[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag JBZ-Raad 13 en 14 juni 2024

Bijlage

Nummer: 2024D26494, datum: 2024-06-21, bijgewerkt: 2024-08-09 16:01, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag JBZ-Raad 13 en 14 juni 2024 (2024D26493)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de formele bijeenkomst

van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,

13 en 14 juni 2024

  1. Binnenlandse Zaken

Belangrijkste resultaten:

  • De Raad heeft de prioriteiten voor de Schengencyclus van 2024-2025 vastgesteld.

  • De Raad heeft Raadsconclusies aangenomen over de evaluatie van de Europese Grens- en Kustwachtverordening en permanent korps van Frontex.

  • Er werd een politiek akkoord bereikt op de verlenging van de richtlijn tijdelijke bescherming voor Oekraïners, waarmee Oekraïense ontheemden tot 2026 zekerheid krijgen over hun verblijfsstatus in de EU.

  • Deskundigenaanbevelingen over rechtmatige toegang tot data voor opsporing werden door de JBZ-Raad omarmd. De JBZ-Raad concludeerde dat een verbeterd EU-wettelijk kader voor toegang en retentie van data nodig is en riep op tot verdere uitwerking en coördinatie van de aanbevelingen via een routekaart.

  • De algemene oriëntatie over de slachtofferrechtenrichtlijn werd als hamerstuk aangenomen (a-punt).

  • De algemene oriëntatie over de verordening uitvoering AVG werd als hamerstuk aangenomen (a-punt).

  • De Raad heeft de algemene oriëntatie (raadspositie) op het voorstel van de Europese Commissie voor een Verordening ter oprichting van een EU-Talentenpool met ruime meerderheid aangenomen.1 Enkele lidstaten, waaronder Nederland, onthielden zich van stemming. U bent uitgebreid over het kabinetsstandpunt geïnformeerd via de Geannoteerde Agenda voor de Raad van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.2 De triloog over het voorstel zal starten zodra het Europees Parlement een positie heeft ingenomen. Het kabinet zal er in de triloog met het Europees Parlement voor blijven pleiten om oneigenlijke detachering van derdelanders in de specifieke context van de EU-Talentenpool te voorkomen.

  1. Staat van het Schengengebied: Prioriteiten Schengencyclus en Schengenverklaring

Tijdens de Raad vond een gedachtewisseling plaats over de prioriteiten voor de Schengencyclus van 2024-2025. Het Voorzitterschap had voorafgaand aan de Raad de volgende prioriteiten voorgesteld: 1) het vergroten van de weerbaarheid van onze buitengrenzen en tegelijkertijd het consolideren van digitalisering; 2) het vergroten van de effectiviteit van het terugkeersysteem; en 3) het vergroten van de interne veiligheid. Nederland heeft steun uitgesproken voor de geïdentificeerde prioriteiten. Nederland bracht in dat bij de opvolging van de prioriteiten aandacht dient te zijn voor het tegengaan van secundaire migratie, het implementeren van recent aangenomen wetgeving (zoals het Pact en de herziene Schengengrenscode), en dat het vergroten van interne veiligheid breed moet worden geadresseerd. Met dat laatste wordt bedoeld dat er naast de strijd tegen georganiseerde criminaliteit, voldoende aandacht moet worden besteed aan de strijd tegen terrorisme en andere veiligheidsdreigingen. Ook is benadrukt dat het verbeteren van gegevensdeling tussen EU-agentschappen en lidstaten, evenals de daaropvolgende analyse van deze gegevens voor bijvoorbeeld opsporingsdoeleinden, daar onderdeel van moeten zijn. Tijdens de tafelronde bleek dat er brede steun was voor deze prioriteiten en de daaropvolgende operationele acties. Lidstaten benoemden eigen accenten, zoals de noodzaak voor verbeterd terugkeerbeleid en een versterkte aanpak tegen de instrumentalisering van migratie.

Het Voorzitterschap besloot verder om de eerder aangekondigde Schengenverklaring niet voor te leggen ter bekrachtiging aan de Raad, omdat enkele lidstaten van mening waren dat de tekst onvoldoende ambitieus was over het afronden van het Schengentoetredingsproces van Roemenië en Bulgarije. Het Voorzitterschap verwachtte dat het voorstel daardoor niet kon rekenen op de benodigde unanieme steun in de Raad.

Tijdens de Schengenraad zijn ook de Raadsconclusies aangenomen over de evaluatie van de Europese Grens- en Kustwachtverordening en permanent korps van Frontex. Dit vond plaats zonder discussie. Voor een toelichting over de inhoud van deze conclusies wordt verwezen naar de Geannoteerde Agenda van deze Raad.

  1. De toekomst van het visumbeleid van de EU

Er was brede steun voor de oproep aan de Commissie om in samenspraak met de Raad een gemeenschappelijke EU-strategie voor het Europees visumbeleid op te stellen. Deze strategie moet voorzien in de wens om het visumbeleid strategischer in te zetten, misbruik tegen te gaan en adequaat te kunnen handelen wanneer er risico’s zijn voor de interne veiligheid of op het gebied van migratie. In de volledige tafelronde riepen verschillende lidstaten op tot het beter benutten van de beschikbare gegevens in databanken zoals het VIS en EURODAC. Ook benadrukten lidstaten het belang van een sterk gecoördineerd EU-optreden in het geval van derde landen die hun visumbeleid niet harmoniseren met dat van de EU waarbij werd benadrukt dat visumvrijreizen een gunst is en geen recht. In dat kader riepen meerdere lidstaten, waaronder Nederland, ook op tot het spoedig bereiken van een akkoord met het Europees Parlement ten aanzien van de herziening van het visumopschortingsmechanisme.

  1. Interoperabiliteit

Het Belgische voorzitterschap en de Commissie schetste de stand van zaken van de inwerkingtreding van het Entry/exit system (EES) en het Europees Systeem voor Reisinformatie en -autorisatie (ETIAS). De Commissie benadrukte dat EES in het najaar operationeel wordt. De inwerkingtreding van ETIAS volgt 6 maanden later. De meeste lidstaten zijn volop bezig met de voorbereidingen van de operationalisering van EES, een aantal lidstaten loopt achter. De Commissie riep de lidstaten op om door te gaan met de voorbereidingen om een digitaal Schengen een realiteit te maken.

De directeur van eu-LISA lichtte de implementatie van de interoperabiliteit roadmap3 toe en meldde dat er duidelijk vooruitgang te zien is. Daarbij werd vermeld dat voor de inwerkingtreding van EES de testactiviteiten volop lopen en dat de komende periode aandacht uit gaat naar de gereedheidsmeldingen. De precieze datum van inwerkingtreding kan pas formeel worden vastgesteld nadat alle lidstaten zich gereed hebben gemeld. Ook is van belang dat de betrokken dienstverleners en vervoerders goed zijn voorbereid en het benodigde materieel op de grensovergangen aanwezig is zodat onder andere passagiersstromen gemonitord kunnen worden.

Eu-LISA benadrukte daarnaast het belang van het nieuwe EURODAC dat een kernpijler van het asiel- en migratiepact vormt. Het systeem wordt gebouwd en er wordt ook een strategie ontwikkeld voor de implementatie omdat het nieuwe EURODAC binnen een krap tijdspad operationeel moet gaan worden.

  1. Verordening tot vaststelling van regels ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen

Het Belgische voorzitterschap benadrukte dat dit onderwerp een prioriteit voor hen is. De eerder vastgestelde verlenging van de derogatie zorgt ervoor dat providers vrijwillig kunnen detecteren.4 Het Voorzitterschap gaf aan dat dit echter geen oplossing is voor de lange termijn.

De Commissie sprak het belang uit van de strijd tegen online kindermisbruik en dat de situatie sinds het verschijnen van dit voorstel alleen maar is verergerd. De Commissie uitte de hoop dat er een algemene oriëntatie op dit voorstel binnen afzienbare tijd kan worden bereikt.

Er vond geen rondetafel discussie plaats. Nederland heeft dit agendapunt aangehoord. In de dagen na de JBZ-Raad heeft het Voorzitterschap geconstateerd dat er onvoldoende steun was voor het nieuwe compromisvoorstel. Het is op dit moment onbekend wanneer de onderhandelingen worden hervat.

  1. Operationalisering Asiel- en Migratiepact

De Commissie presenteerde het vlak voor de Raad gepubliceerde Gemeenschappelijk Implementatieplan voor het Asiel- en Migratiepact (Common Implementation Plan, hierna CIP). Een uitgebreide appreciatie van dit CIP is opgenomen in de aanbiedingsbrief van dit verslag. Het CIP werd breed verwelkomd. Meerdere lidstaten benoemden het belang van nauwe betrokkenheid van de Raad bij voortgangsmonitoring van de implementatie. Daarnaast benadrukten meerdere lidstaten dat er adequate EU-financiering voor de implementatie nodig is, waarbij verschillende lidstaten onderstreepten dat het zwaartepunt van de (financiële) implementatielasten ligt bij lidstaten met omvangrijke buitengrenzen. Er was brede overeenstemming dat voor een effectieve werking van het Pact parallelle inzet op de EU-externe dimensie nodig is en blijft. In dat kader verwees een groep lidstaten, waaronder Nederland, naar de gezamenlijke brief die zij aan de Commissie stuurden met een oproep tot verkenning van innovatieve oplossingen in het asieldomein.

  1. Toegang tot gegevens voor effectieve rechtshandhaving: presentatie van de aanbevelingen van de High Level Group on Access to Data for Effective Law Enforcement

Het Belgische voorzitterschap lichtte de werkzaamheden van de High Level Group on access to data (HLG) toe. In mei heeft de HLG 42 aanbevelingen gepresenteerd over capaciteitsopbouw, samenwerking met de industrie en wetgeving. Het Voorzitterschap bedankte de deskundigen voor het verrichte werk en gaf aan dat de aanbevelingen een solide basis vormen om mee verder te gaan. Onder het aankomende Hongaarse voorzitterschap zal de HLG het werk voortzetten en een slotrapport presenteren.

In een uitgebreide interventie benadrukte Commissaris Johansson het belang van toegang tot gegevens voor rechtshandhavingsdiensten en schetste zij de problemen waar de rechtshandhaving tegenaan loopt. Van essentieel belang is dat opsporing klaar moet zijn voor het digitale tijdperk. Ook gaf de Commissaris aan te zullen kijken naar nieuwe of ge-update juridische instrumenten om toegang tot data en retentie te verbeteren, in samenwerking met haar collega commissarissen. Op de justitiedag van de JBZ-Raad bedankte de Commissaris voor Justitie Jourova eveneens de HLG, maar schetste daarbij dat de aanbevelingen geen Commissie standpunt zijn en dat de Commissie zich moet buigen over de haalbaarheid van een aantal voorgestelde wetgevingsvoorstellen.

In een brede rondetafel discussie, sprak een ruime meerderheid van de lidstaten – waaronder Nederland - steun uit voor de aanbevelingen gedaan door de HLG. Het belang dat rechtshandhavingsautoriteiten in staat moeten zijn om ook in het digitale tijdperk hun werk goed te kunnen doen werd onderstreept, met inachtneming van bestaande EU-jurisprudentie en met respect voor de grondrechten, inclusief privacy. Een enkele lidstaat gaf aan dat de balans tussen privacy en opsporing nationaal complex ligt en kon daarom nog geen positie innemen.

Het Voorzitterschap concludeerde dat een verbeterd EU-wettelijk kader voor effectieve toegang tot data en het opslaan en bewaren van data prioriteit is. Ook werd aangegeven dat het vinden van technologische mogelijkheden voor toegang tot versleutelde gegevens zonder de versleuteling te verzwakken een prioriteit vormt. De JBZ-Raad verzocht een gecoördineerde aanpak op basis van een routekaart waarin de voorstellen van de HLG worden uitgewerkt, waarbij ook tijdspad en financiering worden meegenomen. Tot slot gaf het aankomende Hongaarse voorzitterschap aan dit onderwerp met prioriteit te zullen oppakken.

  1. Russische agressie tegen Oekraïne

  1. Gevolgen voor de interne veiligheid

Het Belgische voorzitterschap merkte op dat de samenwerking met Oekraïne steeds beter gaat, de samenwerkingsmaatregelen vorderen en de veiligheids-dialoog5 goed verloopt. Er is met name vooruitgang te zien in de aanpak van de handel in kleine vuurwapens. Ook benadrukte de Commissie dat er een goede samenwerking is met de Oekraïense autoriteiten en dat dit een goede basis vormt voor samenwerking na de oorlog. Hoewel de gevolgen van de oorlog voor de EU-interne veiligheid tot nu toe beperkt zijn riep de Commissie op alert te blijven en het werk voort te zetten.

b. Verlenging van de werking Richtlijn Tijdelijke Bescherming


De Commissie gaf een toelichting op het voorstel tot verlenging van de werking van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, dat op 11 juni jl. werd gepubliceerd. Een appreciatie van het voorstel vindt u in de aanbiedingsbrief behorend bij dit verslag.

Tijdens de JBZ-Raad werd een politiek principeakkoord bereikt op het verlengen van de werking van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming tot 4 maart 2026: er was brede steun voor de verlenging van de tijdelijke bescherming, onder meer gezien de volatiele situatie in Oekraïne en de blijvende noodzaak de nationale asielsystemen te ontzien. Enkele lidstaten benoemden dat additionele financiële ondersteuning vanuit de EU nodig is voor lidstaten die het meest onder druk staan. Tot slot benoemde een grote groep lidstaten het belang om, ook samen met de Oekraïense autoriteiten, het gesprek te voeren over oplossingen voor de lange termijn ten aanzien van verblijf van ontheemden uit Oekraïne in de EU. Na dit principeakkoord volgt formele aanname van het voorstel door de Raad, vermoedelijk nog deze maand.

  1. Uitdagingen op het gebied van veiligheid

In een besloten sessie waarschuwde de EU counterterrorism coördinator voor dreigingen in het licht van de grote sportevenementen deze zomer, voor dreigingen die zich online en offline manifesteren: de jihadistische dreiging (met name ISKP), voor spionage en desinformatie vanuit onder andere Rusland en China en voor de gevolgen van het Gaza-conflict voor de veiligheid in de EU. Nederland en de andere lidstaten hebben dit aangehoord.

  1. Bestrijding van drugshandel en georganiseerde criminaliteit

Het Voorzitterschap opende de discussie door aan te geven dat de strijd tegen georganiseerde criminaliteit een topprioriteit is. Het is hierbij nodig om samen te werken met stakeholders vanuit de private sector en andere overheidssectoren. Het Voorzitterschap gaf een toelichting van de tien voor hen prioritaire acties uit de EU Roadmap on drug trafficking and organized crime.6 Er werd stilgestaan bij het belang van het beter in kaart brengen van de meest bedreigende criminele netwerken, een onderwerp waarover ook Raadsconclusies ter goedkeuring voorlagen. Ook lichtte het Voorzitterschap kort de ontwikkelingen toe inzake de oprichting van de EU-havenalliantie, rechtmatige toegang tot data, de bestuurlijke aanpak en preventie.

Ook de Commissie benadrukte het belang van de strijd tegen drugshandel en verklaarde dat de dreiging van georganiseerde criminaliteit een dreiging voor onze maatschappij en democratie is. De Commissie gaf aan de Raadsconclusies over het in kaart brengen van meest criminele netwerken te steunen waarbij de gebruikmaking van legale structuren en corruptie aandachtspunten zijn. De Commissie kondigde aan dat er een coördinator tegen drugshandel wordt aangesteld.

Nederland intervenieerde en riep op tot blijvende agendering van dit onderwerp. Er zijn duurzame inspanningen door alle stakeholders nodig. Daarbij benadrukte Nederland dat de bestuurlijke aanpak de tussen de lidstaten moet worden ontwikkeld. Nadat ook Europol zich als voorstander van de Raadsconclusies uitsprak, concludeerde het Belgische voorzitterschap dat de Raadsconclusies inzake het beter in kaart brengen van criminele netwerken konden worden aangenomen.

  1. Versterking van de crisisparaatheid en crisisrespons op EU-niveau

Tijdens de lunchbespreking wisselden de lidstaten van gedachten over de versterking van de crisisparaatheid en respons binnen de EU. De Commissie benadrukte het succes van het Emergency Response Coordination Centre (ERCC) en van de goed-gecoördineerde crisisrespons in derde landen.

Veel lidstaten uitten teleurstelling dat er geen overeenstemming was over de Raadsconclusies inzake strategisch crisismanagement. Een tweetal lidstaten gaven echter aan dat civiele bescherming en bredere crisisrespons niet door elkaar moet worden gehaald en waren van mening dat er te weinig rekening wordt gehouden met nationale competenties.

Nederland en een aantal andere lidstaten benadrukten daarentegen dat het noodzakelijk is om de crisisaanpak grensoverschrijdend en sector-overstijgend te benaderen. Natuurlijk zijn de lidstaten eerstverantwoordelijk voor crisismanagement, echter vergen de huidige crises ook EU samenwerking en zijn er veel interdependenties tussen instellingen en de lidstaten, en tussen de EU en NAVO. Nederland gaf ook aan uit te kijken naar het rapport van de nieuw aangestelde speciaal adviseur, dhr. Niinistö.

  1. Overige onderwerpen

  1. Ministeriële bijeenkomst EU-VS over justitie en binnenlandse zaken (Brussel, 20-21 juni 2024)

Het Voorzitterschap lichtte toe dat de aanpak van georganiseerde criminaliteit, Oekraïne, illegale migratie, E-evidence, terrorisme, foreign interference and manipulation en visumwederkerigheid op de agenda van de aankomende bijeenkomst staan.

  1. Werkprogramma van het aantredende Voorzitterschap

Het aankomende Hongaarse voorzitterschap heeft zijn prioriteiten tijdens de JBZ-Raad kort toegelicht. Hongarije benoemde ‘sterke grenzen’ als een eerste prioriteit, met daarbij aandacht oor het Schengengebied, externe grenzen, interoperabiliteit en terugkeer. Een ‘veilig EU’ met aandacht voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit en politiesamenwerking, tegengaan van kindermisbruik en crisismanagement, werd als tweede hoofdprioriteit gepresenteerd. Als derde prioriteit benoemde Hongarije de samenwerking buiten Europa met het oog op de externe dimensie van migratie.

  1. Justitie

Belangrijkste resultaten:

  • Tijdens het beleidsdebat over het voorstel tot herziening van de kindermisbruikrichtlijn was er brede steun voor de voorliggende richtlijn. De meerderheid van lidstaten steunde het opnemen van regels over (lange) verjaringstermijnen, zij het met oog voor de nationale systemen. Ook vond een meerderheid dat virtuele kinderporno (AI generated images and videos) op dezelfde wijze strafbaar moet worden gesteld als ‘echt’ kinderpornografisch materiaal.

  • Ondanks verdeeldheid over het onderwerp, was er steun om te komen tot voorstellen ter aanpassing van het Commissievoorstel over de erkenning van ouderschap in grensoverschrijdende gevallen, om tegemoet te komen aan de (fundamentele) zorgen van een deel van de lidstaten over het vaststellen en erkennen van ouderschap na draagmoederschap.

  • Tijdens de werklunch werd gesproken over de bestrijding van straffeloosheid in het kader van de Russische agressie tegen Oekraïne, mede in aanwezigheid van de hoofdaanklager van het ICC dhr. Khan en Eurojust.

  • Bij de voortgangsrapportage over het EOM werd de aanpak van btw-fraude, en de link met georganiseerde criminaliteit, uitgelicht. Naast de toetreding tot het EOM van Polen en Zweden, kondigde Ierland aan te streven naar toetreding in 2026.

  • De Raadsconclusies over het versterken en beschermen van een vrij, open en geïnformeerd democratisch debat zijn aangenomen.

  • De algemene oriëntatie inzake de anti-corruptierichtlijn werd aangenomen.

  1. Verordening inzake de vaststelling en erkenning van afstamming in grensoverschrijdende situaties

Het Belgische voorzitterschap lichtte de voorstellen toe die het gedaan heeft ter aanpassing van het Commissievoorstel voor een verordening inzake de vaststelling en erkenning van afstamming in grensoverschrijdende situaties. Met deze voorstellen trachtte het Voorzitterschap tegemoet te komen aan de zorgen van een deel van de lidstaten over het vaststellen en erkennen van ouderschap na draagmoederschap.

De Commissie benadrukte dat het belangrijk is om de rechten van alle kinderen te beschermen, ongeacht hoe ze zijn geboren of in welk gezin ze opgroeien. De doelstelling van de verordening is om ervoor te zorgen dat gezinnen niet stranden in moeilijke juridische discussies en dat de rechten van kinderen ook in grensoverschrijdende situaties worden geborgd.

Tijdens de volledige tafelronde discussie onderschreven alle lidstaten het belang van het gedegen borgen van de rechten van het kind, zo ook in grensoverschrijdende gevallen. Gezien de complexiteit van het onderwerp werd tevens het belang van een evenwichtige aanpak met ruimte voor uiteenlopende benaderingen in lidstaten ten aanzien van draagmoederschap breed erkend. Alle lidstaten lichtten in dat kader hun nationale situatie toe. Veel lidstaten konden de voorstellen van het Voorzitterschap steunen, met name de flexibele opzet ervan. Er waren echter ook lidstaten die hun zorgen uitten over de verenigbaarheid met hun nationale wetgeving aangezien draagmoederschap daarin niet is toegestaan. Met name deze lidstaten benadrukten het belang van verdere technische analyse en overleg.

Nederland kon het Commissievoorstel steunen en stelde dat alle kinderen onder de reikwijdte van de verordening zouden moeten vallen ongeacht van het type gezin of hoe ze geboren zijn. Verder ondersteunde Nederland de genuanceerde benadering van het Voorzitterschap voor het aanpassen van het Commissievoorstel om tegemoet te komen aan zorgen van een aanzienlijk deel van de lidstaten over draagmoederschap.

Het Voorzitterschap constateerde brede steun voor de gepresenteerde voorstellen, maar dat er ook zorgen zijn bij sommige lidstaten. Het Voorzitterschap hoopte dat de drie gepresenteerde voorstellen gezamenlijk een basis kunnen vormen voor de weg voorwaarts. Dit zal in het vervolgtraject op technisch niveau nader worden uitgewerkt.

  1. Richtlijn tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht

Het Voorzitterschap lichtte de stand van zaken van de onderhandelingen toe over het richtlijnvoorstel inzake het insolventierecht. Het is een zoektocht naar een goede balans tussen harmonisatie ter versterking van de kapitaalmarktunie enerzijds en voldoende flexibiliteit aan lidstaten ten behoeve van uitvoerbaarheid en inpasbaarheid in het nationale systeem anderzijds. Het Voorzitterschap gaf aan dat de meeste discussie bestaat over het onderdeel van het richtlijnvoorstel dat ziet op kleine ondernemingen, en dat de politieke sturing vanuit onder andere de Europese Raad en JBZ-Raad een goede impuls heeft gegeven. De Commissie constateerde dat een compromis binnen handbereik lijkt. 

  1. Richtlijn corruptiebestrijding

Tijdens de JBZ-Raad werd de algemene oriëntatie (AO) inzake de anti-corruptierichtlijn aangenomen. Het Belgische voorzitterschap lichtte de AO toe die onder meer heldere en afgebakende strafbepalingen, niet-dwingend voorgeschreven strafverzwarende en -verzachtende omstandigheden en bijkomende sancties/maatregelen bevat. Alhoewel sommige lidstaten meer ambitie nastreefden, benadrukten andere lidstaten het belang van inpasbaarheid in de nationale juridische systemen. Met het AO is een gebalanceerd compromis bereikt, aldus het Voorzitterschap.

De Commissie benadrukte de ondermijnende gevolgen van corruptie en beschreef het als belangrijke sleutelfactor voor georganiseerde criminaliteit. De anti-corruptierichtlijn is een essentieel instrument om hiertegen te kunnen optreden. De Commissie uitte teleurstelling dat het ambitieniveau in de AO aanmerkelijk lager is op sommige punten ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel, zoals de minimale verjaringstermijnen en minimale maximumstraffen. Ten slotte riep de Commissie het inkomend Voorzitterschap op zo snel mogelijk te starten met de triloogonderhandelingen.

Enkele lidstaten spraken hun steun uit voor de AO. Het Voorzitterschap sprak tot slot begrip uit voor de verschillende invalshoeken van de lidstaten en stelde vast dat de algemene oriëntatie kon worden aangenomen.

  1. Richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen (CSA-richtlijn)

Het Belgische voorzitterschap leidde het beleidsdebat in over het voorstel tot herziening van de CSA-richtlijn. De Commissie zette de negatieve gevolgen van seksueel misbruik van kinderen uiteen en de recente ontwikkelingen daaromtrent. Volgens de Commissie moeten met de richtlijn alle vormen van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen strafbaar worden, moet opsporing effectiever en moeten preventie en ondersteuning van slachtoffers worden verbeterd. De Commissie riep de lidstaten op om ambitieus te zijn en er tevens voor te zorgen dat de richtlijn rekening houdt met nieuwe technologische ontwikkelingen.

Tijdens een bijna volledige tafelronde benadrukten vrijwel alle lidstaten de ernst van het onderwerp en steunden het belang van de voorliggende richtlijn. Desgevraagd geeft een meerderheid van de lidstaten aan het gerechtvaardigd te vinden dat er regels over (lange) verjaringstermijnen worden opgenomen in de richtlijn. Meer harmonisatie hierin werd breed gesteund. Wel was er discussie over de duur en de ingangsdatum van de in de richtlijn opgenomen verjaringstermijnen. Hierbij gaven lidstaten aan dat er flexibiliteit moet zijn om de regeling in te passen in het nationale stelsel en was er onderscheid in voorkeur om de verjaringstermijn te laten ingaan vanaf de datum waarop het misbruik is gepleegd of vanaf het moment waarop het slachtoffer meerderjarig is geworden.

De meeste lidstaten gaven aan dat virtuele kinderporno (AI generated images and videos) op dezelfde wijze strafbaar moet worden gesteld als kinderpornografisch materiaal waarop echte kinderen te zien zijn. Enkele lidstaten stelden echter dat er een verschil in strafmaat zou moeten zijn. Tevens was er brede steun om technologisch neutrale termen te gebruiken om de richtlijn toekomstbestendig te houden. Verder werden door enkele lidstaten andere onderwerpen opgebracht die onderwerp van de richtlijn zouden moeten zijn, waaronder fysieke attributen, zoals kindersekspoppen, en een duidelijke definitie van ‘instemming’.

Nederland stelde dat een gezamenlijke aanpak van (online) seksueel kindermisbruik en seksuele uitbuiting van kinderen gezien het grensoverschrijdende karakter essentieel is voor een effectieve bestrijding van deze weerzinwekkende vorm van criminaliteit. Wat betreft de verjaringstermijnen beschreef Nederland het eigen systeem en uitte begrip om voldoende ruimte houden voor de nationale systemen van lidstaten. Verder steunde Nederland het strafbaar stellen van virtuele kinderporno.

Het inkomend Hongaarse voorzitterschap gaf aan dit onderwerp verder te behandelen in de betreffende raadswerkgroepen.

  1. Europees Openbaar Ministerie (EOM)

Het Belgische voorzitterschap benadrukte het belang van het EOM en het werk dat het verricht. Polen is onlangs toegetreden en ook Zweden heeft laten weten te zullen toetreden. Dit is een positieve ontwikkeling in de strijd tegen fraude en georganiseerde criminaliteit. Ook meldde het Voorzitterschap dat het mandaat van een aantal openbaar aanklagers van lidstaten is verlengd.

De Commissie merkte op dat het EOM veel toegevoegde waarde heeft, gebaseerd op de cijfers uit het jaarverslag. Het EOM is een belangrijke speler bij de aanpak van fraude en de daarbij vaak betrokken georganiseerde criminaliteit. Ook de Commissie gaf aan blij te zijn met de nieuw toegetreden landen.

De Hoofdaanklager van het EOM wees op het jaarverslag en de groeiende werklast. Ook stelde zij dat er een steeds beter beeld is van btw-fraude en dat dit helpt met de aanpak ervan. Ten slotte stelde zij dat het EOM momenteel onvoldoende is toegerust om hier echt goed werk van te maken.

Ierland sprak de intentie uit om tot het EOM toe te treden en verwacht dat in 2026 te kunnen doen. Zowel Zweden als Polen waren verheugd over hun toetreding.

  1. Russische agressie tegen Oekraïne: strijd tegen straffeloosheid

Gedurende de werklunch werd er gesproken over de bestrijding van straffeloosheid met betrekking tot de Russische agressie tegen Oekraïne.

De hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof (ICC), Karim Ahmad Khan, lichtte het ICC-onderzoek toe en gaf daarbij complimenten aan gastland Nederland. Khan benadrukte het belang van het ICC in rules-based order en handhaving van het internationaal recht. In het licht van mogelijke VS sancties riep hij verder op om anti-blocking wetgeving aan te nemen.

Eurojust gaf aan dat er geen goede basis is voor gegevensuitwisseling tussen Eurojust en het ICC. De Commissie gaf aan dit op te pakken. Verder werd gesproken over hoe om te gaan met politiek-gemotiveerde red notice notificeringen van Interpol.

  1. Bestrijding van drugshandel en georganiseerde misdaad: terugkoppeling van het voorzitterschap

Het Belgische voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over de stand van zaken van de voortgang van de acties uit de EU Roadmap on drug trafficking and organized crime.7 Zo gaf het Voorzitterschap aan dat de Raadsconclusies voor de oprichting van een gespecialiseerd magistratennetwerk zijn aangenomen. Hierbij is van belang dat het netwerk voldoende middelen heeft zodat het echt van toegevoegde waarde kan zijn in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit. Ook de Raadsconclusies over samenwerking met derde landen werden genoemd, gezien de prioriteit die hieraan binnen de EU Roadmap wordt gegeven, met name ten aanzien van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.

De Commissie gaf aan dat er goede stappen zijn gezet, maar dat meer nodig is. De Commissie lichtte hierbij enkele initiatieven uit zoals de EU-havenalliantie en de te benoemen EU coördinator tegen drugshandel. Ook de Commissie benoemde het belang van samenwerking met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. De Commissie lichtte verder de Raadsconclusies over het in kaart brengen van criminele netwerken uit en vroeg om een brede aanpak.

Enkele lidstaten spraken hun steun uit voor de initiatieven en riepen op dit onderwerp hoog op de agenda te houden.

Het Voorzitterschap concludeerde dat het in kaart brengen van criminele netwerken, zoals tijdens de Binnenlandse zaken dag van de JBZ-Raad werd besproken, en de follow-the-money aanpak belangrijke punten zijn. De komende periode wordt verder gewerkt aan de implementatie van de acties.

  1. Conclusies over het versterken en beschermen van een vrij, open en geïnformeerd democratisch debat

De Raadconclusies over het versterken en beschermen van een vrij, open en geïnformeerd democratisch debat onderschrijven onder andere dat het recht op vrijheid van meningsuiting een groot goed is in een democratische rechtsstaat. Het Belgische voorzitterschap stelde dat het nodig is een sterke politieke boodschap uit te dragen over vrij en open democratisch debat. De voorliggende Raadsconclusies herbevestigen dat vrijheid van meningsuiting en informatie een fundament zijn van onze democratie.

De Commissie benadrukte dit belang en ging nader in op enkele initiatieven ter bestrijding van desinformatie waarvan de dreiging niet moet worden onderschat.

De Raadsconclusies werden zonder interventies aangenomen.

  1. Implementatie van het Verdrag van Istanbul

Het Voorzitterschap gaf de stand van zaken rondom de toetreding van de EU tot het Verdrag van Istanbul. De EU is op 1 oktober 2023 toegetreden, maar is de enige organisatie die lid is. Dit heeft gevolgen voor het functioneren van de organen. Momenteel worden daarom amendementen besproken over stemming en het besluitvormingsproces.

De Commissie gaf aan dat aanbevelingen daaromtrent in een recente bijeenkomst zijn goedgekeurd door de EU en dat steun van de Raad nodig is. Het is daarom nuttig te werken aan een vlotte interne procedure. Over de stemmingswijze is nog geen overeenstemming tussen alle deelnemende landen. De inzet hierover wordt in de betreffende raadswerkgroep verder besproken.

  1. Overige onderwerpen

    1. Onderhandelingen EU-VS e-evidence

De Commissie schetste kort de stand van de onderhandelingen. Tijdens de afgelopen onderhandelingsronde is onder andere gesproken over het toepassingsgebied van de toekomstige overeenkomst en de benodigde waarborgen. Met vijf lidstaten heeft een test certificering plaatsgevonden. Volgens de Commissie is het van belang de eenheid van de Unie te behouden.

  1. EU Justice scoreboard 2024

De Commissie lichtte het EU Justice Scoreboard 2024 toe en dankte de leden van het netwerk voor hun bijdragen. De Commissie benoemde de positieve trends voor wat betreft efficiëntie van rechtsstelsels, door bijvoorbeeld afname in behandeltijden van rechtszaken.

  1. Toegang tot gegevens voor effectieve rechtshandhaving: presentatie van de aanbevelingen van High Level Group on Access to Data for Effective Law Enforcement

Het Voorzitterschap lichtte de stand van zaken toe en vatte de bespreking op de Home-dag samen. Hierbij gaf het voorzitterschap aan dat toegang tot data en dataretentie op justitieterrein liggen en daarmee een taakstelling zijn voor de Justitie ministers.

  1. Werkprogramma van het aantredende voorzitterschap

Het aankomende Hongaarse voorzitterschap schetste de prioriteiten op Justitieterrein. De focus bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit licht op (online) fraude en crypto-valuta. Ook belangrijk is de strijd tegen antisemitisme en racisme. Het inkomend voorzitterschap wil het concurrentievermogen vergroten door te kijken naar het juridisch systeem en onder andere naar de kansen die AI biedt. Verder wil het aankomende Voorzitterschap de discussie over de toekomst van het EU strafrecht voortzetten en daarover aanbevelingen opstellen. Tot slot is het aankomende Voorzitterschap voor wat betreft de samenwerking met landen buiten de EU vooral gefocust op de Westelijke Balkan.  


  1. COM(2023) 716, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52023PC0716.↩︎

  2. Kamerstukken II 2023-2024, 21501 nr. 31 751.↩︎

  3. Zie ook Kamerstukken II, 2023-24, 32317, nr. 861.↩︎

  4. Zie ook eerdere berichtgeving in Kamerstukken II 2023-2024, 32 317, nr. 866.↩︎

  5. Zie ook berichtgeving hierover in eerdere geannoteerde agenda’s bij JBZ-Raden; Kamerstukken II, 2023-24, 32317, nr. 872, en Kamerstukken II 2023-24, Kamerstuk 32317, nr. 862.↩︎

  6. Kamerstukken II 2023–2024, 22 112, nr. 3842.↩︎

  7. Kamerstukken II 2023–2024, 22 112, nr. 3842.↩︎