Landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies voor preventie van jeugdcriminaliteit
Jeugdcriminaliteit
Brief regering
Nummer: 2024D23260, datum: 2024-06-05, bijgewerkt: 2024-07-15 15:17, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28741-116).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
- Mede ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Landelijk kwaliteitskader. Effectieve Jeugdinterventies voor Preventie van Jeugdcriminaliteit ‘Wat Werkt Laten Werken’
- Beslisnota bij Landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies voor preventie van jeugdcriminaliteit
Onderdeel van kamerstukdossier 28741 -116 Jeugdcriminaliteit.
Onderdeel van zaak 2024Z09852:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-06-11 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-12 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-09-05 10:00: Justitiële jeugd (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-09-12 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
28 741 Jeugdcriminaliteit
Nr. 116 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2024
In zijn initiatiefnota «Opvoeden die handel» stelde het voormalig lid Verkuijlen (VVD)(Kamerstuk 36 261) voor een pragmatisch kwaliteitskader te ontwikkelen met als referentie erkende bewezen effectieve programma’s. Dit voorstel is door het kabinet omarmd.1 In vervolg op de in de Voortgangsrapportage high impact crimes geschetste ontwikkeling, treft u bijgaand aan het in samenwerking met de wetenschap ontwikkelde «Landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies voor preventie van jeugdcriminaliteit».2
Het Kwaliteitskader formuleert richtlijnen en handvatten die het Ministerie van Justitie en Veiligheid, gemeenten en andere organisaties kunnen gebruiken bij het vormgeven van hun preventieve aanpak tegen jeugdcriminaliteit. Het Kwaliteitskader is gebaseerd op bestaande inzichten, zoals bijvoorbeeld toegepast bij de certificering van interventies door het Nederlands Jeugdinstituut. Zo geeft het rapport aan hoe het versterken van de pedagogische basis cruciaal is voor de ontwikkeling van jongeren en aan welke standaarden specialistische interventies moeten voldoen. Ook wordt door dit kader duidelijk dat er momenteel breder in het land interventies worden ingezet waarvan nog onduidelijk is of deze effectief zijn en interventies waarbij het risico bestaat dat deze een negatief effect kunnen hebben, zoals universele voorlichtings- en educatieprogramma’s die als doel hebben jongeren bewust te maken van de gevaren van criminaliteit of interventies die gericht zijn op groepen waarin jongeren elkaar onderling negatief kunnen beïnvloeden. Gebruik van dit Kwaliteitskader door gemeenten en andere organisaties zal daarom bijdragen aan de ontwikkeling, doorontwikkeling en landelijke beschikbaarheid van effectieve interventies. Dit zorgt mede voor een effectieve besteding van de financiële middelen.3
Dit Landelijke kwaliteitskader is door toezending aan uw Kamer nu breed beschikbaar voor gemeenten en ook andere organisaties, zoals de Dienst Justitiële Inrichtingen, de Justitiële Jeugdinrichtingen, de Raad voor de Kinderbescherming, de Gecertificeerde Instellingen en de reclasseringsorganisaties. In het derde kwartaal van dit jaar wordt een gebruiksvriendelijke versie in de vorm van een scan of tool opgeleverd.
Hiermee wordt het Kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies een laagdrempelig instrument voor gemeenten en andere partners om hun (lokale) aanpak jeugdcriminaliteit, Preventie met Gezag en HIC-aanpakken aan te scherpen en effectiever te maken.
Preventieve aanpakken moeten zoveel mogelijk gebaseerd zijn op wetenschappelijke inzichten om de effectiviteit te verhogen. Daarom mogen de richtlijnen uit het Kwaliteitskader niet vrijblijvend zijn, maar moeten ze daadwerkelijk en op de juiste manier worden gebruikt om de interventies gefinancierd vanuit PmG nader te onderzoeken, bij te stellen of te stoppen. Wij gaan de PmG-gemeenten actief ondersteunen bij het vertalen van de inzichten uit het Kader naar de lokale praktijk.
Toezegging inzet op succesfactoren
In dit kwaliteitskader komen zowel de risico- als de beschermende factoren uitgebreid aan bod. Ook tijdens het debat justitiële jeugd van 31 mei 2023 (Kamerstuk 28 741, nr. 105) is het belang van de inzet op deze factoren met uw Kamer besproken. Het lid Ceder (ChristenUnie) vroeg er aandacht voor dat er over jongeren in kwetsbare posities veelal wordt gesproken in negatieve termen en/of in risicofactoren. De Minister voor Rechtsbescherming zegde toe na te gaan of er rapporten beschikbaar zijn over positieve of kritische succesfactoren van jongeren in een kwetsbare positie. Deze rapporten zijn reeds beschikbaar en met bijgaand landelijk kwaliteitskader zijn de positieve en beschermende factoren verder aangevuld en verstevigd.
In 2019 verscheen het WODC-rapport naar «risico- en beschermende factoren in de kindertijd en vroege adolescentie voor high impact crimes in de latere adolescentie en jongvolwassenheid». Eind vorig 2022 kwam als onderdeel van een drieluik uit het rapport van bureau Beke: «Do or Don’t: Kennissynthese ingroeimechanismen en rekruteringsprocessen van jongeren in de georganiseerde criminaliteit».4 In beide onderzoeken worden ook de positieve en daarmee beschermende factoren genoemd, die we inzetten bij diverse aanpakken, zoals de betrokkenheid van een betekenisvolle steunende derde of mentor, erkenning van talenten en succeservaringen en de afwezigheid van schulden. Deze factoren zijn redelijk stabiel en fluctueren niet over de tijd. Wat betreft risico- en beschermende factoren voor jeugdcriminaliteit in algemene zin zie ik op dit moment dan ook geen reden voor een aanvullend onderzoek.
Stand van zaken motie inzet goede ervaringen voor scholen
Tijdens het debat over voornoemde initiatiefnota van het voormalige lid van uw Kamer Verkuijlen is een motie ingediend door het lid Raemakers (D66), om te inventariseren hoe goede ervaringen met stichtingen en/of organisaties gespecialiseerd in jeugdcriminaliteit breder ingezet kunnen worden om daarmee de werkdruk voor leraren te verlichten. Wij zijn hierover in gesprek met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en onder andere enkele gemeenten.
Het onderhavige Kwaliteitskader zal ook door die organisaties benut worden om te komen tot een effectieve aanpak. Wij zullen u in het najaar over de aanpak naar aanleiding van deze motie informeren in de Voortgangsrapportage high impact crimes.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Kamerstukken II, 2022–2023, 36 261, nr. 3.↩︎
Kamerstukken II, 2023–2024, 28 684, nr. 733.↩︎
Zie ook de beantwoording van vragen van uw Kamer naar aanleiding van het artikel «Cowboys azen op miljoenen die Rijk investeert in jeugdcriminaliteit». Kamerstukken II, 2023–2024, aanhangsel, 587.↩︎
Kamerstukken II, 29 911, nr. 379. Dit betreft een synthese van heel veel verschillende studies.↩︎