[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Zienswijze uithuizing ministerie van Algemene Zaken (AZ)

Renovatie Binnenhof

Brief regering

Nummer: 2024D29833, datum: 2024-08-13, bijgewerkt: 2024-08-21 15:44, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-34293-137).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34293 -137 Renovatie Binnenhof.

Onderdeel van zaak 2024Z12363:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

34 293 Renovatie Binnenhof

Nr. 137 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13Ā augustus 2024

Op 29Ā juli jongstleden is door de burgemeester van Den Haag aan zowel het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en het Ministerie van Algemene Zaken (het ministerie) het voornemen bekend gemaakt om de beĆ«indiging van het gebruik van het gebruik van het gebouwdeel Binnenhof 17 t/m 20 door het ministerie af te dwingen middels een handhavingsbesluit strekkende tot een last onder dwangsom. De gemeente vordert concreet de beĆ«indiging van overtreding van brandveiligheidsvoorschriften in het gebouwdeel waarbij wordt gesteld dat dit kan door het gebruik ervan te beĆ«indigen. De gemeente is voornemens daarvoor een termijn van vier weken na vaststelling van het definitieve besluit te stellen, op straffe van een dwangsom De gemeente heeft het ministerie en het RVB twee weken gegeven hierop te reageren, waarna zij tot besluit zal komen. Met dit schrijven licht ik, mede namens de Minister-President, onze gezamenlijke reactie aan de gemeente op dit voornemen toe.

Het ministerie en het RVB hebben de gemeente gisteren laten weten uitvoering te geven aan de vordering van de gemeente door voor het einde van september voor alle medewerkers van het ministerie voor wie dit mogelijk is de vaste werkplek te verhuizen naar een deel van het gebouw van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie en Veiligheid aan de Turfmarkt 147. Meer precies betekent dit het volgende.

ā€“ De Minister-President vertrekt uiterlijk 31Ā augustus naar de Turfmarkt.

ā€“ Het merendeel van de medewerkers aan het Binnenhof zijn uiterlijk eind september verhuisd naar de Turfmarkt. Deze verhuizingen vangen nu aan.

ā€“ De bijeenkomstfunctie van het Binnenhof is beĆ«indigd.

ā€“ Alleen wie werk te doen heeft op de staatsgeheime ICT voorzieningen die nog niet beschikbaar zijn op de Turfmarkt of wiens werk gebonden is aan de locatie werkt nog (gedeeltelijk) op het Binnenhof. Dit is onder voorwaarden. Daarbij zullen per dag tijdens kantooruren niet meer dan 70 medewerkers van het ministerie aanwezig zijn op het Binnenhof.

In de tijdelijke huisvesting van het ministerie aan de Turfmarkt kan niet per direct worden beschikt over alle benodigde voorzieningen. In het bijzonder zullen de ICT-voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de werkzaamheden met de hoogst gerubriceerde informatie pas eind van het jaar beschikbaar komen aan de Turfmarkt. Slechts wanneer en voor zover medewerkers concrete taken uitvoeren waarvoor de hoogst beveiligde ICT-voorzieningen noodzakelijk zijn, of wanneer andere veiligheidsoverwegingen daartoe nopen, voeren zij die nog uit aan het Binnenhof. Dit uiteraard tot het moment dat benodigde (ICT-) voorzieningen aan de Turfmarkt beschikbaar zijn. Vaste werkplekken aan het Binnenhof zijn er alleen nog voor medewerkers van het ministerie waarvan de werkzaamheden volledig en onlosmakelijk verbonden zijn met de locatie aan het Binnenhof. Met deze stap wordt de dagelijkse bezetting aan het Binnenhof maximaal verder teruggebracht, terwijl wij met aanpassingen in onze werkwijze in onze werkwijze kunnen blijven voldoen aan de vereisten rond geheimhouding en staatsveiligheid. Wel brengt deze stap een grotere inbreuk op effectiviteit van het ministerie met zich mee dan waarmee tot op heden rekening is gehouden. Dit raakt aan de centrale rol die het ministerie speelt in het nationale bestuur en besluitvorming en dat zal in de praktijk, zeker in de eerste periode, in de praktijk te merken zijn. Voor de dagelijkse werkpraktijk van vrijwel alle medewerkers maar ook in de samenwerking met andere partijen zoals de ministeries.

Voor de beperkte groep medewerkers die gegeven de aard van hun werkzaamheden aan het Binnenhof blijft verrichten geldt dat de (brand)veiligheid gewaarborgd blijft. De vluchtveiligheid in het complexdeel van het ministerie is met alle genomen maatregelen goed geregeld. Met een minimaal aantal mensen in het gebouw nemen de risicoā€™s met betrekking tot vluchten nog verder af en krijgt de capaciteit van de vluchtwegen een ruime overmaat. Bovendien worden, bovenop de in goed overleg met de gemeente en brandweer reeds genomen veiligheidsmaatregelen, extra brandwachten ingezet en worden periodiek met de brandweer de bestaande afspraken en procedures rond inzet bij calamiteiten tegen het licht gehouden, opdat de toegankelijkheid van het gebouwdeel tijdens de renovatie van het Binnenhofcomplex voor de hulpdiensten steeds verzekerd is.

Tot slot merk ik op dat de verhuizing van het Binnenhof van het ministerie een gecompliceerd proces is gebleken. Aan de inzet van alle betrokkenen medewerkers van het RVB, het ministerie als ook de gemeente heeft het niet geschort. Zij hebben steeds het uiterste is gedaan om tijdig en zorgvuldig de noodzakelijke stappen te zetten. Toen de aanvankelijk vergevorderde plannen om te verhuizen naar het Catshuis, nadat bleek dat uiteindelijk geen vergunning zou worden verleend, niet door konden gaan, is er met uiterste inzet gezocht naar een alternatief. Dit is in eerste instantie gevonden in het pand van de Ministeries van EZK en LNV aan de Bezuidenhoutseweg 73 (B 73). De gemeente heeft zich tussentijd constructief opgesteld en medewerking gegeven tot langer verblijf aan het Binnenhof tot 31Ā juli 2024. Op 12Ā maart jl heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Kamer moeten melden (TKĀ 2023ā€“2024, 34Ā 293, nr.Ā 134) dat het alternatief B 73 niet gereed zou zijn vĆ³Ć³r het aflopen van die termijn. Door het RVB is vervolgens op de kortst mogelijke termijn een nieuw alternatief beschikbaar gemaakt met medewerking van het Ministerie van J&V en het Ministerie van BZK die in het gebouw aan de Turfmarkt 147 op zeer korte termijn ruimte vrijgemaakt hebben voor AZ. Met de gemeente is door ons sinds het voorjaar uitgebreid overlegd over de ontstane situatie. Dat heeft tot het onderhavige voornemen tot handhaving geleid en vervolgens de aanvullende besluiten in deze brief.

Wij hebben de gemeente verzocht om in het licht van deze besluiten af te zien van het opleggen van de voorgenomen last onder dwangsom en te berusten in het zeer beperkte resterende gebruik onder voorwaarden van het gebouwdeel Binnenhof 17 t/m 20 door het ministerie. Het college neemt hierover naar verwachting op korte termijn een besluit.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
M.C.G. Keijzer