test van de robuustheid van dit systeem. In brede zin wordt in de leernotitie onderschreven dat de BZ crisisorganisatie adequaat heeft gefunctioneerd. Crisisplan BV identificeert lessen over de gehele breedte van de crisisbeheersing van zowel strategische als operationele aard. Deze lessen liggen grotendeels in het verlengde van de aanbevelingen die zijn gedaan door de externe onafhankelijke commissie van onderzoek naar de evacuatieoperatie vanuit Kaboel4 en betreffen daarmee zaken die reeds in gang zijn gezet of inmiddels zijn voltooid. Dit betreft bijvoorbeeld de verbetering van het informatiebeeld, waarbij in aanvulling op diverse externe bronnen, posten en relevante overheidsorganen op frequentere basis worden gevraagd om het situationele beeld te versterken. Om meer oog te hebben voor signalen die niet passen bij het verwachte beeld, wordt in elk (pre-)crisisberaad aandacht besteed aan de meest waarschijnlijke en de worst casescenario’s met het daaraan gekoppelde handelingsperspectief. Andere voorbeelden van aanbevelingen waar momenteel uitvoering aan wordt gegeven is het verstevigen van de rol van informatiemanager tijdens het crisisberaad, met name de bij de beeldvorming, en het inzetten van tegendenkers. Ook wordt er in toenemende mate aandacht besteed aan crisisevaluaties binnen en tussen betrokken ministeries, waarbij de aldus verkregen kennis wordt geïntegreerd in de bestaande protocollen, zoals het Handboek Crisisbeheersing van BZ. Tevens evalueert een externe ervaringsdeskundige de processen voor samenwerking ten behoeve van verschillende doelgroepen bij een evacuatie teneinde met aanbevelingen te komen voor een snellere en efficiëntere aanpak die bovendien beter aansluit bij het consulaire evacuatie-proces.

Buitenlandse Zaken herkent het terugkomende dilemma bij het noemen van exacte cijfers ten tijde van een lopende operatie en de schijnzekerheid die dit kan creëren. Zonder registratieplicht blijven Nederlanders zich melden en de situatie ter plaatse is vaak onoverzichtelijk. Zonder af te doen aan het belang van behoud van overzicht, is en blijft het niet altijd mogelijk om op het moment zelf exacte aantallen te communiceren.

Crisisgereedstelling

Uit de leernotitie komt ook een aantal nieuwe elementen naar voren. Zo benadrukt de leernotitie nogmaals het belang van effectieve crisisvoorbereiding, waarbij de ondersteuning van de posten vanuit Den Haag aandacht vraagt. Hiervoor is extra capaciteit beschikbaar gemaakt op het departement. Als gevolg hiervan werkt Buitenlandse Zaken momenteel aan meer eenduidige, gebruiksvriendelijke en handzame instructies voor de posten. Ook het advies tot het explicieter uitwerken van meerdere scenario’s en exit-opties wordt onderschreven. Hiermee is na de Soedan-crisis reeds ervaring opgedaan tijdens BZ crisisrespons in Niger en Israël/Gaza. Tevens wordt dit meegenomen in voornoemde instructies voor de posten.

Management van crises

Wat betreft de actieve crisisbeheersing doet Crisisplan onder meer aanbevelingen over de centralisatie van de informatievoorziening, de inrichting van het crisisberaad, en de op- en afschaling van de crisisstructuur. Buitenlandse Zaken neemt deze lessen ter harte. Er wordt reeds gebruik gemaakt van een systematiek waarbij aan de hand van parameters kan worden besloten tot opschaling van de crisisrespons. Ten aanzien van afschaling is, zoals ook in de leernotitie wordt genoemd, het concept van de post-crisisfase geïntroduceerd waarmee ruimte wordt gecreëerd voor een meer geleidelijke overgangsfase. Ook wordt voor effectieve crisisberaden een schaalbare omvang gehanteerd, afhankelijk van de thematiek en de fase waarin de crisis zich bevindt. Er zal op pilot-basis worden gewerkt met meer gecentraliseerde strategische besluitvorming en informatiedeling.

Ten slotte worden door Crisisplan de productieve internationale samenwerking met diverse partners en de interdepartementale samenwerking met het Ministerie van Defensie en Justitie en Veiligheid aangemerkt als best practices. Buitenlandse Zaken onderschrijft dit oordeel volledig. Sinds de crisis in Soedan zijn bij navolgende crises (Niger, Israël/Gaza) zowel het Nationaal Crisiscentrum (NCC) als het Ministerie van Defensie vanaf het beginstadium bij de BZ-crisisopschaling betrokken.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot


  1. TZ202305–078 tijdens CD RBZ d.d. 22-05-2023↩︎

  2. Kamerstuk 29 237, nr. 182↩︎

  3. Kamerstuk 27 925, nr. 914↩︎

  4. Kamerstuk 27 925, nr. 955↩︎