Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2023-2024

34 104 Langdurige zorg

Nr. 407 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2024

In 2023 heb ik u in februari¹ en december² geïnformeerd over de stand van zaken bij het CIZ ten aanzien van de hoge werkvoorraad, het ziekteverzuim en over het voornemen om de tijdelijke maatregelen te evalueren. In deze brief geef ik u een update over de stand van zaken van de dienstverlening en over de evaluatie van de tijdelijke maatregelen.

Stand van zaken CIZ

Het CIZ stelt indicaties en beoordeelt of iemand in aanmerking komt voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet zorg en dwang (Wzd). De indicaties die het CIZ stelt zijn op een enkele uitzondering na levenslang. Van een herindicatie is alleen sprake wanneer de zorgbehoefte zodanig toeneemt dat het zorgprofiel niet meer toereikend is. In de vorige Kamerbrief heb ik gemeld dat de werkvoorraad van het CIZ is afgenomen en de doorlooptijden zijn verbeterd, maar dat het CIZ nog steeds maatregelen neemt om de wettelijke termijn voor de doorlooptijd te behalen.

Werkvoorraad en doorlooptijd

De werkvoorraad is de laatste weken gedaald en staat in aan het einde van het eerste kwartaal op 9.069 dossiers. De verwachting is dat de werkvoorraad de komende periode stabiel zal blijven, waarbij het aantal nieuwe aanvragers een belangrijke factor blijft. Ook de doorlooptijd van de Wlz-aanvragen is verbeterd en staat stabiel op 96%. Dat betekent dat 96% van de aanvragen binnen de wettelijke termijn van zes weken wordt afgehandeld.

Ziekteverzuim

Het verzuimpercentage blijft op een hoog niveau (7,5% in maart) en lijkt stabiel te blijven. Het CIZ handhaaft de eerder genomen maatregelen om dit aan te pakken. Extra aandacht wordt nog steeds besteed aan het voorkomen van verzuim, waarbij het CIZ verzuimexperts en de arbodienst inschakelt. Het ziekteverzuim blijft een voortdurend onderwerp van gesprek tussen het CIZ en VWS.

Evaluatie tijdelijke maatregelen

In de vorige Kamerbrieven hebben wij u geïnformeerd over de noodzaak van de inzet van tijdelijke maatregelen door het CIZ. Door een toename van de aanvraagstroom en onvoldoende passende capaciteit, mede door een krapper wordende arbeidsmarkt, liepen de werkvoorraden bij het CIZ op, wat resulteerde in langere doorlooptijden voor cliënten. Gezien de onvoldoende effectiviteit van de eerder genomen maatregelen is in 2022 besloten tijdelijk een aantal specifieke indicatieaanvragen, onder voorwaarden, zonder nader onderzoek om te zetten in een indicatiebesluit. Dit betrof aanvragen voor een herindicatie van zorgaan-bieders, waarvoor de toegang tot de Wlz al eerder was vastgesteld. De toegang tot de Wlz wordt immers voor de rest van het leven vastgesteld. Het doel van deze maatregelen was het terugdringen van de doorlooptijden en het verminderen van de werkvoorraden.

Inmiddels zijn de doorlooptijden binnen de norm en neemt de werkvoorraad verder af. Daarom zal het CIZ de komende tijd onder continue monitoring in stappen de tijdelijke maatregelen afbouwen. Omdat het CIZ inmiddels nu ook steeds meer in staat is aanvragen via de versnelde afhandeling (CIZ-versnelt), dat wil zeggen binnen zeven werkdagen, af te handelen, is de verwachting dat gebruikers niet veel zullen merken van het terugdraaien van de tijdelijke maatregelen. Veel van de aanvragen voor een herindicatie vallen namelijk onder deze versnelde afhandeling.

Verder is het CIZ bezig met het verbeteren en versnellen van de dienstverlening, zowel vanuit het perspectief van de client als van de medewerker. Immers, de cliënt is in het kader van passende zorg gebaat bij een snelle en passende indicatiestelling. Het idee om bij een groeiende werkdruk steeds meer personeel aan te nemen, is al geruime tijd niet meer effectief gezien de huidige krappe arbeidsmarkt. Er moet een betere aanpak worden gevonden.

Eén van de belangrijke ontwikkelingen om dit bereiken is de ICT-vernieuwing. De ontwikkeling van het nieuwe zaaksysteem is in volle gang. De verwachting is dat in 2025 het nieuwe systeem bij het CIZ wordt geïmplementeerd. Dit zal gebeuren in nauw overleg met de medewerkers. Hierbij is het cruciaal om de dienstverlening aan de cliënt te borgen, de doorlooptijden op peil te houden en tegelijkertijd aandacht te besteden aan het welzijn van de CIZ-medewerkers

Tegelijkertijd is het CIZ bezig met het verbeteren van de dienstverlening gericht op vermindering van administratieve lasten bij het CIZ.

• Zo is in 2023 gestart met het project CIZ-Digitaliseert, gericht op het standaardiseren en automatiseren van processen. Dit is een project dat zich uitstrekt over meerdere jaren en zal naar verwachting zowel resultaat hebben op de directe dienstverlening als op het interne werkproces. Een voorbeeld van waaraan nu gewerkt wordt, zijn de aanvragen voor het zorgprofiel VV05. Dit profiel betreft de groep van mensen met dementie, die een aanzienlijk deel van de aanvragen bij het CIZ vertegenwoordigt. Het doel is om deze aanvragen sneller, efficiënter en effectiever af te handelen, waarbij een groot aantal aanvragers profiteert van deze verbetering.

• Daarnaast bekijkt het CIZ de mogelijkheden voor de verbetering van de dienstverlening op de korte termijn, bijvoorbeeld als het gaat om het proces bij herindicaties. Ik blijf daarover in gesprek met het CIZ.

• Tenslotte zullen ook de geleerde lessen en ervaringen opgedaan tijdens de inzet van bovengenoemde tijdelijke maatregelen worden meegenomen.

Ik blijf continu in gesprek met het CIZ over alle uitdagingen waar het CIZ voor staat, zoals de ontwikkelingen rondom de ICT vernieuwing, het op peil houden van de werkvoorraad en de het continueren van de dienstverlening.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder

---

1. Kamerstuk 34 104, nr. 370↩︎

2. Kamerstuk 34 104, nr. 397↩︎