Olympische sporters die moeite hebben met rondkomen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D29303, datum: 2024-07-22, bijgewerkt: 2024-09-06 19:45, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z12122).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid (CDA)
- Mede ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
- Mede ondertekenaar: M. Mohandis, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2024Z12122:
- Gericht aan: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Mohandis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z12122
Vragen van de leden Inge van Dijk (CDA), Mohandis (PvdA) en Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Jeugd, Preventie en Sport) over olympische sporters die moeite hebben met rondkomen (ingezonden 22 juli 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat veel topsporters moeite hebben met rondkomen en dat het stipendium (de financiële ondersteuning voor topsporters die geen of onvoldoende inkomen hebben voor hun levensonderhoud) veelal onvoldoende is om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat topsport gezien moet worden als een baan in plaats van een uit de hand gelopen hobby, mede vanwege de positieve maatschappelijk impact van topsport?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het stipendium voor topsporters niet in evenwicht is met wat van hen wordt gevraagd, zoals de Nederlandse Sportraad eerder al constateerde?2
Vraag 4
Klopt het dat als blijkt dat een topsporter te veel heeft bijverdiend, bijvoorbeeld door behaald prijzengeld, een deel van het stipendium achteraf wordt teruggevorderd? Zo ja, waarom zou dit volgens u geen boete op succesvol presteren zijn?
Vraag 5
Hoe vaak komt het voor dat topsporters niet in staat zijn om achteraf terug te betalen als blijkt dat ze boven de bijverdiengrens uit zijn gekomen?
Vraag 6
Heeft u signalen dat sommige topsporters helemaal geen stipendium meer aanvragen, uit vrees voor latere terugbetaling?
Vraag 7
Wat zou volgens u een rechtvaardige bijverdiengrens zijn, waarbij de bestaanszekerheid van de topsporter niet in het geding komt, tegelijkertijd het behalen van prestaties niet wordt afgestraft, maar er ook geen excessief verdienmodel ontstaat?
Vraag 8
Klopt het daarnaast dat topsporters het stipendium vanaf de eerstvolgende maand kunnen verliezen zodra ze niet meer aan de prestatie-eis voldoen? Deelt u de mening dat deze financiële druk een risico vormt voor ongezonde prestatiedruk, zoals de Nederlandse Sportraad in het eerdergenoemde advies ook constateerde?
Vraag 9
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van de herijking van het totale voorzieningenpakket voor topsporters waar de stipendiumregeling deel van uitmaakt? Maakt het verbeteren van de inkomenspositie van topsporters met een stipendiumregeling hier onderdeel van uit? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Bent u bereid de stipendiumregeling te verruimen zodat niet alleen A-sporters hier gebruik van kunnen maken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Bent u bereid de stipendiumregeling zodanig aan te passen dat topsporters hun financiering kunnen behouden als hun prestaties tijdelijk terugvallen? Zo nee, waarom niet?