[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het vonnis van het EHRM over de Klimaseniorinnen-zaak

Schriftelijke vragen

Nummer: 2024D28942, datum: 2024-07-16, bijgewerkt: 2024-09-23 08:02, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z12035).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z12035:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2024Z12035

Vragen van het lid Kröger (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het vonnis van het EHRM over de Klimaseniorinnen-zaak (ingezonden 16 juli 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het vonnis van 9 april 2024 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de Klimaseniorinnen-zaak?1

Vraag 2

Volgt volgens u uit de EHRM-uitspraak dat landen een budget dienen te kwantificeren om de nationale cumulatieve broeikasgasuitstoot te begrenzen?

Vraag 3

Gezien het feit dat de Nederlandse Klimaatwet enkel tussendoelen voor broeikasgasemissiereductie richting klimaatneutraliteit heeft vastgelegd, bent u het ermee eens dat Nederland, om invulling te geven aan de EHRM-uitspraak, de huidige doelen aan moet vullen met een broeikasgasbudget dat ook de cumulatieve uitstoot begrenst?

Vraag 4

Verwacht u dat de broeikasgasemissiereductie van nu tot 55% reductie ten opzichte van 1990 in 2030 lineair plaatsvindt? Zo nee, hoe ziet de curve er dan waarschijnlijk uit? Wat betekent dit voor het broeikasgasbudget dat Nederland verbruikt tussen nu en 2030?

Vraag 5

Hoe kijkt u naar het belang van tijdschema’s en tussendoelen dat in het vonnis wordt onderschreven in relatie tot de Nederlandse en Europese reductiedoelen voor 2030, 2040 en 2050?

Vraag 6

Volgt volgens u uit de EHRM-uitspraak dat landen bij het kwantificeren van een broeikasgasbudget het principe van «common but differentiated responsibilities» (CBDR) dienen te volgen, zoals dat ook is vastgelegd in onder meer het Parijsakkoord?

Vraag 7

Hoe geeft het Nederlandse regelgevende kader invulling aan deze verplichting, gelet op de Nederlandse mate van welvaart en historische uitstoot waarmee een broeikasgasbudget voor Nederland op basis van het CBDR-principe bepaald kan worden?

Vraag 8

Bent u bekend met het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) «Wat zijn rechtvaardige en haalbare klimaatdoelen voor Nederland?» van maart dit jaar?2

Vraag 9

Deelt u de analyse van het PBL dat een broeikasgasbudget op basis van het aandeel van de huidige Nederlandse uitstoot in de wereldwijde uitstoot (grandfathering) geen juiste invulling geeft aan het CBDR-principe?

Vraag 10

Hoeveel bedraagt het resterende broeikasgasbudget voor de Nederlandse uitstoot uit het PBL-onderzoek die niet gebaseerd zijn op grandfathering?

Vraag 11

Als Nederland enkel de verplichting uit de Klimaatwet nakomt en de broeikasgasuitstoot met 55% vermindert in 2030 ten opzichte van 1990, hoeveel van het budget in de vorige vraag blijft dan nog over? Of hoeverre wordt dit overschreden?

Vraag 12

Bent u bekend met het rapport «Reflectie PBL op het Hoofdlijnenakkoord 2024–2028»?3

Vraag 13

Erkent u de conclusie van het PBL in haar reflecties dat het Hoofdlijnenakkoord per saldo waarschijnlijk onvoldoende is om de in de Klimaatwet vastgelegde doelstelling van 55% reductie in 2030 ten opzichte van 1990 te halen?

Vraag 14

Als niet aangetoond kan worden dat de doelstelling van 55% reductie van de broeikasgasuitstoot uit de Klimaatwet met zekerheid gehaald wordt, schendt Nederland dan volgens u de plicht die voortkomt uit de Klimaseniorinnen uitspraak?

Vraag 15

Bent u voornemens om nieuwe maatregelen te treffen zodat het doel van 55% reductie uit de Klimaatwet toch gehaald kan worden?

Vraag 16

Bent u bekend met het advies van het Zeerechttribunaal op 21 mei 2024 over klimaatverplichtingen onder het Zeerechtverdrag?4

Vraag 17

Wat betekent dit advies voor Nederland? En hoe verhoudt dit advies zich tot het huidige Nederlandse wettelijk kader op het gebied van klimaat?


  1. Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 9 april 2024, «No. 53600/20, Verein KlimaSeniorinnen Schweiz and Others v. Switzerland». (https://hudoc.echr.coe.int/eng/#{%22itemid%22:[%22001-233206%22]})↩︎

  2. Planbureau voor de Leefomgeving, 19 maart 2024, «Wat zijn rechtvaardige en haalbare klimaatdoelen voor Nederland?». (www.pbl.nl/publicaties/wat-zijn-rechtvaardige-en-haalbare-klimaatdoelen-voor-nederland)↩︎

  3. Planbureau voor de Leefomgeving, 12 juni 2024, «Reflectie PBL op het Hoofdlijnenakkoord 2024–2028». (www.pbl.nl/publicaties/reflectie-pbl-op-het-hoofdlijnenakkoord-2024-2028)↩︎

  4. International Tribunal for the Law of the Sea, 21 mei 2024, «No. 31, Request for an advisory opinion submitted by the commission of small island states on climate change and international law». (www.itlos.org/en/main/cases/list-of-cases/request-for-an-advisory-opinion-submitted-by-the-commission-of-small-island-states-on-climate-change-and-international-law-request-for-advisory-opinion-submitted-to-the-tribunal/)↩︎